Club Brugge en Anderlecht liggen uit de Champions League. Dat vinden ze allebei erg, maar vooral heerst er toch tevredenheid over de geleverde prestaties. Vier analyses.

C lub Brugge. Derde in groep H en geplaatst voor de Uefabeker. Acht punten uit zes wedstrijden. Winst thuis tegen Ajax (2-1) en bij Milan (0-1), uit en thuis gelijk tegen Celta de Vigo (telkens 1-1), verlies bij Ajax (2-0) en thuis tegen Milan (0-1). Vijf goals gemaakt, zes tegen. Schutters : Bengt Saeternes (2), Rune Lange (2), Andrés Mendoza.

Philippe Clement : “De conclusie ? Dat we een serieuze stap vooruit hebben gezet in vergelijking met vorig jaar. In geen enkele wedstrijd werden we weggespeeld. Vorig jaar overkwam ons dat wel tegen Barcelona. Bij goede wedstrijden denk ik aan Milan, zowel uit als thuis, Ajax thuis, Vigo thuis, toen we terugkeerden met tien man, Vigo uit, waar we terugvochten in het laatste kwartier. Ik zie heel veel pluspunten, een stuk meer dan vorig jaar. Trouwens, van in het begin heb ik het gevoel dat we dit jaar meer potentieel hebben. Iedereen is een jaar ouder, heeft meer ervaring, en jongens als Rozehnal en Gvozdenovic hebben de groep versterkt. Door al die blessures, schorsingen en ziektes komt het er alleen misschien niet uit in de competitie.”

De ervaring opgedaan vorig jaar in de Champion League heeft duidelijk geholpen, vindt Clement. “Toen was het allemaal nieuw en was de vraag : zijn we hier op onze plaats ? Dit jaar was er meer overtuiging en durf. Durven druk te zetten op een tegenstander. Weten dat het anders zal zijn dan in de competitie, waar je altijd vanuit een dominerende positie voetbalt. In Europese wedstrijden kan je de tegenstander iets meer laten komen en vervolgens van de ruimte profiteren. Volgens mij is de goede aanpak in dit soort matchen, dat je start met een goede organisatie en van daaruit nu eens countert en dan weer de tegenstander vastzet. Ik denk dat we dit seizoen beter het tempo konden bepalen dat voor ons op dat moment het beste was.”

Wie was voor hem de revelatie ? Philippe Clement : “In onze Europese matchen hebben we veel met de mensen van vorig seizoen gespeeld. Het is moeilijk om daar nog een revelatie uit te pikken. In de matchen die hij speelde, heeft Gvozdenovic het heel goed gedaan, vind ik. Goed tussen de lijnen, zeker in Mi-laan. Maar Rozehnal was ook uitstekend. “

Zijn grootste ontgoocheling ? Cle-ment : “Het niet halen van de tweede ronde. Als je nu ziet dat Celta tegen Arsenal werd geloot… Voor ons was dat een mooi duel geweest. En specifiek als moment de thuismatch tegen Milan. Alles in handen hebben en toch nog de punten verliezen door die ene scherpe counter. Qua prestige en uitstraling naar buitenuit had groepswinst of een kwalificatie voor de tweede ronde nog iets heel anders gegeven voor de club, denk ik. En dat heeft er zeker ingezeten.”

C hris Van Puyvelde, assistent-trainer, constateerde een grotere rijpheid dan vorig jaar. “Het grote verschil was dat wij compacter speelden”, zegt hij. “Nog steeds met veel lopen, maar verstandiger ten opzichte van de bal. Ten tweede : je moet toch ook een beetje geluk hebben. In Milaan maakten we een prachtige goal en hadden we het goed onder controle. Maar ik vind wel dat we de ruimte die we kregen, nog beter hadden moeten uitspelen en er bijvoorbeeld 0-2 van maken. Het geraffineerde, de dodelijke efficiëntie van Milan hebben wij nog niet. Waar ik meteen aan toevoeg : is dat niet alleen de échte topploegen gegeven ? Een ploeg als Real of Milan puurt uit ons openingskwartier tegen Ajax twee goals en de match is gespeeld. Wij kunnen dat niet.

“Qua stijl zien we een groot verschil met vorig jaar. Toen konden we het resultaat spelen in Istanbul, maar elders lukte dat niet altijd. Dit jaar hebben we het kunnen doen in Milan en Vigo. Zelfs in Amsterdam was het volgens mij mogelijk, als Bengt daar had gescoord. Anderzijds zag ik in de laatste wedstrijd dat we het roer kunnen omgooien, van resultaatgericht controlevoetbal naar aanvallend voetbal. Duels winnen of de tweede bal winnen. Volgens mij heeft dat allemaal te maken met compacter spelen. Aanpakken, kijken, inspelen, volgen. Ook conditioneel konden we in al onze wedstrijden wedijveren met de grootsten.

“Je leert bij als speler, als trainer, maar ook als scout. Ik zag Celta op cassette en live. In vergelijking met de eerste match, was het mij bij de return allemaal veel duidelijker. Hun linkerflank lag hier meer open dan ginder. Waarom ? Omdat het hier de eerste match was en wij probeerden om onze manier van spelen niet te veel aan te passen. We rekenden op onze eigen kracht. Maar dan zie je dat die Spanjaarden elke week een Champions-Leaguewedstrijd spelen. Wij waren toen niet compact genoeg. Dat hebben we dus allemaal bijgestuurd.”

A nderlecht. Vierde in groep A. Zeven punten uit zes wedstrijden. Evenveel als Celtic, dat wegens betere resultaten in de onderlinge duels naar de Uefabeker gaat. Winst thuis tegen Celtic (1-0) en Lyon (1-0), gelijk thuis tegen Bayern (1-1), verlies uit bij Lyon (1-0), Celtic (3-1) en Bayern (1-0). Vier goals gemaakt, zes tegen. Schutters : Aruna Dindane (2), Ivica Mornar, Hannu Tihinen.

Olivier Deschacht : “Mijn analyse is heel positief. Mooie campagne, veel geleerd, ontgoochelingen meegemaakt, successen thuis, pandoeringen op verplaatsing. De belangrijkste les is dat één foutje fataal kan zijn en over een match kan beslissen. In Lyon, thuis tegen Bayern, in München… Tactisch is het ook anders, in die zin dat niemand zich aan ons aanpaste : elke ploeg bleef zijn spel spelen. In de nationale competitie is dat toch anders. Ik ben ook veel vermoeider na zo’n Europese wedstrijd. Misschien niet zozeer fysiek, al gaat het wel een stukje rapper dan nationaal, maar vooral mentaal. Je bent twee dagen in afzondering, supergeconcentreerd. Iedereen kijkt naar je, er is druk. Het is gewoon een stuk moeilijker, ook op het veld, want ze komen van alle kanten.”

Welke foutjes maakte Anderlecht ? Deschacht : “Op Celtic hebben we de tegenstander toch wat onderschat, omdat we ze thuis opzij hadden gezet en dachten dat het daar ook wel zou lukken. In Lyon durfden we niet te voetballen, omdat we een stap in het onbekende zetten. Of dat ook een foutje van de trainer was, moet je hem vragen. Daar spreek ik me niet over uit. Hij was nieuw in de Champions League, maar had toch Franky Vercauteren naast zich en die heeft die ervaring. Franky was hard in zijn analyse na de uitschakeling, maar zo kennen we hem : hij is een perfectionist en een perfectionist heeft het moeilijk met zo’n uitschakeling. Die kopballen moesten er natuurlijk ook wel in, daarin heeft hij gelijk.”

Wie was voor hem de revelatie ? Deschacht : “De jeugd. We hebben volgens mij meer dan ons mannetje gestaan. Kolar tegen Lyon, Kompany en Wilhelmsson, die toch van een kleine ploeg kwam. Misschien hoor ik er ook wel bij, ik was in elk geval verrast dat ik het niveau aankon. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst, zowel voor mezelf als voor de ploeg. Mijn grootste ontgoocheling is dan ook dat we die leerschool niet verder kunnen zetten door beslissingen van de spelleiders. Op Belgisch niveau krijgen we zo’n strafschop als die in München nooit tegen.”

Nee, want daar zeggen de kleinere clubs dat Anderlecht de scheidsrechter meestal mee heeft. Deschacht : “Misschien. Ik weet niet of ik objectief ben, maar ik constateer dat kleine foutjes altijd in ons nadeel werden gefloten. We moeten het niet op de scheidsrechter steken, maar het valt wel op. Thuis kunnen we iedereen aan, uit was het minder, maar ik denk dat dit in de Champions League voor iedere ploeg geldt. Brugge haalt vier punten op verplaatsing, maar het was niet hun eerste keer in de Champions League : bij ons was het dat voor veel spelers wel, zeker in de verdediging.”

P eter Ressel, hoofdscout, feliciteerde zijn trainer, Hugo Broos. “Omdat we naar mijn gevoel een prachtige campagne speelden”, aldus Ressel. “Er was maar één wedstrijd waarin we overrompeld werden, en dat hoofdzakelijk door de inzet en de kracht van Celtic. Elders lagen we nooit onder. Daarom ben ik net als iedereen in de club teleurgesteld dat we niet doorgaan. Dat heeft volgens mij met omstandigheden te maken : de strafschoppen op Lyon en in München. Zulke dingen gebeuren in het voetbal. Volgend jaar zijn onze spelers weer wat ouder en komen er misschien nog wat jongens die op beslissende momenten wél het verschil kunnen maken, zodat we naar de volgende ronde kunnen.

“De winst nu is dat we zagen dat er enorm veel kwaliteit is. Dat wisten wij intern al, maar nu heeft iedereen het gezien. In De Telegraaf stond zaterdagochtend een stukje over de BeNeliga en de rijpheid van Anderlecht en Club Brugge. Ik vind dat vanwege de hautaine Nederlanders toch wel een compliment. Mijn voorzitter heeft gezegd dat wij beter zijn dan Ajax : ik ben het met hem eens. Maar daar gaat het niet om, wij moeten ons niet vergelijken met Ajax.”

Tactisch schoof Anderlecht geregeld met de pionnen en vooral thuis etaleerde het daarin rijpheid, constateerde Ressel. “Door de invloed van mensen met ervaring : Hasi, Zetterberg, Baseggio ook al, en Tihinen die niet te onderschatten was. Zij hebben allemaal hun sporen verdiend in het internationale voetbal en trekken jongens als Kompany en Deschacht, die in mijn ogen een prachtige campagne speelde, mee. Maar in zulke wedstrijden zie je toch ook dat een jongen als Aruna, die een half jaar lang de beste was, op het eind van zijn krachten zit. Dan is het goed dat je tweede team kwaliteit heeft en dat jongens als Yach-tchouk, Guerk of MacDonald aan de deur kloppen. Daarom moeten er volgens mij niet zoveel veranderingen worden doorgevoerd aan de groep.”

door Peter T’Kint

‘Een perfectionist als Franky is hard omdat hij het moeilijk heeft met zo’n uitschakeling.’

(Olivier Deschacht)

‘De dodelijke efficiëntie van Milan hebben wij nog niet. Dat is voor de échte topploegen.’

(Chris Van Puyvelde)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content