Een zomerdag aan de kust. Waar varen KV Oostende en Club Brugge in elkaars water?

Dus je hebt wat met Oostende”, knikte Willy. Op weg naar de kust flitsen ons twee dingen door het hoofd. Eén: het toeval wil dat we dag op dag 21 jaar geleden dezelfde weg namen. Toen veelal via de pechstrook vanwege de files. Die haast kan alleen worden verklaard door de angst om niet tijdig aanwezig te zijn bij de eerste schreeuw van nieuw leven. En de tweede gedachte is: zou Brusselaar Frederik Vanderbiest al de roman Het strand van Oostende van Jacqueline Harpman hebben gelezen? Het thema, verzengende hartstocht, in zijn geval voor voetbal, moet qua stijl aanspreken.

Nostalgie. Het Oostende van toen is dat van nu niet meer. Er is veel veranderd, in en om het Albertpark. Sleuyter, Versluys en andere bouwondernemers, ze verjongen en verfrissen constant het gelaat van deze stad waar schijn bedriegt. Er is geld, er zijn mooie dure tweede verblijven, maar tegelijk is er veel armoede. Ze hebben het op de radio ook over Oostende. Dat het aantal kinderen dat hier wordt geboren in een kansarm gezin sterk is gestegen. Net als overal aan de kust, behalve in Nieuwpoort, maar Oostende is de slechtste leerling van de klas. Een toenemend aantal eenoudergezinnen, arme inwijkelingen op zoek naar een job in de horeca… Oostende weet er alles van. Het kansarmoedecijfer ligt hier op 26,7 procent, dat is één gezin op vier. Cijfers die doen schrikken.

De lokale aanpak van kinderarmoede is een prioriteit in het bestuursakkoord van de stad. Daar is een budget voor. Een deel van dat budget vloeit naar de plaatselijke eersteklasser, weet Willy. Willy Verhaeghe, tandarts op rust. Van 1976 tot 2008 lid van het bestuur van KVO. Jeugdvoorzitter, onbezoldigd. Zo was dat, lacht hij, vroeger had je nog mensen met een lange staat van dienst. In 2008 stapte hij eruit, bewust. Hij had al eens een vereffening meegemaakt. Dat was toen eenvoudig: boeken dicht, de spons erover en herbeginnen. In 2008 veranderden de spelregels, de bescherming in de vzw’s werd plots zeer summier. Verhaeghe: “Schulden aan de overheid konden plots worden verhaald op de beheerders. Dat vond ik een stapje te ver.”

Hij werd erevoorzitter van de jeugd, maar heeft er nog steeds ‘moreel gezag’. Voor we verdergaan, moet hem eerst wat van het hart, hij die op zijn 68e al zo veel meemaakte: “Gilbert Bodart en zijn hele story in 2005, de gokchinees… Die is hier óók geweest, twee keer, maar we hebben daar niet op gemarchandeerd, we hadden die rap door. Men gaat er allemaal licht over, maar Lierse heeft wel al het geld geïncasseerd, hé. Ze hebben wat zondebokken gevonden, maar het geld is in Lier gebleven. Wij konden die 750.000 euro óók goed gebruiken. Geld dat hij wilde inbrengen en in Lierse inbracht. Ik wil maar zeggen: er zitten er nog veel in eerste klasse die beter zouden zwijgen.”

Welke invloed heeft de kansarmoede op hun jeugd. Verhaeghe: “Onze bevolking is oud, jonge gastjes uit het centrum zijn er haast niet bij KVO. Alles komt uit de rand, de kust is duur voor jonge gezinnen. Het OCMW betaalt voor een veertigtal jongeren het lidgeld van de club. Er wordt politiek wat aan gedaan. Neen, dat is niet uniek, in alle steden heb je dat. Want ook bij kansarmen zit talent.”

Jeugd

Is KV Oostende een concurrent voor Club Brugge op het vlak van de jeugdwerking? Pascal De Maesschalck leidt die van blauw-zwart. “Ja. In een stad als Brugge, 100.000 inwoners, zit je met twee eersteklassers te vissen, dus ga je verder kijken, om te beginnen in een straal van 25 kilometer. Wij hebben zo’n 220 jeugdspelers, Cercle ook. Oostende zal ook wel aan dat aantal komen. Zo veel talent zit er evenwel niet in de regio, dus is er concurrentie. Ons voordeel is de naam, de betere spelers komen naar Club. Wij kunnen dooranalyseren, zijn daar streng in, weten spelers en ouders. Toen rond Pasen duidelijk werd dat KV Oostende een grote kans maakte om te promoveren, hebben we gemerkt dat bij onze U16 en U17 jongens die minder aan spelen toekwamen hun conclusies trokken en naar ginder trokken. Hetzelfde zagen we bij de jeugd van Cercle toen rond die tijd de ploeg leek te zakken. Dat zijn jongens die absoluut in de jeugd van een eersteklasser willen blijven voetballen. Ik snap dat. In principe blijft de opleiding goed én spelen ze tegen de beste tegenstanders.”

Verhaeghe lacht eens. Club Brugge is geen concurrent. Of liever: eentje uit een andere pikorde. Als Club Brugge een jongere wil, is die weg. Verhaeghe: “Wij hebben nooit iemand tegengehouden die naar Club Brugge of AA Gent wilde, want het is niet alleen Club dat hier komt zoeken. En als bleek dat ze daar niet aardden, of dat ze te licht wogen, mochten ze altijd weerkeren. Mijn raad was wel: probeer bij ons in de eerste ploeg te komen. Dan ga je wel gezien worden, op welk niveau ook, en ga je elders langs de voorste poort binnen. Al de spelers uit Oostende die het hebben gemaakt, Hans Belligh, Peter Creve, zelfs Anthony Portier, zijn vertrokken vanuit onze eerste ploeg. In de jeugd kun je verdrinken in de massa, zeker bij Club Brugge.”

Maar goed, het kan andersom. Drie geslaagde voorbeelden: om te beginnen Igor Vetokele. Verhaeghe: “Een van onze betere jeugdvoetballers. Ik kende de vader zéér goed, maar toen zijn zoon vijftien was en in aanmerking kwam voor een contract, was diens hoofd al betoverd door managers.” Hij zucht: “Voetbal is soms een rare business. Vroeger was de kerktoren belangrijk, maar die is niet langer van tel. De topsportscholen zitten er ook zo raar tussen. Die voelen zich geroepen om wat te managen.”

Voorbeeld twee: Birger Verstraete. Nu Club Brugge, maar tot zijn vijftiende bij KVO. Verhaeghe: “Geen rancune, ik ben stif blide als ik zie dat hij nu meespeelt. Ik hoop wel dat het een goeie wind is, geen toevallige, dat de jeugd van Club Brugge in de ploeg komt. Het is jaren anders geweest.”

Voorbeeld nummer drie zit die nog in de wachtkamer: Jinty Caenepeel, al een keer op de bank bij AA Gent. Verhaeghe: “Die lijkt ook te gaan slagen. Gent kwam die afhalen in Oostende. Daar moet je als ouder toch mee opletten. Zodra ze niet meer zo geloven in je, vermindert dat vaak. Wij hebben nooit verplaatsingsvergoedingen betaald. Club is er ook mee gestopt, Cercle ook. Dat is niet meer te betalen. Club organiseert vervoer, maar geloof me: in de winter is dat een blok aan hun been.”

Soms missen de grote clubs er toch eentje, ondanks alle scouting. Verhaeghe: “Dat zijn dan de opportuniteiten voor ons. Kijk naar Tom De Sutter. Jeugd bij Club Brugge, het gaat niet en hij wordt naar Torhout gestuurd. Wij hebben hem toen ook gezien, maar we zaten maar in tweede, Cercle in eerste.”

Commercieel

De vroege komst van Club Brugge kwam ook commercieel verantwoordelijke Geert Vergauwe eigenlijk wat ongelegen. “Er wordt dit seizoen nog een tribune bijgeplaatst, in september hebben we 1000 plaatsen extra. De match is nu uitverkocht, die 1000 plaatsen missen we in de ticketverkoop. Tickets plus catering, elk twee pinten en een worst: dat scheelt rap 30.000 tot 40.000 euro. Bovendien zijn er nog veel pijnpunten in het stadion, tot zondagmorgen was het alles in orde maken. We kunnen geen leergeld betalen, het moet direct goed zijn.”

Vergauwe heeft een stiefvader met een naam als een klok: Carlos De Steur. Een werkmier, ex-Cercle en Oostende, jaren in eerste klasse. Na een carrière in de textielsector kwam hij in het voetbal terecht. Vergauwe: “In de krant stond een advertentie dat ze een commercieel medewerker zochten.” De rest is geschiedenis. De voorzitter was een oude schoolvriend, ze belden, een bureau analyseerde zijn cv en hij begint nu aan zijn vierde seizoen.

Is Club een concurrent voor hem? Vergauwe: “Het is er anders. Zij werken allang met nationale merken, wij vanaf nu. In tweede klasse werk je regionaal. Nu proberen we wat breder te gaan. Het gaat redelijk goed met onze cijfers, ook al hebben we het laagste budget in eerste klasse.”

Het is voorlopig vooral overleven. Zelfs al verdubbelen ze hun budget, of doen ze het maal drie, dan komen ze nog maar aan 4,5 miljoen euro. Erin blijven betekent een miljoen extra en misschien het inlossen van beloftes, want nu kijkt iedereen het nog wat aan. Vergauwe: “Dan zit je in de buurt van de 6 miljoen en kun je een beetje meespelen. Maar niet in de categorie van Club.”

Veel ‘krijg’je niet bij de promotie. Het televisiecontract, ja. En de sponsors van de Pro League. Qua A-merken haalden ze Telenet binnen en Federale Verzekeringen. Het contract met Coca-Cola werd naar boven herzien, de rest viel tegen. Vergauwe: “Je rekent op de Nationale Loterij, met Scoore, maar die ‘evalueren’, nemen geen nieuwe ploegen bij. Zelfde verhaal bij Game Mania, in een overnamefase… Eigenlijk staat elke club alleen. Je krijgt van de Pro League veel medewerking, maar samenwerken met andere ploegen is o zo moeilijk. Je zit met het verhaal van de vijf West-Vlaamse clubs, hé. Maar dan zeggen ze elders, bijvoorbeeld in Beveren: ‘Waarover klagen jullie? Wij hebben concurrentie van zes, zeven ploegen in een straal van 50 kilometer.’ Het is vaak van ‘mijn kind, schoon kind’ en vooral niet te veel vertellen.”

Dus is het aflijnen. In zee zit naast vis ook windenergie. Electrawinds. Vergauwe schudt het hoofd: “Basket! Misschien wel onze grootste concurrent. Alhoewel, dat zijn nationale sponsors, relaties van Johan Vande Lanotte. Die man heeft gelijk, wij klagen daar niet over. Was hij een voetbalfan, we hadden ook niet gezegd dat het niet mocht.”

Aan de oostkust gaan ze tot De Haan, Bredene. Vergauwe: “Niet ver, maar Zeebrugge, de haven, dat is Brugge. Club en Cercle.” Richting binnenland rekruteren ze tot…? “Torhout, Gistel. Verder is het weerom Brugge. Of Roeselare. Weggezakt, maar toch. Roeselare is moeilijk, net als Cercle. Allemaal nogal redelijk trouwe sponsors. Voor mensen uit Roeselare is Waregem of Kortrijk ook niet ver. Als Cercle niet had overleefd, hadden wij enkele sponsors naar hier kunnen halen. Het verschil in visibiliteit tussen eerste en tweede is niet maal tien of honderd, maar maal duizend. Als je moet zakken, is dat terug naar de hel.”

Maar Cercle zakte uiteindelijk niet. Dus zoekt Oostende vooral langs de westkust: Nieuwpoort, Veurne, Diksmuide, De Panne zelfs. Vergauwe: “In tweede klasse was dat weg, nu is dat terug. Ook commercieel.”

Maar A-merken staan niet te springen, dus is het creatief zijn en het shirt vakkundig met de meetlat opvullen. Vergauwe: “Onze trui is niet mooi, dat weten we, maar het moet vol. Als je er iets voor 20.000 of 30.000 euro bij kunt plaatsen, moeten wij dat gewoon doen. En dan is het soms puzzelen, want in veel contracten staat de grootte van het logo nauwkeurig aangeduid. Club en Anderlecht hebben één of twee shirtsponsors, wij veel meer. Zij kunnen het bedrag maal tien doen, dan is het makkelijk spreken.”

Kortom, het blijft een moeilijk verhaal, voetbal aan de kust, al hebben ze er nu gelukkig met Bart Versluys en Marc Coucke twee sterke mannen bij. En het weer wil ook mee, tot groot jolijt van de horeca. Geen mensen die geneigd zijn om te adverteren, weet Vergauw: “Voetbal is voor hen ook wat concurrentie. Als de mensen naar hier komen, hebben zij geen volk.”

Het weer én de topper maken van zondag een hoogtepunt. De hele dag de zon die breed lacht, in de vooravond een avondmarkt met een defilé van chic en minder chic volk, en als hoogtepunt de match. Helaas uitverkocht, we kunnen niet gaan, troost een opa een nieuwsgierige kleinzoon. Het is op de dijk over de koppen lopen. De avondmarkt speelt in op het beperkte budget van de toerist. De kraampjes met een actieve verkoper lokken het meeste volk, maar ook die moet niet overdrijven. Als een vrouw iets dat volgens haar een winkelwaarde van 200 euro heeft, probeert te verkopen voor 20 euro, krijgt zelfs de meest goedgelovige koper het zichtbaar op zijn heupen. “Da kannie!” We zien nog foute kraampjes: verkopers van winterkleding (nul klanten), een meer dan volslanke verkoopster van… dieetproducten (nul klanten) en verkopers van wel zéér foute slabbetjes als: ‘Ik ben 70 en ik zever nog.’ Wie dat cadeau doet, heeft wel zeer weinig zin voor humor. En dus: nul klanten. De fans van Club laten het niet aan hun hart komen en trakteren zichzelf voor de match op worst en bier. Fans blijven fans, ook aan zee.

De match eindigt voor de thuisfans trouwens op een anticlimax. Na een heel seizoen in eigen stadion ongeslagen te zijn, gaat KVO tegen een jong Club bij zijn eerste thuismatch in eerste klasse onderuit. Operatie redding mag volgende week starten. Vergauwe: “Als we overleven kan veel meer, maar iedereen wacht nog wat af.”

Neen, niet iedereen. Tenminste niet die ene koper, belust op bojkes, voetbaltruitjes. Hij heeft er eentje gespot van… Barcelona en dreint zijn pa de oren van het lijf.

Hoevele? Tien euro. Allee, froai goed.

Voor de commerciële dienst is er duidelijk nog werk. Op de dijk hebben we niet één shirt van KVO gespot. Een eigen standje was geen slecht idee geweest.

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Jonge gastjes uit het centrum zijn er haast niet bij KVO, de kust is duur voor jonge gezinnen.” Willy Verhaeghe

“Je zit met vijf West-Vlaamse clubs, maar onze grootste concurrent is misschien wel het basket.” Geert Vergauwe

“Degraderen betekent terug naar de hel.” Geert Vergauwe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content