Dat in Oostenrijk David Alaba de goeie is en hij de slechte, daar heeft Marko Arnautovic (26) zich bij neergelegd. Maar dat zijn nationale ploeg en Stoke City het zo goed doen, heeft vooral met zijn rust te maken. De bad boy is tot inkeer gekomen.

Het werd onlangs nog eens gretig opgerakeld in de Franse sportpers toen Marko Arnautovic met een sterke prestatie, inclusief één treffer, aan de basis lag van de zege van Stoke City tegen Manchester United. Het bracht Louis Van Gaal aan het wankelen en nu Zlatan stilaan aan zijn voetbalpensioen (richting VS?) denkt, wordt de naam van de Oostenrijker af en toe ook aan PSG gekoppeld. Dus dook de Franse pers tijdens de nieuwsarme eindejaarsperiode nog eens met liefde in de knipselmap over het leven van de Wiener met een Servische vader en een Oostenrijkse moeder.

Daarin zitten best wel wat leuke verhalen. Over die keer dat hij de Bentley van Samuel Eto’o leende en die gestolen werd. Of dat zijn droomvrouw veel tatoeages moet hebben. Dat hij onder José Mourinho bij Inter problemen kreeg omdat hij vijf keer per week uitging, en nog ander fraais. Ooit verklaarde hij dat de pers in Duitsland hem terug wilde ‘omdat hun kolommen na zijn vertrek (bij Werder Bremen in de zomer van 2013, nvdr) leeg bleven.’ Hij werd er ooit met hoge snelheid geflitst in de vroege ochtend van een dag waarop moest worden gevoetbald, sloeg aan het vechten op training met zijn ploegmaat Sokratis Papasthathopoulos en noemde de haven van Bremen in een onbewaakt moment een ‘vuilnisbelt’. Kortom, de Engelse tabloids wreven zich in de handen toen Mark Hughes hem naar Stoke City haalde. Helaas voor hen gedraagt Arnautovic er zich zo voorbeeldig als een koorknaap. Twee kindjes, een vrouw… Huisje, tuintje, match. Uitgaan interesseert hem niet meer.’s Avonds een wijntje op de bank, daar vul je geen pagina’s mee. Helaas…

ONVOLWASSEN

Waarom zijn vader ooit naar Wenen verhuisde, heeft hij nooit willen zeggen in interviews. Hij had het hem ‘nog nooit op de man af gevraagd’, zei Marko Arnautovic al diverse keren aan wie zijn levensverhaal wilde noteren. Want dat moet je de bad boy wel aangeven, hij is niet bang om het over dat verleden te hebben. En om daarin heel open te zijn. Soms té.

Zoals die keer in 2010 (hij zat toen bij Inter) toen hij het in het Oostenrijkse Seitenblicke Magazin had over zijn voorliefde voor auto’s (op dat moment twee Porsches en één Audi R8), schoenen (‘zeker meer dan 80 paar’) en vrouwen. ‘Ze moet getatoeëerd zijn, dat komt voor mij op de eerste plaats. Verder moet ze zwart haar en siliconenborsten hebben.’ Toen het blad ermee uitpakte, noemde de spits het interview ‘bij elkaar gelogen’. Waarna de redactie prompt de opgenomen versie in de openbaarheid zwierde. Einde ontkenning. Overigens is zijn huidige vrouw blond.

Arnautovic was op dat moment amper volwassen, alle stoere verhalen dateren ook zogoed als allemaal uit die periode. Hij was bij FC Twente doorgebroken en van de ene dag op de andere belandde hij met een goed contract bij de absolute top, het Inter van Mourinho. In interviews van een paar jaar later met de Oostenrijkse pers zegt de speler over die periode: ‘In Twente liepen de koeien naast mijn huis in de wei, en plots zat ik in een ploeg met Eto’o, Milito, Stankovic, Maicon, Sneijder en Thiago Motta. Van de koeien belandde ik in Milaan, met toprestaurants, topdiscotheken en alleen maar mooie vrouwen. Ik was 19, had geen vriendin en dacht: niemand kent je hier, maak maar snel wat naam. En dat is gelukt. Niemand kon me stoppen, mijn oudere broer niet, mijn vader evenmin. Ik zat in een trip.’

Mario Balotelli was er zijn kamergenoot en de reputatie van de ene (Arnautovic: ‘Als Mario zin heeft om een auto te kopen, doet hij dat tien minuten later, zonder verder na te denken of dat wel zinvol is’), sloeg over op de andere. ‘Mensen zetten ons op hetzelfde niveau en zochten altijd iets.’

Toen Arnautovic bij Inter één keer te laat kwam op training en vervolgens een keer vier uur te vroeg, kreeg hij van Mourinho zijn Nike-uurwerk. Voor dat voorval met de Bentley van Eto’o schaamde hij zich diep. Arnautovic: ‘Ik had pas mijn rijbewijs gehaald en ik had nog geen auto. Ik sprak erover met Sam en die zei: ‘Zit daar maar niet mee, neem er eentje van mij.” Elke dag reed hij ermee naar de stad en hij zorgde ervoor als was het de zijne. Op een dag ging hij snel iets eten. Drie kwartier later kwam hij terug en bleek de wagen weg. Arnautovic: ‘Ik dacht eerst dat hij was weggetakeld voor fout parkeren.’ De wagen bleek evenwel gestolen. Wel honderd keer belde hij zijn ploegmaat om zich te excuseren. Arnautovic was bang dat de Kameroener zou denken dat hij iemand de opdracht had gegeven om de auto voor hem te pikken. Uiteindelijk kreeg hij in Bremen, kort na zijn transfer naar de Duitse club, bericht dat de wagen was teruggevonden.

TERRITORIUMDRIFT

In opdracht gestolen… Dat de spits meent dat zoiets zou kunnen worden gedacht, heeft met zijn afkomst te maken. Marko Arnautovic groeide op in de straten van Wenen-Floridsdorf. Al zijn dagen zagen er min of meer gelijk uit: naar school, snel thuis even langs om van kleren te veranderen, en dan de metro op naar het plekje waar zijn grote broer Danijel en de vrienden ook vertoefden en voetbalden. Een van de wijken in hun buurt heeft nu nog een bedenkelijke reputatie, een andere evolueerde richting burgerwoningen.

Op een klein, braakliggend veldje voetbalden ze, de vrienden. Vooral jongeren van migrantenafkomst, Turken, wat Serviërs, Kroaten, Georgiërs, Russen, een paar Arabieren. Turken waren in de meerderheid, hun taal was ook de voertaal. Arnautovic: ‘Turks was de eerste buitenlandse taal die ik leerde. Dat moest ook, wilde je de conversaties wat volgen.’ Hij bleek een talenknobbel te hebben, inmiddels spreekt hij ook Duits, Servisch, Engels, Italiaans, Portugees en zelfs Nederlands, opgepikt in Enschede, waar hij al na zes maanden komaf maakte met de door de club verplichte Nederlandse les. Door in een gastgezin te wonen en de hele dag met Nederlanders op te trekken, had hij de taal toch al onder de knie.

Met zo’n 30 à 40 man vormden ze in Wenen een kliek, die af en toe clashte met andere bendes over hun territorium. Soms werden ze aangevallen door skinheads en kregen ze te maken met racisme. Het was de tijd dat politicus Jörg Haider in Oostenrijk furore maakte. Tijdens die strijd om de macht stond Arnautovic nooit op de eerste rij, maar hij was er wel altijd bij om het territorium mee te helpen verdedigen, in het spoor van zijn drie jaar oudere broer, die nu zijn zaken mee bereddert. Velen van de kliek zijn uitgewaaierd. De ene zit in immobiliën, een ander runt een pizzeria, een paar zitten in de gevangenis.

Wat zou hij geworden zijn mocht hij geen voetbal spelen? Arnautovic: ‘Geen idee, ik wilde altijd voetballer worden.’

Hij leerde er de stiel, blootsvoets, op een ondergrond die vaak pijn deed. Op beton, of op kiezelsteentjes onder een boom. Omdat iedereen schoenen en kousen uitdeed om er te voetballen, deed hij dat ook. Toen er nog onvoldoende eelt op zijn voeten stond om dat te verdragen, kwam hij vaak met bebloede voeten naar huis. Tot zijn vader zei: daar heb ik genoeg van, vanaf nu altijd schoenen aan.

Later ging Arnautovic voetballen in clubverband, bij het ploegje uit de buurt. Ooit legde hij het verschil tussen pleintjesvoetbal en clubvoetbal zo uit: ‘Clubvoetbal is luisteren naar trainers en richtlijnen, je maats respecteren, sociaal zijn. Pleintjesvoetbal is Spass, plezier. En als je later Profi wordt, wordt het voetbal steeds meer een beroep, en moet je nog meer doen wat men zegt. Talent heb je, maar wat dan steeds meer gaat tellen is ijver, werklust, inzet.’ Het duurde wel even voor hij dat snapte.

WINNAAR VAN DE CHAMPIONS LEAGUE

Zijn talent werd al snel onderkend. Andreas Herzog, de begaafde middenvelder van de nationale ploeg die later de nationale beloften zou trainen, noemde hem als tiener ‘geniaal’ en ‘een van de grootste talenten van het land’. Voor een Oostenrijkse topploeg zou hij evenwel nooit spelen, tests bij de jeugd van de groten (Austria, Vienna en Rapid) leidden niet tot een contract. Een test bij Twente wel, na drie dagen en amper een handvol trainingen kreeg hij er een eerste contract. Slechts 600 euro zou hij verdienen bij de jeugd in Enschede, maar hij was blij als een kind. Twee keer op korte tijd zou de club er zijn contract openbreken, want in maart 2007, toen hij net van de jeugd in de A-ploeg werd gedropt, schreef een Nederlandse journalist na een sterke prestatie van de Oostenrijker: ‘We hebben een nieuwe spits van wereldklasse gezien. Zijn naam is Marko Arnautovic.’ Logeren deed hij in een gastgezin. Met het eerste klikte het niet, met het tweede, een alleenstaande vrouw, wél. Hij sliep er op het gelijkvloers en kreeg alle vrijheid om vrienden uit te nodigen. Met wat hij ‘zijn tweede moeder’ noemt, heeft hij nog geregeld contact.

In de zomer van 2009 nodigde Chelsea hem uit voor een test. Hij faalde, medisch afgekeurd, artsen diagnosticeerden een stressfractuur in het middenvoetsbeentje. Voor Inter was het geen probleem, al kwam hij er amper aan spelen toe. Onder Mourinho won hij wel de finale van de Champions League, maar een echte winnaar van die beker wil hij zich niet noemen. ‘Ik speelde immers geen minuut.’

Nochtans, wierp een journalist hem ooit voor, kwam je op je eerste training in Bremen aan op schoentjes waarop fier vermeld stond: winnaar van de Champions League. Hij deed het laconiek af als ‘een ideetje van de materiaalman’.

Nochtans heeft Arnautovic, een groot liefhebber van tatoeages, wel iets met boodschappen en schoenen. Als hij een interland voor Oostenrijk speelt, staat op de ene schoen de vlag van zijn vaderland, maar op de andere die van zijn moederland, Servië. ‘Ik ben half Oostenrijker en half Serviër, en daar ben ik trots op. Voor sommigen ben ik een verrader. In Servië vinden ze dat, omdat ik niet voor hen koos. Als Oostenrijkers daar niet blij mee zijn… Tja. Ik ben wie ik ben, ik kan mijn geschiedenis niet veranderen.’

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Van de koeien in Twente naar Milaan, met zijn toprestaurants, topdiscotheken en alleen maar mooie vrouwen. Ik zat in een trip.’ MARKO ARNAUTOVIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content