Hoe lastig het leven na Jan Koller ook is, Anderlecht is nog altijd sterk genoeg om het tot zondag ongeslagen Aalst te overklassen.

“Ja, euh, ik ben uiteraard tevreden met de overwinning,” sprak Aimé Anthuenis na de 1-5 in Aalst, “maar ook met de manier waarop. Paar mooie doelpunten, qua voorbereiding en makelij. We probeerden voetballende oplossingen te zoeken, tot een vlotte balcirculatie te komen. Bij momenten heb ik dat gezien. Het was een goeie prestatie, een antwoord op de voorbije dagen. Genk won op Brugge, maar de eerstvolgende weken en maanden moeten we alleen naar onszelf kijken. Om naar de klassering te kijken, is het nog niet het moment.”

Waarna het blijkbaar wel het moment was om zijn bril op te zetten, de klassering te bekijken, instemmend te knikken en zijn bril weer weg te steken. En of iemand wist of Genk verdiend had gewonnen ? “’t Was te verwachten dat het voor Brugge een moeilijke wedstrijd zou worden”, zei hij, met zijn gedachten blijkbaar toch niet uitsluitend bij zijn eigen club. Waarna de bril weer uit het etui ging en de Anderlechttrainer – voor de zekerheid – nog maar eens een blik op de klassering wierp. Een mens wordt wel eens wat wijsgemaakt, nietwaar Aimé ?

Slechts twee goals in zes wedstrijden had Aalst toegestaan. Anderlecht deed er ineens vijf bij – en dan miste de ingevallen Gilles De Bilde nog een strafschop. Anthuenis koos zondag voor Aruna Dindane en Ivica Mornar voorin. Twee spitsen die bijna altijd de individuele actie zoeken en waarvan geen ploegmaat noch tegenstrever kan voorspellen wat er zal gebeuren als ze aan de bal zijn – en al zeker niet Kader Seydi, de Senegalese linksback van Aalst. Niemand die het allemaal goed kon volgen wat Mornar op de linkerzone aan langebenenspel uitrichtte, maar mede door het gebrek aan tegenstand mocht de voortzetting er wel zijn. De Kroaat scoorde en líet twee keer scoren. Aruna diep in punt was evenmin een gekke optie, al was het maar omdat hij daar doorgaans niet voldoende volk tegenkomt om te blijven dribbelen. Eens één man voorbij is er namelijk al een redelijke kans dat hij alleen voor doel staat. Op Real Madrid gebeurde het twee keer, waarvan hij één kans benutte; op Aalst wel vaker. Alleen voor doel scoorde Aruna twee keer. Beide spitsen, al vaak gecontesteerd zoals dit seizoen alle spitsen van Anderlecht, kregen van hun trainer de verdiende applausvervanging. Aan hen en de passing van de klasrijke middenvelders vooral Walter Baseggio en Alin Stoica had Anderlecht voldoende gehad om het verschil te maken.

Dat zal dit seizoen in de Belgische competitie nog wel meer het geval zijn. De vraag blijft evenwel wie er gekocht is ter vervanging van hoofdvogel Jan Koller, die immer aanspeelbare, balvaste en simpel kaatsende centrumspits ? Gesteld dat Anderlecht de zaken niet verkeerd heeft ingeschat, zal het zijn dat het overtuigd is dat op termijn uit Ki-Hyeun Seol of Ode Thompson een targetman van topniveau kan groeien. Gezien de druk op het bestuur om zich nog maar eens aan een extra-aanvaller te wagen, lijkt het erop dat na een boerenjaar als het voorbije niet iedereen met die visie kan leven, omdat gevreesd wordt dat geduld te veel punten (en dus premies) zal kosten.

In afwachting is het zoeken naar een evenwichtig elftal, want Jan Koller was niet alleen een spits die je altijd kon inspelen en toeliet bij te sluiten, hij maakte ook nog eens in de twintig goals, ontlaste behalve met zijn balvastheid ook met zijn werkkracht het middenveld en dan praten we nog niet over wat hij bij stilstaande fazen achterin allemaal ontzette. Koller was de grote compenserende factor, de man die de linies bond, het trainers en medemaats makkelijker maakte. Iedereen profiteerde van hem, sportief, financieel en publicitair. Geen grotere (ongewilde) ode aan de Tsjech dan de problemen die Anderlecht sedert zijn vertrek kent. Nog altijd beschikt de landskampioen over voldoende individuele kwaliteit – inclusief ervaring – om de beste ploeg van het land te zijn, maar dit keer zal het van trainer en spelers hogere eisen vergen. Blijkens het hoge pubergehalte van Anderlecht de voorbije weken, is dat toch even wennen. Maar omdat niemand baat heeft bij een crisis (en omdat de emotionele redenaar Michel Verschueren wellicht eens was langsgeweest) stond Anderlecht zondag heel scherp.

“We troffen hen op een slecht moment”, zei Manu Ferrera. “Na hun problemen van deze week, konden zij zich niet permitteren punten te verliezen. We zijn er het slachtoffer van. Op alle vlakken waren zij beter, maar vergeten we niet dat ons enige doel het behoud is. We zijn goed bezig.” Zij het zondag toch iets minder, Manu.

door Christian Vandenabeele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content