AA Gent voelt zich na het vertrek van Remy bevrijd. Aan de spelers om te bewijzen dat ze met die vrijheid om kunnen gaan.

Dat had twee redenen.

Vier dagen voor de trainerswissel haalde De Witte nog het voorbeeld van Moeskroen aan. Daar stelde de entourage bij een nul op vijftien ook de positie van trainer Hugo Broos ter discussie. Maar de kritiek verstomde meteen toen voorzitter Jean-Pierre Detremmerie duidelijk maakte dat die kwestie niet aan de orde was. Nog eens enkele weken later begon Moeskroen aan een indrukwekkende remonte, die de ploeg in het zog van, bijvoorbeeld, AA Gent bracht. Dus stuurde De Witte een kleine maand geleden een signaal de wereld in dat misschien niet de trainer, maar de spelers konden gaan als de onvrede bleef duren.

Dat kwam ook omdat hij over die trainer, op een paar details, na zeer te spreken was. Zelden maakte De Witte in zijn carrière een trainer mee die zo hard en zo gedreven werkte als Patrick Remy. Geen inspanning was hem te veel, op alle aspecten van zijn job was hij grondig voorbereid, en altijd ging hij enthousiast aan het werk. Pas toen De Witte bij zijn rondvraag in alle geledingen van de club steeds op dezelfde opmerkingen stootte, begreep hij dat een ingreep zich opdrong. Met een zevende of achtste plaats was een ontslag niet aan de orde geweest, maar nu Gent nog uitzicht heeft op Europees voetbal, lag dat anders.

Het herstelplan dat de Franse coach maandag en dinsdag toelichtte bij zijn werkgever, bedoeld om de dalende curve – met de nederlaag in La Louvière als dieptepunt – om te buigen, boezemde de voorzitter nog maar weinig vertrouwen in. De aangereikte remedie lag geheel in de lijn van Remy’s manier van werken : een mechanische oplossing voor een scheikundig probleem. Met andere woorden : het was niet door een paar spelers uit de kern te zetten, dat Gent plots weer het frisse voetbal van de competitiestart zou terugvinden.

as donderdagochtend hakte de Gentse preses de knoop door en sommeerde Herman Vermeulen om over te nemen. Die aanvaardde, op voorwaarde dat hij voor het eerst een hecht team rond zich mocht samenstellen. Dat betekende : met Philippe Vande Walle én beloftentrainer Charly Musonda, amper 32 maar gerespecteerd om zijn voetbalinzicht.

Zaterdag had zich al het gevoel van de voorzitter meester gemaakt dat hij de juiste beslissing had genomen. De komende weken wil De Witte nagaan of Herman Vermeulen klaar is voor het hoofdtrainerschap. Vermeulen zelf stond niet meteen te springen : eerder gaf hij al aan geen ambitie te hebben om toe te treden tot het rijtje bekende Vlamingen. Toen hij zich ooit aanbood als hoofdtrainer van de Limburgse derdeprovincialer Neerpelt, stuurde men hem lachend door omdat hij uit Duitsland kwam en onbekend was. Wil Gent straks toch een andere trainer, dan ziet Vermeulen zichzelf best terugkeren in zijn oude functie. Of een nieuwe trainer dat ook ziet zitten, moet dan nog blijken.

Toen de spelers donderdagochtend, na het ontslag van Remy, op de training verschenen, leken ze meer een bende uitgelaten en joelende schoolkinderen. Dat kwam niet onverwacht voor wie Gent de laatste maanden een beetje volgde. De signalen dat er wat loos was in de verstandhouding met de trainer, dateerden niet van gisteren, maar zelfs al van vorig seizoen. Alleen bleven ze voor de buitenwereld een beetje bedekt door de goede resultaten van de ploeg. De signalen kwamen ook niet van een paar ontevreden bankzitters, ze kwamen van overal : van de spelers, de technische staf, nu en dan ook voorzichtig van het bestuur.

Alleen drongen ze nooit door tot Remy zelf. Die nam er wel nota van, maar stopte alles weg achter het bekende je m’en fous : het kan me niet schelen. Remy vertrouwde zo blind op zijn vakkennis dat hij alle hints van wie dan ook volkomen negeerde en zijn eigen weg bleef gaan. Met de toenemende kritiek hield hij geen rekening, al was hij zich er wel van bewust, verklaarde hij een week voor zijn ontslag nog aan een Franstalige collega : “In Vlaanderen bekritiseert men mij zonder ophouden. Ik word duidelijk geviseerd. Je dérange, c’est comme ça, ik stoor, het zij zo.” Hij vroeg zich luidop af of de Franstalige Belgische pers hem op dezelfde manier zou behandelen als hij met Charleroi hetzelfde zou doen als met Gent.

ie als trainer de strijd aangaat met de buitenwereld en gemakshalve alle kritiek in een ruimer complot kadert, creëert rondom zich een permanente oorlogstoestand. Dat verhoogde nog de spanningen op en rond het veld.

Communicatie was niet Remy’s sterkste punt, getuigt zowat iedereen die met hem samenwerkte. Dat bleek ook uit de manier waarop hij zijn voetbalsysteem aan zijn spelers verkocht. Want wat is de kunst van een goede trainer ? Dat hij zijn voetbalideeën op zijn spelers overbrengt, ze ervan overtuigt dat zijn aanpak de beste is en dat iedereen erbij wint. Daarin slaagde hij op geen enkel moment. Enkel de goeie resultaten en het respect voor zijn ijver verborgen lang de onvrede. Maar toen na de winterstop ook de resultaten wegvielen, kwam zoals verwacht de irritatie bovendrijven.

Op geen enkel moment konden de spelers zich vinden in de tactische aanpak en de vertaling daarvan op de trainingen. Remy is niet het type trainer dat een evaluatie maakt van het aanwezige talent en vervolgens een team samenstelt. Hij gaat uit van zijn systeem, in ideale omstandigheden een 4-2-4 met twee verdedigende middenvelders en twee flankspelers die hoog moeten voetballen, zodat de taak van de achterste vier tot verdedigen beperkt blijft. Een centrale verdediger die zijn rechtstreekse tegenstander heeft uitgeschakeld, heeft een goeie match gespeeld. Niet dat Remy ooit nadrukkelijk stelde dat zijn flankverdedigers niet over de middenlijn mee mochten. Alleen reikten hun opdrachten op het tactisch bord slechts tot aan de middenlijn. Dat zorgde voor wrijving en frustratie, ook op training. Een verdediger moest de bal afgeven en wachten, de keeper zag soms maar vier keer de bal op zo’n training.

Na afloop van de trainingen waren de spelers niet fysiek moe, maar mentaal. Met een zwaar hoofd stapten ze het veld af. Nog erger was het voor spelers die niet in het geheel pasten. Voor een spelmaker is in Remy’s systeem in feite geen plaats. Een voetballer als Darko Anic heeft hij met zijn voetbalfilosofie niet nodig.

Het eerste wat Herman Vermeulen terug wil, is arbeidsvreugde en een fris hoofd. Een speler die niet functioneert, is niet zomaar een schakeltje dat je uit de machine plukt en door een ander vervangt. Voetbal is namelijk geen zaak van machines. De nieuwe hoofdtrainer vindt absoluut niet dat hij een moeilijke groep overneemt. Integendeel : op één incidentje na bleef bijvoorbeeld Anic opvallend braaf in de hele periode dat hij niet aan de bak mocht. Wel heeft Gent een cultureel verscheiden groep, met verschillen waar de nieuwe trainer – in tegenstelling tot zijn voorganger – wel rekening mee wil houden. Dat kan blijvend bevrijdend werken voor de Gentse spelers. Op voorwaarde dat kleine uitzonderingen op de regel niet leiden tot anarchie.

door Geert Foutré, ,

Wil Gent straks toch een andere trainer, dan ziet Vermeulen zichzelf best terugkeren in zijn oude functie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content