David Vanhoywegen liet Sint-Truiden achter zich en is na acht jaar terug op de Freethiel. ‘Ik schrok ervan hoe weinig er veranderd is.’ Ploegmaat Kristof Lardenoit maakte dezelfde overgang. ‘Als we niet degraderen, zal er wel een positieve stroom op gang komen.’

Op zondagochtend rustig een colaatje drinken op de Grote Markt van Sint-Niklaas en ondertussen wat keuvelen over de nuances tussen het Limburgse geel-blauw en het Wase geel-blauw, David Vanhoywegen (30) geniet ervan. Daarenboven de wetenschap dat vrouwlief ondertussen een lekkere portie mosselen prepareert. “Ik ga eens vaker zeggen dat ik weg moet voor een interview”, grapt hij. Naast hem lacht Kristof Lardenoit smakelijk om de humor van zijn zeven jaar oudere ploegmaat, die het tijdens het gesprek meermaals voor hem opneemt.

De twee kennen elkaar nog niet zo lang, maar wel al vrij goed. Ze wonen in dezelfde streek en reden vorig seizoen vanaf Nieuwjaar, toen Lardenoit door Beveren werd uitgeleend aan de Kanaries, samen naar Sint-Truiden. Nu hebben ze veel aan elkaar in de kleedkamer op de Freethiel.

Kristof Lardenoit : “Qua sfeer scheelt het toch een pak in vergelijking met vorig jaar. Toen telde Beveren maar enkele Belgen in de kern. We kwamen en komen nog altijd goed overeen met de Ivorianen, maar het is toch niet hetzelfde hoor. Je praat wel eens met die mannen, maar echt lange gesprekken werden er niet gevoerd. Nu kan je in je eigen taal communiceren met jongens als David, je voelt je iets meer op je gemak, kan zeggen wat je wil.”

David Vanhoywegen : “Ik moet een omschakeling maken in de andere richting. Voor mij lopen er bij Beveren nu nóg heel veel Ivorianen rond. Maar ik ben iemand die zich vlug aanpast.

“Eigenlijk schrok ik er een beetje van hoe weinig er, afgezien van die Afrikanen, veranderd is, bijvoorbeeld op het vlak van de accommodatie. Het is allemaal een beetje blijven stilstaan. Ik denk dat Beveren achterop hinkt ten opzichte van andere eersteklassers, zeker als ik de faciliteiten vergelijk met die bij Sint-Truiden, een club die er toch om bekendstond wat achter te lopen. Op de Freethiel zijn ze ter plaatse blijven trappelen, vind ik. Ook op het medische vlak, iets dat vroeger wel op punt stond, merk je dat.”

Lardenoit : “De beperkte beschikbaarheid van de kinesisten zorgt momenteel wel eens voor lastige situaties. Er waren wat verschuivingen en dat loopt nu allemaal in het honderd.”

Vanhoywegen : “Enkele mensen zijn op een vrij ondankbare manier aan de deur gezet en hun vervangers oefenen allemaal ook nog andere jobs uit. Dat komt wel goed, maar voorlopig blijft het nog wat zoeken.”

Afwachtende houding

Lardenoit : “Ik denk dat het belangrijk is dat we niet degraderen, dan zal er een positieve stroom op gang komen. Nu neemt iedereen nog een afwachtende houding aan.”

Vanhoywegen : “Als we de eerste twee seizoenen sportief goed doorkomen, is veel mogelijk. Dan zullen verscheidene belangrijke mensen weer mee op de kar springen, ook voor de sponsoring.”

Lardenoit : “Veel supporters én bedrijven haakten in de afgelopen jaren af omdat het gevoel met de club verdwenen was. Dat moet nu terugkomen.

“Volgens mij beschikken we over genoeg kwaliteit om het behoud te verzekeren. Het enige probleem is dat we met veel nieuwe jongens zitten, waardoor de groep nu soms als los zand aan elkaar hangt. We moeten nog leren één geheel te vormen, maar ik denk dat dat normaal is als je van nul herbegint.”

Vanhoywegen : “Deze kern moet niet onderdoen voor andere. Ik heb indertijd ook bij Gent gespeeld en het spelpeil bij al die Belgische ploegen, dat verschilt niet zo erg hoor. Het niveau van de trainingen ligt hier bovendien hoger dan in Sint-Truiden. Het komt er gewoon op aan de juiste pionnen op de juiste plaats te zetten.”

Lardenoit : “Ik ga daarover geen uitspraken doen, want ik val vooralsnog naast de ploeg.”

Vanhoywegen : “Maar het mag gezegd worden hé, Kristof moet normaal in het elftal staan. Met zíjn loopvermogen. Hij geldt natuurlijk niet als een opvallende speler. Ik denk dat ze de laatste jaren in Beveren gewend waren aan backs die acties maakten van achteren uit, mannen die twee of drie spelers in de wind zetten. Daar zijn wij tweeën nooit toe in staat. Maar van Kristof weet je wel dat hij op zijn plaats staat én blijft. In een club als Beveren is stabiliteit nodig, zekerheid.”

Lardenoit : “Ik denk dat die zaken de belangrijkste kwaliteiten van een verdediger moeten zijn.”

Vanhoywegen : “Ik ben Kristofs manager niet, maar de tijd zal mij wel gelijk geven.

“Ik stel ook niet dat deze of gene speler uit de ploeg moet. Maar in het begin van de competitie zet je de toon voor de rest van het seizoen. Als je dan al achterop hinkt, wordt het moeilijk. Daarom heb je achteraan degelijkheid nodig.”

Lardenoit : “Velen stonden te trillen op hun benen in de thuismatch tegen Westerlo. Er was geen vertrouwen.”

Mond opentrekken

Lardenoit : “Enerzijds is het normaal dat ze het systeem behouden waarmee de ploeg zich vorig seizoen gered heeft. ( Twijfelend) Anderzijds streken hier ondertussen ook andere jongens neer, onder wie ik, die ze misschien ook eens kunnen gebruiken.”

Vanhoywegen : “Natuurlijk ! Je moet dat zeggen. Je hebt toch niets te verliezen zeker ? Dat is thuis toch ook zo ? Als ik bij mijn vrouw zwijg, heb ik niks. In het andere geval mag ik al eens een uur langer wegblijven. ( Hilariteit)

“Die Belgen, die durven hun mond nooit opentrekken. Kristof heeft Beveren al zoveel diensten bewezen. Ik herinner mij nog levendig dat het dankzij hem was dat de ploeg indertijd de bekerfinale kon spelen.”

Lardenoit : “Als het Beveren niet goed vergaat met de huidige manier van spelen, moeten ze de omschakeling durven maken. Ik hoop dat ze dat zullen doen. De trainer zal wel genoeg ervaring hebben om te weten hoe lang hij daarmee kan wachten.”

Vanhoywegen : “Een 0-3-verlies zoals tegen Westerlo hoeft niet helemáál negatief te zijn. Nu weten we ten minste waar het schoentje wringt. De coach heeft het na de match ook uitgelegd, dat we na die vroege tegentreffer niet zo blind naar voren hadden mogen stormen. Iedereen liep over van goede wil, maar op den duur stonden we met zeven man vooraan te spelen. De ene begon ermee, de anderen volgden. Dan mag je achteraan nog de beste drie verdedigers ter wereld hebben, dat red je niet.”

Lardenoit : “Je ziet wel dat het nadeel met die Ivorianen is dat het sneller zwaarder misloopt als het moeilijk gaat. Ik denk dat je in zulke situaties met Belgen de schade beter kan beperken, omdat iedereen dan zijn taak nog uitvoert. Nu begon alleman uit positie te lopen.”

Vanhoywegen : “Je moet dat niet onder stoelen of banken steken, we staan nog altijd met zeven Ivorianen op het veld. Maar goed, iedereen had schuld aan wat er toen gebeurde, er liepen ook Belgen op de grasmat. Als je me vraagt of ik spijt heb over mijn overgang, zeg ik volmondig nee. Maar dat soort zaken zou ik toch niet graag meer meemaken.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content