Bart Swings moet een pisteachtervolger worden

© BELGAIMAGE

Zelden maakte Bart Swings (25) in het begin van het schaatsseizoen meer indruk dan in dit preolympische jaar. De reden? Een nieuwe aanpak, zowel op technisch, fysiek als mentaal vlak.

Eind oktober, bij de internationale openingswedstrijden in het Duitse Inzell verbeterde de Leuvenaar onder meer zijn Belgisch record op de (weliswaar ongewone) 3000 meter met ruim een seconde, en ook op de 1500 en 5000 meter was hij beduidend sneller dan vorig seizoen (respectievelijk vijf en anderhalve seconde). Swings, die nu lid is van de Nederlandse Victorieploeg, heeft dan ook een heel goede voorbereiding doorgemaakt, zegt zijn coach Jelle Spruyt. ‘We hebben meer gefietst in de Ardennen en in de heuvels rond Leuven, met veel blokken bergop aan 550 watt. Constant poweren, om de inspanning op de schaatsbaan te simuleren. Bart was als skeeleraar veeleer sterk in kortere intervallen en versnellingen, maar moet – bij wijze van spreken – meer een tijdrijder, of beter: een pisteachtervolger worden. Vijf, zes minuten aan een stuk knallen, puur op kracht. Die fietstrainingen van vorige zomer werpen nu al hun vruchten af.’

Ook aan zijn techniek heeft Swings gesleuteld, nadat hij er vorig seizoen fel mee sukkelde. ‘Al sinds januari’, zegt Spruyt, ‘werkt Bart aan een meer dynamische slag, waarbij hij in het eerste stuk minder ‘staat’ op zijn been, maar vroeger en sneller zijwaarts duwt. Zo kan hij meer power genereren en verzuurt hij minder rap. Meer dan vroeger hebben we afgelopen zomer dan ook geschaatst, al in augustus in Salt Lake City (VS). Bart heeft de techniek al goed onder de knie, het probleem is nu vooral dat hij, wanneer hij moe wordt, die moet kunnen blijven aanhouden, ook als het ijs slecht is.’

Op mentaal vlak heeft Swings ook stappen gezet, met dank aan An van Gompel, de sportpsychologe die onder meer ook olympisch BMX-finaliste Elke Vanhoof begeleidt. ‘Bart stond vroeger nogal sceptisch tegenover een mental coach, maar ziet er intussen de meerwaarde van in’, zegt Spruyt. ‘Door de gesprekken met An jaagt hij zich minder op in randzaken, waardoor hij in wedstrijden minder aan zijn pijnlijke benen denkt, en alleen nog focust op wat écht belangrijk is: zijn schaatstechniek.

‘Bart heeft ook steeds meer het zelfvertrouwen dat hij als skeeleraar had, al onderschat hij zich nog altijd. Na zijn Belgisch record in Inzell zei hij bijvoorbeeld: ‘Het viel mee, ik had gedacht dat het zwaarder ging zijn.’ Op training schaatst hij dan ook nog altijd snellere rondetijden dan in wedstrijden. Dat moet Bart ook mentaal kunnen doortrekken naar de competitie, ervan overtuigd raken dat hij daar even snel kan schaatsen als Sven Kramer (de Nederlandse schaatsgod, nvdr).’

De nieuwe aanpak moet begin februari 2017 uitmonden in minstens een medaille op het WK afstanden in Zuid-Korea, op allicht dezelfde baan als waar in 2018 de olympische schaatscompetitie plaatsvindt. ‘Met het oog op die Spelen’, zegt Spruyt ‘, zou het een enorme opsteker zijn mocht Bart een jaar ervoor al een medaille behalen op de 1500 en/of 5000 meter – de afstanden waar hij op zal focussen. Dan weet hij: ik héb het al eens gedaan. Sowieso wordt dat WK afstanden het hoofddoel, maar Bart hoopt zijn vorm daarna aan te houden tot het WK allround, begin maart in het Noorse Hamar. Ook daar zijn we met niets minder tevreden dan met een medaille.’

DOOR JONAS CRETEUR

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content