Heb je al ooit al eens in de cabine van een vrachtwagen gezeten?

“Ja, mijn vader is vrachtwagenchauffeur. Hij vervoert varkensvlees. Met hem mocht ik als kleine jongen soms mee als hij maar voor vier of vijf uurtjes weg moest. Rond je zevende vind je dat super: in zo’n gevaarte zitten, kijken naar wat papa doet, op plaatsen komen waar je nooit eerder bent geweest … Achter de bestuurdersplaats was er een bedje, daar kroop ik soms in terwijl pa stuurde. Ik amuseerde me altijd voortreffelijk.”

In zo’n cabine hangt doorgaans ten minste één poster van een blote vrouw.

( lacht) “Niet bij mijn pa. Hij heeft geen eigen trekker en rijdt dus niet altijd met dezelfde vrachtwagen.”

Was je als kind bang in het donker?

“Nee, maar er was wel een periode waarin ik niet graag alleen sliep. Toen ik in het vijfde leerjaar zat, is er eens ingebroken bij ons. Ik kwam overdag binnen langs de garage, samen met mijn mama en mijn drie jaar jongere broertje Nico. Onze hond dwaalde bang rond, de achterdeur stond open, alles lag uit de kasten … Dan schrik je. Op mijn kamer was mijn geldkistje verdwenen. Voor een kind is dat heel vreemd. Je hebt altijd gespaard en plots blijkt er iemand in je kamer te zijn geweest die daar helemaal niet hoorde en die heeft dat gepakt.”

Als je verplicht zou zijn om een buitenlandse partner te kiezen, waar zou je dan je droomvrouw gaan zoeken?

“Ik ben niet iemand die in de ban is van pakweg Italiaanse vrouwen. Eerder zou ik dan een Nederlandse kiezen. Die zijn wel aardig. Belgische meisjes zijn iets meer verlegen. Nederlandse beginnen direct te praten, dat is relaxed en gezellig. Het hangt ook samen met de manier van feesten. Ga je in België op stap, dan beland je al snel in een discotheek. In Nederland kom je vaker terecht in café-tjes, waar het er huiselijker aan toegaat.”

Wie zou je in zo’n Nederlands cafeetje graag eens tegenkomen?

Ellemieke Vermolen is een naam die ik er vaak hoor vallen. Een fotomodel.”

Wat doen jullie thuis met oud brood?

“Dat geven we aan de kippen, we hebben er drie. Vader zorgt voor die beestjes, ik word er niet echt vrolijk van. We hebben ook nog een kat: Skippy. En een vijver met vissen. Als ik die passeer, blijf ik altijd even staan. Ik zie ze graag bezig. Vissen vind ik rustgevend.”

Stuur jij nog kaartjes als je op reis bent?

“Nee. Ik hou contact per gsm of mail. Kaartjes, in mijn beleving is dat een beetje passé. Toen ik met mijn ouders naar de bergen trok in Zwitserland of Oostenrijk, stuurden we er wel. Met hen ging ik ook enkele keren naar Bosnië en Herzegovina. Mijn oma trok als eerste eens naar ginder, naar bedevaartsoord Medjugorje. Ze deed dat uit – zeg maar – katholieke overwegingen. Oma leerde er enkele gezinnetjes kennen die het niet zo breed hadden. De oorlog was er net voorbij. Wat ze zag, trof haar heel erg. Uiteindelijk reisde ze intussen al zeker vijfentwintig keer naar daar, om de plaatselijke bevolking er wat bovenop te helpen en om er spullen achter te laten. Oma vertelde familieleden over haar ervaringen en zo belandden ook wij er, met ingezamelde kleren en cadeautjes voor kinderen die daar helemaal niks hadden: speelgoed, knuffels, fietsen die volgens bepaalde mensen versleten waren … Ik herinner me een gezin met twaalf kinderen, die mensen woonden in een huis dat maar even groot was als het onze. Vaak sliepen ze met zijn drieën op één matras, als die er al was. Schrijnende toestanden. Ik weet ook nog dat ik er op mijn dertiende mijn Gameboy achterliet en enkele Pokemonspelletjes, die hier toen enorm populair waren. Ik gaf die aan een Bosnische jongen. Wij zijn in België rotverwend en vinden het heel gewoon dat een kind van vijf met zo’n ding rondloopt. Ginder kunnen mensen zoiets vaak amper vatten. De ontvangst en de dankbaarheid die we er kregen, dat deed wel wat met de kleine jongen die ik toen was. Heel mooie vakanties.”

KRISTOF DE RYCK

“Ik gaf mijn Gameboy aan een Bosnische jongen”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content