Komend weekend begint KAS Eupen op Zulte Waregem aan zijn tweede seizoen ooit in de hoogste klasse. Van de club die zes jaar geleden één jaar van het topvoetbal proefde, blijven alleen de naam en de kleuren over, maar aan voetballend vermogen ontbreekt het dit exotisch gezelschap alvast niet.

In de krantenwinkel Lollipop op het marktplein Auf’m Bach achter de achttiende-eeuwse Sint-Niklaaskerk staan naast de enige Belgische Duitstalige krant Grenz Echo vooral Duitse kranten en tijdschriften geëtaleerd. Het zijn Aachener Zeitung (Aken ligt maar vijftien kilometer verder), DerSpiegel, Stern, voetbalblad Kicker, de Frankfurter Allgemeine. Maar ook Le Soir, La Dernière Heure en Het Laatste Nieuws. De publiciteitsborden in de zaak zijn in het Duits.

Waar de aandacht van de regio naartoe gaat, blijkt die avond, wanneer KAS Eupen oefent tegen de buurclub van net over de grens. Het roemruchte Alemannia Aachen komt na het failliet van een paar jaar geleden uit in de Duitse vierde klasse. Voor zo’n onbeduidende oefenpot dagen meer fans op dan voor een ontmoeting tegen elfvoudig Belgisch kampioen en tweedeklasser Union Saint-Gilloise, dat hier een paar dagen eerder passeerde, en amper minder dan de 863 een dikke week later voor de galamatch tegen FC Málaga, toch een club uit de eerste helft van de rangschikking van de Spaanse Primera División. Niet onlogisch in een streek waar hét sportmoment sinds mensenheugenis de Sportschau op zaterdagavond op de Duitse staatszender ARD is.

Na de wedstrijd tegen Aachen praat Eupens Spaanse trainer Jordi Condom in de gang naar de kleedkamer met de plaatselijke pers in behoorlijk Frans. De voertaal onder het personeel is Duits, maar bijna iedereen beheerst hier meer dan één taal. Dat moet ook, met Afrikaanse spelers die Engels of Frans praten, een Duitse clubleiding en Spaanse mensen in de technische staf. Ook teammanager Michael Radermacher,hier geboren en getogen en al bij de club aan de slag van voor de overname door de Qatari’s in 2012, is zo’n polyglot die makkelijk omschakelt van Duits naar Frans en Engels. Persverantwoordelijke Michael Reul,beheerst al even goed Duits, Frans, Engels als Nederlands.

Op de ploegvoorstelling van afgelopen zaterdag staat doelman Hendrik Van Crombrugge de fans te woord in meer dan behoorlijk Duits. Van Crombrugge, geboren in het Hageland, kreeg zijn opleiding bij STVV, studeerde aan de KU in Leuven en wisselt vlot tussen Nederlands, Frans, Duits en Engels. Naast hem staat de Franstalige Brusselaar Nicolas Timmermans,die ooit in eerste klasse belandde met het RWDM van Emilio Ferrera. Hij is een van de ervaren krachten die de jonge Afrikanen en Qatari’s moet sturen, naast Siebe Blondelle, de Bruggeling die een appartementje heeft in Eupen en de Limburgse middenvelder Guy Dufour,naast Blondelle en Van Crombrugge de derde Nederlandstalige Belg in de selectie.

ZES BELGEN

In totaal telt Eupen slechts zes Belgen in de 25-koppige spelerskern, waarin liefst vijftien spelers jonger zijn dan 23 jaar. Weinig, maar niet te weinig, hebben ze bij Eupen precies uitgerekend. Zes is het absolute minimum op het scheidsrechtersblad, maar met de buitenlanders die al drie jaar onafgebroken in België resideren zijn er nog vier geassimileerden bij. Dat maakt in totaal tien spelers die Belg zijn of als dusdanig meegerekend mogen worden. Vorig jaar in februari stond bij Eupen tegen White Star Bruxelles voor het eerst geen enkele Belg op het veld, maar wel acht spelers met een achtergrond bij de Aspireacademie. Ook dit seizoen zit dat erin, met liefst 12 spelers op 25 met een Aspireachtergrond.

Na het perspraatje tegen Aachen springt persverantwoordelijke Reul op zijn mountainbike en fietst naar huis. Ver moet hij als buurtbewoner niet rijden. Wie het stadion verlaat en de berg af gaat, is een kilometer verder in het stadscentrum en anderhalve kilometer verder aan het treinstation. Soms stappen de Afrikaanse spelers na een training of een wedstrijd gewoon te voet naar huis. Een auto van de club hebben ze niet. Hier geen toestanden zoals in Beveren, waar destijds de Afrikanen van Jean-Marc Guillou allemaal een auto kregen en daarmee voor flink wat schade en verkeersovertredingen zorgden. Twee à drie busjes van de club brengen de spelers elke dag van hun appartementen in het centrum naar de training of de wedstrijd en andersom. Aan fietsen zijn ze nog niet toegekomen. Het gaat dan ook vanuit het stadscentrum via een helling van tien procent steil bergop, de Kehrweg op, aan de rand van de stad en het immense Hertogenwald. Tien kilometer verderop ben je al in de Hoge Venen.

Er wordt na de match tegen Aachen nog wat nagepraat in de ruimte die toegang geeft tot de perslokalen. Klubheim Penalty, opgetrokken tien jaar na de stichting van de club in 1945, is het kloppend hart van KAS Eupen. De voertaal is er Duits, de vaste bezetting mensen van het Eupense land. Vanavond vloeit het bier rijkelijk, er is met de financiële structuur en de aanwezigheid van de Qatari’s reden tot optimisme bij de club waarvan de natuurlijke biotoop voor de overname derde klasse was, met af en toe een dip in vierde of een uitschieter in tweede. Zelfs wanneer het straks op het veld verkeerd zou lopen – wat niemand verwacht – dreigt nog geen drama, zoals na de degradatie in 2011. De groep uit Doha heeft net nog het erfrecht over het stadion met zijn 8363 plaatsen tot 2043 bedongen met de stad. Daardoor hoeft het voor aanpassingen aan het comfort niet te wachten tot de stad Eupen de toestemming geeft, maar kan het zelf naar believen verbouwingen uitvoeren. De eerste wordt de verhuizing van het sfeervak met de eigen aanhang naar wat vandaag nog het bezoekersvak is aan de hoofdingang, gepland voor november of begin december.

LUCIANO D’ONOFRIO

Het voetballeven in Eupen veranderde in 2012 op één dag van een dreigende nachtmerrie in een sprookje. Op 6 juni 2012 ging om tien uur ’s ochtends in de clublokalen van de zieltogende tweedeklasser een persconferentie van start, in vier talen: Engels, Frans, Duits en Arabisch. Aan de tafel twee partijen die amper wat met elkaar gemeen hebben, maar die elk iets hebben wat de andere partij dringend nodig heeft. Aan de ene kant twee lokale mensen. Dieter Steffens dieactief is in de bouwsector. Als voorzitter van KAS Eupen (van 1990 tot 2014) heeft hij zijn naam nog altijd op een van de tribunes van het stadion, dat hij mee heeft helpen uitbouwen bij de promotie in 2010, maar de grote financier is hij nooit geweest. De tweede lokale man, Elmar Keutgen,is op dat moment burgemeester van Eupen. Hij zal na de verkiezingen van december 2012 opgevolgd worden door Karl-Heinz Klinkenberg,die zich na een ernstig ongeluk in een rolstoel voortbeweegt.

Keutgen heeft twee jaar voor de persconferentie de onverwachte promotie van Eupen naar eerste klasse meegemaakt. Na de degradatie trokken de Italiaanse investeerders zich terug en lieten de zaak over aan nieuwe Duitse investeerders. Nog geen half jaar later zat de nieuwe sterke man, Ingo Klein, wegens financiële malversaties in de gevangenis en was er geen geld meer om de spelers te betalen. Een faillissement leek onafwendbaar.

Op de persconferentie valt de naam van een man die bedankt wordt voor zijn bemiddeling om beide partijen tot elkaar te brengen, maar die niet in het nieuwe organigram voorkomt: Luciano D’Onofrio, tot 2011 de sterke man bij Standard. D’Onofrio, die Eupen in februari 2012 te hulp schoot door geld vrij te maken om het seizoen uit te doen, zit niet aan tafel. Ivan Bravo, Andreas Bleicher en Josep Colomer zijn er wel.Zij zijn de vertegenwoordigers van de Aspire Academie uit de Qatarese hoofdstad Doha, meer bepaald van de voetbaltak Aspire Football Dreams, afgekort AFD, opgericht in 2007 (zie kader). AFD heeft maar één doel, legt Bleicher die ochtend in Eupen uit: de ontwikkeling van jong voetbaltalent. Per jaar krijgen de achttien beste talenten uit Afrika, Amerika en Azië na de basisselectie een voetbal- en schoolopleiding in Senegal en Doha. In 2010, wanneer de eerste lichting talenten een jaar of zestien is, denken Bleicher en Colomer na over een praktisch probleem dat zich aandient. Wat gebeurt er straks met die jonge talenten, in wie zo veel geïnvesteerd is? Er zijn dan twee oplossingen: of ze gaan hun eigen weg, of Aspire vindt in Europa een profclub waar de beste jonge talenten verder kunnen evolueren.

OP JACHT IN DE HOGE VENEN

Het wordt de tweede optie. De vraag is: waar moet zo’n profclub gezocht worden? Duitsland komt niet in aanmerking omdat daar bij profclubs 51 procent van de aandelen in lokale handen moet blijven. In Engeland, Spanje, Italië en Frankrijk zijn er te veel beperkingen op het aantal niet-EU-voetballers. Blijven over: Portugal en België. Omdat veel Afrikanen uit Franssprekende landen komen, krijgt België de voorkeur, ook omdat buitenlanders in ons land al na drie jaar verblijf de Belgische nationaliteit kunnen aanvragen én verkrijgen. In Frankrijk bijvoorbeeld kan dat maar na vijf jaar. Met een Belgisch paspoort wordt een Afrikaans of Aziatisch talent meteen een EU-onderdaan, die in alle EU-landen aan de bak kan.

Op de website van Aspire staan de antwoorden op de vraag: why Belgium? Vanwege de toegankelijkheid, met verschillende luchthavens in de buurt (Düsseldorf, Keulen, Maastricht, Eindhoven, Luik), de centrale ligging, de mogelijkheid om een club helemaal te controleren, omdat er geen beperking is op het aantal toegelaten niet-EU-spelers, het multiculturele karakter van het land, de bestaande professionele voetbalinfrastructuur die geschikt was voor profvoetbal en de makkelijke sociale controle in een kleine overzichtelijke stad, en de historische banden tussen het koningshuis van Qatar én ons land.

Die historische banden speelden geen rol bij de keuze van de uiteindelijke locatie voor een profclub. In de jaren tachtig werd Freddy Herbrand,een Belgisch atleet uit Malmedy die op de Spelen van 1972 aan de tienkamp meedeed, uitgenodigd om in Doha een sportprogramma uit te helpen bouwen. Uit die relatie ontstond een vriendschapsband, waarbij de vroegere emir een paar keer overkwam naar Malmedy en daar een streek ontdekte die erg contrasteerde met zijn woonplaats – woestijn versus fris groen – maar perfect geschikt was voor dé grote passie van de emir: de jacht. Vandaar dat de koninklijke Qatarese familie vandaag een paar huizen bezit in de regio, en onder meer de financiering van een nieuwe atletiekpiste in Malmedy betaalde. Dat de voetbalafdeling van Aspire in de regio neerstreek, staat daar los van en heeft alleen te maken met de belabberde financiële situatie van AS Eupen en de mogelijkheid om daar de hele professionele structuur over te nemen.

QATARI’S

Zo komt het dat op 1 juli 2012, vier maanden na de onderhandelingen, zestien spelers en vier trainers inchecken in het Eupense hotel Ambassador. Voor de Afrikanen is het even wennen aan het kleine, rustige stadje waar het buiten de carnavalsperiode alleen rumoerig is wanneer de schoolkinderen tijdens de middagpauze buiten spelen. De spelers komen rechtstreeks van het internaat van de academie in Doha, waar alles voor hen geregeld werd. Nu zitten ze in appartementen die de club voor hen heeft uitgezocht in het stadscentrum. Naast voetbal is er in Eupen weinig te beleven, tenzij voor wie houdt van lange natuurwandelingen of mountainbiken. De desolaatheid van de stad was geen nadeel, maar net een troef, zal algemeen directeur Andreas Bleicher van Aspire op een van zijn zeldzame interviews zeggen. Men wilde bewust geen project in een grootstad met al haar bekoringen.

Vandaag blijft, na de overstap van international Akram Afif naar Villarreal, maar één Qatari over in de A-kern: linksachter Fahad Al Abdulrahman, die vorig seizoen met Afif de linkerflank bezette. In januari was Eupen met zeven belofte-internationals nog de hofleverancier voor de olympische belofteploeg die zich net niet kwalificeerde voor de Spelen in Rio.

In de stad horen de jonge Afrikaanse spelers er na aanvankelijke wantrouwige blikken gewoon bij. Het zijn veelal praktiserende jonge moslims, maar omdat ze in het centrum wonen en bij de plaatselijke middenstand winkelen, zijn ze gewoon aanspreekbaar. Ook doet het nieuwe clubbestuur alles om de lokale gemeenschap aan zich te binden. Niet alleen stopt het naast het eigen werkingsbudget (negen miljoen euro per jaar voor 90 werknemers, inclusief de spelers) nog eens 200.000 euro per jaar in de ontwikkeling van de plaatselijke jeugd, via een gemeenschappelijk jeugdproject met de tweede Eupense club, tweedeprovincialer FC Eupen. Op de terreinen van Kelmis en Sankt Vith worden door KAS regionale trainingen georganiseerd, en er is een samenwerking met scholen in Verviers en Eupen opgestart.

Van het vroegere KAS Eupen blijven alleen de naam, de kleuren en het embleem over, net zoals de toenmalige burgemeester bij de besprekingen in 2012 eiste. In ruil betaalden de Qatari’s naar verluidt zo’n vier miljoen euro, voldoende om de schuldenlast van om en bij de twee miljoen over te nemen. Over het precieze bedrag is nooit gecommuniceerd, al noemde Ivan Bravo, algemeen directeur van Qatars Aspire Academy kort na de overname de investering ‘een bescheiden bedrag’.

‘Men zocht een club in een stad die niet te groot was, om die jonge jongens niet verloren te laten lopen’, zegt perswoordvoerder Reul. ‘Dat je hier verschillende talen hoort, dat Eupen op een drielandenpunt ligt en dat hier een bestaande infrastructuur was, heeft allemaal een rol gespeeld.’

Dat het vier jaar duurde eer Eupen in de hoogste afdeling belandde, is niet omdat de club op de rem is gaan staan, benadrukt Reul. ‘Alles moest eerst in orde zijn, vervolgens liep het een paar keer net mis. Maar het is duidelijk dat onze talenten zich beter kunnen ontwikkelen in de hoogste klasse dan in tweede.’

Ook bij een degradatie stopt het project niet. Dat scheelt alvast veel tegenover de andere concurrenten met wie Eupen straks om het behoud kampt, die bijna allemaal met de daver op het lijf voetballen. Dat het contract loopt tot 2022 klopt niet, zegt Reul. ‘Dat is nergens gestipuleerd.’ Het werd als dusdanig geïnterpreteerd nadat Aspiredirecteur Bleicher een jaar geleden in een interview met Grenz-Echo de vraag kreeg hoe lang het engagement van de Aspire Foundation in Eupen nog loopt. ‘Er is geen tijdlimiet’, was zijn antwoord toen. ‘De samenwerking stopt niet op de laatste dag van het WK 2022. ‘

Michael Reul: ‘Aspire heeft de club gewoon gekocht. Het was de enige oplossing voor AS Eupen, anders was hier geen betaald voetbal meer mogelijk geweest. Wij zeggen hier weleens: Eupen heeft de lotto gewonnen. Ik snap dat dat andere mensen elders jaloers kan maken.’

Komend weekend trekt Eupen voor zijn openingsmatch naar Zulte Waregem. ‘We zijn klaar voor de start’, zegt trainer Jordi Condom na de wedstrijd tegen Málaga. ‘Onze troef is dat we met de groep van vorig jaar werken, we kennen elkaar door en door.’

De gemiddelde leeftijd bij Eupen is heel jong, benadrukt sportief directeur Josep Colomer, de man die ooit Messi ontdekte voor Barcelona, en die de wedstrijd tegen Málaga heeft bijgewoond. Eupen heeft na de promotie niet inderhaast ingekocht. Dat past niet in de visie van het project, waar zelfs de Belgische spelers geselecteerd zijn in functie van hun vermogen om zich in te passen in het technische voetbal. ‘Wij hebben een spelfilosofie. In voetbal kan je met verschillende filosofieën succes hebben. Alleen mag je geen twee filosofieën mixen. Daarom werken we alleen met spelers die in onze visie meekunnen.’

DOOR GEERT FOUTRÉ – FOTO’S BELGAIMAGE – BRUNO FAHY

‘Het is duidelijk dat onze talenten zich beter kunnen ontwikkelen in de hoogste klasse dan in tweede.’

MICHAEL REUL

‘Wij zeggen hier: Eupen heeft de lotto gewonnen.’

MICHAEL REUL

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content