Jekyll en Hyde. Dat was het beeld dat Michel Preud’homme een jaar geleden vaak opriep. Een aimabel man buiten het voetbal, maar licht ontvlambaar langs de zijlijn. De Brugse trainer gedraagt zich de laatste tijd een stuk bedaarder in de dug-out. Maar de vraag blijft: wie is Michel Preud’homme?

De interlandonderbreking was een ideaal moment om op zoek te gaan naar de mens achter de ex-doelman die als trainer obsessief met zijn vak bezig is. Een gesprek van net geen twee uur. In het Frans. ‘Dan kan ik nog net iets meer nuances meegeven’, verontschuldigt hij zich.

Zijn dag staat bijna volledig in functie van het voetbal. Zijn vriendin woont in Bordeaux, zijn dochter in Utrecht en zijn zoon studeert in Londen. ‘Met de universiteit van Cranfield speelde hij in de FA Cup. Dat heeft zijn vader nooit gedaan.’ Ook in het Frans komen we al snel weer bij het voetbal uit.

Je woont alleen in Aalter?

MICHEL PREUD’HOMME: ‘Ja, maar dat is niet nieuw. In Saudi-Arabië was ik ook alleen. En dat geldt eigenlijk ook voor mijn periodes bij AA Gent en Standard. We woonden in Keerbergen, maar ik bleef vaak in Gent of Luik slapen. Zo heb ik de handen vrij om met het voetbal bezig te zijn.’

Kan je je eigen potje koken?

PREUD’HOMME: ‘Ik ga je zeggen wat ik kan: eieren, aardappelen en vlees bakken, een blikje erwten en worteltjes of een lasagne opwarmen. Ik heb onlangs geleerd hoe een kookplaat werkt.’

En je gaat zelf naar de Delhaize om inkopen te doen?

PREUD’HOMME: ‘Als ik een vrije voormiddag heb, ga ik naar de Carrefour Market in Aalter. Er is dan niet al te veel volk en vaak wat oudere mensen. Zij leggen me uit waar wat ik nodig heb staat.’

Hoe ziet je doorsneedag eruit?

PREUD’HOMME: ‘Om acht uur, half negen uur arriveer ik op Club. Na het ontbijt lees ik de kranten, doe een praatje met de dokter en neem met mijn assistenten de training door. Na het middageten is er geregeld een tweede training. Als we maar één keer trainen, ga ik wat vroeger naar huis. Voor het avondeten probeer ik nog wat zaken door te nemen. Meestal voetbaldossiers. Maar als er geen voetbalwedstrijden op tv zijn, durf ik al eens naar iets anders te kijken.’

Wat dan?

PREUD’HOMME: ‘Mijn zoon en dochter hebben me voor kerst een dvd van House of Cards cadeau gedaan. De volgende jaargangen heb ik zelf gekocht. Mijn assistenten hebben me Game of Thrones leren kennen. Intussen heb ik ook al die dvd’s. Dat ontspant me. Ik speel ook graag Scrabble en Wordfeud (een woordspelletje, nvdr). Met vrienden in het Frans, met mijn dochter in het Nederlands en met andere vrienden in het Engels. Het is een competitie met afdelingen, stijgen en dalen. Ik kan het niet laten.’

Je kan niet zonder stress?

PREUD’HOMME: ‘Ik wil winnen. Net zoals in het voetbal.’

Verliezen leer je niet?

PREUD’HOMME: ‘Nee, het raakt me nog steeds enorm. Soms begrijp ik het. Zoals dit seizoen. Een normale voorbereiding duurt zes weken. Dit keer zijn we na drie weken gestopt omdat we ons tegen Panathinaikos moesten plaatsen voor Europees voetbal en dan waren er nog al die blessures. Dat betaal je op een bepaald moment.’

Wat haat je het meest aan verliezen?

PREUD’HOMME: ‘Toen ik keeper was en trofeeën won, vroeg ik me voortdurend af: wat kan ik meer doen? Dat vraag ik me na iedere nederlaag nog steeds af. Je kan na een nederlaag ook zeggen: volgende keer beter. Maar dat lijkt me niet de goede reactie. Verliezen is makkelijker te aanvaarden als je het begrijpt. Als je de oorzaken kent. De te korte voorbereiding, de blessuregolf, het feit dat we toch alweer vier matchen meer hebben gespeeld dan elke andere ploeg in België.’

Heb je een paar maanden geleden, toen de resultaten minder waren, voor een ontslag gevreesd?

PREUD’HOMME: ‘Vanwege Club? Geen moment.’

En zelf aan stoppen gedacht?

PREUD’HOMME: ‘Er zijn voor mij maar twee redenen om te stoppen: omdat ik te moe ben en resultaten uitblijven of omdat ik me niet goed in mijn vel voel in de club waar ik ben.’

Je hebt het dus naar je zin?

PREUD’HOMME: ‘Als ik hier nog ben, wil dat zeggen dat ik me goed voel. Als ik het niet meer zou zien zitten, ben ik weg. Zo simpel is het. Mijn leven bestaat uit voetbal, en de familie. Als de resultaten in het voetbal positief zijn, is het leven een stuk aangenamer. Als je ergens zo veel energie in steekt, verwacht je resultaten. Of ik me bezorgd of supergelukkig voel, hangt inderdaad van het voetbal af.’

GEBAREN

De buitenwereld vond het dit seizoen allemaal minder. Heb je daar problemen mee?

PREUD’HOMME: ‘Langzaam maar zeker realiseer ik me dat de tijden veranderd zijn. Ik probeer steeds minder te vechten tegen windmolens.’

Je stoort je vaak aan de commentaren?

PREUD’HOMME: ‘Als speler was ik ook totaal anders op dan buiten het veld. Ik was gefocust, een krijger. De journalisten kenden me en konden dat plaatsen.’

Vroeger kon je een speler of trainer ook beter leren kennen?

PREUD’HOMME: ‘Het werkt in twee richtingen. Journalisten dwongen dat vertrouwen ook af. Als dat vertrouwen er is, kan je gemakkelijker zaken uitleggen. Het uitgangsidee was altijd het Belgisch voetbal beter maken. Waarmee ik niet beweer dat jullie niet kritisch waren. Integendeel. Nu wordt echter alleen de controverse, de polemiek gezocht. Ik vraag me vaak af of het nog zin heeft om ernaar te luisteren. Alles lijkt puur commercieel geïnspireerd.’

Af en toe viel er wel wat aan te merken op je reacties langs de lijn.

PREUD’HOMME: ‘Op een bepaald moment heb ik misschien overdreven. Vorig seizoen ben ik niet één keer uitgesloten, dit seizoen evenmin. Ik probeer het anders te doen. Mijn imago stemde niet met de werkelijkheid overeen, vanwege mijn gebaren. Mijn woorden waren meestal erg beleefd. Andere trainers roepen vaak veel meer en ergere dingen.’

Heb je problemen met jonge journalisten?

PREUD’HOMME: ‘Dat klopt niet. Ik verwacht alleen een minimum aan respect voor wie al iets gepresteerd heeft in dit wereldje en het voetbal veel beter kent dan zij. Dat geldt niet alleen voor mij.’

Analisten hebben doorgaans ook een voetbalpalmares.

PREUD’HOMME: ‘Er zitten veel interessante mensen bij, maar er zijn er ook die om het even wat verkondigen. Sommigen geven zelfs commentaar bij matchen die ze niet gezien hebben. Vaak zijn ze ook analist omdat ze het als trainer niet gemaakt hebben. Toon dan wat respect en begrip voor wie dat wel probeert te doen. Wat me het meest stoort, is iemand die de ene week dit zegt en de andere het tegenovergestelde. Die met de wind meewaait. En niemand zegt: ja maar, twee weken geleden hebt u het tegengestelde verteld. Ik heb horen zeggen dat Club 4-4-2 moet spelen en twee weken later dat het zonder spits moest. En door dezelfde man. Niemand reageert daarop. Als ik zo’n onzin zou vertellen, zou men mij meteen confronteren met vroegere uitspraken. Je kan niet om het even wat uit je mouw schudden.’

Vergiftigt dit de sfeer in de kleedkamer?

PREUD’HOMME: ‘Nee. De spelers horen liever positieve kritiek, maar ze tillen er niet al te erg aan.’

Tenzij Gert Verheyen Bolingoli aanpakt?

PREUD’HOMME: ‘Omdat niemand dat van Gert verwachtte en ik hem heel goed en correct als analist vind. Ook al omdat hij jeugdtrainer bij de bond is. Maar dit was uitzonderlijk. Vroeger reageerde ik op al die uitspraken, maar tegenwoordig blijf je dan bezig. Nogmaals, ik lees soms ook interessante dingen.’

Zijn er analisten die je ideeën hebben veranderd?

PREUD’HOMME: ‘Absoluut niet.’

Hoe kijk je zelf naar matchen? Bijvoorbeeld van AA Gent in de Champions League? Ben je dan een gewone kijker?

PREUD’HOMME: ‘Nee, omdat dit een tegenstander is die je elk seizoen verscheidene keren ontmoet. Ik probeer dan nieuwe dingen te ontdekken. In dat geval neem ik notities en stop die in de map Gent. Bij matchen zonder Belgische ploegen ben ik meer relaxed.’

Kijk je dan alleen?

PREUD’HOMME: ‘Soms met de familie. Guylian (zijn zoon, nvdr) heeft een goede visie op voetbal en zegt soms interessante dingen. Hij kan later misschien analist worden.’

VERTICAAL

Bewonder je soms een ploeg die je geklopt heeft?

PREUD’HOMME: ‘Ja, als die ploeg dat met bijzonder mooi voetbal doet. Ik denk bijvoorbeeld aan Napoli, een tegenstander waar ik dezer dagen volop mee bezig ben. Ginds maakten we één fout: na de 2-0 hadden we de match op slot moeten gooien om een afstraffing te voorkomen. Drie dagen later kreeg Lazio ook 5-0 en won Napoli met 1-4 bij Milan. Sinds onze heenmatch heeft Napoli 28 goals gemaakt en er 3 tegen gekregen. En niet één keer verloren. Dat kan je alleen bewonderen. Het is een indrukwekkende ploeg. Higuaín liep als aanvaller in de heenmatch evenveel als onze middenvelders.’

Nog spijt dat je niet alles dichtgegooid hebt?

PREUD’HOMME: ‘Niet echt, want mijn ploeg is niet gewend zo te spelen. We hebben niet dezelfde wapens. Zij hebben spelers die zowel technisch als fysiek top zijn. Wij proberen fysiek sterke jongens aan technisch goede jongens te koppelen. En je weet dat zodra een van je jongens het alle twee heeft hij naar het buitenland vertrekt.’

Welk voetbal speel je in je dromen?

PREUD’HOMME: ‘Ik kan niet dromen. Ik moet spelen met het materiaal en de middelen die ik ter beschikking heb. Ik hou van ploegen die dominant spelen, die van achteren opbouwen en met veel beweging en positiewissels uitpakken.’

Barcelona? Jij, die zo van verticaal voetbal houdt?

PREUD’HOMME: ‘Uiteraard. Hun pressing bij balverlies is enorm en geloof maar niet dat Barcelona de diepte niet opzoekt. Als ik spreek over diepte, denk ik niet aan lange ballen. Voor verticaal voetbal moet je ook al eens lateraal of zelfs achteruit spelen.’

Zou je ooit zo’n ploeg willen trainen?

PREUD’HOMME: ‘Voor een trainer lijkt het me alleen makkelijker als je 25 spelers hebt die alle voetbalkwaliteiten bezitten.’

Wat is de beste ploeg waarmee je ooit hebt gewerkt?

PREUD’HOMME: ‘Moeilijk te zeggen. Ik werd met Standard kampioen, met Gent tweede gekoppeld aan bekerwinst. Met Twente bereikte ik de kwartfinale van de Europacup en pakte de beker. Al Shabab werd kampioen en Club speelde de Europese kwartfinale en won de beker. Al mijn teams haalden het niveau dat ik voor ogen had.’

Die ploegen speelden niet altijd op dezelfde manier. Bestaat de stijl-Preud’homme dan niet?

PREUD’HOMME: ‘Toch wel. Ik denk altijd verticaal, maar pas me aan aan de spelers die in mijn selectie zitten.’

Die verticale stijl, heeft dat met je opleiding bij Standard te maken?

PREUD’HOMME: ‘Standard, Luik. Daar ligt mijn basis, komt mijn temperament vandaan. Maar het voetbal dat ik voor ogen heb, is door veel zaken beïnvloed.’

Welke trainer heeft je het meest geïnspireerd?

PREUD’HOMME: ‘Het is een amalgaam. Van Robert Waseige leerde ik hoe een groep spelers te managen. Een ijzeren hand in een fluwelen handschoen. Ernst Happel maakte me het belang duidelijk van hoog spelen. Raymond Goethals voorspelde hoe de tegenstander zou scoren en wie dat zou doen. Maar hij wees ons ook op zwakke plekken. Van hem heb ik het belang van de kracht en de zwaktes van de tegenstander meegekregen. Van Aad de Mos onthield ik dat je altijd de limiet moet opzoeken.’

En van wie komt de diepte?

PREUD’HOMME: ‘Luciano D’Onofrio. Voor hem kan je niet snel genoeg aan het doel van de tegenstander staan. Als je daar bent, kan je altijd scoren en de opponent zeker niet.’

Veel trainers verwachten hetzelfde van balbezit.

PREUD’HOMME: ‘Balbezit om het balbezit, dat interesseert me niet. Wat doe je met dat balbezit? Daar gaat het om. Als de tegenstander tevreden is met een 0-0 kan je moeiteloos 75 procent balbezit halen. En wat heb je dan? Wat mij het gelukkigst maakt, is spelers zien evolueren. Het mooiste voorbeeld is wellicht Víctor Vázquez, die anders is gaan voetballen. Dat zag je vooral vorig seizoen, toen hij in supervorm was. Ook voor Lior Refaelov geldt dat. Toen RuudVormer bij Club belandde, was hij een 6 die altijd voor de verdediging bleef staan. Nu infiltreert en scoort hij. Claudemir begint dat nu ook te doen. Ik probeer spelers te verbeteren.’

Eis je niet te veel van hen?

PREUD’HOMME: ‘Dat denk ik niet. Als ik zie dat ze het zwaar hebben, laat ik de teugels los. Voetballers hebben een mooi vak. Ze werken relatief weinig uren, maar de druk is enorm. Als ze op de club zijn, eis ik superconcentratie. Dan gaan we tot het uiterste. Daarbuiten laat ik ze vrij. Ook op het veld. Ik reik hen een structuur aan en daarbinnen krijgen ze zo veel mogelijk vrijheid. Wat werkt tegen de ene ploeg werkt daarom niet tegen een ander team. Wij hebben een tiental automatismen en kiezen voor de aanpak die de tegenpartij de meeste pijn kan doen. Het makkelijkste in het voetbal is altijd hetzelfde doen. Dan hoef je de tegenstander niet eens te analyseren. Kwatongen roepen dan: hij past zich aan. Ze doen maar.’

STRUCTUUR

Is de combinatie trainer-technisch directeur niet te zwaar?

PREUD’HOMME: ‘Nee. De club heeft een mooie structuur neergezet. Al mijn adjuncten zijn verantwoordelijk voor een departement en plegen constant overleg met de verantwoordelijken in die afdeling. Philippe Clement voor de jeugd, Stephan Van der Heyden voor de scouting, Jan Van Steenberghe voor de infrastructuur. Stan Van den Buijs en Mario Ballegeer houden zich met de analyse van de tegenstander bezig. Renaat Phillipaerts en Dieter Deprez runnen het medische aspect, Dévy Rigaux werkt samen met de communicatiedienst. Zij zijn mijn tussenpersonen. Met al die departementen rechtstreeks werken, zou onmogelijk zijn.’

Maar valt het ook in deze constructie te behappen? Moet het hoofd niet af en toe vrij zijn?

PREUD’HOMME: ‘Hebben CEO’s van grote bedrijven soms het hoofd vrij? Heeft Bart Verhaeghe soms het hoofd vrij?’

Wanneer denk je niet aan voetbal?

PREUD’HOMME: ‘Op vakantie. Allee, af en toe tijdens de vakantie. Op het golfveld, tijdens een etentje met de familie of vrienden. Op voorwaarde dat zij het niet over het voetbal willen hebben. Bart heeft me uitgelegd dat hij in het begin als bedrijfsleider ook alles wilde controleren. Op een moment besefte hij dat dit onmogelijk werd, dat je mensen verantwoordelijkheid moet geven. Bart leert me delegeren, maar ik beken dat het heel moeilijk is.’

Zie je jezelf op een dag een trainer aanstellen en wat afstand nemen?

PREUD’HOMME: ‘Zeker. Dat is een idee voor de toekomst. Niet meer alle dagen op het veld. Zoals in Engeland. Met je kennis en ervaring een veldtrainer helpen. Zo leert hij het vak zonder meteen het volle gewicht te moeten dragen.’

Nu blijf je alleen de dag na de match in de kleedkamer?

PREUD’HOMME: ‘Ja, maar dat kan op termijn meer worden. Philippe Clement kent mijn voetbalvisie door en door. De volgende stap is dat hij de tactische trainingen gaat leiden en nadien kan hij die trainingen ook zelf uittekenen.’

Staat daar een timing op?

PREUD’HOMME: ‘Nee. Het ideale moment om veranderingen door te voeren zou een titel kunnen zijn, maar ik doe niet aan carrièreplanning.’

Veel waarnemers verwachten dat Marc Wilmots na het EK opstapt en zien jou als de nieuwe bondscoach.

PREUD’HOMME: ‘Ik denk momenteel aan niets anders dan Club Brugge.’

Met zo’n spelersgroep wil elke trainer toch werken?

PREUD’HOMME: ‘Eerste van de wereld, beter kan ik ook niet. Ik heb in het verleden al twee keer met de bond gepraat. Toen ik bij AA Gent was en toen ik in Saudi-Arabië aan de slag was. Voor een akkoord moeten niet alleen beide partijen de samenwerking zien zitten, maar moet je ook op het juiste moment vrij zijn.’

Dan zou je geïnteresseerd zijn?

PREUD’HOMME: ‘Ik weet het niet. Het is iets helemaal anders. Vijf, zes keer per jaar veertien dagen volle bak. Wel op een ander, hoger niveau. Wauw! Maar nadien heb je veel tijd om alles voor te bereiden. Bij een club moet je elk uur reageren, maar heb je meer grip op een spelersgroep dan bij een nationale ploeg.’

DOOR FRANÇOIS COLIN EN PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Verliezen is makkelijker te aanvaarden als je het begrijpt. Als je de oorzaken kent.’ MICHEL PREUD’HOMME

‘Al mijn teams haalden het niveau dat ik voor ogen had.’ MICHEL PREUD’HOMME

‘Wat mij het gelukkigst maakt, is spelers zien evolueren. Het mooiste voorbeeld is wellicht Víctor Vázquez.’ MICHEL PREUD’HOMME

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content