Van Paul Van Himst tot Vincent Kompany: de top 100 waar ons panel het uiteindelijk over eens werd.

1. Paul Van Himst 02/10/1943, aanvaller, 81 caps

Vier Gouden Schoenen, drie keer topschutter, lange tijd recordinternational en in 1970 de Nationale Trofee voor Sportverdienste: de statistieken spreken voor zich. Van Himst was de gracieuze exponent van het oogstrelende voetbal waarmee Anderlecht in jaren 60 en begin jaren 70 acht landstitels verzamelde. Meestal zwervend rond een diepe spits en dribbelend met de buitenkant van de voet bracht hij de verdedigers tot wanhoop. De zachtaardige Popol genoot ook veel respect in het buitenland, maar miste net dat tikkeltje leiderschap om ook internationaal, met de Rode Duivels, de hoogste toppen te scheren.

2. Jan Ceulemans

28/02/1957, aanvaller, 96 caps

De grootste der Belgen, Sterke Jan, de eenvoudige Pallieter die het succes van de Rode Duivels onder Guy Thys belichaamde. Van 1980 tot 1990 was hij erbij op de vijf eindrondes die België speelde, als kapitein haalde hij de halve finale op het WK in Mexico ’86 en hij nam het recordaantal caps van Van Himst over. Met zijn duelkracht, doorzicht in de passing en scorend vermogen was hij al die tijd ook het boegbeeld van Club Brugge, waarmee hij drie titels en drie Gouden Schoenen won.

3. Wilfried Van Moer

01/03/1945, middenvelder,

57 caps

Strategisch vernuft, loopvermogen en vechtlust, gebald in amper 1,70 m, dat maakte Van Moer tot de Kleine Generaal. De polyvalentie in persoon: meeverdedigen of scoren, hij kon het allemaal. Na zijn Gouden Schoen bij Antwerp in 1966 vertrok hij naar Standard, dat hij drie keer naeen kampioen maakte. In ’69 en ’70 won hij nogmaals de Gouden Schoen. Hij leidde in die jaren ook de nationale ploeg en deed dat nog eens over, na een opgemerkte comeback, op het EK’80 en het WK’82.

4. Jef Mermans

16/02/1922 – 20/01/1996,

aanvaller, 56 caps

Niemand die de ballen zo in het net kon poeieren als Mermans. Met de kop of de voet, dat maakte voor de bombardier niet uit. Hij was geen dribbelende pingelaar, maar juist dodelijk efficiënt. Een imposante figuur ook, naar wie vriend en vijand opkeek, vaak terugzakkend op het middenveld om daar mee de lijnen uit te zetten. Tijdens WO2 van Tubantia naar Anderlecht getransfereerd voor het toenmalige recordbedrag van 125.000 frank, maakte hij na de oorlog van de Brusselaars de toonaangevende club in België.

5. Raymond Braine

28/04/1907 – 25/12/1978,

aanvaller, 54 caps

De eerste (en enige?) internationale ster die België gekend heeft. Hij werd in ’28 en ’29 topschutter met Beerschot, maar omdat elk geldelijk gewin via het voetbal hier destijds verboden was, ging hij naar het buitenland. Hij werd de sterspeler van Sparta Praag – destijds de absolute Europese top – haalde met die club twee landstitels en veroverde in 1935 de Mitropa Cup, de voorloper van de latere Europacups. Omdat hij 5 jaar geen interlands mocht spelen, bleef hij steken op ‘amper’ 54 caps.

6. Rik Coppens

29/04/1930, aanvaller, 47 caps

Misschien wel de geniaalste Belgische voetballer ooit, maar wel in een tijd die aan genialiteit tijd en ruimte gunde. Coppens was Coppens: een zwanzende en goed gebekte Antwerpenaar met briljante invallen (penalty nemen met de hak, de keeper twee keer dribbelen) maar niet altijd efficiënt. Het publiek verwennen kwam op de eerste plaats. Met Beerschot won hij niks, met de Rode Duivels evenmin. Hij haalde alleen individuele prijzen: driemaal topschutter en een Gouden Schoen in 1954.

7. Jef Jurion

24/02/1937, middenvelder,

64 caps

De jeune premier van Anderlecht eind jaren 50, de dirigent met het brilletje. Jurion was niet alleen een meester in de combinatie, een begaafde spelverdeler met een prima schot, maar hij was ook bijzonder intelligent en sluw, de ideale schakel tussen spelersgroep en bestuur. Hij werd tussen ’56 en ’68 negen keer kampioen met paars-wit – een record – en won in ’57 en ’62 de Gouden Schoen. Aan het doelpunt waarmee hij in ’62 het ongenaakbare Real Madrid uit de Europacup knalde, dankt hij zijn bijnaam Mister Europe.

8. Laurent Verbiest

16/04/1939 – 02/02/1966,

verdediger, 23 caps

De Belgische Beckenbauer, de beste verdediger uit onze geschiedenis. Een libero op maat van Anderlecht, met stijl en klasse, Lorenzo il Magnifico, die gestalte en kracht paarde aan techniek en balgevoel. Hij oogde wat log, maar hij was verrassend snel en hij had een dribbel om aanvallers jaloers te maken. Daarmee wist hij altijd verzorgd uit te voetballen en tegenaanvallen op gang te brengen. De Oostendenaar liet na een terugrit naar huis veel te vroeg het leven.

9. Jean-Marie Pfaff

04/12/1953, doelman, 64 caps

Van zero tot hero, de uitdrukking past Pfaff als een handschoen. De arme jongen uit het Waasland werd een fenomeen bij SK Beveren en won er in 1979 de Gouden Schoen, maar al gauw werd België te klein. Hij trok naar Bayern, waar hij zich jarenlang staande hield tussen de vedetten en er stilaan zelf één werd. Niet in het minst bij de Rode Duivels, waar hij door zijn acrobatische tussenkomsten en bijzondere reflexen de show stal. Op het EK’80 en het WK’86 bracht El Simpatico ons land dicht bij het delirium.

10. Erik Gerets

15/05/1954, verdediger, 86 caps

Om zijn vechtlust en zijn woeste beharing werd hij De Leeuw genoemd. De strijdvaardige Limburger werd als onverzettelijke rechtsback kapitein van Standard waar hij een beker en twee titels en een Gouden Schoen (’82) won. Na de omkoopaffaire deemsterde hij even weg, maar bij PSV begon hij aan een tweede, nog betere carrièrehelft. Hij haalde er zes titels binnen en mocht als eerste Belg ooit de Europacup 1 in ontvangst nemen. Ook als kapitein van de nationale ploeg was hij in de jaren 80 niet weg te denken.

11. Michel Preud’homme

24/01/1959, doelman, 58 caps

Kwam als broekje van 18 al in het doel van Standard, maar pas tien jaar later zou zijn carrière écht beginnen in Mechelen. Met KV kende hij Europees succes, hij won er twee Gouden Schoenen en werd de opvolger van Pfaff in de nationale ploeg. Gefocust en uiterst betrouwbaar, zo werd hij een van de beste keepers op het WK’94.

12. René Vandereycken

22/07/1953, middenvelder,

50 caps

De eerste moderne verdedigende middenvelder, niet buitengewoon snel of vaardig, maar wel slim – geslepen zeg maar. Een uitstekend positiespel gekoppeld aan harde tackles en het treiteren van de tegenstander. Bij Club maakte hij de successen onder Happel mee, nadien nog twee titels bij Anderlecht.

13. Christian Piot

04/10/1947, doelman, 40 caps

Een doelman met een geweldige uitstraling, groot en sterk, breedgeschouderd en imposant. Een zeer complete keeper, zonder zwaktes en erg sober, niet behept met de franjes van zijn opvolger Pfaff. Hij werd drie keer op rij kampioen met Standard en won het jaar daarop, in 1972, de Gouden Schoen.

14. Bernard Voorhoof

10/05/1910 – 18/02/1974, aanvaller, 61 caps

Vooroorlogse aanvaller van Lierse, de club waarmee hij in 1932 kampioen speelde. In 529 wedstrijden met Lierse maakte hij 350 goals. Met de Rode Duivels ging hij naar drie WK’s, in 1930, 1934 en 1938. Hij is ook topschutter aller tijden van de nationale ploeg, samen met Van Himst. Beiden scoorden 30 keer.

15. Erwin Vandenbergh

26/01/1959, aanvaller, 48 caps

Niemand had een neus voor goals als Vandenbergh. Altijd op de juiste plek, altijd trefzeker. Bij Lierse werd hij topschutter in ’80, ’81 en ’82. In ’80 Europees topschutter met 39 goals! In ’81 kreeg hij de Gouden Schoen. Na het WK’82 (de goal tegen Argentinië!) werd hij nog twee keer topschutter bij Anderlecht en één keer bij AA Gent.

16. Victor Mees

26/01/1927, middenvelder,

68 caps

Vic Mees is het beste bewijs dat ijver en inzet lonen, ook in het voetbal. Bij het Antwerp van de jaren 1950, dat een titel, een beker en vele ereplaatsen behaalde, was hij de duivel-doet-al op het middenveld, de speler die de rest beter liet spelen – erg fair bovendien. Het leverde hem 61 caps op en in 1956 een Gouden Schoen.

17. Franky Van der Elst

30/04/1961, middenvelder,

86 caps

Van der Elst bezat niet de gebruikelijke kwaliteiten van een topvoetballer, geen dribbel, weinig kopkracht, geen schot. Maar hij bezat wel volharding, doorzicht en een puik positiespel dat hem als verdedigende middenvelder jarenlang tot onmisbare metronoom maakte van Club Brugge en de Rode Duivels. Gouden Schoen in 1990 en 1996.

18. Frank Vercauteren

28/10/1956, middenvelder,

63 caps

Begaafde flankspeler die met zijn linker als geen ander kromme voorzetten kon versturen. De Prins van het Astridpark was jarenlang aanvoerder van Anderlecht en basisspeler van de Rode Duivels in de jaren 80. Speelde na zijn paars-witte jaren nog bij Nantes en RWDM. Gouden Schoen in 1983.

19. Victor Lemberechts

15/05/1924 – 24/06/1992,

aanvaller, 42 caps

Torke Lemberechts was de absolute vedette van het Malinois (het huidige KV Mechelen) dat in 1946 en 1948 kampioen speelde. Hij speelde als aanvaller die rond goalgetter De Cleyn cirkelde. Een bon-vivant en een rasvoetballer in één, al dribbelde hij net iets hoekiger dan Coppens en was zijn torinstinct niet dat van Mermans.

20. Raoul Lambert

22/10/1944, aanvaller,

33 caps

Razendsnelle spits met een verschroeiend schot. Lotte was de enige Clubspeler die zowel de folklore van De Klokke als de Europese hoogdagen op Olympia onder Happel meemaakte. Helaas waren zijn korte spieren krachtiger dan de rest van zijn lichaam kon verdragen, waardoor hij vaak geblesseerd was.

21. Ludo Coeck

25/09/1955 – 09/10/1985,

middenvelder, 46 caps

De speler met het meest fabelachtige afstandsschot uit de Belgische voetbalgeschiedenis. Zijn goals met de Rode Duivels tegen El Salvador en de DDR zijn legendarisch. Coeck maakte bij Anderlecht de grote Europese successen van de late jaren 70 en de vroege jaren 80 mee. Hij overleed veel te jong na een auto-ongeval.

22. Enzo Scifo

19/02/1966, middenvelder,

84 caps

De jonge Italo-Belg schoot in ’84 als een komeet omhoog bij Anderlecht: hij kreeg de Gouden Schoen en speelde met België op het EK. Zijn balgevoel was grandioos, maar de efficiëntie ontbrak soms in zijn spel. Te vaak breed en te weinig diep. In het buitenland mislukte hij bij Inter en Bordeaux. Auxerre, Torino en Monaco werden wel een succes.

23. Marc Degryse

04/09/1965, aanvaller, 63 caps

Het prototype van de pocketaanvaller. De ‘kleine’ uit Ardooie ontpopte zich op jonge leeftijd bij Club Brugge als een vlugge en wendbare spits, die vlot dribbelde, kaatste en scoorde. Bij Anderlecht groeide hij uit tot een echte kapitein en zowat de meest bepalende speler van zijn generatie. Gouden Schoen in 1991.

24. Roger Claessen

27/09/1941 – 03/10/1982,

aanvaller, 17 caps

Krachtige en efficiënte midvoor uit het ambitieuze Standard van de jaren 60. Claessen had een hard schot en was sterk met de kop. Hij werd recentelijk verkozen tot beste Rouche uit de geschiedenis. Maar Roger la Honte leefde even ongeremd en onbezonnen buiten het veld als erop, wat hem op jonge leeftijd al fataal werd.

25. Jean Nicolay

27/12/1937, doelman, 39 caps

Een krachtige en soepele atleet, de eerste moderne keeper van ons land en de eerste die de Gouden Schoen won. Hij bekwaamde zich doelgericht in alle onderdelen van zijn taak: sprongkracht, reflexen, uitkomen enzovoort. Hij won in de jaren 60 drie titels en twee bekers met Standard en speelde twee Europese halve finales.

26. Luc Nilis

25/05/1967, aanvaller, 56 caps

De man met de mooiste traptechniek uit het vaderlandse voetbal. Ging al jong van Winterslag naar Anderlecht waar hij vier keer kampioen speelde en drie keer de beker won. Verkaste in 1994 naar PSV. In 1995 werd hij Speler van het Jaar in Nederland en de twee jaar nadien topschutter van de Eredivisie.

27. Wilfried Puis

18/02/1943 – 21/10/1981,

aanvaller, 49 caps

De Puzze was vermoedelijk de beste buitenspeler die ons land ooit heeft gehad. Met onnavolgbare dribbels dweilde hij de linkerflank af om dan strak voor te zetten naar Van Himst, een gedroomde combinatie, zowel bij de Rode Duivels als bij Anderlecht, dat tussen 1964 en 1968 vijf keer na elkaar kampioen speelde.

28. Philippe Albert

10/08/1967, verdediger,

41 caps

Een voetballer als een houthakker: groot, sterk, onbesuisd, een verdediger voor wie aanvallers schrik hadden. Toen hij van Charleroi naar KV Mechelen ging en er de Europese successen meemaakte, toonde hij ook te kunnen voetballen, maar dat niveau haalde hij zelden bij Anderlecht, Newcastle of de Rode Duivels.

29. Leopold Anoul

19/08/1922 – 11/02/1990, verdediger/aanvaller, 48 caps

Mijnwerkerszoon die als kanthalf (in de verdediging) speelde bij Club Luik en op het einde van zijn carrière bij Standard. Met de Marijntjes werd hij kampioen in 1952 en 1953, met de Rouches in 1958. In 48 interlands scoorde hij maar liefst 20 keer, dat is even veel als Erwin Vandenbergh.

30. Pierre Hanon

29/12/1936, middenvelder, 48 caps

Ze noemden hem Poep Hanon, het popje van Anderlecht, een elegante en fijnbesnaarde speler met een zuivere baltoets die het spel met één fraaie beweging kon verleggen. Met zijn zuiderse verschijning was hij de exponent van de galavoetballers van Anderlecht, waarmee hij tussen 1956 en 1968 acht titels behaalde.

31. Marc Wilmots

22/02/1969, aanvaller, 70 caps

Grote en sterke aanvaller of aanvallende middenvelder. Debuteerde bij STVV en ging van daar naar KV Mechelen en Standard. In 1996 trok hij naar Schalke 04 waar hij de UEFA Cup won en vanwege zijn tomeloze inzet de bijnaam Kampfschwein kreeg. In die jaren werd hij ook de grote voortrekker van de nationale ploeg.

32. Louis Carré

07/01/1925, verdediger,

56 caps

Klassieke stoppersspil, de man centraal in de verdediging van Club Luik en de Rode Duivels. Heersend in de grote rechthoek, betrouwbaar, sterk in de duels en goed met het hoofd. Carré werd in 1952 en 1953 kampioen met Club Luik en verzamelde 56 caps in een tijd dat er veel minder interlands werden gespeeld.

33. Fons Van Brandt

24/09/1927, verdediger,

38 caps

Onvermoeibare back die steeds lijf en leden in de strijd gooide. Speelde met Lierse in de subtop en won in 1955 de Gouden Schoen. Bij de nationale ploeg hield hij de meest gereputeerde voetballers ter wereld uit de wedstrijd, zoals Stanley Matthews in de legendarische 4-4 tegen Engeland op het WK’54.

34. Georges Grün

25/01/1962, verdediger,

77 caps

Ranke en slimme rechtsback die in de jaren 80 drie titels won met Anderlecht. In 1990 ging hij naar Parma en in 1993 won hij met de Italiaanse club de EC2, tegen Antwerp. Speelde 77 keer voor de Rode Duivels en scoorde memorabele goals, zoals die in De Kuip tegen Nederland in de barrages voor het WK’86.

35. Michel Renquin

03/11/1955, verdediger,

55 caps

Een linksback met karakter, zowel in positieve als in negatieve zin. Energiek, hard en tegelijk toch aanvallend ingesteld, maar ook temperamentvol en koppig. Toen hij gaandeweg de belhamel in zich ontgroeide, maakte hij een mooie carrière, vooral bij Standard en met de nationale ploeg op het EK’80 en het WK’86.

36. Leo Clijsters

09/11/1956 – 04/01/2009,

verdediger, 40 caps

Lei Clijsters speelde afwisselend als middenvelder en verdediger, maar was met zijn uitstekende positiespel toch het best als libero. Hij brak door bij Waterschei en maakte vervolgens met KV Mechelen de grote Europese successen mee. Zijn inzet en winnaarsmentaliteit leverden hem in 1988 de Gouden Schoen op.

37. Nico Dewalque

20/09/1945, verdediger,

23 caps

Kwam bij Standard als aanvaller, maar schoof al snel naar achteren. Met zijn techniek en speldoorzicht was de Limburger een gedroomde libero. Hij was de frivole generaal van de meedogenloze ‘rode garde’ Jeck-Beurlet-Thissen, die voor hem opereerde. Drie titels op rij met de Rouches (’69, ’70, ’71) en een vaste waarde bij de Rode Duivels.

38. Julien Cools

13/02/1947, middenvelder,

35 caps

Als middenvelder met een extra paar longen, liep Cools voortdurend de rechterflank op en neer. Niet om zijn technische kwaliteiten, maar om zijn inzet en uithouding ging de Kempenaar in ’73 van Beringen naar Club en won hij in ’77 de Gouden Schoen. Als kapitein voerde hij de Rode Duivels in ’80 naar de EK-finale.

39. Jean Dockx

24/05/1941 – 15/01/2002,

middenvelder, 35 caps

Bij KV Mechelen en Racing White was Dockx de technisch beste speler, maar hij was ook een harde werker en daarvoor haalde Vanden Stock hem naar Anderlecht. Te midden van de vedetten was de Mechelaar de meesterknecht, die de ploeg het nodige karakter bijbracht om twee Europese bekers (’76 en ’78) weg te kapen.

40. Freddy Chaves

08/10/1918, middenvelder,

20 caps

Gentenaar van Spaanse komaf, die eind jaren 30 in de eerste ploeg van La Gantoise debuteerde. Met zijn Latijnse stijl, zijn techniek, speldoorzicht en uitstekend schot was hij een voorbeeldige inside of aanvallende middenvelder. De oorlog dwarsboomde zijn carrière al verzamelde hij toch nog twintig caps.

41. Paul Vandenberg

11/10/1936, middenvelder,

38 caps

Een elegante voetballer, een bleke atleet die er meer uitzag als een intellectueel dan als een voetballer. Hij bezat een zuivere pass en een mooi gedragen schot. Begin jaren 60 deed hij iets van de fierheid van het oude Union herleven. Bij Standard en Anderlecht haalde hij nog wel resultaten maar weinig spelplezier.

42. Georges Heylens

08/08/1941, verdediger,

67 caps

In het grote Anderlecht van de jaren 60, dat vol liep met vedetten, was de kleine Heylens de man die als rechtsback het vuile werk moest opknappen. Maar hij deed dat onvermoeibaar en bijzonder gedegen. Heylens speelde ook dertien jaar lang voor de nationale ploeg, tot een beenbreuk een einde maakte aan zijn carrière.

43. Odilon Polleunis

01/05/1943, aanvaller,

22 caps

Limburger die talent te koop had, maar er niet alles uit haalde, door gemakzucht en een gebrek aan ambitie. Als aanvallende middenvelder had hij een zuivere pass en een schitterend schot in de voeten. Bij Sint-Truiden won hij in 1968 de Gouden Schoen, maar zijn echte hoogtepunt was de titel met RWDM in 1975.

44. Armand SwartenbroekS

30/06/1892 – 03/10/1980,

verdediger, 53 caps

Betrouwbare en robuuste verdediger. Swart was de aanvoerder van de nationale ploeg die op de OS van ’20 in Antwerpen goud veroverde. Hij was (ondanks de onderbreking van WO1) de eerste Belg die aan 50 caps kwam, terwijl er toen minder interlands werden gespeeld dan nu.

45. Fernand Goyvaerts

24/10/1938 – 05/04/2004,

aanvaller, 8 caps

Stevig gebouwde aanvaller uit de jaren 60, met een goede dribbel en dito schot. Was na Raymond Braine de eerste Belg die naar het buitenland ging, en dan nog wel naar Barcelona. Nadien ging hij ook nog naar Real Madrid, maar door enige gemakzucht haalde hij niet alles uit zijn carrière.

46. Walter Meeuws

11/07/1951, verdediger,

46 caps

Hoewel afkomstig uit de stille Kempen, was Meeuws als voetballer minstens even goed met zijn mond als met zijn voeten. Als libero bij o.a. Club, Standard en de Rode Duivels organiseerde, controleerde en stuurde hij de verdedigers voor hem. Als hij dan toch zelf eens moest ingrijpen, gebeurde dat soms al te driest.

47. François Van der Elst

01/12/1954, aanvaller, 44 caps

Als snedige en trefzekere spits zorgde Swat Van der Elst mee voor de Europese successen van Anderlecht in de jaren 70. Werd daardoor, na Jurion, de tweede Mister Europe. Na een intermezzo bij New York Cosmos beleefde hij een tweede carrière bij West Ham én bij de Rode Duivels, o.a. op het EK’80.

48. Erwin Vandendaele

05/03/1945, verdediger,

32 caps

De mooie, wat flegmatieke middenvelder die bij Club in 1971 de Gouden Schoen won, werd door Happel doorgestuurd naar Anderlecht, waar hij zich ontpopte als klassieke libero, rustig achter de verdediging. Met paars-wit haalde hij nog Europese successen, maar daarna hield hij zijn carrière snel voor bekeken.

49. Denis Houf

16/02/1932, middenvelder,

26 caps

De eerste grote spelverdeler van Standard, stijlvol maar ook sterk, aanvallend ingesteld maar ook vaak terugzakkend. Hij stuwde de werkvoetballers uit Luik naar de Belgische top en bracht de Rouches in het begin van de jaren 60 als eerste Belgische club een heel eind in de Europabekers.

50. Robert Paverick

29/11/1912 – 25/05/1994, verdediger, 41 caps

Legendarische verdediger van de Great Old. Kwam in de sterke, jonge ploeg van FC Antwerp die begin jaren 30 naar de top speelde en twee landstitels veroverd had. Bob Paverick werd ook een vaste waarde in de nationale ploeg. Met de Rode Duivels maakte hij het WK van 1938 in Frankrijk mee.

51. Gert Verheyen

22/09/1970, aanvaller, 50 caps

Als piepjonge maar al robuuste spits won hij in 1988 met Lierse de eindronde en viel hij in de smaak bij Anderlecht. Lang zou dat niet duren want met zijn bonkige stijl paste hij beter bij het fysieke voetbal van Club Brugge. Bij blauw-zwart was hij van onschatbare waarde als werkpaard, goalgetter én leider.

52. Lorenzo Staelens

30/04/1964, middenvelder,

70 caps

Lange tijd de tweede man op het Brugse middenveld, naast Van der Elst. Maar Staelens was minder de dirigent, waaierde meer uit en scoorde ook geregeld. Op het einde van zijn carrière maakte hij een opgemerkte overstap naar Anderlecht waar hij in 1999 nog de Gouden Schoen won en het Europese wonderjaar 2000 meemaakte.

53. Léon Semmeling

04/01/1940, aanvaller, 35 caps

Kleine, snelle rechtsbuiten die een lange carrière maakte bij Standard en er tussen 1961 en 1971 vijf keer kampioen werd. Zijn specialiteit was de lijn afdweilen en dan naar binnen komen of een scherpe voorzet afleveren. Als pocketspits paste P’tit Léon nochtans niet in het krachtspel van de Rouches.

54. Yves Baré

28/10/1938, verdediger,

21 caps

Stijlvolle linksachter en kapitein van Club Luik. Door zijn techniek, zijn sober verdedigen en zijn aanvallende impulsen paste hij perfect in de ‘Anderlechtverdediging’ van de Rode Duivels. Werd nadien ook aanvoerder bij Beerschot. Won daar zijn enige trofee, de Belgische beker in 1971.

55. Henri Meert

27/08/1920 – 19/05/2006, doelman, 33 caps

De doelman met de pet, die heel zijn carrière Anderlecht trouw bleef. Hij was de exponent van een eerste grote generatie Belgische keepers met Daenen, Gernaey en Seghers. Hoewel hij wat sloom oogde, was Rie de beste van dat lot. Hij keepte met handen en voeten en bezat formidabele reflexen.

56. Johny Thio

02/09/1944 – 04/08/2008,

aanvaller, 18 caps

Volksvoetballer pur sang. Thio was een uitbundige persoonlijkheid, op en naast het veld. Hij was de aanvoerder, rechts op het middenveld van Club Brugge, maar scoorde ook geregeld met strakke afstandsschoten. Behaalde met Club één titel en twee bekers, maar toen Happel kwam, was zijn speeltijd om.

57. Timmy Simons

11/12/1976, middenvelder,

69 caps

Verdedigende middenvelder bij zijn clubs (Lommel, Club Brugge, PSV), libero bij de Rode Duivels, maar op elke positie vooropgaand in de strijd en telkens met de aanvoerdersband om de arm. Een dirigent zonder franje, nooit geblesseerd, uiterst zelden geschorst: degelijkheid als wapen. Toch een Gouden Schoen.

58. Jacky Stockman

08/10/1938, aanvaller, 32 caps

Niet de meest verfijnde aanvaller, maar een doorzetter met een hoge doelpuntenproductie. Zorro trapte de ballen zonder veel omhaal binnen. In 1962 werd hij topschutter. Door zijn karakter en koppigheid hield hij zich goed staande tussen de meer getalenteerde vedetten van Anderlecht.

59. Jean Janssens

28/09/1944, aanvaller, 7 caps

Voorbeeldige clubspeler die met SK Beveren de opgang van vierde naar eerste klasse meemaakte. Al die tijd werkte hij ook gewoon als havenarbeider. Janssens was een erg snelle en explosieve voetballer. Op het einde van zijn carrière, in 1979, werd hij nog landskampioen en won hij de Gouden Schoen.

60. Bruno Versavel

27/08/1967, middenvelder,

28 caps

Linkermiddenvelder die door zijn gave techniek verwoestende rushes kon opzetten en ook geregeld scoorde. Hij kwam in de ploeg van Malinwa die Europees hoge toppen scheerde en verhuisde nadien naar Anderlecht en vervolgens naar Perugia. Vaak geblesseerd en daardoor nooit echt helemaal top.

61. Patrick Vervoort

17/01/1965, middenvelder,

32 caps

Als jonge linksachter van Beerschot kwam Vervoort onverwacht in de nationale ploeg terecht die het tot de halve finale bracht van het WK’86. Een jaar later trok hij naar Anderlecht, waar hij twee bekers won en in ’90 de finale van EC2 speelde. Nadien haalde hij bij Bordeaux, Ascoli en Standard zijn oude niveau niet meer.

62. Roger Van Gool

01/06/1950, aanvaller, 7 caps

Kempenaar die in 1974 van Antwerp naar Club Brugge transfereerde en er in de grote ploeg van Ernst Happel terechtkwam. Aalvlugge rechtsbuiten die de moeilijkste kansen kon benutten – maar ook de makkelijkste missen. Kende na Brugge nog een mooie tijd bij FC Köln waar hij een titel en twee bekers won.

63. René Verheyen

20/03/1952, middenvelder,

24 caps

Bescheiden Kempenaar die ook op het veld meestal een dienende rol vervulde. Dat deed hij wel met verve en dankzij een prima linker vlamde hij er geregeld eentje binnen. Speelde lang bij toenmalig subtopper Lokeren waar hij in ’77 Man van het Seizoen werd. Deed dat in ’84 nog eens over bij Club Brugge.

64. Hugo Broos

10/04/1952, verdediger,

24 caps

Stugge verdediger, kopbalsterk en goed in de tackle. Minder voetballend vermogen, weinig flair en daardoor ook niet zo opvallend, maar wel een lange carrière. Samen met Coeck en Vercauteren de enige die de drie Europacups won met Anderlecht. Maakte nog een mooi fin de carrière bij Club Brugge.

65. Victor Wegria

04/11/1936 – 06/06/2008, aanvaller, 5 caps

Krachtige en kopbalsterke midvoor die als typische targetman werd uitgespeeld. Op een kleine zijstap naar Standard na, speelde Wegria heel zijn carrière voor Club Luik. Hij werd er vier keer nationaal topschutter: in 1959, 1960, 1961 en 1963. Haalde desondanks toch maar vijf caps.

66. Henri Diricx

07/07/1927, verdediger,

26 caps

Begon na de oorlog bij Union als aanvaller, maar depanneerde eens in de verdediging en bleef daar vervolgens staan. Diricx was dan ook niet de klassieke potige achterspeler, maar een stijlrijke flankverdediger die graag mee ten aanval trok. Pakte in vijftien jaar eerste klasse geen enkele boeking (nu gele kaart).

67. Maurice Martens

05/06/1947, verdediger,

26 caps

Frêle linksbuiten, later back, die als 18-jarige van Aalst naar Anderlecht verhuisde. Speelde in 1970 de finale van EC3 met paars-wit, dat hem nadien liet gaan naar Racing White. Daar ontbolsterde hij en won hij de Gouden Schoen in 1973 en (met fusieclub RWDM) de titel in 1975. Speelde ook tien jaar lang voor de Rode Duivels.

68. Marc Emmers

25/02/1966, middenvelder,

37 caps

De blonde Limburger verhuisde al jong van Waterschei naar KV Mechelen, waar hij de glorieperiode eind jaren 80 meemaakte. Nadien ging hij, net als zijn maatje Versavel, naar Anderlecht en later naar Perugia. Emmers was begaafd en erg polyvalent, maar dat keerde zich vaak tegen hem. Ook blessures stremden zijn carrière.

69. Hippolyte van den Bosch

30/04/1926, aanvaller, 8 caps

Typische speler uit de Anderlechtschool, die verzorgd aanvalsspel voorschrijft. Als technisch onderlegde inside of binnenspeler was hij niet alleen de motor op het middenveld, maar tevens een gedroomde foerier voor Mermans. Speelde in de jaren 50 drie keer na elkaar kampioen met paars-wit.

70. Johan Devrindt

14/04/1945, aanvaller, 23 caps

Sturm und Drangaanvaller uit Overpelt die door Anderlecht naar Brussel werd gehaald. Een capabele centrumspits maar te veel een ruwe diamant om echt de top te halen. Werd in de jaren 60 vier keer na elkaar kampioen met paars-wit en had nadien nog een mooie carrière bij PSV en Club Brugge.

71. Jean Thissen

21/04/1946, verdediger,

34 caps

De robuuste linksachter van Standard was een man van staal, als het ware gegoten in de hoogovens van Luik. Hij werd drie keer kampioen met de Rouches vooraleer hij een opgemerkte transfer maakte naar aartsrivaal Anderlecht. Bij paars-wit maakte hij alle Europese topmomenten van de jaren 70 mee.

72. Maurice De Schrijver

26/06/1951, verdediger, 4 caps

Trouwe clubspeler van Lokeren. Verzorgd voetballende libero met een goede techniek. Voor een basisplaats bij de Rode Duivels kwam hij net te kort, maar hij werd wel meegenomen naar het WK’82 in Spanje waar hij mocht helpen om Maradona af te stoppen. Vroegtijdig carrière-einde door een beenbreuk.

73. Henri Depireux

01/02/1944, middenvelder,

2 caps

Aanvallende middenvelder van Club Luik, Standard en Racing White met veel creativiteit en originaliteit. Een beetje de Sérgio Conceição van de jaren 60: vloeiende bewegingen en een oogstrelende techniek, maar ook hautain op het arrogante af en geregeld neerkijkend op de arbitrage.

74. Godfried Vandenboer

08/05/1934, aanvaller, 7 caps

Sterke spits met een fabelachtig hard schot. Frits Vandenboer kwam van Overpelt naar Anderlecht om er Mermans op te volgen. Had een betere trap dan de bombardier, maar minder karakter en hij kon niet aarden in de hoofdstad. Kende zijn beste periode na zijn terugkeer naar Limburg, bij Sint-Truiden.

75. Raymond Mommens

27/12/1958, middenvelder,

19 caps

Begaafde maar wat timide linkermiddenvelder van Lokeren en nadien Charleroi. Mommens was de man van de tweede rij: nooit een topclub gehaald, nooit prijzen gepakt en bij de Rode Duivels vaak bankzitter (al was hij erbij in de finale van het EK’80). Met 614 wedstrijden in eerste klasse is hij wel recordhouder van de regelmaat.

76. Bart Goor

09/04/1973, middenvelder,

78 caps

Debuteerde in eerste klasse bij RC Genk meteen met 18 goals waarop Anderlecht hem overnam. Bij paars-wit werd hij een scorende linkerwinger. Na het Europese succesjaar 2000 verhuisde hij naar Hertha Berlijn. Goor had niet de grote klasse, maar kon door zijn enorme strijdlust een ploeg op sleeptouw nemen.

77. Johan Walem

01/02/1972, middenvelder,

36 caps

Vernoemd naar Cruijff en ook van jongs af gezegend met een fluwelen traptechniek, maar minder présence en soepelheid. Walem had zijn gestalte niet mee en moest dat compenseren door (werk)kracht. Op het middenveld van Anderlecht en de Rode Duivels kon hij zowel een defensieve als een offensieve rol aan.

78. Michel De Wolf

19/01/1958, verdediger,

42 caps

Kleine maar hardnekkige linksback bij RWDM, AA Gent en KV Kortrijk, niet bepaald topclubs in de jaren 80. Door zijn onverzettelijkheid schopte hij het tot Rode Duivel, op het WK’90 scoorde hij zelfs. Daarna – 32 jaar al – mocht hij naar Anderlecht, waar hij zich omschoolde tot snelle en explosieve laatste man.

79. Guy Vandersmissen

25/15/1957, middenvelder,

17 caps

Iemand die er nooit boven uitstak, maar op wie trainers wel konden rekenen. Rechts op het middenveld deed Vandersmissen meer dan zijn werk. Het duurde even voor hij doorbrak bij Standard, maar dan won hij er een beker (’81) en twee titels (’82 en ’83). Met de Rode Duivels maakte hij de Mundial in ’82 mee.

80. Nico Claesen

07/10/1962, aanvaller, 36 caps

Kleine geblokte aanvaller die al jong furore maakte bij Seraing en in 1984 topschutter werd. Hij slaagde bij vele clubs, zoals Stuttgart, Standard, Antwerp en Tottenham, waar hij als eerste Belg de finale van de FA Cup speelde. Als Rode Duivel beklijfden vooral zijn prestaties op de Mundial in Mexico ’86.

81. Fons Bastijns

28/01/1947 – 15/11/2008, verdediger, 3 caps

Aanvoerder van het grote Club Brugge uit de tijd van Happel. Aanvankelijk begonnen als voorspeler groeide hij uit tot een snelle en hardwerkende rechtsback. Bastijns had zijn beperkingen, maar was onverzettelijk en voetbalde als echte Clubspeler een mooi palmares bij elkaar.

82. Stephane Demol

11/03/1966, verdediger,

39 caps

Zelden debuteerde een 20-jarige met zo veel branie op het hoogste niveau. In ’86 was hij met Anderlecht beslissend in de testmatchen tegen Club en met de Rode Duivels op het WK. Een libero met uitstraling en techniek, wel wat gemakzuchtig af en toe, waardoor zijn buitenlandse omzwervingen geen succes werden.

83. Gerard Plessers

30/03/1959, verdediger,

13 caps

Vinnige en goed voetballende linksachter. Werd met Standard kampioen in ’82 en ’83 en trok dan naar Hamburg, waar hij jaren meedraaide. Was een van de kandidaten om dé probleempositie van de Rode Duivels destijds, de linksback, in te vullen, maar slaagde daar ondanks zijn kwaliteiten niet in.

84. Luc Millecamps

10/09/1951, verdediger,

35 caps

Trouwe clubspeler van SV Waregem die veel meer uit zijn carrière haalde dan er leek in te zitten, en dat dankzij zijn vaste positie als voorstopper van de Rode Duivels onder Thys. De baardige verdediger was een meester in de mandekking, bal afpakken en inleveren. Opbouwen was voor de spelers rond hem.

85. Lucien Olieslagers

02/11/1936, aanvaller, 0 caps

Aanvaller die in zijn jonge jaren graag van de flank kwam, maar nadien centraler ging speler. Won bij Lierse in 1959 de Gouden Schoen en haalde het jaar erop met de Pallieters de titel. Toch verzamelde de brave Kempenaar geen enkele cap, de verschillende bondscoaches zagen hem telkens over het hoofd

86. Nico Van Kerckhoven

14/12/1970, verdediger,

42 caps

Een profcarrière van meer dan 20 jaar, het is weinigen gegeven. Van Kerckhoven debuteerde als jonge twintiger bij Lierse en speelde met de Pallieters in 1997 kampioen. Nadien vertrok hij voor zes jaar naar Schalke 04. Als linksback of linkshalf was hij ook een polyvalente speler bij de Rode Duivels.

87. Luis Oliveira

24/03/1969, aanvaller, 31 caps

Braziliaan die al op heel jonge leeftijd naar Anderlecht kwam, waar hij in 1990 een basisplaats kreeg en al snel Belg en Rode Duivel werd. Oliveira speelde vaak op de flank, maar was met zijn techniek, kracht en snelheid toch vooral spits. Maakte een lange carrière in Italië en speelde bij Fiorentina jaren aan de zijde van Batistuta.

88. Danny Boffin

10/07/1965, middenvelder, 53 caps

Kleine, vinnige linkermiddenvelder met snelle beentjes, die hem de bijnaam Speedy opleverden. Begon in de jaren 80 bij Club Luik, een subtopper toen. Anderlecht haalde hem er weg. Met paars-wit werd Boffin drie keer op rij kampioen (’93 tot ’95). Ging nadien nog tien jaar door, o.a. bij Metz en STVV.

89. Jef Vliers

18/12/1932 – 19/01/1994, aanvaller, 6 caps

Bonkige aanvaller met een staalhard schot. Verhuisde in 1954 voor het recordbedrag van 1,25 miljoen frank van Patria Tongeren naar Racing Brussel. Werd nadien nationaal topschutter in het Beerschot van Coppens. In zijn nadagen bij Standard omgeschoold tot back en nog Rode Duivel geworden.

90. Jan Van der Auwera

09/01/1925, middenvelder,

23 caps

De Sterke Jan van Racing Mechelen. Uitstekende clubspeler die het vuile werk opknapte voor de vedetten van Racing in de jaren 50, zoals Rik De Saedeleer. Was de eerste die de positie van verdedigende middenvelder op die manier invulde. Verzamelde als stofzuiger ook 23 caps bij de Rode Duivels.

91. Bert De Cleyn

28/06/1917, aanvaller, 12 caps

Als midvoor een modelafwerker. Kon vanwege de oorlog pas vrij laat zijn carrière op gang brengen. Vormde bij KV Mechelen (toen nog Malinois) een dodelijk aanvalsduo met Torke Lemberechts. In 1946 en 1948 werd Malinois kampioen en in dat eerste jaar scoorde De Cleyn 40 doelpunten, nog steeds een record.

92. François Janssens

25/09/1945, aanvaller, 2 caps

Dribbelvaardige aanvaller die met Lierse in 1969 de beker won en in 1974 tot Man van het Seizoen werd gekroond. Jan Ceulemans beweerde dat Swat Janssens beter was dan hijzelf, maar de bescheiden Kempenzoon had totaal geen ambitie en hield meer van zijn bezigheden als kunstschilder.

93. André Piters

18/01/1931, aanvaller, 23 caps

Piters, bekend onder zijn bijnaam Popeye, was de clowneske buitenspeler van Standard in de jaren 50. Popeye Piters was een dribbelaar die niet alleen voor zijn team, maar ook voor het publiek speelde. Hij was degene met wie Coppens de avant-gardistische penalty in twee tijden nam tegen IJsland in 1957.

94. Gilbert Van Binst

05/07/1951, verdediger,

15 caps

Als aanvaller kon Gille Van Binst in het Anderlecht van de jaren 70 niet tegen de concurrentie op en dus schoolde hij om tot rechtsback. Hij bezat een voorbeeldige slidingtackle, maar bleef vooral aanvallend ingesteld. In de finale van de Europacup 2 tegen Austria Wien in 1978 scoorde hij twee keer.

95. Filip De Wilde

05/07/1964, doelman, 33 caps

Een degelijke en sobere doelman, zowel op als naast het veld. Product van de Beverense keepersschool waaruit ook Pfaff en De Vlieger stammen. Met Beveren werd hij in 1984 kampioen, bij Anderlecht nadien nog zes keer. Tussen 1995 en 2000 was hij ook de eerste keus bij de Rode Duivels.

96. Josip Weber

16/11/1964, aanvaller, 8 caps

Kroaat die in 1988 bij Cercle Brugge terechtkwam en er in 204 competitiematchen 136 keer scoorde. Na drie opeenvolgende trofeeën als topschutter (’92, ’93 en ’94) werd hij tot Belg genaturaliseerd en speelde hij het WK’94 in de VS. Transfereerde naar Anderlecht, maar door een blessure eindigde zijn carrière voortijdig.

97. Jacky Munaron

08/09/1956, doelman, 8 caps

Atletische keeper met uitstekende reflexen. Kreeg met veel concurrentie af te rekenen, zowel bij de nationale ploeg (Pfaff) als bij Anderlecht (in het begin Ruiter en De Bree, op het einde De Wilde), maar speelde alles bij elkaar toch bijna 400 wedstrijden voor paars-wit en won in die periode o.a. de UEFA Cup ’83.

98. Joseph Pannaye

29/07/1922 – 13/02/2009, verdediger, 13 caps

Jo Pannaye maakte als speler de hoogdagen mee van enkele vergane glorieën uit de provincie Luik. De boomlange verdediger begon zijn carrière als linksachter bij Tilleur. Bij CS Verviers werd hij nadien speler-trainer en hij bracht de Rammen in 1956 weer naar de hoogste afdeling.

99. Hector Goetinck

05/03/1887 – 26/06/1944, aanvaller, 17 caps

Een van de eerste groten van het vaderlandse voetbal. Torten Goetinck was buitenspeler bij het FC Brugge dat voor de Eerste Wereldoorlog drie keer vicekampioen werd en in 1920, het eerste naoorlogse seizoen, een eerste titel pakte. Was Belgisch bondscoach op de WK’s van 1930 en 1934.

100. Vincent Kompany

10/04/1986, verdediger,

28 caps

De meest belovende van de jonge aankomende generatie, degene ook die net al iets langer meegaat dan Fellaini, Dembélé of Defour. Een technisch begaafde centrale verdediger, gerijpt bij Anderlecht, die met zijn controle over de bal en zijn flegma misschien nog het meest aan Laurent Verbiest doet denken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content