Als een ontlading vierde AA Gent afgelopen zaterdag de 2-1-zege tegen Anderlecht. Plots waren alle donkere wolken die zich boven het Ottenstadion samentroepten verdreven. De tweedracht, die zich eerder steeds nadrukkelijker in de groep leek vast te ankeren, was zowaar weggeblazen. Deze wedstrijd, zo verwoordde Jacky Peeters achteraf voor de televisie, had getoond dat er in deze groep geen clans schuilen. Het leek een staaltje van hypocrisie. Want uitgerekend dezelfde Peeters verklaarde een paar weken geleden in dit blad nog dat er door de aanwezigheid van zoveel buitenlanders kliekjes zijn gevormd.

Maar de uitslag van de meest recente wedstrijd bepaalt nu eenmaal alles in de voetballerij. Dat zal bij AA Gent niet anders zijn. In de eerste helft van de wedstrijd tegen een te afwachtend Anderlecht gaf de ploeg nog de indruk niet te durven voetballen, na de partij stormde iedereen juichend van het veld. Voor Patrick Remy is deze overwinning een opsteker. Maar het mag de realiteit niet verbloemen : de methodes van de Fransman komen, zoals verderop in dit blad blijkt, niet echt aan in de club. Remy heeft een eigenschap die wel meer Fransen niet vreemd is : hij neigt naar arrogantie. Een visie zal deze coach best bezitten. Maar of die past bij de Gentse voetbalcultuur die voorzitter Ivan De Witte zo wou koesteren blijft af te wachten.

Het is opmerkelijk dat AA Gent zoveel tijd uittrok om een nieuwe trainer te screenen en vervolgens toch weer bij iemand terechtkomt over wie er vragen zijn. Een paar maanden nadat er met de aanstelling van Henk Houwaart al eens een verkeerde keuze was gemaakt. Al zullen dat soort overwegingen nu even worden opgezogen door de realiteit. De 2-1-zege tegen Anderlecht verdrijft de problemen naar de achtergrond. Misschien hebben sommigen in de club wel de illusie heel goed bezig te zijn.

De kunst in de voetballerij is om juist scherp te blijven in periodes van succes. Anderlecht zal het de komende weken ervaren. De Brusselaars stapten vorige week woensdag met een zege tegen Real Madrid met opgeheven hoofd uit de arena van de Champions League. Er viel achteraf op de receptie een pleiade van glimmende Brusselse bestuurders te aanschouwen. Maar nu staat de club voor mijn moeilijkste uitdaging : de Europese succesroute consolideren. Daarvoor moet er een duidelijke sportieve lijn worden uitgetekend.

In de wedstrijd tegen het geamputeerde Real Madrid bleek nog maar eens dat het behoud van Jan Koller daarbij centraal moet staan. Het was frappant hoe gemakkelijker de acties verlopen als de Tsjech op het veld staan. Koller blijft ook dan als hij niet opvalt het bindmiddel, een balvaste speler die anderen toelaat op te schuiven, zonder daarbij een beroep te doen op groot wapen : zijn lichaamskracht. Een verkoop van Koller zou de ambitie van de club hypothekeren. Veel meer dan een vertrek van de snelle maar in de combinatie nauwelijks te gebruiken Thomasz Radzinski. Geen spits in deze competitie die zoveel kansen de nek omwrong als Radzinski. Toch lonkt hij met zijn technische beperkingen naar Italië of Spanje. Voetballers plegen zich nu eenmaal gemakkelijker te overschatten dan te onderschatten. Zo was het vreemd om een doorgaans intelligente speler als Glen De Boeck onlangs te horen zeggen dat zijn gebrek aan snelheid eigenlijk een cliché is.

Als er bij Anderlecht iets mank liep in deze Champions League, dan is dat het grote aantal doelpunten dat buitenshuis werd geslikt. Het vertrek van Staelens heeft een en ander wat dat betreft niet vergemakkelijkt : met hem is de natuurlijke leider weg, de aanvoerder die de groep stuurde en corrigeerde en naar wie iedereen luisterde. Anderlecht versleet de afgelopen jaren al een hele waslijst van centrale verdedigers en zal wellicht ook in dat compartiment op zoek gaan naar versterking. Ook al blijft het vreemd dat de tegen Real Madrid als linksachter ijzersterk spelende Alexander Ilic nooit echt zijn draai vond in de Brusselse voetbaltempel. Terwijl Ilic veel kwaliteiten van een moderne verdediger in zich herbergt : snelheid en robuustheid, aanvallend en verdedigend denken.

Er valt voor Aimé Anthuenis nog veel te sleutelen aan het raamwerk voor volgend seizoen. Het pleit voor de trainer dat hij in de loop van het seizoen, alle schimpscheuten ten spijt, altijd zichzelf bleef en nooit koppig volhardde in eerdere ideeën : naarmate het seizoen vorderde liet Anthuenis zijn voorzichtige instelling varen. Kritiek is er alleen nog omdat hij te gemakkelijk Alin Stoica op de bank zet en zo voor een onevenwicht in zijn elftal zorgt. Al blijft deze Roemeense parel anderzijds wel voetballen met een bijna ontluisterend gebrek aan regelmaat en trekt hij een goeie periode nooit lang door : tegen Real Madrid speelde Stoica een matte partij, in Gent gleed hij zaterdag nog dieper weg.

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content