De Roemeense coach geeft tekst en uitleg bij de ambities van Standard en legt zonder omhaal de vinger op de wonden van het Belgische voetbal.

L aszlo Bölöni praat nog geen Frans met het typisch nasale Luikse accent en ook oufti, hét Luikse stopwoord par excellence rolt nog niet over zijn lippen. Maar zolang zal dat wellicht niet meer duren, want de Roemeense T1 voelt zich echt thuis aan de boorden van de Maas, waar hij misschien wel de basis van een topcarrière aan het leggen is.

Had u al vóór het veroveren van de titel beslist om uw verblijf op Sclessin te verlengen?

Laszlo Böloni: “Ja, het financiële aspect is nooit mijn hoofdbekommernis geweest. Nog voor het kampioenschap in een beslissende fase was getreden, had ik het gevoel dat we op een hoog niveau zouden kunnen blijven meestrijden. De uiteindelijke eindsprint heeft mijn verlangen om dit project voort te zetten nog wat versterkt. Ook als we uiteindelijk geen kampioen waren geworden, was de kans heel groot dat ik gebleven zou zijn. Mijn analyse zou niet anders zijn geweest dan nu: deze kern mag gewettigde ambities koesteren in de titelstrijd en heeft het potentieel om de goede Europese wedstrijden van vorig seizoen te bevestigen.”

Gebrek aan prestige

Worden de uitdagingen niet nog moeilijker dan vorig seizoen?

“Dat spreekt voor zich. Successen die in het verleden behaald zijn, worden vaak mooier voorgesteld dan ze werkelijk waren. Men vergeet snel hoe hard daarvoor gewerkt is. Het doel is om de lat altijd hoger te leggen en dat maakt het natuurlijk ook moeilijker. Vorig seizoen bestond de uitdaging er voor mij in om het al vrij behoorlijke niveau dat gehaald werd onder leiding van Michel Preud’homme nog wat op te krikken, en tegelijk weerstand te bieden aan de sportieve druk en de druk van de media. We hebben met zijn allen meegemaakt wat grote clubs jaar in jaar uit meemaken: we moesten onze titel verlengen en op het Europese toneel een mooie comeback neerzetten. Dat is allemaal goed gelukt, de spelers hebben veel geleerd en door de kwalificatie voor de poules van de Champions League verdiende de club behoorlijk wat geld. Tegelijk hebben we gezien – en het is jammer dat ik het moet zeggen – dat het imago van de Belgische clubs niet al te denderend is.”

Hoe belangrijk is dat gebrek aan uitstraling?

“Heel belangrijk. Globaal genomen ontbreekt het de Belgische clubs aan financiële middelen. Ik wil me niet bemoeien met dingen die mijn zaken niet zijn, maar het is toch eigenaardig dat een grote club zoals Anderlecht een aantal spelers in de etalage plaatst en die niet kan verkopen en dus ook geen andere interessante vervangers kan aantrekken. Dit tekort aan financiële middelen is echt overal voelbaar, al is het minder belangrijk voor clubs die geen internationale opdrachten hebben. In één jaar tijd heeft Standard vier steunpilaren laten vertrekken: Fellaini, Dante, Onyewu en Espinoza. Dat heeft de loonmassa verlicht, maar de bedragen die deze transfers hebben opgebracht volstaan niet om echte Europese toppers aan te trekken. Die spelers vragen soms twee keer zoveel om hier te tekenen omdat ze schrik hebben dat ze zich zullen ‘begraven’ in een competitie die, op zijn zachtst gezegd, niet veel prestige heeft. Standard heeft die realiteit onderkend en doet daarom vooral een beroep op spelers uit de eigen jeugd.”

Is dat niet precies het succes van de Rouches?

“Uiteraard, maar dat neemt niet weg dat het Belgische voetbal rekening moet houden met het feit dat buitenlandse spelers zich niet langer aangetrokken voelen tot de Belgische competitie, ook niet als ze bij de grootste Belgische clubs zouden kunnen tekenen. Dat impliceert automatisch dat de Belgische competitie niet sterker kan worden. Voeg daar nog het gebrek aan financiële middelen aan toe en je begrijpt dat onze kern van vorig seizoen beter geschikt was om de ambities van toen waar te maken dan de kern die we nu hebben om de huidige ambities te realiseren.”

Wat houdt dat in?

“Dat betekent geenszins dat we onze doelstellingen niet zullen bereiken, maar het probleem van het Belgische voetbal, en het is echt niet enkel Standard dat daaronder lijdt, gaat verder dan dat. Ik zou graag willen dat het Belgische voetbal opnieuw de internationale aantrekkingskracht krijgt, die eertijds het succes van de Belgische teams, onder meer in de Europacups, heeft bepaald. Op de transfermarkt is het bijzonder kalm geweest. Er zijn heel weinig bekende spelers vertrokken, en er zijn ook zo goed als geen opmerkelijke nieuwkomers. Misschien betekent dat wel dat het rekruteringsbeleid van een aantal clubs heeft gefaald. Clubs die er niet in slagen spelers te verkopen, moeten misschien onderkennen dat ze de jaren voordien slecht hebben ingekocht. Ik denk niet dat ik me vergis als ik dit thema aansnijd. In dit verband wil ik wel mijn clubleiders feliciteren voor de manier waarop ze het dossier-Onyewu tot een goed einde hebben gebracht.”

Hoe bedoelt u?

“Standard had ook nog kunnen proberen hem te verkopen in de winterstop van vorig seizoen om zo een financiële slag te slaan, maar ze hebben hem zijn contract laten uitdoen, wat van vitaal belang was voor het team. De hele Belgische eerste klasse is op zoek naar geld, maar Standard beschikt over spelers die erg gewild zijn op de transfermarkt. Er waren toch niet onaantrekkelijke aanbiedingen voor zeven of acht spelers: Bolat, Witsel, Defour, Jovanovic, Mbokani en anderen. De clubleiders hebben in die dossiers de moed gehad om neen te zeggen. Ze verdienen daarvoor een pluim op hun hoed. Waarom zijn Kakáen Cristiano Ronaldo zo snel van club veranderd? Omdat twee criteria vervuld waren: het geld en de aantrekkelijkheid van hun nieuwe club. In België is het onmogelijk om even snel te reageren. Want er is niet genoeg geld en prestige heeft de Belgische competitie te weinig. Dat betekent dat we geduld moeten hebben op de transfermarkt.”

Italiaanse spitsen

Zal u dezelfde tactische keuzes maken als vorig seizoen? Dat uw ploeg opnieuw hoog druk zette, zelfs in de Europese wedstrijden, was toen een opvallende vernieuwing …

“Dat was en is niets nieuws onder de zon. Bij mijn komst naar België was ik verrast dat zowel de clubs die in de UEFA Cup aantraden als de Rode Duivels zo behoudend en met zo weinig lef speelden. Het Belgische voetbal moet echt middelen zoeken om de zaken wat stoutmoediger aan te pakken. Met andere woorden: om meer lef te hebben. Daar zijn tactische ingrepen voor nodig, maar ook een mentaliteitswijziging. Natuurlijk is dat geen garantie voor succes, maar het vergroot toch de kans om bepaalde wedstrijden te winnen. Ik heb hier altijd het gevoel dat men in de eerste plaats zoekt naar middelen die het mogelijk moeten maken om een wedstrijd niet te verliezen. Men pakt alles veel te voorzichtig aan.

“Ik blijf mijn jongens altijd het veld op sturen met de ambitie om te winnen. Ik zie niet in waarom Steven Defour complexen zou moeten hebben als hij tegen Andrea Pirlo moet spelen. Goede resultaten halen is vaak ook een mentale kwestie. Ik ben er zelfs van overtuigd dat Steven in een rechtstreeks duel de Italiaan behoorlijk wat problemen zou kunnen bezorgen.

“En het volgende zal u misschien verrassen, maar met een goede mentale en tactische voorbereiding moet Axel Witsel niet onderdoen voor Steven Gerrard, nochtans de beste middenvelder van Liverpool, zeker als die laatste het wat licht zou opnemen.

“Vorig seizoen heb ik van al mijn spelers uitstekende antwoorden gekregen op wat ik van hen verlangde. Het helpt natuurlijk als spelers wat meer maturiteit krijgen, maar dat is niet noodzakelijk een kwestie van leeftijd. Defour is bijvoorbeeld al heel rijp terwijl hij toch nog erg jong is. Ik benadruk dat ook vaak tegenover Mehdi Carcela. Hij is een fantastische voetballer, maar nog te veel een kind. Hij moet rijper worden en hij moet daarvoor niet wachten tot hij 25 is.”

Is Standard nu niet wat minder sterk dan begin vorig seizoen?

“In vergelijking met het team dat goed weestand bood aan Liverpool en daarna mooie dingen heeft laten zien in de UEFA Cup, misschien wel. Maar we zullen nog wel zien. Tegen Liverpool waren Onyewu, Dante en Fellaini er nog bij. Dat zijn natuurlijk drie spelers met heel veel kwaliteiten.”

Zal u opnieuw een 4-2-3-1 hanteren en die soms vervangen door een 4-4-2, een systeem dat de voorkeur leek te krijgen van de spelers?

“Ik heb soms wat mensen uit het middenveld weggehaald om nog offensiever te kunnen spelen. Ik verplicht mijn spitsen om efficiënt te spelen. Zij hebben het recht om te eisen dat de laatste pass altijd verzorgd is, maar van hun kant moeten ze ‘Italiaanser’ worden, met andere woorden, proberen om de kleinste kans af te maken. Alle verhalen die verteld worden in de media doen er eigenlijk niet toe. Wat telt is het aantal goals en assists. Het is gemakkelijk om 15 aanvallers te eisen, maar ik zet het evenwicht van een team niet graag op zijn kop. Het vergt immers heel wat werk om dat evenwicht te bereiken. Als je dat niet respecteert, moet je eigenlijk een beroep doen op hogere machten in de hoop een match te kunnen winnen. In een 4-4-2 moest ik een van mijn drie spitsen aan de kant laten en daar had ik geen zin in. Uiteindelijk zijn ze op de flank of wat meer op het middenveld gaan spelen en kunnen ze alle drie terugkijken op een heel sterk seizoen.”

De opleiding is toevertrouwd aan Siramana Dembele. Betekent dit een zorg minder voor u?

“Die opdracht is niet te onderschatten. Het is een taak die niet alleen mag worden toevertrouwd aan een debuterende trainer . SiramanaDembele is een zeer aandachtige jongen die graag progressie wil maken. Het is echter niet alleen de naam die telt. Het gaat om een politiek, een filosofie en een hele organisatie. Daar komt heel wat bij kijken. We moeten op dit vlak absoluut verder gaan op de ingeslagen weg. Arnor Angeli heeft bijvoorbeeld heel wat offensieve mogelijkheden, en beschikt over een goede linkervoet, maar hij moet nog veel aan zijn fysiek en zijn vinnigheid werken, om binnen een jaar of twee echt nuttig te kunnen zijn. Ook spelers als Mutombo, Mendez en Yagan spelen nu opnieuw bij de jeugd en Benteke is voor één seizoen aan Kortrijk verhuurd.”

Omdat hij zich niet genoeg inzette op training?

“Die jongen moet inderdaad harder leren werken. Als hij zich daarvan bewust wordt, kan hij veel progressie maken. Ik kan die jongeren niet al te veel spelgelegenheid geven, want een wedstrijd duurt maar 90 minuten.”

Passanten

Zal het vertrek van Onyewu de verdediging niet helemaal door elkaar schudden?

“Er is door zijn vertrek geen aardbeving opgetreden in de defensie, maar het zorgt wel voor een probleem omdat de Amerikaan heel wat présence had. Hij was een leider die erg efficiënt speelde. Ik ben aan het nieuwe seizoen begonnen met drie stoppers: Mangala, Sarr en Mikulic. Het niveau van Moraes is momenteel nog niet hoog genoeg. De Braziliaan beschikt ontegensprekelijk over atletische kwaliteiten, maar hij moet nog hard werken om in een Europese competitie te kunnen meedraaien. Ik test nu ook Cédric Collet uit op de linksachter. Hij is snel en stevig, maar moet nog een aantal automatismen aankweken, vooral op het defensieve vlak.”

Wat is uw grootste probleem: het vertrek van Onyewu of het feit dat Jova er niet met zijn gedachten bij is?

“Voor Milan Jovanovic kan er niets misgaan. Hij is een uitstekende spits en hij beseft verdomd goed dat hij bij Standard een groep heeft die helemaal achter hem staat en die hem aanvaardt met zijn gaven en zijn gebreken. Hij mag zich een van de toppers in de Belgische competitie noemen en hij staat voor een seizoen dat hem heel veel kan opleveren. In juni is hij einde contract en als hij een sterk seizoen speelt, zal hem dat enorme perspectieven bieden. Hij wordt 29 in april volgend jaar, en dat betekent dat hij zeker zijn droom om voor een grote Europese club te spelen nog waar kan maken. Ik weet nog niet of de club hem tijdens de winterstop zal laten gaan of hem tot het einde van het seizoen hier zal houden. Het kan natuurlijk niet dat Standard al zijn bepalende spelers laat vertrekken. We hebben Milan zeker nodig, maar het bestuur zou ook een positief gebaar kunnen doen in zijn richting. In dat geval betekent dat het einde van een cyclus, maar uiteindelijk hangt Standard niet af van Jovanovic. Ook niet van Bölöni trouwens … Spelers en trainers zijn in een club die een eigen beleid voert en een eigen logica heeft, uiteindelijk maar passanten.”

Moet Standard opnieuw kampioen worden opdat u op het einde van het seizoen gelukkig zou zijn?

“We willen Europees uitblinken, maar daarnaast willen we inderdaad opnieuw op de titel mikken. Om vooruitgang te boeken moeten we bevestigen. Misschien vergis ik me, maar ik ben niet echt een voorstander van de nieuwe competitieformule. Vooral de teams die Europees spelen, krijgen een loodzwaar programma. Ik vrees een beetje voor de toestand van de velden eind december. Elke ploeg zal het moeilijk krijgen, want de kloof tussen de top en de andere ploegen is smaller geworden. Fysieke inzet is in België belangrijker geworden dan techniek. Ik weet niet waar het naartoe is, maar ik durf toch zeggen dat er een gebrek aan talent is in de eerste klasse. Met Standard willen we natuurlijk in de eerste plaats onze doelstellingen halen, maar als we op onze manier ook een bijdrage kunnen leveren om iets te doen aan wat het Belgische voetbal momenteel te kort komt, zal ik een gelukkige coach zijn.”

door pierre bilic – beelden: reporters

Defour moet geen complexen hebben als hij tegen Pirlo moet spelen.

Er is in de eerste klasse een gebrek aan talent.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content