Waarom is hij de beste? Waarom zal hij de Gouden Schoen winnen? Waarom wil hij straks toch weer vertrekken? Waarom spreekt hij niet meer dan Messi of Ronaldo? Er is heel wat te vragen aan Dieumerci Mbokani. Zoals aan elke god.

Velen hebben dit seizoen nog maar eens de bevestiging gezien van hun stelling: Dieumerci Mbokani is simply the best. In de laatste CL-wedstrijd van Anderlecht op Málaga pikte hij toch weer zijn doelpuntje mee, als om nog een keer te bewijzen dat de Belgische competitie te klein is voor hem. De Congolees van paars-wit spreekt vrijuit.

Waarom ga je in januari de Gouden Schoen winnen?

Dieumerci Mbokani: “Omdat ik goed speel sinds begin dit jaar. Omdat ik het verschil gemaakt heb in meerdere grote wedstrijden. En eigenlijk simpelweg omdat ik de beste speler van de competitie ben. Ik verdien die trofee nu toch al enkele jaren, niet? Al toen ik bij Standard zat. Vorig seizoen. En nu ook weer.”

Telkens als je ernaast greep, sprak je van onrechtvaardigheid. Zou dat gevoel nog ondraaglijker zijn als je nu weer naast de Gouden Schoen grijpt?

“Ik laat de mensen daarover oordelen. Maar ik weet nog altijd niet waarom ik nog nooit gewonnen heb. Iedereen ziet toch dat ik die prijs verdien!”

Wie verdient hem bijna evenveel als jij?

“Er zijn een paar spelers van Genk en Club Brugge die mooie dingen hebben laten zien. Carlos Bacca is erg goed sinds de zomer, maar hij kan geen concurrent zijn omdat hij niets gepresteerd heeft in de terugronde van vorig seizoen. Jelle Vossen vond ik ook sterk. Maar rekening houdend met de twee stemrondes zie ik niet wie er evenveel punten als ik zou kunnen hebben.”

Heb je nog altijd een gevoel van verbittering als het om individuele prijzen gaat? Je was ook nooit Profvoetballer van het Jaar.

“Natuurlijk. Ik heb er altijd van gedroomd om op het palmares te staan van zulke trofeeën. Een mooie prijs ontvangen en dan naar een andere competitie vertrekken, dat zou ik willen. De Ebbenhouten Schoen heb ik al, dat was mooi. Nu graag de Gouden Schoen. En op het einde van dit seizoen de trofee voor Profvoetballer van het Jaar.”

Is het met jouw talent en jouw ambitie zo belangrijk om in België beloond te worden?

“Natuurlijk. Ik wil een spoor achterlaten in het boek van het Belgisch voetbal. En ik zou graag een lijntje met mijn naam zien staan op de palmaressen van die prijzen. Dat is iets dat ze je nooit meer afnemen. Ik wil hier verder blijven leven, ook als ik weg ben.”

Denk je dat buitenlandse ploegen zich echt interesseren in onze trofeetjes?

“Het kan alleen maar de reputatie van een speler ten goede komen.”

Als je het aan journalisten en spelers vraagt, is iedereen het er roerend over eens: jij bent de beste in België. Maar als ze moeten stemmen, kiezen ze toch voor iemand anders. Vind je dat ook vreemd?

“Dat is hun keuze en hun verantwoordelijkheid, maar iedereen weet dat ik op dit moment de beste speler ben. Als je kijkt naar de wedstrijden die ik speel, dan is het gerechtvaardigd om dat te zeggen.”

Racisme in Monaco

We zitten hier nog maar even te babbelen en je hebt het al over een vertrek gehad. Zoals je dat doet bij elke nieuwe transferperiode. Kriebelt het weer?

“De realiteit is: na dit seizoen lig ik nog één jaar onder contract. Er moet dus dringend iets gebeuren. Ik denk dat ik genoeg bewezen heb in België. Ik heb ook vier titels gewonnen: twee met Standard en twee met Anderlecht. En ik ben 27. Begrijp je dan al beter waarom ik weer aan een nieuw avontuur denk?”

Wil je al in januari weggaan?

“We zullen zien of er interessante aanbiedingen zijn. Het is ook afwachten hoe ik het ga doen op de Afrika Cup.”

Bij Standard en Anderlecht heb je je bewezen, maar tussendoor maakte je twee pijnlijke episodes mee bij Monaco en Wolfsburg. Je hebt grotere kampioenschappen geprobeerd en het is niet gelukt. Waarom denk je dat je nu beter gewapend bent?

“Ik ben het er niet mee eens dat men zegt dat het in Frankrijk en Duitsland niet gelukt is. Je kunt die conclusie trekken als je kijkt naar mijn wedstrijden en mijn statistieken. Maar als je al mijn kopzorgen erbij neemt, ga je helemaal anders redeneren. In Wolfsburg heb ik zware familiale problemen gehad. De zwangerschap van mijn vrouw verliep niet goed. Ze is voortijdig bevallen en mijn zoon heeft twee maanden in een couveuse gelegen: hoe wil je dat ik in die omstandigheden goed ben op het veld? Er zijn er veel die dan een inzinking gehad zouden hebben. Als het over mijn familie gaat, is het voetbal ook weer niet zo belangrijk.”

Oké, maar die problemen had je toch niet bij Monaco?

“Neen, maar daar had ik er andere… Guy Lacombe (de trainer, nvdr), dat was me wat. Toen ik begin januari terugkwam van mijn vakantie in Afrika, zei hij me dat ik in Monaco moest blijven terwijl de rest van de ploeg op stage vertrok. Ik was niet de enige gestrafte: ook Igor Lolo, Serge Gakpé en Jean-Jacques Gosso moesten achterblijven. Ja, vier zwarten dus! Als hij een negatieve opmerking maakte, was dat meestal aan het adres van een zwarte. Op de dag dat Lacombe me zei dat ik niet mee op stage mocht, liet ik aan de club weten dat ik vertrok. Een paar dagen later werd Lacombe echter ontslagen en was Laurent Banide zijn vervanger. Die vroeg me te blijven, maar ik was vastbesloten en niemand zou me tegenhouden. Zo kreeg ik een uitleenbeurt bij Wolfsburg.”

Sterker dan drie jaar geleden

Waren de matchen die je nu gespeeld hebt in de Champions League voor jou een bewijs van je internationale niveau?

“Iedereen heeft het gezien: als ik zo speel, heb ik het niveau om in de Champions League mee te draaien, zelfs bij een grote club. Ik heb er het verschil gemaakt zoals ik dat ook geregeld in het kampioenschap gedaan heb.”

Frankrijk en Duitsland heb je gehad, van welk land droom je nu?

“Gelijk welk groot land als het Frankrijk maar niet is.” (lacht)

Frankrijk is meer dan alleen Monaco!

“Oké, maar in de Ligue 1 wil ik niet meer spelen, die is veel te gesloten.”

Was Monaco dan een slechte keuze?

“Ik zou zeggen dat het een zeer speciale omgeving is. Aan de ene kant heb je dat minuscule stadje waar het de hele tijd feest is – je moet weten: Monaco, dat is elke dag ambiance! Aan de andere kant heb je een club waar geen druk bestaat en waar er amper 3000 man in het stadion zit. Tekenen bij Monaco kan een goede keuze zijn als je de dertig voorbij bent, maar niet op de leeftijd waarop ik daar getekend heb.”

Als je terugdenkt aan je twee titels bij Standard, word je dan nostalgisch?

“Ja. Mijn mooiste herinnering zijn mijn twee doelpunten tegen Anderlecht die ons de titel opgeleverd hebben.”

Ben je nu sterker dan toen?

“Ja. Ik heb in Frankrijk en in Duitsland ervaring opgedaan. En ik ben niet meer dezelfde aanvaller. Toen deed ik niets anders dan vooraan blijven, ik verdedigde heel weinig. Nu beweeg ik veel meer over het veld.”

Dus je bent er nu meer klaar voor om naar het buitenland te gaan dan toen?

“Om weg te gaan uit België ben ik altijd klaar…” (schaterlacht)

Hoe analyseer je de evolutie van het niveau van de Belgische competitie ondertussen?

“Het wordt elk jaar minder. Dat is logisch gezien de beste spelers weggaan op het einde van het seizoen.”

Bedankt. Dat wilde ik van je horen… Je zit nog altijd in hetzelfde kampioenschap, waarvan het niveau is gezakt. Dus heb je op individueel vlak geen progressie gemaakt.

“Toch ben ik vandaag een sterkere speler. Sterker in een zwakkere competitie, zo je wilt…”

Als men je drie jaar geleden gezegd had dat je in december 2012 nog in België zou spelen, zou je dan kwaad geworden zijn?

“Neen, maar nu is het duidelijk dat het tijd wordt dat ik opnieuw vertrek. Ik ga niet wachten tot mijn 32e om naar een potiger competitie te gaan.”

Praten met Milan

Waarom ben je in België nog nooit topschutter geweest terwijl je toch bij grote ploegen gespeeld hebt die veel kansen creëerden?

“In mijn tweede seizoen bij Standard heb ik met Jaime Ruiz gestreden tot een paar speeldagen voor het einde. Toen heb ik me geblesseerd. Vorig seizoen was het hetzelfde liedje, alleen heb ik toen de eerste wedstrijden van de competitie niet kunnen meedoen.”

Denk je dat dit het goede seizoen is?

“We zien wel. Ik sta in ieder geval niet ver van de eerste in de topschuttersstand.”

Is dat belangrijk voor jou?

“Hier volg ik dezelfde redenering als bij de Ebbenhouten Schoen, de Gouden Schoen of de Profvoetballer van het Jaar: het is een manier om voor altijd een spoor achter te laten in het Belgisch kampioenschap.”

Waarom heeft Milan Jovanovic jou nodig om goed te spelen?

“Hij heeft mij nodig en dat is wederzijds. We kennen elkaar perfect: drie jaar bij Standard en nu het tweede seizoen bij Anderlecht. Ik weet hoe hij de diepte in gaat en hij weet hoe hij me de bal moet aanspelen.”

Heb je al dezelfde feeling gehad met een andere speler?

“Ik zou zeggen: met Igor de Camargo bij Standard en met Matías Suárez vorig seizoen bij Anderlecht.”

Je hebt nooit ruzie met Jovanovic. Hoe doe je dat?

(schaterlacht) “Onze band is inderdaad heel sterk, en niet alleen op het veld. Als ik kwaad ben, praat ik met niemand, behalve met hem. Hij begrijpt me.”

Van buitenaf bekeken lijken jullie nochtans water en vuur. Hij is heel expressief en aanwezig in de media, terwijl jij je emoties wegsteekt en heel weinig interviews geeft.

“Helemaal juist.”

Waarom lezen we je zo weinig in de kranten en zien we je haast niet op tv?

“Ik wil niet de hele tijd met mijn kop op tv komen. Kijk eens hoeveel interviews Lionel Messi of Cristiano Ronaldo geven, dat zullen er ook niet veel zijn…”

Fouten fluiten

Je landgenoot Matumona Zola zei ons onlangs dat je ‘een beetje speciaal’ bent. Wat wilde hij daarmee zeggen?

“Dan had hij het ongetwijfeld over mijn karakter, mijn twee gezichten. Ik ben geen slechte jongen, ik ben heel rustig, iedereen weet dat op Anderlecht. Maar als ik me kwaad maak, ben ik ook echt kwaad. Als je me pakt, reageer ik direct. In die zin ben ik speciaal, ja. Maar Mario Balotelli is dat ook, niet? Wij gelijken wat op elkaar.”

Killian Overmeire zal je misschien niet zo’n aardige jongen vinden. Waarom trapte je na op hem?

“Als hij me geen aardige jongen vindt, wat moet ik dan zeggen? Je moet me niet beoordelen op die fase alleen, je moet rekening houden met alle fouten die op mij gemaakt worden, elke match. Dat is een indrukwekkend aantal.”

Maar hoe verklaar je je reactie? We zijn dat toch niet gewoon van jou. Waarom die avond?

“Ik was zenuwachtig! Heel zenuwachtig in mijn hoofd! De spelers van Lokeren bleven maar fouten maken op mij en de scheidsrechter floot niet. Toen ik viel, had ik enorm veel pijn aan mijn knie. En dan reageer ik.”

Overmeire heeft de rekening betaald voor alle anderen die je aangepakt hebben?

“Kijk eens naar de samenvattingen van de wedstrijden van Anderlecht! Voetbal is een sport waarin veel fouten gemaakt worden, dat begrijp ik en accepteer ik zelfs. Dat is overal zo, in België, Engeland, Italië… Er zijn zelfs landen waar meer uitgedeeld wordt dan hier. Maar soms heb je er genoeg van.”

Hoeveel fouten worden er gemiddeld op jou gemaakt tijdens een wedstrijd: 5, 10, 15, 20?

“Zeker meer dan tien. Onlangs nog in de beker tegen KV Mechelen. Toen ging ik al in de eerste minuten aan Jérôme Nzolo vertellen dat een verdediger de hele tijd op mijn huid zat zonder oog te hebben voor de bal. Hij antwoordde: ‘Kalm, ik zie het wel.’ Maar hij heeft die fouten nooit gefloten.”

Maak je vaak je beklag bij scheidsrechters?

“Ja, maar veel helpt het niet.”

Hoeveel van de tien fouten die op jou gemaakt worden, worden gefloten?

“Minder dan de helft. Drie of vier hoogstens. Misschien denken de scheidsrechters dat die Mbokani toch te sterk is en dat hij wel een oplossing zal vinden.”

Je hebt wekenlang met een masker gespeeld. Dat was wel indrukwekkend, maar waren je tegenstanders ook onder de indruk?

“Wil je eens iets weten? Ik heb tegen spelers gestaan die van de situatie geprofiteerd hebben, die bij zichzelf dachten: zijn neus is gevoelig, maar ik ga me niet inhouden, integendeel. Ik ga je ook een naam geven: Philippe Mexès (verdediger van AC Milan, nvdr)… Wat fouten betreft, spande hij de kroon.”

Vertrek

Binnenkort is er de Afrika Cup.

“Ja, het is maar normaal dat ik ernaartoe ga.”

Zonder jou draait Anderlecht minder goed, de cijfers liegen niet.

“Ik heb geen keuze, ik doe het voor mijn land. Op 4 januari beginnen we met een stage in Dubai. Daarna vliegen we naar Zuid-Afrika.”

Kan de onrust in Congo een invloed hebben op de nationale ploeg?

“Neen. De situatie is simpel: Rwandezen komen het land in en doden Congolezen. Dat is triestig, maar dat heeft niks te maken met voetbal. Als alle politieke gebeurtenissen het voetbal zouden benadelen… Nu eens is er een probleem met de president, dan weer met de volksvertegenwoordigers. En als het dat niet is, is het wel wat anders.”

Kan Anderlecht zonder jou even goed blijven spelen?

“Ja. Tom De Sutter is er ook nog. Hij doet het uitstekend telkens als ik er niet bij ben. Niemand is onvervangbaar. Suárez is vertrokken? Dennis Praet heeft zijn plaats ingenomen. Net zoals De Sutter mijn plaats kan innemen.”

Hij heeft weinig speelminuten op zijn teller, maar hij scoort inderdaad veel.

“Ja, en ik speel ook liever met hem naast me, in een 4-4-2. We hebben een paar weken zo gevoetbald en dat liep goed.”

Begrijp je dat John van den Brom een nieuwe spits vraagt in januari?

“Uiteraard. Hij zegt zeker bij zichzelf: in het beste geval vertrekt Mbokani naar de Afrika Cup en in het slechtste geval vertrekt hij tout court. (lacht) Anderlecht heeft twee pure aanvallers: De Sutter en ik. Daar moet nog een derde bij.”

Vreest hij echt voor jouw vertrek?

“Ja. Op een dag zei hij al lachend tegen mij: ‘Jij blijft zeker tot het einde van het seizoen.’ Ik heb hem met de glimlach geantwoord: ‘We zullen zien.'”

Verdedigende middenvelder

Hoe komt het dat je zo moeilijk van de bal te zetten bent?

“Niemand weet dat hier, maar ik heb jaren als verdedigende middenvelder gespeeld. Het is pas op mijn negentiende, bij Tout Puissant Mazembe, dat ik een nummer tien werd. Op die positie scoorde ik veel, dus heeft men een diepe spits van me gemaakt. Tijdens mijn eerste wedstrijd in de punt heb ik meteen twee keer gescoord. Vanaf dan hebben ze me daar laten staan.”

Dat men je Dieu noemt, doet dat je plezier of werkt dat op je zenuwen?

“Waarom zou dat op mijn zenuwen werken? De mensen mogen me noemen zoals ze willen: Mbokani, Dieumerci, Dieu. Het gaat toch altijd over dezelfde persoon, hé.”

Heb je een band met God?

“Er is een God daarboven, en ik ben Zijn zoon.” (lacht)

Je bent heel gelovig. Hoe beleef je dat geloof?

“Elk weekend ga ik naar de kerk. In Congo was ik zelfs misdienaar.”

Heeft de dood van je zoontje de beleving van je geloof veranderd?

“Als ik bid, vraag ik aan God om me op het veld wijsheid, intelligentie en kracht te geven. Vervolgens bid ik heel hard voor mijn zoontje. Ik ben nog geloviger geworden sinds zijn dood.”

Veel mensen die zoiets meemaken, verliezen hun geloof, omdat ze vinden dat God onrechtvaardig is geweest.

“Ze doen maar wat ze willen. Ik denk dat God het beslist heeft, dat is het leven, het lot. Ik denk aan mijn zoontje elke keer als ik scoor. En ik heb mijn laatste titel ‘gevierd’ met hem. Op mijn T-shirt had ik geschreven: ‘Ik zal altijd aan je denken, David.'”

Matumona Zola zei ons ook dat je gestopt was met uitgaan en drinken.

“Maar als je negentien of twintig jaar bent, is het toch normaal dat je uitgaat, neen? Je bent jong. Jij hebt dat toch ook gedaan, niet? Het eerste jaar bij Standard was op dat vlak het ergste. Nu is dat gedaan, ik haal geen stommiteiten meer uit.”

Alleen koop je af en toe nog van die heel, heel, heel dure wagens…

“Ach, auto’s… Dat zijn de kleine pleziertjes die ik me gun. Een Ferrari kopen is toch plezant? Ik heb een Mercedes van de club. Aan mijn vrouw heb ik een BMW X6 gegeven. Mijn Range Rover en mijn Porsche heb ik naar mijn familie in Congo opgestuurd. Maar ik investeer niet alleen daarin: ik heb ook een paar huizen in België en in Afrika.” ?

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE / JONAS HAMERS

“Ik ben de beste speler van de competitie. Dus ik verdien die Gouden Schoen.”

“Ik heb het niveau om in de Champions League mee te draaien, zelfs bij een grote club.”

“Sinds de dood van mijn zoontje ben ik nog geloviger geworden. Ik bid heel hard voor hem.”

“Ik heb een Mercedes van de club en aan mijn vrouw heb ik een BMW X6 gegeven. Mijn Range Rover en mijn Porsche heb ik naar mijn familie in Congo opgestuurd.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content