Nu in de eigen competitie de toeschouwersaantallen zakken, willen de Australische profclubs het over een andere boeg gooien. Ze nemen de A-League in eigen handen en willen die openstellen voor buitenlandse clubs.
Engelse topclubs bereiden al een paar jaar op andere werelddelen hun nieuwe seizoen voor. Dat kan in de VS zijn, het Verre Oosten of down under. Vorig jaar was Chelsea er te gast, deze zomer Manchester United. De competitie start er pas in oktober, qua planning past het nooit, maar de belangstelling was groot: Perth Glory verkocht in een wip 60.000 tickets. Opvallend, want vorig seizoen verkocht Perth voor de eigen competitie 144.995 tickets … in totaal!
Achilleshiel
Het is de achilleshiel van het voetbal down under. Het zit er qua populariteit, tegenover Australian rules football of rugby, aan zijn maximum. De in 2005 opgerichte A-League kende in 2008 haar piek, met gemiddeld 14.610 toeschouwers per wedstrijd. Vorig jaar was dat gezakt naar 10.411. Zelfs een stunt als het inhalen van Usain Bolt hielp niet: zijn ploeg Central Coast Mariners haalde met Bolt soms niet eens 4000 betalende toeschouwers.
Daarom wil de A-League drastisch hervormen, zo vertelde men aan Britse verslaggevers die het spoor van United volgden. Ten eerste door vanaf 1 augustus de organisatie van de eigen competitie zelf in handen te nemen, naar Europees model. Het zou hen meer financiële slagkracht geven. Op dit moment krijgen ze van de Australische voetbalbond maar zo’n 30 procent van wat de profcompetitie oplevert.
De tweede verandering is er een op langere termijn. Op dit moment telt de A-League tien clubs. Over twee jaar zijn dat er twaalf, met een extra ploeg uit Sydney en een uit Melbourne. Maar dat kunnen er nóg meer worden. Een van de huidige tien is Wellington, uit Nieuw-Zeeland. De A-League wil meer van dat soort teams en kijkt daarbij zelfs naar Azië en teams uit Jakarta, Manilla, Kuala Lumpur of Singapore. Dat geeft uitzicht op betere tv-contracten en andere commerciële deals, gezien de populariteit van het voetbal daar. De FIFA moet voor zo’n internationale clubcompetitie wel nog licht op groen zetten.
