Met Benfica (tegen AZ) en Porto (tegen CF Sevilla) heeft Portugal weer twee clubs bij de laatste acht in de Europa League. Al het vijfde jaar op rij dat minstens één Portugese club de kwartfinales van de EL bereikt. “Wij rekenen op een finale tussen Porto en Benfica”, vertelt Hugo Vasconcelos, hoofdredacteur van het vooraanstaande sportmagazine A Bola, zonder enige ironie. “Op Juventus na zitten er geen betere ploegen in de kwartfinales.” Toch verliest Vasconcelos de realiteit niet uit het oog: “De tijd dat we in de Champions League ver konden doorstoten – zoals Porto, dat in 2004 de CL won – ligt achter ons. De economische crisis laat zich duidelijk voelen in het Portugese voetbal: minder toeschouwers, minder tv-rechten en bijgevolg lagere salarissen, dus minder sterke buitenlanders die naar onze competitie komen. Zelfs instituten als Porto en Benfica moeten elk jaar hun topspelers van de hand doen.”

Maar dat hoeft niet per se nefast te zijn, oordeelt de analist. “Want je merkt dat het niveau van onze jeugdopleiding er weer op vooruitgaat. Het is van de generatie van Ronaldo en Quaresma geleden dat we nog zo een getalenteerde lichting hadden. Een groot pluspunt is dat er sinds dit seizoen weer B-ploegen van eersteklassers in de tweede klasse aantreden, dat geeft jongeren de kans om ervaring op te doen.”

In tijden dat de knip op de geldbeugel moet, wordt eigen jeugd belangrijker. In Portugal is het Sporting Lissabon dat de kar trekt. De groen-witten eindigden vorig seizoen op een zevende stek, het slechtste resultaat uit hun rijke clubgeschiedenis. Onder meer Frank Vercauteren verbrandde er zijn vingers aan en hield het er slechts enkele maanden vol op de trainersstoel. Maar nu staat Sporting er opnieuw. Het prijkt op de tweede plaats, ruim achter leider Benfica, maar boven Porto. “Niet eens een verrassing”, beweert Vasconcelos. “Wat Sporting vorig seizoen beleefde, was uitzonderlijk. Hun nieuwe voorzitter maakte schoon schip, vernieuwde de kern en mikt op de doorstroming van eigen jeugd.”

Een opvallende naam in de ploeg van trainer Leonardo Jardim is die van William Carvalho (21), vorig seizoen nog actief bij Cercle Brugge. Vasconcelos: “Hij is een openbaring. Veruit de beste speler van Sporting dit seizoen. Hij speelt als nummer zes en staat in voor de organisatie. Op het komende WK zou hij wel eens een basispion in de nationale ploeg kunnen zijn.”

De titel in de Primeira Liga gaat wellicht naar Benfica, dat zo de hegemonie van FC Porto doorbreekt. Een wissel van de macht? “Niet echt”, vindt de hoofdredacteur van A Bola. “Benfica speelt al vier jaar – sinds de komst van Jorge Jesús – het mooiste voetbal in Portugal, maar Porto was meestal efficiënter. Vorig seizoen greep Benfica net naast alle prijzen, daar hebben ze uit geleerd. In de EL hebben ze geroteerd, omdat de landstitel prioritair was, maar nu die bijna binnen is, verwacht ik dat ze vol voor de EL zullen gaan. En in de beker zitten ze ook nog (halve finale tegen Porto, nvdr). Dit kan hun jaar worden.”

Een definitieve troonswisseling moeten we echter niet verwachten. “De geschiedenis leert ons dat Porto wel eens één of twee mindere jaren kent, maar dan altijd sterker terugkomt”, weet Vasconcelos. “Je mag het verlies van João Moutinho en Jaime Rodriguez (beiden naar AS Monaco, nvdr) niet onderschatten. Die erfenis weegt zwaar, vraag maar aan Steven Defour. Dat hij dit seizoen toch niet kon doorbreken, had te maken met een te hoog verwachtingspatroon enerzijds en met tactiek anderzijds. Hij rendeert best als box-to-box in een driemansmiddenveld, terwijl de vorige trainer meestal voor een 4-4-2 koos. Met de nieuwe trainer Luis Castro kan hij de komende weken nog belangrijk zijn voor de ploeg.”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content