De nieuwe eersteklasser KV Oostende wordt nu geleid door Franklin Sleuyter. Hij wil niets meer horen over kabeljauwen die geen toegangstickets kopen, noch over de ongelijke strijd van een kleine schuit tegen grote fregatten.

F ranklin Sleuyter drukt al drie jaar zijn stempel op KV Oostende, als hoofdsponsor en als algemeen directeur. Sinds de recente herstructurering is hij voorzitter van het nieuwe hoofdbestuur. Eddy Vergeylen, die Sleuyter binnenhaalde, is daar niet meer bij. Als voorzitter van de vzw KVO wordt hij niet meer betrokken bij het dagelijkse management. “De grote fout die meneer Vergeylen destijds maakte, was mij uit te nodigen op de eerste algemene vergadering ; ik veronderstel dat hij dat deed uit beleefdheid”, grijnst Franklin Sleuyter. “Er waren toen, in derde klasse, veel strubbelingen, omdat de leden van de overkoepelende vzw zich niet konden verzoenen met de werking van de raad van bestuur. Er hing meneer Vergeylen toen het één en ander boven het hoofd. Statuutwijzigingen, een Buitengewone Algemene Vergadering en het dagelijks bestuur dat van de kaart geveegd zou worden. Ik heb hem toen de hand boven het hoofd gehouden, ben bestuurder geworden en aangesteld tot algemeen directeur. De voorzitter, toen al een stuk aan het afbouwen, was tevreden dat er met mij iemand was om alle problemen op te lossen. Hij moest zich sindsdien nergens meer zorgen om maken, want als ik één frank uitgaf, verdiende ik er bij manier van spreken vijf terug. Vorig seizoen in tweede klasse maakten we zelfs winst.”

In welke staat bevond KV Oostende zich toen u er binnenkwam ?

Franklin Sleuyter : “Er was heel weinig houvast. De kantines waren een catastrofe. Zesendertig bazen, geen controle : er werd meer ontvreemd dan verdiend. In de raad van bestuur konden ze een uur discussiëren over het beleg op de sandwiches voor de volgende match. Excuseer mij de uitdrukking, maar ze werkten amateuristisch. Het geld van horeca en kantines werd niet goed besteed in het kader van wat er op het veld moest gebeuren.”

Waarin verschilt u als leider van Eddy Vergeylen ?

“Ik heb toen gezegd : een voetbalploeg kan je niet meer zoals jullie leiden aan de contoir. In een voetbalbedrijf is het : ja als het ja is en neen als het neen is. En zo ben ik, in alles. Ik kom zo snel mogelijk to the point. Meneer Vergeylen gaat eerst eens rond om te zien of iedereen tevreden is om uiteindelijk veel later of misschien zelfs nooit aan te komen. Hij probeert iedereen tevreden te stellen, uiteraard met het gevolg dat het niet efficiënt werkt. Dat is zijn stijl en dat siert hem, ieders vriend willen zijn, maar zo kan je geen zaak en nu zeker ook geen voetbalclub meer leiden, vind ik.

“Een bedrijf moet dagelijks gerund worden. Een herstructurering drong zich op, omdat dagelijks kunnen onderhandelen met een beperkte groep van de meest gemotiveerde mensen een weg naar succes is. Als er tien over koetjes en kalfjes zitten te praten, werkt dat remmend. Ik vond dat we te veel potentieel aan krachten onbenut lieten. In april al deed ik meneer Vergeylen in een tête à tête mijn strategie uit de doeken. Hij wist dat ik een systeem à la politiek wou. Geen aanstellingen voor het leven, maar voor vier jaar en maximaal drie keer die termijn. Zo kan je ook gemotiveerde bestuurders aantrekken. Ik vind dat persoonlijk een gezonde visie. Als je te lang met iets bezig bent, heb je het op het einde allemaal al meegemaakt, worden nieuwe mesjes botter, neemt de dynamiek af, ga je ervan uit dat het wel in orde zal komen et cetera. Om dáár tegenin te gaan, wou ik dus die herstructurering. Twee dagen voor de beslissende wedstrijd tegen Tubize kwamen we na vier, vijf uur onderhandelen met elf bestuurders tot een consensus.”

Een week later vertelde u op een persconferentie dat KV Oostende professioneler zou worden, terwijl er achter uw rug een brief van Eddy Vergeylen werd uitgedeeld.

“Ik betreur die brief. Ik had hem gelezen, maar ik wist niet dat hij zou gekopieerd en verspreid worden. Het was tegen mijn wil en het was belachelijk van Vergeylen om een week na het akkoord een andere visie te verkondigen. Met dat amateurisme zullen we er niet komen. Als we willen dat er geïnvesteerd wordt in deze club moeten we vermijden dat er zulke zever wordt gepubliceerd.”

De persconferentie kwam nog voor de officiële bekrachtiging van de herstructurering. Waarom forceerde u de zaken ?

“Voor wat ik vandaag kan doen, zal ik niet wachten tot morgen. Wij moesten na de promotie aan de slag, wij konden niet wachten tot meneer Vergeylen veertien dagen later uit vakantie terugkwam.”

Hij wou wel liever nog wachten.

“Natuurlijk wou hij liever wachten, zodat alle werk gedaan was tegen dat hij uit vakantie terugkeerde en hij in de pers kon zeggen : ik heb het gedaan. Want daar gaat het over, dát is zijn frustratie.”

Misschien ook uw frustratie ? Daags na de promotie, de tweede opeenvolgende, stond er in de krant uit de mond van Eddy Vergeylen : I did it again ! Was u in uw wiek geschoten, was dát voor u het signaal om de zaak te forceren ?

“Hij mag zijn show in de media opvoeren, daar lig ik niet wakker van. Mijn enige zorg is dat de ploeg zich manifesteert. Aan u om uit te maken wie het gedaan heeft. Ik stel alleen vast dat meneer Vergeylen vier uur na de promotie op vakantie vertrekt, dat meneer Vergeylen zelfs op vakantie is als wij op 1 augustus onze galawedstrijd spelen, en dat meneer Vergeylen ook op vakantie is als de competitie begint. Laat ons zeggen dat meneer Vergeylen vaak afwezig is, omdat hij rustig afbouwt. En waarom zei ik zo uitdrukkelijk dat ik gemotiveerde bestuurders nodig heb ? Omdat niet elke bestuurder altijd gemotiveerd is. Ik kan niet op een vergadering zitten waar er over niéts gediscussieerd wordt. Als je op het perron van Oostende op de trein naar Brussel staat te wachten die al vertrokken is, ben je te laat. Kijk, voor mij hoeft het allemaal niet, hoor. Als het neen is, leg ik mij daar democratisch bij neer. Maar als het ja is, dan wil ik dat het vier jaar gebeurt zoals ik het wil. Zo werk je op een professionele manier met een kern van maximaal vijf mensen, dus geen zes en nog veel minder zeven.”

En zonder Eddy Vergeylen ?

“Ja, met alle respect voor zijn persoon en zijn jarenlange verdiensten in deze club. De positie van meneer Vergeylen in de nieuwe structuur was het moeilijkste van de hele herstructurering. Waarom ? Omdat iedereen wel wou, maar niemand hem pijn wou doen. Ik heb hem al gezegd : Eddy, had je vooraf geweten waar we nu staan, je zou mij destijds waarschijnlijk nooit geïnviteerd hebben (lachje).

Waarom geen NV ?

“Omdat onze grootste zorg nu het sportieve is : een ploeg samenstellen die zich weet te handhaven in eerste klasse.”

Hebt u ooit zelf gevoetbald ?

“Zelf kan ik niet voetballen, zelfs niet tafelvoetballen. Ik heb geen balgevoel, maar een van mijn gaven is wel dat ik heel kort op de bal kan spelen. Ik zeg ook altijd : ik ben geen kieken, ik kan geen ei leggen, maar ik weet wel of een ei goed of slecht is. We zijn wel sportief. Ik ben Belgisch kampioen roeien geweest, heb geturnd en er ook zes jaar les in gegeven. En mijn zoon Steven was negen jaar Belgisch kampioen windsurfen, vice-Europees kampioen en heeft de World Cup gevaren.

“Het enige wat ik nu nog doe, is een beetje skiën en sinds een drietal jaar duiken. Ik heb zelf ook gewindsurft, maar dat kan niet meer sinds ik tijdens het turnen bij een salto verkeerd neerkwam en een halswervel brak. Ik was toen zes maanden verlamd en werd twee keer aan beide schouders geopereerd. In die periode verkocht ik onze zeevisgroothandel en leefde ik zeven jaar bewust met mijn familie. Toen Anthony, de oudste van mijn drie zonen, van de universiteit kwam, begonnen we samen in de bouw.”

Wat is de omzet van Bouwonderneming Groep Sleuyter ?

“Dat zou ik mijn boekhouder moeten vragen. Maar om je zonder over cijfers te praten een idee te geven van wat we in elf jaar opbouwden : momenteel werken we op een tiental werven, van 14 tot 40 appartementen per gebouw en we verkopen alle appartementen zelf met 100 % bankwaarborg van KBC.”

Naar wie bent u genoemd ?

“Ik ben in 1946 geboren, ik denk dat die Amerikaanse president ( Franklin Roosevelt, nvdr.) er wel voor iets tussenzit.”

Een kleine generaal ?

“Zo mag je het niet stellen. Ik ben een vechter. Het moet bewegen onder mij, anders voel ik mij niet goed. Het gaat mij ook niet om de macht, maar om prestaties.”

Er nooit aan gedacht om in de politiek te gaan ?

“Toch wel. Twaalf, dertien jaar geleden was ik zes maanden actief bij de VLD van Bredene, maar dat palaveren en rond de pot draaien bleek niets voor mij. Eigenlijk ben ik een man van zeer weinig woorden.”

Met welke wagen rijdt u ?

“Met een XKR van Jaguar. En volgende maand wordt mij een Aston Martin geleverd. Iets met pit, ja. Het moet snel gaan. Van opleiding ben ik trouwens piloot. Mijn echtgenote schildert en ik heb ook ooit eens een doekje gemaakt, maar dat gaat voor mij te traag. Ik heb daar de tijd niet voor. Op vakantie kan ik ook heel moeilijk op een terras zitten of in een ligstoel met een boek. Na mijn ongeval leerde ik wel genieten, dat is ook de reden waarom ik nu categoriek zal zeggen : ik doe dat of ik doe dat niet. Als ik er mij goed bij voel, mag het mij veel tijd kosten. Maar ik doe niets meer tegen mijn gedacht.”

Wat trekt u in voetbal ?

“Voetbal is belangrijk voor onze naambekendheid, maar het is ondertussen ook een hobby geworden. Een weekend zonder voetbal is nu precies een dag zonder zon voor mij. De uitdaging trekt mij natuurlijk ook, want ik ben een man van uitdagingen. Drie jaar geleden hadden we de ambitie om zo snel mogelijk van derde naar eerste klasse te stijgen en nu willen we er blijven. Daarna mikken we mogelijk op de middenmoot en misschien ambiëren we ooit nog de top.”

De top, zei u ?

“Zonder pretentie en met beide voeten op de grond, maar waarom zou ik dat moeten uitsluiten ?”

Omdat het zeer waarschijnlijk geen realistische ambitie is, gezien het beperkte potentieel van Oostende. Of niet ?

“Dat klopt, maar potentieel verwerf je door iets te ondernemen. Mijn werfterrein, voor mijn bedrijf, is ook de kust. Ik krijg ook geen klanten vanuit het water.”

U kunt wel van het toerisme profiteren : uw markt van potentiële kopers van appartementen strekt zich over heel België uit.

“Dus moeten we het toerisme ook bij het voetbal betrekken. Mensen die vanuit het hinterland naar zee komen en graag voetbal zien, moeten we naar ons stadion lokken. Hotelkamer plus ontbijt, plus een maaltijd in het businessgebouw voor de wedstrijd op zaterdagavond bijvoorbeeld, en dan volgt er de zondag nog een hele dag aan zee.”

Bij mooi weer.

“Ik kan u zeggen dat in Oostende zelfs het wintertoerisme heel goed vooruit- gaat. Er vindt hier een serieuze vernieuwing plaats, hoor. Ik heb nog wel voor tien jaar werk. Samen met de Nederlandse groep AMGL bouwen wij bijvoorbeeld naast het stadion een baskettempel voor 5000 man en aan de Noordlaan met uitzicht op de renbaan een complex van 113 appartementen met onderaan winkelruimte. Wij de appartementen, zij de baskettempel.”

Topbasket én topvoetbal : ben je dan het al niet te grote potentieel van de regio niet aan het verkavelen ?

“Dat denk ik niet. Ik denk dat je het beter kunt groeperen. Elkaar doodconcurreren zou belachelijk zijn, de bedoeling is dat we alletwee groeien. Je moet alleen niet op hetzelfde moment spelen. Ik vind zelfs dat we gezamenlijke tickets moeten aanbieden voor basket én voetbal. In een pakket, of, als de bond dat toestaat, zelfs één ticket voor de twee matchen.”

Zij een gloednieuwe tempel en jullie euh…

“Wij zijn gelukkig met wat we hebben. Laat ons eerst maar eens zien dat we ons in eerste klasse manifesteren. Dat is heel belangrijk. Geef ons de tijd om te groeien. Misschien dat we dan binnen een paar jaar eens kunnen praten met de stad, maar we hoeven nu niet uit onze nek te zitten kletsen over een nieuw stadion, want dat is totaal niet aan de orde.”

U zou meer dan de helft van het budget van KVO vertegenwoordigen.

“Dat zou kunnen. Ik ben hoofdsponsor en alle firma’s waar ik in mijn bedrijf mee werk, sponsoren ook. Noem het uit een soort morele verplichting.”

U bent onmisbaar ?

“Ik hoop dat het niet zo is. Het budget dat ik nu opmaakte, bedraagt 100 miljoen frank, het dubbele van vorig seizoen, maar je zult zien dat het haalbaar is. Het enige wat wij hier mankeren, is uiteraard economie, maar daar wordt aan gewerkt û in de visserij, in de haven van Zeebrugge en in de achterhavens van Oostende. Dat vraagt tijd en ik weet ook dat het onmogelijk is om dezelfde cijfers te halen als de grote clubs, maar dat betekent niet dat we niet op het toneel zullen staan. Uitspraken over kabeljauwen die geen ticket kopen en ons schuitje dat niet op kan tegen de fregatten, wil ik hier niet meer horen, want dat getuigt van een gebrek aan motivatie. Barcelona ligt ook aan de zee, hé. Dat is natuurlijk een heel andere stad, maar ik bedoel : met zo’n instelling moet je er niet aan beginnen. Oostende is het waard in eerste klasse te spelen en er te blijven !”

Waarom nam u Gilbert Bodart als trainer ?

Bodart is een beest van een man, een trainer die zijn ploeg enorm motiveert, veel verwacht van elke speler en met iedereen correct omgaat. Hij heeft geen favorietjes, hij zou zijn beste vriend op de bank zetten. Dat is heel belangrijk. Net als ik wordt hij gedreven door de adrenaline. Ik heb graag zulke mensen rond mij, ook in mijn bedrijf, want in de business moet je tot op het bot gaan.”

door Christian Vandenabeele

“Ik ga zo snel mogelijk to the point, meneer Vergeylen probeert iedereen tevreden te stellen.”

“Het gaat mij niet om de macht, maar om prestaties.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content