Op de Olympische Winterspelen in Salt Lake City (2002) waren de Belgische shorttrackers nog met vier, in Turijn (2006) met drie, en vier jaar erna bleef in Vancouver alleen nog Pieter Gysel over. In Sotsji tekent alleen Wim De Deyne (36) present, als… assistent-bondscoach van Nederland.

De Sijselenaar, die zelf ook twee keer aan de Spelen deelnam, werd vier jaar geleden door de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB) als materiaalman ingehuurd, momenteel is hij trainer van de opleidingsploeg en assistent van bondscoach Jeroen Otters, zijn vroegere trainer.

“Elk jaar een beetje meer”, lacht De Deyne, die momenteel in de buurt van de ijshal Thialf in Heerenveen woont. “Er wordt hier ongelofelijk professioneel gewerkt. Dag en nacht een dokter en een kinesist ter beschikking, krachthonk, videoanalyses, schoolbegeleiding voor de junioresploeg…”

Vreemd, de vaandeldrager van de Belgische shorttracksport die bij de noorderburen aan de slag is. “In het verleden heb ik, op vraag van enkele ouders van talentvolle Belgische shorttrackers een project uitgewerkt, zodat de betere Belgen met de Nederlandse kernploegen konden meetrainen. Tegen een kleine vergoeding, maar er was geen geld.”

Een gemiste kans. “Toen ik nog schaatste, verloren we zelden van de Nederlanders. Nu zijn de rollen omgekeerd: geen enkele Belg in Sotsji, terwijl de Nederlanders medailles op EK’s en WK’s pakken. Het gevolg van een goed beleid natuurlijk”, aldus nog De Deyne, die zelf door een zware blessure een punt achter zijn carrière moest zetten.

25 september 2009, de zwartste én laatste dag uit zijn topsportcarrière. Meer dan vier jaar geleden, maar de beelden staan nog altijd op zijn netvlies gegrift. Met vijftig kilometer per uur ging hij op de wereldbekermeeting in Zuid-Korea uit de bocht, waarna zijn been in het ijs bleef steken. “Torsiebreuk van scheen- en kuitbeen. Ik wist meteen dat het voorbij was. De Spelen in Vancouver, vier maanden erna, zouden sowieso mijn laatste worden, maar het wringt nog altijd dat ik zelf niet kon beslissen wanneer ik zou stoppen.”

Wat blijft, zijn de herinneringen: zevende plaats op de Winterspelen in Salt Lake City (2002), achtste in Turijn (2006), twee jaar erna goud op het EK. En een levensgrote affiche, opgehangen in de woonkamer van zijn appartement, van de ISU World Cup in Seoel. Getekend door Russen, Canadezen, Amerikanen… Aangrijpende persoonlijke boodschappen: “Respect”, “It won’t be the same without you“…

“Ik wilde met een goed gevoel stoppen en die Europese titel in Turijn was een uitgelezen moment. Maar kort daarna reed ik in Calgary (officieuze) wereldrecords op de 500 en de 1500 meter. Nooit beter gereden dan in die periode, waardoor ik dacht: nog een jaar hard werken en een medaille pakken. Maar dan die blessure…”

In september keerde hij, na vier jaar, voor het eerst terug naar Seoel. “Een heel vreemd gevoel, net alsof ik alles nog eens meemaakte. Zuur, maar de fysieke pijn is zo goed als verdwenen. Lopen, drie keer per week schaatsen… Soms is er nog wat zwelling, maar ik loop tenminste niet voortdurend te manken”, aldus De Deyne, die in Nederland nog een overeenkomst tot maart 2014 heeft. “Geen idee wat ik erna zal doen. Ik ben meer dan twaalf jaar met topsport bezig. Heel vermoeiend. Op den duur ben je nergens meer thuis.”

DOOR CHRIS TETAERT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content