Hoewel de laatste Belgische overwinning in de Diamond League al dateerde van 2012 (Kevin Borlée op de 400 m tijdens de Memorial), bleef het in de Belgische media fel onderbelicht, de zege van discuswerper Philip Milanov (24) op de Diamond Leaguemeeting van Londen (24 juli).
Die lijn trok de Bruggeling op 30 juli door met een tweede plaats in Stockholm en op 8 augustus in Kessel-Lo met een nieuw Belgisch record: 66,66 m, goed voor de negende plaats op de wereldranglijst van dit jaar – geen enkele Belg doet beter.
Wat betekent dat voor de kansen van de atleet met Bulgaarse roots op het WK in Peking, waar hij donderdag de kwalificaties en (indien hij zich plaatst) zaterdag de finale afwerkt. Ex-journalist en atletiekkenner Ivan Sonck: ‘Die kwalificaties mag je niet onderschatten, het gebeurt wel vaker dat zelfs medaillekandidaten daar sneuvelen. Die vinden immers ’s morgens plaats (in Peking om 9.30 uur, nvdr) en dat zijn de discuswerpers niet gewoon. Bovendien heb je slechts drie kansen om de kwalificatiegrens te gooien. Als de eerste poging mislukt, en bij de tweede de wind verkeerd zit, dan slaat de stress toch toe, zeker bij onervaren atleten.
‘Indien Milanov zijn beste niveau haalt, moet hij echter door die kwalificaties kunnen raken. Dat zal zijn zelfvertrouwen voor de finale ongetwijfeld een boost geven. Of dat een medaille kan opleveren? Moeilijk. Die Diamond Leaguezege in Londen is wel mooi, maar je mag het ook niet óverschatten. Als Milanov op het WK zijn Belgisch record verbetert, en andere toppers blijven onder de verwachtingen, dan heeft hij misschien een kleine kans op brons. Een voordeel is wel de afwezigheid van de geblesseerde Robert Harting, de Duitser die de laatste grote toernooien (drie WK’s en Olympische Spelen, nvdr) gewonnen heeft. Maar dan zal Milanov nog moeten afrekenen met onder anderen Piotr Malachowski, Jason Morgan en Christoph Harting, de jongere broer van Robert.
‘Ik denk dat een vijfde, zesde plaats realistischer is, wat al heel mooi zou zijn voor een 24-jarige atleet die pas komt kijken. De meeste toppers in het discuswerpen zijn immers eind de twintig of begin de dertig, wanneer ze qua ervaring, kracht, techniek en specifieke snelheid hun piek bereiken. Milanov zal de komende jaren dus allicht nog progressie maken. Of dat voldoende zal zijn voor medailles op grote kampioenschappen, is echter moeilijk te voorspellen. Al zit het qua beroepsernst, hoor ik, alleszins al goed.’
DOOR JONAS CRETEUR
‘Op het WK heeft Milanov een kleine kans op brons.’ IVAN SONCK
