Ook zaterdag nam Anderlecht met Zulte Waregem een moeilijke horde. Dat doet het wel eens vaker sinds Besnik Hasi 200 dagen geleden de sportieve leiding in handen kreeg. De aanpak van Hasi ontleed, in vier hoofdstukken.

Roger Vanden Stock is een man die zijn emoties soms moeilijk kan verbergen. Toen op 18 mei landstitel nummer 33 een feit was voor Anderlecht na de zege tegen Lokeren, leek de president voor de tv-camera’s en microfoons helemaal ondersteboven. Iets meer dan twee maanden daarvoor had Anderlecht de nederlagen opgestapeld onder John van den Brom. Het paars-witte schip maakte slagzij: geen samenhang in het bestuur, voetbal dat niet om aan te zien was, een rommelige transferpolitiek, geen leidersfiguren, jongeren die verloren liepen… Anderlecht leek af te stevenen op een jaar dat het etiket ‘rampzalig’ opgekleefd zou krijgen. Maar de Belgische competitieformule en één man zouden aan dat scenario een onverwachte wending geven. Voorzitter Vanden Stock weet beter dan wie ook dat hij dat te danken heeft aan zijn coach. Bij de jaarlijkse persconferentie aan het begin van het seizoen trilde zijn stem toen hij begon met dankbetuigingen aan diens adres. Besnik Hasi bezorgde Anderlecht niet alleen een nieuwe titel, hij zorgde ook voor sereniteit en gaf de club extra financiële armslag door de rechtstreekse kwalificatie voor de Champions League. Zonder die middelen was de leegloop aan spelers nog frappanter geweest en had men niet zulke in het oog springende transfers kunnen realiseren. Besnik Hasi zorgde ervoor dat de afgelopen maanden de zon scheen voor paars-wit.

Waarom bestaat vandaag zo veel eensgezindheid omtrent de nieuwe sterke man en hoe is Hasi erin geslaagd om in minder dan 200 dagen paars-wit naar zijn hand te zetten?

Hoe werkt hij?

Om de Albanese coach te begrijpen, moet je in zijn verleden duiken. Twintig jaar geleden arriveerde Hasi anoniem in België. Hij bouwde zijn succes op door hard te werken, ver van de mediabelangstelling. Enkele fraaie baltoetsen konden niet verhullen waarom hij erkend en geapprecieerd werd: de bal afpakken, passen, anderen beter doen spelen. Zelfs toen hij als balafpakker naar Anderlecht gehaald werd, stond daar naast hem ineens nog zo’n exemplaar voor het vuile werk: Yves Vanderhaeghe. Een fraaie steekbal waarmee hij Tomasz Radzinski wegstuurde om tegen Lazio de enige goal van de avond te scoren in die briljante Champions Leaguecampagne van paars-wit in het seizoen 2000/01, zou zijn meest opgemerkte persoonlijke wapenfeit blijven. Zelf hechtte hij daar niet zo veel belang aan. Hasi dacht nooit aan zichzelf, maar altijd aan het collectief.

“Als speler was hij het cement tussen de linies. Zijn opdracht was om over het evenwicht in de ploeg te waken”, legt Ariël Jacobs uit, die een jaar zijn coach was bij Lokeren (2006/07) vooraleer hij Hasi als assistent aanstelde bij Anderlecht (2008-2012). “Dat merk je vandaag aan zijn coaching. Besnik hecht veel belang aan de organisatie, aan het evenwicht tussen aanvallend en verdedigend voetbal.”

Nenad Jestrovic was twee jaar lang Hasi’s ploegmaat bij Anderlecht. Ze werden vrienden, ondanks hun totaal verschillende karakters. “Hij praatte zonder ophouden over tactiek”, zegt Jestrogol. “Toen hij nog speler was, zag ik hem al als een toekomstige trainer – terwijl ik alleen dacht aan het maken van goals. Besnik is passioneel, een echte winnaar. Op training een wedstrijdje verliezen was voor hem een drama. Hij is ook de koning van de stiptheid: om aan tafel te gaan, om op de bus te stappen. Zodra de training begon, ging hij er voluit voor. Zijn hartslag liep op tot 200 slagen per minuut, terwijl ik nooit meer dan 170 haalde.”

“Hij gaat volledig op in zijn werk, voetbal is zijn leven”, gaat Jacobs verder. “Besnik laat zich niet beïnvloeden. Hij heeft zijn visie en hij laat zich geen keuzes opdringen door bestuursleden of makelaars. Hij houdt zich verre van alle gekonkel en zo wendt hij alle druk af. En hij heeft echt een carrièreplanning, ik denk niet dat Anderlecht zijn eindstation is.”

Wat heeft hij verwezenlijkt?

Hasi’s fans worden steeds talrijker. De criticasters die nog overblijven, merken op dat de echte tests er nu pas aankomen en dat Hasi heeft kunnen profiteren van de missers van John van den Brom. Zijn tactisch schema mag dan niets revolutionairs hebben, Hasi begon vanaf dag één zijn spelers opnieuw het abc van het voetbal (dixit Olivier Deschacht) aan te leren. Sommigen, zoals Youri Tielemans of Dennis Praet, die onder Van den Brom totaal weggedeemsterd waren, nam hij apart. Hij tekende voor hen een werkkader uit met precieze opdrachten en vertelde wat hij van hen juist verwachtte. Wat later begon hij dan het ritme en de werklast wat op te drijven.

“Sommige spelers konden de trainingen van Besnik Hasi niet aan, want we waren het niet gewend om hard te trainen”, weet Fabrice N’Sakala. “Er werd wat afgeklaagd toen hij een tweede training per dag oplegde, maar het werk wierp al snel vruchten af: op het vlak van pressing en duelkracht veranderde alles heel snel. De spelers gedroegen zich naar het beeld van de coach, iemand die houdt van duels.”

Door de trainerswissel werd de spelersgroep op haar verantwoordelijkheden gewezen. Voor het eerst dat seizoen werd op alles getraind. Onder Van den Brom werd er altijd met de bal gewerkt, maar positiespel, verdedigend terugplooien en voetballen zonder bal kwamen bijvoorbeeld niet aan bod. Hasi voerde dat opnieuw in.

De creatieve spelers ondergingen al snel een gedaanteverwisseling: “Hasi verplichtte ons lager te spelen”, legde Dennis Praet aan het begin van het seizoen uit. “Soms moest ik helemaal tot in de verdediging terugplooien, net zoals Andy Najar op de andere flank. Om keer op keer de lijn af te gaan, moet je een goeie conditie en veel loopvermogen hebben.”

Plots was het afgelopen met het losse regime van Van den Brom. Voortaan moest er hard gewerkt worden op Neerpede. De spelers arriveerden om acht uur ’s morgens en vertrokken pas aan het eind van de namiddag. “Ik wil dat iedereen in zijn hoofd veel meer met voetbal bezig is”, zei Hasi eind vorig seizoen in dit blad. “Het is niet nodig om drie keer per dag te trainen, maar op de club heb je allerlei mogelijkheden. Wanneer je over zulke werkomstandigheden beschikt, moet je ze ook benutten. Voor heel wat spelers, onder meer de jongeren, stopt het voetbal wanneer ze de training verlaten. Ze zouden meer voor hun sport moeten leven: oefeningen doen voor de training, zichzelf beter verzorgen, tijd nemen om te rusten, op hun voeding letten… Ik vind het ook normaal dat ze ook wedstrijden op tv volgen.”

Hasi klopt steeds op dezelfde spijker: hij eist totale betrokkenheid en hij hamert erop dat voetbal een beroep is. Dat mag dan evident klinken, sommigen waren het toch vergeten.

Hoe zit het tactisch ineen?

Bij zijn eerste wedstrijd als hoofdtrainer van paars-wit stelde Hasi op 16 maart uit bij Oostende meteen twee aanvallers op: Aleksandar Mitrovic en David Pollet. Het betrof geen charmeoffensief tegenover de fans, die allang geïrriteerd waren door de voortdurende wijzigingen en het spelen met één spits onder Van den Brom. Behalve op Standard ging Hasi altijd uit van een 4-4-2.

De nederlaag op Sclessin op die eerste speeldag van de play-offs maakte wél een paar zaken duidelijk. Hasi is er de man niet naar om met een bloem in het geweer ten oorlog te trekken. Die dag stelde hij op het middenveld het duo Guillaume Gillet en Sacha Kljestan op en liet hij Youri Tielemans hoger spelen. Maar Hasi toonde zich niet koppig: het experiment met één diepe spits (Pollet) zou niet meer herhaald worden. Het systeem met twee aanvallers (Aleksandar Mitrovic en Gohi Bi Cyriac) werd heringevoerd tot het einde van het seizoen en zelfs in de match op Brugge, hét kantelmoment voor paars-wit. Na de uitsluiting van Mitrovic op het half uur bewees Anderlecht daar dat het de rug kon rechten en de mouwen kon opstropen. Praet bleef onvermoeibaar zijn linkerflank aflopen en Najar deed hetzelfde op rechts. Hasi won in Brugge het tactisch gevecht van Michel Preud’homme. Zijn basisteam stond goed, en toen sommigen last kregen van zware benen, besloot Hasi twintig minuten voor het einde met Massimo Bruno en Frank Acheampong (voor Praet en Cyriac) extra snelheid in het team te brengen terwijl Gillet (voor Najar) extra ervaring toevoegde. De enige goal van de wedstrijd, een owngoal van Thomas Meunier, was wel een gevolg van de inzet van het ingebrachte trio. Hasi’s grootste tactische vondst blijft de opstelling van Cheikhou Kouyaté als verdedigende middenvelder thuis tegen Club Brugge (3-0). Die kleine ingreep veranderde grondig het spel van Anderlecht dat tot dan toe eerder tam oogde. De Senegalees zorgde voor loopvermogen en evenwicht tussen de linies – waar de coach zo op hamert – en ontlastte Tielemans op het middenveld. Dat centrale duo tekende voor het succes aan het einde van het seizoen.

Als vervanger voor de vertrekkende Kouyaté wou Hasi het liefst William Vainqueur, maar het was uiteindelijk wachten op de komst van Steven Defour voor dat evenwicht opnieuw werd gevonden. Sindsdien varieert Hasi zijn systeem. Op Brugge startte hij bijvoorbeeld met een 4-3-3 met Praet in de punt van de driehoek op het middenveld. Hij aarzelt ook niet om zijn organisatie te herzien wanneer zijn team wankelt. Zo haalde hij op Westerlo een verdediger (N’Sakala) naar de kant voor een derde aanvaller (Matías Suárez) vooraleer hij verrassend genoeg weer op de rem ging staan met de wissel Kljestan-Acheampong voor Cyriac-Mitrovic terwijl de ploeg toch net was teruggekomen tot 2-2. Op Lierse werden bij de rust Tielemans en Maxime Colin gewisseld voor Suárez en Ibrahima Conte en dat had onmiddellijk resultaat.

Het Sporting van Hasi toont dit seizoen vooral veel variatiemogelijkheden: Praet op links of centraal, Najar op het middenveld of als rechtsachter, NathanKabasele soms op rechts. Dan zijn er nog Suárez, Acheampong, Cyriac… Hasi heeft oplossingen zat. De komst van Conte, die in de Jupiler League nochtans niet echt in de kijker liep vóór zijn lastminutetransfer maar die heel erg gewild was door Hasi, zorgt voor nog extra creativiteit. Daarentegen brengt de blessure van Bram Nuytinck de ernstige defensieve lacunes aan het licht. Het uitvallen van de Nederlander op Galatasaray was een nadeel dat door Hasi in een voordeel werd omgezet door Acheampong op de voor hem ongewone positie van linksback te zetten en Deschacht naar het centrum te halen. Het was lang geleden dat Anderlecht in de Champions League nog zo ambitieus voor de dag kwam als die avond in Istanbul.

Hoe verloopt zijn communicatie?

Zowel Hasi’s communicatie met zijn spelersgroep als die met de pers oogt veelbelovend. Hoewel hij al eens in de clinch durft te gaan met zijn spelers (vooral met Mitrovic, maar ook met de meer gereserveerde Kljestan) heeft de coach van paars-wit zijn kern stevig in zijn greep. Zijn aanstelling werd als een bevrijding ervaren door de entourage van vooral Praet en Tielemans. Hasi lanceerde opnieuw de carrière van Kabasele en toverde weer een glimlach op het gezicht van Suárez. Zelfs Guillaume Gillet, nochtans kapitein in het begin van het seizoen, toonde begrip toen hij uit de basis verdween: “Gezien de resultaten kan ik de trainer geen ongelijk geven. Ik moet op mijn tanden bijten en proberen het goede voorbeeld te blijven geven, hoe lastig de situatie ook is. De coach heeft me uitgelegd dat hij de voorkeur geeft aan een speler die net voor de verdediging speelt (Kouyaté, nvdr) en aan Youri, die een goeie techniek heeft en het spel uitstekend leest.” Zelfs Luka Milivojevic, die niet bepaald in de bovenste lade lag, kwam niet in opstand. Nenad Jestrovic, makelaar van Mitrovic, bevestigt: “Aleksandar was verrast door Hasi’s passie, zijn enthousiasme. Hij weet hoe hij een ploeg moet motiveren. Dat gaf weleens vonken tussen Aleksandar en Besnik, twee temperamenten van de Balkan. Maar eenmaal in de kleedkamer is dat vergeten.”

Hasi is nog maar tweehonderd dagen hoofdcoach. Die positie heeft hem voorlopig nog niet doen dichtklappen of cynisch gemaakt, zoals het een aantal van zijn voorgangers overkwam. Ook al wil hij geen dikke maatjes zijn met de pers, hij is wel beschikbaar en verkoopt geen blabla, maar heldere uitleg. En zelfs als zijn temperament hem al eens een uitschuiver doet maken, zoals na de match tegen Charleroi, dan weet hij zich daar met een kwinkslag van af te maken: “Dat uitglijden? Ik had nieuwe schoenen aan, die zijn nog wat glad.”

De scheidsrechters liggen niet in de vuurlijn bij Hasi en de rol van Calimero laat hij voorlopig aan anderen over. “Als assistent was hij vaak nerveuzer”, herinnert Ariël Jacobs zich. “Ik moest hem soms kalmeren in zijn reacties op scheidsrechterlijke beslissingen of op het gedrag van de coach van de tegenstander. Vandaag is hij veel bezadigder in zijn communicatie. Ik vind zijn imago over het algemeen zeer positief.”

DOOR THOMAS BRICMONT

“Sommige spelers konden de trainingen van Besnik Hasi niet aan, want we waren het niet gewend om hard te trainen” Fabrice N’Sakala

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content