Iedereen gaat anders om met het succes van Vettel.
We besparen u de mogelijke scenario’s, maar weet dat Sebastian Vettel komend weekend in Singapore wereldkampioen kan worden. En als het niet voor zondag is, dan is het voor een van de volgende GP’s. Dit jaar duurt het in ieder geval niet tot de laatste koers om te weten wie wereldkampioen wordt. Dat weten de andere topcoureurs natuurlijk ook wel. Maar vooral, atypisch voor de F1, ze voelen zich niet te beroerd om het ook toe te geven. “Rekenkundig kan ik nog altijd de titel pakken”, zei Fernando Alonso na de vorige race in Monza. “Maar laten we wel wezen: ik doe niet meer mee. Zoals niemand anders nog meedoet in die titelstrijd. Vettel wordt wereldkampioen.”
Ook bij dat andere topteam, McLaren, maakten ze al de rekening. Zowel Lewis Hamilton als Jenson Button weet al weken dat een titelverlenging voor Vettel eraan komt. Maar, opvallend: Hamilton kan daar heel wat minder goed mee om dan Button. Een tweetal maanden geleden liep Hamilton de hele tijd te hinten dat hij McLaren wel eens zou kunnen inruilen voor Red Bull. “Ik wil wereldkampioen worden én de beste auto”, verklaarde hij. Toen die storm luwde, stak meteen een andere op: Hamilton reed van de ene controverse naar de andere, werd met de vinger gewezen omdat te veel waarnemers vonden dat hij te agressief racete. “Ik rijd nu om iedere race te winnen”, verdedigde hij zich meermaals. Waarnemers hielden het erbij dat hij zijn frustratie in zijn stuurslag liet sluipen. In Monza toonde de Brit dan weer een heel ander en voor hem nieuw gezicht: hij probeerde eindeloos lang voorbij Michael Schumacher te raken, leek bij momenten zelfs berustend te volgen. Tot hij een steek liet vallen waardoor Button voorbij raakte. En zie: Button had niet eens een halve ronde nodig om Schumi te pakken.
Het was kenschetsend voor wat bij McLaren gebeurt: terwijl Hamilton wegkwijnt in de schaduw die Vettel maakt, voelt Button zich almaar beter. Hij mocht zijn verblijf bij McLaren al met een jaar verlengen, onderhandelt ondertussen over een vetbetaald (er is sprake van 90 miljoen euro) levenslang contract bij het team – eerst nog als rijder, later als ambassadeur – en lijkt ook nog eens sportief de bovenhand te nemen. Voor het eerst sinds hij anderhalf jaar geleden naar McLaren verkaste, trouwens. In het klassement staat Button nu voor Hamilton. En in de paddock leeft de overtuiging dat hij voor het eerst sinds zijn transfer naar McLaren anderhalf jaar geleden de macht in het team greep. Hoewel hij dat in alle talen ontkent, lijkt Button daar ook handig op in te spelen. De zaterdagavond voor de race in Monza trakteerde hij zijn mecaniciens en ingenieurs op een leuk etentje in Milaan. “Neen, niet om me sympathiek te maken in het team, wel om die jongens voor hun harde werk te bedanken.” Waarna hij op zondag na de race tegen de pers zei: “Ik denk niet dat ik ooit beter gereden heb dan nu. Mijn zelfvertrouwen is groter dan ooit.”
DOOR JO BOSSUYT
