Francorchamps lijkt de F1 te verliezen.

Bernie Ecclestone liet het tijdens een interview in een Duits blad voor het eerst horen: “Misschien moeten we maar een beurtrol uitdokteren voor Francorchamps en de Nürburgring. Die circuits liggen niet eens honderd kilometer van elkaar. Het is te gek om beide oorden in eenzelfde seizoen aan te doen.”

Maar zoals vaker in de formule 1 is er natuurlijk meer aan de hand en spelen de centen mee. Zo willen ze op de Nür-burgring niet horen van een jaarlijkse race, omdat het financiële risico te groot is. Blijven alterneren met Hockenheim, zoals de Duitsers tot nu toe deden, zou niet hoeven omdat voor dat circuit een financiële oplossing in de maak is (met de lokale overheid) en er vanaf volgend jaar weer ieder seizoen een race zou zijn. Met de opkomst van Sebastian Vettel wordt de Duitse televisiemarkt immers opnieuw heel belangrijk voor Ecclestone. De Nürburgring daarom laten alterneren met Francorchamps, dus. Temeer omdat zulks honing op de tong is van Spa Grand Prix, de structuur waarvan Etienne Davignon voorzitter is en die de Belgische F1-race organiseert. De Belgische grand prix maakt immers een dikke drie miljoen euro verlies per jaar. Een financiële krater die contractueel moet worden gevuld door de Waalse regering. Sinds Ecolo daar mee de plak zwaait, komt dat politiek gevoeliger dan ooit te liggen.

Dat F1-races in Europa nog maar moeilijk break-even kunnen draaien, werd onlangs aangetoond door een economische studie. Tenzij het land in kwestie een topspeler op de grid heeft, zoals de Engelsen met LewisHamilton en Jenson Button of de Spanjaarden met Fernando Alonso in de voorbije jaren. Maar alle andere Europese races zitten met het water tegen of flink boven de lippen. Francorchamps, dat 14 miljoen euro betaalt, slaagt er niet in om rond te komen. Daarvoor zijn er minstens 70.000 toeschouwers nodig, maar verder dan iets voorbij de 50.000 raakt de Belgische race de jongste jaren niet meer. Omdat Schumi de Duitsers niet langer massaal naar hier brengt en omdat we zelf geen topcoureur hebben. “Natuurlijk weet ik dat 14 miljoen euro te veel is”, zegt Ecclestone. “Alleen staan minstens vijf andere landen te hunkeren naar de F1. Ik zou dus zot moeten zijn om mijn prijs te verlagen.”

Zo eenvoudig is het alweer niet. Bernie zegt het niet, maar hij zit in een spanningsveld. Natuurlijk moet hij zo veel mogelijk zien te vangen voor zijn circus. In zijn businessplan staat immers dat het startgeld ieder jaar 10 procent moet stijgen. Dat kan Bernie gemakkelijk door af en toe een nieuw oord uit te kiezen, zoals Abu Dhabi, waar ze maar wat graag een veelvoud van 14 miljoen betalen om de glamour binnen te halen. En waar het politiek wel correct is om dat met overheidsgeld te betalen. Maar anderzijds oefent de vereniging van teams en constructeurs (FOTA), sinds de grote oorlog eerder dit jaar met FIA-voorzitter Max Mosley en Bernie een derde macht geworden, druk uit om toch wat meer verankering te behouden in Europa. Zoals, inderdaad, Francorchamps. Of hoe het dossier heel complex is.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content