Het enige lichtpunt van de squadra azzurra op het WK in Brazilië, draaischijf op het middenveld bij PSG en naar verluidt gegeerd door Real Madrid en Barcelona. Marco Verratti (22) is goed op weg de wereld te veroveren, maar de ruige Abruzzen, de dunbevolkte streek met de vele natuurparken in Midden-Italië, zal hij nooit kunnen missen.

Deze zitbank was ooit onze eerste goal. Later, toen we ouder werden, maakten we het doel wat groter en gebruikten we twee banken als palen.” Mattia Rulli en Ugo Di Bartolomeo spreiden hun armen en nemen nog eens plaats tussen de ‘palen’, als volleerde doelmannen klaar om hun denkbeeldige netten schoon te houden. Alsof ze door de teletijdmachine nog één keer zijn terug geflitst naar hun kinderjaren, die gelukzalige tijd met hun voetbalgekke schoolkameraadje Marco.

“Als mensen ons vragen vanwaar we afkomstig zijn, zeiden we vroeger altijd: ‘Van het dorp van de Volto Santo'”, verwijzen de jongens naar een afbeelding in de plaatselijke basiliek waar bedevaarders het gelaat van Christus in zien. In 2006 kwam paus Benedictus XVI het reliekschrijn aanschouwen en verhief hij de kerk tot basiliek. Toch hebben de mensen in de nauwe straatjes van Manoppello de mond alleen nog maar vol van hun voetbalheilige ‘San Marco’. “Tegenwoordig antwoorden we dan ook dat we van het dorp van Verratti zijn. En iedereen is meteen mee”, lachen Rulli en Di Bartolomeo.

Tussen de stenen zitbanken waren ze bevoorrechte getuigen van de eerste voetbalpasjes van hun vriend en leeftijdsgenoot, destijds zelf een van de toeschouwers tijdens het pausbezoek. Verratti’s eerste, geïmproviseerde voetbalterrein blijkt gelinkt aan België. ‘Piazza Caduti di Marcinelle’ lezen we op een bordje boven de arcaden tussen het plein en de straat. Onder de arcaden herinnert een kolenwagen aan de mijnramp van Marcinelle van 1956. Aan een andere muur hangt een herdenkingsplaat met 262 sterren, één voor iedere overleden mijnwerker. 23 slachtoffers kwamen uit Manoppello. Verenigd in het leed gingen het Abruzzendorpje en Marcinelle een jumelage aan.

Voorbestemd

Als Marco in zijn zorgeloze kinderjaren zijn moeder z’n naam hoorde roepen, wist hij dat het etenstijd was, hoefde hij maar onder de arcaden door, de straat schuin over en kon hij aan tafel voor een lasagne al forno op grootmoeders wijze. “Meestal moest ik een keer of drie roepen voor hij kwam”, vertelt mama Lidia Cremonese, huisvrouw. “En na het eten stond hij altijd als eerste weer op de Piazza om verder te voetballen. Ach, ik heb vaak de klachten moeten horen, als ze weer eens een lantaarn stuk hadden geschoten. En als de bal op het terras van de nonnetjes lag en ze hem niet teruggaven, kwam Marco in traantjes thuis.” (lacht)

Ook wie nooit in Manoppello was, zal niet lang moeten zoeken naar Verratti’s ouderlijk huis. Een bord aan de hoek, met een afbeelding van de speler en het opschrift ‘Verry Bar’, lokt je naar een café, waar in hetzelfde ruime palazzo, boven de Verratti’s wonen. Of althans Lidia. Een briefje aan de deurbel verraadt dat haar man Fabrizio, die bij de belastingdienst werkt, een ander adres betrekt. Voor de foto tekent hij wel present en vertelt hij met een korrelige stem à la Paolo Conte dat zijn vader ook voetballer was, bij Chieti, en dat ook hun oudste zoon, Stefano, erg getalenteerd was en een voorbeeld voor de vijf jaar jongere Marco, maar met knieproblemen moest afhaken. Vandaag is hij Marco’s chauffeur en manusje-van-alles in Parijs.

“Marco was al van voor zijn geboorte met het voetbalvirus besmet”, zegt Lidia. “In mijn buik voelde ik hem al trappen. Hij kon voetballen nog voor hij kon stappen. Negen maanden was hij. Ik hield hem vast en hij trapte tegen een bal.” Verratti’s jeugdvrienden Mattia en Ugo knikken instemmend: “Marco was voorbestemd. Wat hij zou geworden zijn als hij geen voetballer was? Voetballer!”

Spelvreugde

Het was een vast ritueel in Marco’s kindertijd: bij de Piazza Caduti di Marcinelle de auto in, de vijf kilometer lange heuvel af waar Manoppello tegenaan is gebouwd, naar de terreinen van gereedschapsfabrikant IMTE in buurgemeente Rosciano. Het voetbalveld, het Campo IMTE, is de thuishaven van de Scuola calcio van Manoppello Arabona, de jeugdafdeling van de plaatselijke voetbalclub, tegenwoordig de ‘Scuola calcio Marco Verratti’.

“Ik had het geluk zes jaar Marco te mogen trainen”, vertelt Nino Di Carlo, Verratti’s eerste coach. “Natuurlijk waren die eerste zes jaar, van zijn zesde tot zijn twaalfde, voor zijn carrière heel belangrijk en ik zou kunnen beweren dat ik hem heb leren voetballen of zijn talent heb ontdekt. Maar eerlijk: er viel niet veel meer te leren en je moest geen kenner zijn om te zien hoe goed hij al was. Wel heb ik hem enkele belangrijke waarden meegegeven. Bescheidenheid bijvoorbeeld. Ook al was hij toen al de beste, Marco beschouwde zich nooit als een certitude. ‘Coach, mag ik terug op het veld?’, vroeg hij iedere keer weer voor de tweede helft. Hij eiste ook nooit het nummer tien of de kapiteinsband op. Hij aanvaardde zonder morren dat de shirts bij loting verdeeld werden en de kapiteinsband toekwam aan een speler van de oudste lichting. En als we een toernooi wonnen, hield Marco vanaf de parking tot zijn huis de trofee altijd verborgen, als was hij er beschaamd voor.”

Met zijn eigen recepten bracht Di Carlo zijn spelertjes ook respect voor de tegenstrever bij. “Zodra het vaststond dat we zouden winnen, haalde ik Marco van het veld of liet ik hem in de verdediging spelen, zodat het niet uitdraaide op una goleada: een doelpuntenregen. Nooit was het onze bedoeling de tegenpartij te vernederen. Maar als men op zijn rechtvaardigheidsgevoel trapte, hield Marco zich ook niet in. Ik herinner me een toernooi in Pescara. Pas voor de laatste wedstrijd werd ons meegedeeld dat er ook een trofee voor de topscorer was. Marco had zes goals gemaakt, twaalf minder dan de topschutter van de organiserende ploeg. We zouden het toernooi winnen. Het deed er dus niet toe hoeveel hij nog zou scoren. Maar omdat de organisatie niet fair was geweest, liet ik er hem helemaal voor gaan. Na dertien doelpunten keek Marco naar mij: ‘Coach, is het zo genoeg?’ En hij won de trofee voor topschutter.”

Wat Di Carlo altijd al is opgevallen, is de vreugde die Verratti in zijn spel legt. “Op het feest van zijn eerste communie liet hij het avondmaal aan zich voorbijgaan om de finale van een toernooi te kunnen spelen. Maar ook een training wilde hij voor geen geld missen. Op zekere dag belde zijn mama me, bezorgd omdat Marco niet op schooluitstap naar Firenze wilde om naar de training te kunnen komen. Hij wilde altijd meedoen, zelfs die keer in de halve finale van een toernooi toen hij door een val met zijn fiets praktisch maar met één been kon voetballen. Of op het toernooi van Guardiagrele, in de finale tegen Pescara Calcio, toen hij thuis zat met griep maar onverwacht toch kwam opdagen en ik hem om hem te plezieren enkele minuten heb laten spelen, waardoor we het toernooi ook wonnen. Op dat vlak is er niets veranderd: Marco is een van de weinige kampioenen die zich ook amuseert op het veld. Voetbal is zijn beroep, maar het blijft een spel voor hem.”

Spelmaker onder Zeman

Op zijn twaalfde, wanneer Marco de Scuola calcio doorlopen heeft, verschuift zijn leefwereld van het Campo IMTE naar het Campo Valerio Zappacosta, het gemeentelijke voetbalveld van Manoppello Scalo, de in de vallei gelegen commerciële kern rond het treinstation. Gilberto Marasca, de 73-jarige voorzitter en oprichter van Manoppello Arabona, laat ons het clublokaal zien. Trots poseert hij bij de foto’s van Verratti aan de muur. Zijn mooiste herinnering? “Het regionale kampioenschap. Sinds jaar en dag werd dat gewonnen door een jeugdelftal van een club uit de Serie A of B. Wij doorbraken die traditie. Onvergetelijk blijft dat we met alle regionale kampioenen werden uitgenodigd voor een feest in Coverciano, het trainingscentrum van de nationale ploeg bij Firenze.”

Op het regionale kampioenschap speelt de jonge Verratti zich in de kijker. Verscheidene clubs trekken aan zijn mouw, maar de keuze voor Pescara Calcio – toen net als vandaag een club in de Serie B – is de keuze van zijn hart. In 2006, nog geen veertien jaar oud, komt hij terecht bij de jeugd van de wit-blauwe ‘dolfijnen’. Een grote stap: van een afgelegen dorpje van nauwelijks 7000 zielen aan de rand van het ruige kalkmassief van de Maiella, naar het commerciële hart van de Abruzzen, een drukke stad van ruim 120.000 inwoners waar op het strand elke vierkante centimeter benut wordt.

In en rond het Stadio Adriatico van Pescara, waar plaats is voor 20.000 toeschouwers, gaat de naam Verratti al vlug over de tong. “Een toekomstig kampioen, zei iedereen.” Rocco Coletti leidt de sportredactie van Il Centro, de meest gelezen krant in de Abruzzen. Uit het archief haalt hij de krant van 17 augustus 2008 en bladert naar een verslag van de bekermatch tussen AlbinoLeffe (Bergamo) en Pescara: 2-2 na 120 minuten, 8-7 na strafschoppen. Bij de pagelle, de rapportcijfers, houdt zijn vinger halt bij Marco Verratti, die een 6,5 en een ‘goeie traptechniek en temperament’ wordt toebedeeld. “Die match was zijn debuut als profspeler”, verklaart Coletti. “Hij moest nog zestien worden.”

Coletti schetst de steile opgang van Verratti’s carrière. Twee weken na de match tegen AlbinoLeffe: zijn competitiedebuut voor het eerste elftal in de Serie C1. Het seizoen erop, 2009-2010: zijn eerste goal, in de openingswedstrijd tegen Rimini (2-0) én de promotie naar de Serie B. In 2010-2011: een basisplaats onder Eusebio Di Francesco, de huidige trainer van eersteklasser Sassuolo, en zijn eerste (en enige) goal in de Serie B, in de laatste competitiematch, tegen Cittadella.

“Verratti speelde als aanvallende middenvelder”, vervolgt Coletti. “Op het einde van het seizoen zei Di Francesco mij: ‘Als ik blijf, laat ik hem volgend seizoen als spelmaker voor de verdediging spelen in een 4-3-3.’ Di Francesco is niet gebleven, maar gaf zijn opvolger, Zdenek Zeman, wel de gouden tip mee. Klein (1,65 m, nvdr) en technisch begaafd als hij is, komt Verratti op die positie beter tot zijn recht.”

De eerste maanden onder de legendarische Tsjech verloopt de omschakeling moeizaam. “Pescara was goed aan het seizoen begonnen, maar Verratti worstelde met fysieke problemen”, aldus Coletti. “Zeman liet Togni als spelmaker spelen. Maar tegelijk wilde de club inzetten op het talent Verratti, waar ze geld van wilden maken. Zeman heeft dat vraagstuk goed aangepakt door Verratti eerst af en toe te laten spelen en hem vervolgens geleidelijk titularis te maken.”

De nieuwe Pirlo

Daniele Sebastiani, voorzitter en hoofdaandeelhouder van Pescara Calcio, vertelt op zijn moderne kantoor in Pescara de uitkomst: aan het eind van het seizoen 2011-2012 promoveren de ‘dolfijnen’ met een recordaantal goals voor het eerst in twintig jaar naar de Serie A. Juventus, Napoli en Genova zijn geïnteresseerd in de 19-jarige rijzende ster, maar uiteindelijk doet PSG het beste bod. “De sjeik zelf had Marco op tv zien spelen tegen Torino en was meteen verkocht. Het liefst was Marco in Pescara gebleven. Het heeft een paar dagen gekost om hem te overtuigen, maar hij begreep uiteindelijk dat hij zo’n kans voor zichzelf en zijn familie niet kon laten liggen. Ik herinner me nog ons telefoontje toen we de transfer hadden beklonken, ik naar huis terugkeerde en hij in Parijs achterbleef. Ik was juist ter hoogte van de afrit naar Manoppello toen hij belde: ‘Gelukzakken dat jullie terug naar de Abruzzen mogen.’ Hij is altijd met beide benen op de grond gebleven.”

Verratti’s transfer levert Pescara twaalf miljoen euro op, de belangrijkste deal in de bijna tachtigjarige geschiedenis van de club en ongeveer evenveel als het volledige budget. “Maar de missie van onze club is onveranderd gebleven”, zegt Sebastiani. “Jongeren opleiden en tegelijk de ambitie behouden om terug te keren naar de Serie A. Afgelopen seizoen grepen we op een haar na naast de promotie. En met Lucas Torreira hebben we een nieuwe Verratti.”

Tegelijk beseft Sebastiani hoe uitzonderlijk de kampioensploeg van 2011-2012 was. “Naast Verratti hadden we Ciro Immobile, nu Borussia Dortmund, en Lorenzo Insigne, nu Napoli.” De drie tenoren, zoals ze destijds door de supporters van Pescara werden genoemd, zouden alle drie tot de nationale ploeg doordringen. Verratti als eerste, nog tijdens zijn laatste seizoen bij Pescara, in aanloop naar het EK 2012, en opmerkelijk genoeg zonder één wedstrijd in de Serie A te hebben gespeeld. De drie worden ook geselecteerd voor het WK in Brazilië. Vooral Andrea Pirlo zou er bij Cesare Prandelli hebben op aangedrongen om Verratti mee te nemen. Opvallend, want over Verratti beweert de Italiaanse pers dat hij vanwege zijn uitzonderlijk spelinzicht Pirlo’s gedoodverfde opvolger is.

Arrosticini

De laatste etappe brengt ons naar Il chiodo fisso, een restaurant in het kleine historische centrum van Pescara. Het interieur is aangekleed met tientallen shirts van profvoetballers. “De spelers van Pescara komen hier vaak eten”, vertelt uitbater Leonardo Sfamurri, die van kindsbeen af alle wedstrijden van de biancazzurri thuis en uit bijwoont. In zijn collectie hangen ook twee shirts van Verratti. Een geel van Sampdoria Genoa – Pescara (1-3) – “Toen we ons mathematisch verzekerden van de promotie naar Serie A” – en een rood van PSG in de Champions League. “Ieder jaar ga ik in november naar Parijs om samen met Marco zijn verjaardag te vieren”, vertelt Sfamurri. “Niet met champagne of decadente luxe. Marco is heel eenvoudig gebleven. Zijn lievelingskost blijft arrosticini: vleesbrochettes van schaap of gecastreerd lam. Als ik naar Parijs ga, neem ik ook ingevroren pallotte cace e ove voor hem mee: balletjes gevuld met schapenkaas en ei, typisch voor onze streek. Marco blijft erg gehecht aan zijn roots.” ?

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER IN ITALIË

“Als we een toernooi wonnen, hield Marco vanaf de parking tot zijn huis de trofee altijd verborgen, als was hij er beschaamd voor.” Nino Di Carlo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content