RC Genk blijft boven de verwachtingen presteren. Met het vertrek van João Carlos deed het financieel een prima zaak en de sportieve ambities komen (voorlopig) niet in het gedrang. Als straks in play-off 1 niet naast de prijzen wordt gegrepen, zal iedereen het goed hebben gedaan.

Hebben we dit RC Genk vorig seizoen met zijn allen zwaar onderschat? Of doen we aan overschatting nu het zich al een heel seizoen als enige in het spoor van Anderlecht vastbijt? Het is maar vanuit welke stoel je het bekijkt.

Volgens trainer annex technisch directeur Frank Vercauteren haalt hij er nu al vele maanden alles uit wat erin zit, en zelfs meer dan dat. Volgens de beleidsmakers bewijst de huidige gang van zaken hún gelijk. Genk staat afgescheiden tweede, maakte de meeste doelpunten en heeft de topschutter in zijn rangen. Leek het Europese ticket vorig seizoen al een huzarenstuk, het kon blijkbaar nog beter. Toch blijft Vercauteren herhalen wat hij toen ook al zei: het elastiek kan niet eindeloos worden gerekt.

Het is hoe trainers zijn. Nooit tevreden met wat ze hebben, altijd moeten ze meer en betere spelers. Maar hoe voorspelbaar ook, Vercauterens waarschuwing zou weleens kunnen berusten op een juiste inschatting van de huidige realiteit.

Aanvoerder, geen leider

Twee factoren zijn verantwoordelijk voor het uitstekende Genkse klassement. Van beide was de wedstrijd tegen Club Brugge een prima illustratie. Ondanks een optisch overwicht voor de rust liet de ploeg van Adrie Koster het weerom afweten. Kansen dwongen ze amper af en zelf stonden ze er te veel toe tegen een verre van indrukwekkend Genk. Dan is een nederlaag niet onlogisch.

Als de concurrentie het keer op keer laat afweten, sta je voor je het beseft onbedreigd op de tweede plaats. Als Vercauteren zegt dat hij meer kijkt naar de kloof met de achtervolgers dan naar de koppositie van Anderlecht, dan kijkt hij naar Gent, Lokeren, KV Mechelen en tot voor kort ook Cercle en Kortrijk. Vorig jaar streden STVV, Zulte Waregem en Kortrijk mee om de titel in play-off 1. Noem het de G4 of de G5, op het veld is het geen realiteit meer. Club is al jaren nog slechts een schim van zichzelf en ook Standard maakt sinds zijn twee landstitels weer zijn vertrouwde labiele indruk.

De bal is rond, een wedstrijd duurt negentig minuten en alles in voetbal draait om het maken van doelpunten. Soms volstaat een cliché om iets te verklaren. Jelle Vossen scoorde al zestien keer, Marvin Ogunjimi elf keer, Elyaniv Barda tien keer. Drie aanvallers die samen goed zijn voor 62 procent van de doelpuntenproductie. Sommigen schrijven de ontbolstering van Vossen toe aan zijn uitleenbeurt aan Cercle Brugge vorig seizoen. Gemakshalve wordt dan vergeten dat hij er door een beenbreuk niet bijster veel speelde.

Als Kevin De Bruyne kan doorbreken zonder uitleenbeurt, waarom Vossen niet? Dichter bij de waarheid is dat het Genkse vertrouwen in de jonge aanvaller niet erg groot was. In het systeem van Vanhaezebrouck was geen plaats voor hem en niemand verzette zich tegen zijn vertrek. Ook afgelopen zomer bood Genk hem nog aan bij andere clubs en zelf overwoog Vossen nog een laat vertrek bij zo veel gebrek aan vertrouwen. Hetzelfde verhaal met Ogunjimi. Pas toen duidelijk was dat Vercauteren in hen geloofde, tekenden ze bij.

De grootste gedaantewisseling die Genk na Vanhaezebrouck onderging, is dat zijn opvolger heel snel zijn eigen voorkeur opzijzette en voor een systeem koos op basis van het beschikbare spelersmateriaal. Het blijft nog altijd de belangrijkste verklaring – factor drie – voor het Genkse succes. Vossen en Ogunjimi gingen scoren in een rol die het best bij hen past en de ploeg trok er zich aan op. Want zo gaat het altijd: in een winnend elftal maakt zelfs de meest grijze speler een goede indruk.

Van verguisd heette Daniel Tözsér plots een leider te zijn. Hij is het niet, maar zo werkte het in de perceptie. Hetzelfde gold voor João Carlos. In een verliezend elftal zelden de man die vooropging in de strijd, een aanvoerder die er eigenlijk geen was, maar als het goed ging wel geregeld een dikke zeven. Carlos, net als Tözsér, was geen speler die het elftal beter liet draaien. Neen, hij werd zelf beter in een goed draaiend elftal. Zijn vertrek naar Rusland is gemakkelijker op te vangen voor Vercauteren dan een eventuele transfer van Vossen en/of Ogunjimi na dit seizoen. Omdat hún vertrek impact zal hebben op het rendement van andere spelers.

Tel daarbij vroeg of laat de terugkeer bovenin van Club Brugge en Standard, en de waarschuwing van Vercauteren klinkt niet meer zo gratuit.

Tot in de hemel

De dag dat Vossen en Ogunjimi het laten afweten, zal het vergrootglas snel op de Genkse defensie worden gelegd. Zowel tegen STVV als tegen Club liet het nieuwe centrale duo MatoukouJoneleit zich betrappen op steeds weerkerende slordigheden. Hun alternatieven zijn allebei linksvoetig: de nieuwelingen Nadson en Chris Mavinga. De oude onevenwichten zijn nog niet hersteld, of een nieuw is al gecreëerd.

De transfer van Nadson is het eerste resultaat van de door voormalig technisch directeur Herman Vermeulen opgezette spelersdatabank. Genk kwam de Braziliaan op het spoor via de Servische makelaar van Edward Ofere, de Zweedse aanvaller waarmee het vorig jaar lang onderhandelde. Van hem wordt veel verwacht. Mavinga, in eerste instantie een linksachter, heet niet complementair te zijn met Matoukou. Mocht er een alternatief zijn voor de Kameroener, hij zou al aan de zijde van Carlos hebben gespeeld. Bij gebrek aan rechtsvoetige centrumverdedigers mocht de (te licht bevonden) Timothy Durwael plots niet meer weg.

Het vertrek van Carlos was een berekend risico. Financieel doet Genk een uitstekende zaak: zijn liquiditeitsprobleem is in één klap van de baan. Het contract van de Braziliaan bevatte cijfertjes uit de tijd dat de bomen nog tot in de hemel reikten. Vandaag gelden er andere normen in de Cristal Arena. Gevraagd om een reactie zegt voorzitter Herbert Houben dat hij best een inspanning had willen doen, “maar een 29-jarige voetballer die elders vier keer meer kan gaan verdienen, is niet tegen te houden.”

Omdat iedereen al is vergeten dat Genk vorige zomer zelf probeerde Carlos te slijten, ontstond de indruk dat uit zijn transfer een gebrek aan sportieve ambitie sprak. Houben is duidelijk: “De titel was niet ons doel. Anderlecht van de titel houden wordt sowieso bijzonder moeilijk, met of zonder Carlos. Ik zeg niet dat we niet geïnteresseerd zijn, maar we moeten realistisch blijven. Onze ambities liggen op de langere termijn.”

DOOR JAN HAUSPIE

“Anderlecht van de titel houden wordt sowieso bijzonder moeilijk, met of zonder Carlos.” voorzitter Herbert Houben

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content