Traditieclub AS Saint-Etienne: nog steeds recordkampioen van Frankrijk

© Belga Image
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Een rijke traditie en aantrekkingspool voor groundhoppers, maar niet altijd een onbezorgd bestaan of goedgevulde prijzenkast. Traditionsverein, aflevering 4: AS Saint-Étienne.

Zomer 1976. Saint-Étienne danste meer dan ooit op het ritme van het voetbal. Les Verts waren voor de negende kampioen van Frankrijk geworden en hadden een onwaarschijnlijk parcours in Europacup I – de huidige Champions League – achter de rug. Bayern München was in Glasgow net iets te sterk voor de voetbaltrots van de Loirestreek, maar het elftal van Robert Herbin werd als helden onthaald. Doelman Ivan Curkovic, kapitein Jean-Michel Larqué, goalgetter Hervé Revelli, Jacques Santini (de latere bondscoach) en dribbelaars Christian Sarramagna en Dominique Rocheteau: voor eeuwig en altijd iconen van het Stade Geoffroy-Guichard.

Jacques Monty, een Franse chansonnier, speelde gretig in op de Rocheteaumania, maar de pingelaar op de rechterflank was niet onder de indruk van het eerbetoon – Le Petit Rocheteau – en probeerde het nummer (tevergeefs) te verbieden.

Aaaaaaaaaah qu’il est beau le petit Rocheteau

Quand elles le voient en maillot

Toutes les filles crient aussitôt

Wow wow wow wow wow wow

Rocheteau was een godenkind. Opgegroeid in een oesterboerderij, tieneridool met uitgesproken links gedachtegoed, getrouwd met een romanschrijfster en stille bewonderaar van Johan Cruijff. ‘Een genie dat techniek aan frivoliteit en durf koppelde. En die met zijn lange haar een zekere vrijheid belichaamde.’

L’ Ange Vert (De Groene Engel) speelde drie WK’s en werd Europees kampioen (1984), maar was nog meer de exponent van het frivole voetbal waarmee Saint-Étienne Frankrijk tot midden de jaren zeventig domineerde. In 1981 pakte de club zijn tiende landstitel – nog altijd een record -, méér dan onder anderen Olympique Marseille (9), Paris Saint-Germain/AS Monaco (8) en Olympique Lyon (7). Rocheteau was toen al vertrokken naar PSG, maar bij Les Verts dartelde een nieuwe generatie: Patrick Battiston, jeugdproduct Jean-François Larios, de Nederlandse dribbelaar Johnny Rep, Jacques Zimako en… Michel Platini.

Ook toen vakkundig geleid door de charismatische Robert Herbin, een ex-international die in 1972 als speler was gestopt, meteen in de dug-out kroop en negen van de tien titels van op de eerste rij meebeleefde: vijf als speler (1964, 1967-1970) en vier als T1 (1974 – 1976, 1981). En die, ook nog zes keer de Coupe de France won. Geboren in Parijs, met zijn weelderig ros krullenkapsel de looks van een bohemien en altijd goed voor een grap. In zijn derde seizoen als trainer en op weg naar zijn tweede opeenvolgende titel, stond hij in de laatste match van het seizoen tegen Troyes óp het veld. En scoorde.

Maar de sterren vertrokken. Rep wilde terug naar Nederland (PEC), Platini was ambitieus (Juventus) en Larios werd met pek en veren uit het Stade Geoffroy-Guichard verjaagd toen bekend geraakte dat hij al twee jaar een relatie had met Christèle Bigoni, de echtgenote van… Platini. Het einde van een gouden tijdperk werd definitief ingeluid door Loire-Matin, de plaatselijke krant die op 1 april 1982 berichtte dat voorzitter Roger Rocher zich al jaren bediende van een zwarte kas om spelers riant te betalen. De ex-mijnwerker die de club meer dan twintig jaar met ijzeren hand had geleid, belandde in de gevangenis en verdween in de anonimiteit. Net als de club. Een trainerskerkhof, degradaties naar tweede klasse, financiële malaise, een zwendel met valse buitenlandse paspoorten en gedwongen overnames. Maar ook volhouden en met de oude waarden van het huis – hard werken en respect tonen – terug knokken. Tot in Europa.

Saint-Etienne

Opgericht

1919

stad

Saint-Étienne (173.000)

Kleuren

groen en wit

Stadion

Geoffroy-Guichard (42.000)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content