De Braziliaanse stad Belo Horizonte, gesticht in 1895, heeft noch de zee noch de geschiedenis om zich te onderscheiden. De hoofdstad van de zuidwestelijke deelstaat Minas Gerais heeft dus maar gekozen voor het voetbal. De stadsderby tussen Cruzeiro en Atlético Mineiro heeft doorheen de jaren heel wat aanzien verworven en verdient een plaatsje tussen de titanengevechten van São Paulo en Rio de Janeiro.

Atlético Mineiro is de oudste club van Belo Horizonte en draagt als bijnaam O Galo (de haan). De club boogt vooral op haar lokale suprematie (42 staatskampioenschappen tegenover 36 voor Cruzeiro) en haar enorme populariteit bij het volk. Op nationaal vlak had Atlético tot 2013 vooral de reputatie van sympathieke loser. Het enige wapenfeit van de Alvinegra, de wit-zwarten, was het winnen van het allereerste kampioenschap van Brazilië volgens de nieuwe formule in 1971. Ze kaapten die titel weg voor de neus van de grote kanonnen, die allemaal wereldkampioenen van 1970 in hun rangen telden. Atlético kon dan weer rekenen op Dada Marvilha, overbodig op het WK maar outstanding tijdens het seizoen 1971. Nadien was er niks meer weggelegd voor O Galo. In 2005 degradeerden ze zelfs. Maar in 2011 besloot de club te investeren en Ronaldinho werd naar Brazilië teruggehaald. Met de ex-speler van Barcelona erbij won Atlético Mineiro de recentste editie van de Copa Libertadores, de eerste internationale trofee voor de club.

Stadsrivaal Cruzeiro was lange tijd veroordeeld tot een plek in de schaduw. Pas in de jaren veertig groeide deze club, die uitsluitend openstond voor Italiaanse immigranten, al moest ze in 1942 haar naam veranderen omdat de originele naam SSP Italia naar een van de Asmogendheden van WO II verwees. De nieuwe naam werd Cruzeiro do Sul, naar het sterrenbeeld Zuiderkruis, een symbool van Brazilië. La Raposa (de vos) werd onder aanvoering van de geniale Tostão een grote naam in het Braziliaanse voetbal eind jaren zestig. In 1966 won Cruzeiro zijn eerste landstitel, in de voorloper van de huidige competitie. In 2003 speelden de blauw-witten nogmaals kampioen en tussendoor pakten ze twee keer de Copa Libertadores (1976 en 1997).

De rivaliteit tussen Atlético Mineiro en la mafia azul wortelt in de jaren zestig, van kort na de bouw van het stadion Mineirão in 1965. Beide clubs deelden het stadion, dat uitgebaat wordt door de staat. Vandaag verkiest Atlético zijn oude stadion L’Independencia, waar de club een onderkomen vond tijdens recente werkzaamheden aan Mineirão en waar ze al 38 wedstrijden ongeslagen is. Ondertussen heeft Cruzeiro een huurovereenkomst van 25 jaar voor het vernieuwde Mineirão, maar Atlético twijfelt nog.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content