Wanneer twee goede vrienden elkaar nog eens ontmoeten, zijn de kwinkslagen niet van de lucht. Maar over voetbal houden Elyaniv Barda en Arigay Bergher het kort, denkend aan Arsène Wenger.

De tellingen willen in de diverse media wel eens verschillen, maar Elyaniv Barda is na de eerste competitiehelft zo goed als de koning van de assists. In de topschutterslijst daarentegen is hij iets minder prominent aanwezig dan vorig seizoen.

“Jammer dat de trainer er niet is”, grapt Arigay Bergher op een recente zondagochtend in het Genkse Themacafé. “Ik had hem er nochtans graag op gewezen dat hij zijn beste speler te ver van het doel laat voetballen.”

“Maar ik ben tevreden met waar ik speel, hoor”, haast Barda zich. “Dit jaar moet ik wel anders voetballen, meer naar achteren, met meer verdedigend werk, ver van de goal. Ik heb er ( vóór het laatste weekend van de heenronde, nvdr) nog maar vier gemaakt, maar wel zeven of acht assists gegeven. Vorig seizoen scoorde ik zestien keer, maar gaf ik niet zo veel assists. Dus als ik in de terugronde hetzelfde kan doen qua goals en assists en je telt dat bij mekaar op, kom je volgens mij hoger uit dan de som van vorig jaar. Zo reken ik. Voor de rest doe ik wat de coach zegt én het is beter voor de club.”

Roepnaam: Felix

Arigay Bergher is een van Elyaniv Barda’s beste vrienden. Volgt nu een mastersopleiding voetbalmanagement in Liverpool, maar is net als Elyaniv Barda afkomstig uit Israël. Vóór de winterstop kwam hij een weekend op bezoek in Genk en maakten hij en Barda tijd vrij voor Sport/Voetbal-magazine. Niet alleen zijn ze vrienden, ze groeiden ook op in en rond dezelfde club: Hapoel Beer Sheva.

Arigay Bergher: “Ik had een goede vriend die bij Elya in de buurt woonde en we voetbalden samen op het terrein vlak bij de school. Maar we hadden daarna in Hapoel Beer Sheva een betere taakverdeling’: hij speelde en ik keek meestal toe ( lachje).”

Elyaniv Barda: “Arigay is tot vandaag Hapoel Beer Sheva altijd trouw gebleven als supporter en we zijn altijd met elkaar in contact gebleven.”

Bergher: “Ik heb hem altijd succes gewenst, maar toen hij voor andere ploegen voetbalde in Israël had ik het er lastig mee.”

Barda: “Toen ik bij Maccabi Haifa speelde, heb ik in vijf wedstrijden tegen Beer Sheva vier of vijf keer gescoord. Altijd scoorde ik.”

Bergher: “En ik maar blijven volhouden dat het door Beer Sheva was, dat hem geluk bracht ( lacht). Ik ben 27 nu, maar ik droom er nog altijd van om voor Beer Sheva te spelen ( grijnst). Zijn eerste wedstrijd en doelpunt voor de club waren voor veel mensen een eigen droom die werkelijkheid werd. Zijn foto’s hangen er in de hal. Het is nog altijd alsof hij de club pas gisteren verlaten heeft.

“Beer Sheva is gek van voetbal.”

Barda: “Voetbal is er het belangrijkste. In Israël is veel druk die ik hier helemaal niet voel.”

Bergher: “Mij wilden ze niet betalen om te spelen, dus raakte ik geïnteresseerd in wat eromheen hing: de supporters, hoe er met geld werd omgesprongen. Maar iedereen wist van bij het begin dat hij voetballer zou worden. Ook door zijn familie. Zijn vader kent de business.”

Barda: “Mijn vader was een ex-voetballer en mijn broer speelt ook.”

Bergher: “Over drie jaar zit die ook in Genk ( lacht). Bewaar dat nummer 18 maar.”

Barda: “Het zal zo lang niet duren ( grijnst).”

Bergher: “Als je met hem door Beer Sheva loopt, hoor je nooit Barda roepen. Altijd Elya. Ik zag dat hij ook als Elya op het bord in de kleedkamer staat.”

Barda: “De coach schrijft Elya, maar hij noemt mij Felix. Dat staat ook op mijn paspoort: Elyaniv Felix Barda.”

Bergher: “Maar Elyaniv is in elk geval te lang als je voetbalt: je kunt dat nooit vlot roepen om de bal te spelen of te krijgen.”

Tien euro

Bergher: “Ik volg in Liverpool een MBA-programma over voetbalmanagement, de administratieve kant van het voetbal vooral. Misschien worden we straks een packagedeal: je krijgt de één niet zonder de ander.”

Barda: “En ik heb zo altijd een babysitter bij de hand ( lacht).”

Bergher: “Ik heb goed gekeken hoe Genk functioneert. Spelers krijgen hier veel verantwoordelijkheid, wat in Israël minder is: je kunt ze minder vertrouwen. Ik zag ook hoe de fans in het stadion waren. Het is zoals in Engeland. Genk telt zestigduizend inwoners en er zitten er vijfentwintigduizend in het stadion: dat is een indrukwekkend percentage. In Israël doen ze er soms meewarig over, over de Israëli’s die naar België komen, want ‘het is niet naar een grote Europese competitie dat ze gaan’. Maar wat ik in Genk zag, was toch mooi. Ook het stadion. Fantastische kleedkamers. Ik zag net de verzorging die hij hier kreeg … Dit is de juiste plaats voor hem. Ik heb al een paar wedstrijden gezien in Engeland, wat de top is, maar de manier waarop je in Genk als supporter ontvangen wordt, is ook heel goed. Het is de right place to be.”

Barda: “De Belgische nationale ploeg zou hier moeten spelen in plaats van in Brussel.”

Bergher: “Hij zei me wel dat hij zich hier goed voelde, maar ik wou het toch eens met mijn eigen ogen zien. Bij de -19 scoorde hij er misschien 19 in een jaar. Nu zag ik dat hij meer nadenkt over het spel. Zijn bewegen is fantastisch. Dat is de sleutel voor succes in het voetbal. En je ploegmaats. Ook fysiek is hij door met hen samen te spelen geëvolueerd. Veel spelers doen altijd hetzelfde, maar Elya is slim en kan dus gevarieerd spelen. Stel hem als verdediger op en hij zal het ook kunnen.”

Barda: “Ik betaal hem hiervoor, hé ( grijnst).”

Bergher: “Tien euro per positief antwoord, niet? Maar hij zit nog altijd niet aan zijn beste niveau. Iedereen spreekt over zijn vorig seizoen, dat het goed was, maar …”

Barda: “… ik vind dit seizoen beter.”

Bergher: “Hij speelt nu als nummer tien, hij ontwikkelt andere kwaliteiten. Hij denkt tijdens een wedstrijd. Ik zag hem nu sinds lang weer eens live spelen, niet op tv, dus ik zag ook hoe hij nu mee beweegt zonder bal. Misschien krijgen we volgend seizoen het beste te zien …”

Barda: “… maar dát weten we nog niet ( grijnst). Als we een titel kunnen pakken, dan kan ik zeggen dat ik iets bereikte met de ploeg. Mijn doel is om een titel te winnen met Genk dit seizoen. Dat zou geweldig zijn. En het moet kunnen, vind ik. Ik wil gewoon vooruitgang maken. Ik wil niet naar om het even waar, want ik ben hier heel gelukkig.”

Sportman van het Jaar

Bergher: “Elya is altijd rustig geweest. Ik ken zijn vrouw van vroeger en hij kent ze zelf ook al van jaren geleden.”

Barda: “Maar uitgaan doen we niet zoveel. Meestal iets eten in een restaurant of naar een film. En dan betaalt Arigay het eten omdat hij weer verloren heeft in het biljarten ( grijnst).”

Bergher: “Maar je zou hem eens moeten zien bowlen … ( grijnst) Maar dat is te begrijpen. Hij heeft twee dochters: hij kan naast het voetbal alleen oefenen in het vervangen van luiers. Ik heb het in het weekend dat ik hier was nog eens kunnen vaststellen: zijn kracht is zijn gezin. Hij heeft talent, maar zonder hen zou hij zo goed niet zijn. Je moest vroeger aan Elya nooit vragen of hij een vriendin had, want hij kende ze al vanop jonge leeftijd. En je zag op het eerste gezicht dat het voor altijd zou zijn.”

Barda: “Mijn gezin komt vóór het voetbal.”

Bergher: “Als je familie niet gelukkig is, sta je nergens, ben je niet gefocust. Daarin heeft hij evenwicht gevonden. Hij is heel erg huiselijk. De media houden niet zo van Elya: hij praat nooit, zegt nooit iets verkeerds … Een Israëlische journalist, die hem vanuit Engeland kwam interviewen, zei het mij nog: ‘Goeie vent, maar hij zegt niks.’ Tja. Ze willen natuurlijk graag in de titel dat hij deze of gene háát, maar hij praat zelfs tegen mij zo niet. Ik vraag er ook nooit naar: ik ken het antwoord zo al. Hij heeft wel een goed gevoel voor humor. Hij kan je met een uitgestreken gezicht van alles wijsmaken en je op het verkeerde been zetten.”

Barda: “Je moet in het voetbal niet te veel praten, vind ik. Dat kan je alleen maar slecht uitkomen.”

Bergher: “Ik heb hem net een boek cadeau gedaan over de beste nummers tien uit de geschiedenis. Platini, Baggio, … Het boek begint met een quote van Arsène Wenger – volgens mij de beste die er is, ook al is hij niet van Liverpool. Hij zegt: ‘Een goede speler is een speler die zijn ploeg laat winnen, al de rest is bullshit.'”

Barda: “Inderdaad, al de rest is junk.”

Bergher: “Elya is rijper geworden met de leeftijd: vroeger had hij het lastiger als hij verloor.”

Barda: “Heb ik geleerd, ja. Hebben we verloren, dan ga ik naar huis en zie ik de glimlach van mijn kinderen, dan ben ik het meteen vergeten.”

Bergher: “Dat is ook belangrijk voor de andere spelers: dat hij niet met zijn hoofd naar beneden zit in de kleedkamer. Dat is niet goed voor de teamspirit. Zo levert hij óók een bijdrage voor de jonge spelers, zoals hij er ooit een was.”

Barda: “Of ik in Israël ondertussen anders bekeken word? Een beetje. Door mijn status van vaste international. Vroeger stond ik niet altijd in de nationale ploeg.”

Bergher: “Weet je waarom die Israëlische journalist uit Engeland naar hier kwam? Omdat hij door het grootste Israelische sportstijdschrift verkozen is tot Sportman van het Jaar. Niet Voetballer van het Jaar hé, maar Spórtman van het Jaar. Door de vooruitgang die hij heeft gemaakt in 2008. Niet Avram Grant bij Chelsea, niet Yossi Benayoun van Liverpool, niet … Dus hij is nu de beste spits van Israël.”

Barda: “Weer tien euro ( grijnst).”

Bergher: “Hij is mijn vriend en ik zeg niet graag te veel goeie dingen over mensen waar ze zelf bij zijn, maar van hem weet ik dat hij er tegen kan. Hij zal er zijn hoofd niet door op hol laten brengen.”

Barda: “Arigay was vroeger ook al heel ernstig en intelligent. Voor iedereen het huiswerk maken …”

Bergher: “Oew, nu mag ik hem zijn euro’s wel teruggeven.” ( beiden lachen) S

door raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content