Club Brugge, Anderlecht en Standard wapenden zich op de valreep voor de strijd aan de top. Een portret van een paar opmerkelijke transfers van het laatste uur.

Javier Portillo (Club Brugge)

Scoren. Daar houdt Javier Portillo zich hoofdzakelijk mee bezig. Niet voor niets staat hij in zijn vaderland bekend als Portigol. “Een garantie voor doelpunten”, noemt Toni Burrueco, die voor het Spaanse magazine Don Balón Real Madrid op de voet volgt, de nieuwe spits van Club Brugge. ” Es muy difícil para él de fallar un gol, als hij een kans krijgt om te scoren, zal hij die zelden missen.”

Dat bewijzen ook de cijfers. Geen enkele speler scoorde ooit meer voor de jeugdploegen van Real Madrid : Met respectievelijk 42, 79 en 68 doelpunten was hij in de eerste drie seizoenen telkens topscorer van zijn reeks. Ook in het derde en tweede elftal scoorde hij met de ogen dicht : 29 doelpunten in 18 wedstrijden in het derde, 14 doelpunten in 11 wedstrijden in het tweede.

In het eerste elftal debuteerde hij in de Champions-Leaguewedstrijd tegen Panathinaikos tijdens het seizoen 2001/02. In de enige 40 minuten die hij dat seizoen voor Real voetbalde, scoorde hij meteen : een afstandsschot vanop 30 meter. Het jaar nadien maakte hij in de 92e minuut tegen Borussia Dortmund de gelijkmaker die zijn ploeg de kwalificatie voor de volgende ronde opleverde. In de competitie kwam hij in 2002/03 230 minuten in actie, hij scoorde 5 keer… Ofte één doelpunt elke 46 minuten.

Waarom komt een speler die zulke adelbrieven kan voorleggen dan niet meer aan de bak in het eerste elftal van Real Madrid ? “Simpel”, zegt Burrueco. “Hij wil spelen. Namen als Ronaldo, Robinho en Raúl zet je nu eenmaal niet op de bank. Jammer, want van de spitsen die vorig seizoen bij Real zaten, was hij alvast de kopbalsterkste.”

Wat voor voetballer is Portillo verder ? Geen zweetdief, wel iemand die zelf veel loopt en het verdedigende werk niet schuwt. Hij gaat in Spanje door voor een speler met “een aanvaardbare techniek.” Dat wil zeggen : in één-tegen-éénsituaties staat Portillo zijn mannetje, maar drie verdedigers in de wind zetten, zal hij niet gemakkelijk doen.

Allicht net niet goed genoeg voor Real Madrid dus, maar dat Portillo voor Club Brugge koos, blijkt ook in Spanje enigszins verrassend. Toen Real deze zomer een lucratieve tour maakte door Azië, reisde Portillo niet mee af omdat hij zo goed als rond was met Málaga. “Maar toen Michael Owen alsnog de Koninklijke verliet en de transfer van Robinho niet in orde leek te komen, stelde Realtrainer Wanderley Luxemburgo zijn veto tegen het vertrek van Portillo”, weet Burrueco. Málaga haalde dan maar Chengue Morales en Salva binnen en toen de overgang van Robinho uiteindelijk toch doorging, was er ook bij Málaga geen plaats meer voor Portillo.

De volgende optie leek Nantes te worden, “maar het feit dat ik met Brugge Champions League kan spelen, gaf de doorslag om naar hier te komen”, aldus Portillo zelf.

Roland Juhasz (Anderlecht)

Roland Juhasz“, zegt Istvan Brockhauser, “is een heel groot, jong talent in Hongarije.” Brockhauser, voormalig doelman van RC Genk, is keepertrainer bij Ujpest Dozsa, dat samen met MTK Boedapest de rangschikking aanvoert in de Hongaarse topklasse. “Wij hebben zelf Juhasz willen weghalen bij MTK, maar hij was onbetaalbaar voor ons.”

Brockhauser twijfelt er niet aan dat Anderlecht een goede zaak doet aan Juhasz. Zijn mentaliteit is op en top professioneel, zijn kopspel uitstekend en zijn inspeelpass “meer dan gewoon”. Snel zou de rechtsvoetige centrale verdediger ook zijn, “maar niet buitengewoon”. Brockhauser verwacht niet dat zijn landgenoot in de Champions League uit de toon valt. “Hij is Hongaars international. Daar speelde hij ook al tegen sterke tegenstanders, zoals twee weken geleden nog tegen Argentinië. Het niveau is geen probleem voor hem.”

Opmerkelijk is wel, zegt Brockhauser, dat Juhasz tot twee jaar geleden een aanvaller was. “Zijn debuut bij MTK maakte hij tijdens enkele invalbeurten als aanvaller. Dat was bijna vier jaar geleden, hij was nog erg jong toen. Hij scoorde vooral met het hoofd, want een technische aanvaller was hij niet echt.”

Istvan Urbanyi weet er alles van. Urbanyi, Hongaars international in 1991 die ook in Frankrijk (Grenoble) en in de Verenigde Staten voetbalde, was korte tijd Juhasz’ coach bij de satellietploeg van MTK in de tweede klasse. “Hij was een nummer 9, een centrumspits. Een talent dat door zijn lengte wel geregeld scoorde, maar nu ook weer niet zó vaak. Niet vergeten ook dat hij erg jong was op dat moment. Ik herinner me nog dat de mensen zegden : ‘Eindelijk hebben we een goede aanvaller.’ Maar langer dan één seizoen heeft het niet geduurd. Tot een jaar of twee geleden, om precies te zijn. De coach van het eerste elftal zat met een pak blessures in de verdediging, dus haalde hij Roland naar achter omdat hij zo goed was met het hoofd. Wat bedoeld was als een tijdelijke oplossing, werd definitief, zo goed ging het. Het interessante is dat hij door zijn verleden als aanvaller graag mee oprukt. Dat maakt hem buitengewoon gevaarlijk, gevaarlijker misschien wel dan hij was als aanvaller. Door zijn lengte, sterke fysiek en snelheid is hij ook een wapen op hoekschoppen en vrije trappen.”

Zoals hij hem de laatste weken, zowel bij MTK als in de nationale ploeg, zag spelen, is Juhasz volgens Urbanyi, die inmiddels TD jeugd is bij Ujpest Dozsa, klaar voor de stap hogerop. “Hij is een echte professional geworden. Een intelligente speler die het spel goed ziet en het juiste moment weet te kiezen om op te rukken. Afwachten wat de Champions League brengt, maar ik vermoed dat Anderlecht slechts een tussenstap wordt in zijn carrière. Hij wordt een speler voor een topcompetitie, zoals de Engelse. Daar zie ik hem wel passen met zijn gestalte.”

Grégory Pujol (Anderlecht)

Het zal, liet Frank Vercauteren al verstaan, nog wel even duren voor Grégory Pujol inzetbaar is op Anderlecht. Vijf maanden was de aanvaller out met een voetblessure. Conditioneel heeft hij dus nog inhaalwerk te verrichten. Tien dagen geleden speelde hij zich eerste minuten van het seizoen voor Nantes : hij viel in na 13 minuten, maar werd uitgefloten door de eigen aanhang en mocht een kwartier voor tijd alweer inrukken. Een terugkeer in mineur.

“Door blessures speelde hij een erg onregelmatig seizoen”, zegt Patrick Dessault, die namens de sportkrant L’Equipe de verrichtingen van FC Nantes volgt. “Zijn transfer naar Anderlecht is dan ook een groot mysterie. Het verrast me, omdat hij niet speelt bij Nantes en toch naar een ploeg gaat die Champions League speelt. Anderzijds verrast het me niét, omdat hij wel degelijk een goede speler is.”

Volgens Dessault is Pujol een intelligente voetballer. Iemand die weet hoe hij zich nuttig kan maken. Zijn techniek is uitstekend, zijn kopspel behoorlijk, snel is hij niet maar hij leest het spel goed, en hij stroopt graag de mouwen op. Door zijn goede techniek is het iemand die een bal kan bijhouden, maar een echte targetman ziet Dessault niet in Pujol. “Het liefst speelt hij centraal, maar hij staat ook graag op de flank, liefst op links. Trouwens, in Nantes was hij vaak linksvoor. Ik weet niet wat Anderlecht nodig heeft, maar als ze denken een doelpuntenmaker te hebben gevonden : dat is hij niet. Als hij scoort, zijn het vaak mooie doelpunten, maar hij is niet meteen een efficiënte speler in de zin dat hij veel doelpunten maakt. Twee jaar geleden trof hij geregeld raak, maar daarmee bedoel ik : een goal of vijf, zes. Vorig jaar was minder goed, maar dat gold voor de hele ploeg. Het publiek kreeg een hekel aan hem, omdat hij, als hij inviel, de gemakkelijkste dingen miste. Zo verloor hij zijn vertrouwen. Dan is hem uitlenen geen slechte oplossing. Misschien dat hij in Anderlecht, in een nieuwe omgeving, opnieuw het beste uit zichzelf naar boven haalt. Want Pujol is het soort van speler dat pas goed presteert als de hele ploeg goed draait. Hij is geen leider die een ploeg op sleeptouw neemt.”

Pujol, zegt Dessault, is alles behalve iemand met vedetteneigingen. Een vriendelijke jongen die weet waar hij vandaan komt en de voeten op de grond houdt. Frans international was hij nooit. Zijn eerste profcontract bij Nantes kreeg hij op 22-jarige leeftijd. “Hij is een laatbloeier, maar hij heeft kwaliteiten. Anders wil Vercauteren hem niet. Hij heeft zelf nog bij Nantes gespeeld, ik weet zeker dat hij hem wel zal kennen.”

Marius Niculae (Standard)

Een absoluut toptalent, zo luidt het algemene oordeel over de Roemeense aanvaller Marius Constantin Niculae. Werd net als Alin Stoica en Adrien Ilie een gouden toekomst voorspeld, maar kon die verwachtingen vooralsnog niet inlossen. Niculae dreigt een jonge belofte te blijven, nadat hij de laatste jaren werd getergd door veelvuldig blessureleed, waarbij vooral de knie en enkel voor chronische problemen zorgen.

Als je op je vijftiende mag debuteren in het eerste elftal van Dinamo Boekarest ben je geen meeloper. Niculae ontpopte zich op vijf seizoenen tijd tot een woelwater voorin, de diepe spits die constant oorlog maakt maar er ook niet voor terugschrikt om de zijkanten op te zoeken. Is vrij snel, kopbalsterk en beschikt over een goed schot met de linkervoet. Is niet direct de pure killer zoals Nenad Jestrovic, maar scoort toch vrij vlot en werkt hard. Niculae schrikt er niet voor terug zijn truitje nat te maken en mag zeker geen luie spits worden genoemd.

Zijn topjaar beleefde Niculae in het seizoen 2000/01, toen hij 20 doelpunten aantekende in 27 competitiewedstrijden. Het was Laszlo Bölöni, een Roemeens oud-international en ex-RC Jet Waver, die Niculae warm maakte voor een overstap naar het Portugese Sporting Lissabon. Daar maakte de Roemeense international vanaf het begin indruk door zijn fysieke kracht. Door zijn lichamelijk leed kon Niculae zich op vier seizoenen tijd nooit opwerpen als een volwaardige basisspeler, maar hij bewees meermaals zijn waarde als supersub. Vorig seizoen werd er veel van Niculae verwacht aan de zijde van de Braziliaan Liedson, een heel beweeglijke en snelle aanvaller die echter problemen heeft met discipline en erom bekendstaat zijn geld snel te verkwisten, maar een onwillige enkel sloeg de Roemeen terug.

Tijdens zijn revalidatieperiode in Lissabon leerde hij Almani Moreira kennen, die hem een overstap naar Standard aanraadde. In plaats van te kiezen voor een Italiaanse eersteklasser verkoos Niculae de club van Sergio Conceiçao, nadat hij ook advies inwon bij Liviu Ciobotariu en Mircea Rednic. Beseft heel goed dat zijn rechtervoet en zijn technische bagage voor verbetering vatbaar zijn. Maar nu hij eenmaal honderd procent fit is, kan Niculae voor een meerwaarde zorgen. Alleen moet hij zo snel mogelijk speelminuten vergaren en ritme opdoen.

Mohammed Tchité en Cédric Roussel mogen zich opmaken voor een zware concurrentiestrijd, want de Roemeense targetman loopt over van ambitie. Net als Conceiçao wil hij kampioen spelen, om zo in de Champions League zijn waarde te bewijzen en een overstap naar een (nieuwe) Europese topclub af te dwingen.

door Jan Hauspie, Roel Van den broeck en Frédéric Vanheule

‘Anderlecht wordt slechts een tussenstap in de carrière van Roland Juhasz, een speler voor een topcompetitie.’

‘Als Javier Portillo een kans krijgt om te scoren, zal hij die zelden missen. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content