Begeleid door een striemend fluitconcert sloften de spelers van Club Brugge zaterdagavond na het bloedloze 0-0-gelijkspel tegen Bergen naar de kleedkamer. Het ongenoegen van de supporters was terecht : in een ronduit beschamende wedstrijd hadden de dieptepunten zich opgestapeld. Negentig minuten lang was het tot een festival van slechte voorzetten gekomen, niet één keer viel er iets te bespeuren dat op een tempoversnelling leek, de machteloosheid was schrijnend. Het rapport van Club Brugge is na de zeven op vijftien verontrustend : sinds blauw-zwart vijftien maanden geleden besloot niet verder te gaan met Trond Sollied en af wilde van het te klinische spel onder de Noor, is het sportief achteruitgegaan.

Nochtans zijn er genoeg inspanningen geleverd om de ploeg te versterken. Club Brugge trok sinds medio 2005 twaalf spelers aan. Het haalde aanvankelijk met Jan Ceulemans een trainer binnen die de klemtonen wilde leggen die ook sportleider Marc Degryse het liefst zag : meer combinaties, meer voetballend vermogen. Nadat Club zich op Ceulemans verkeek, werd er met Emilio Ferrera een nieuwe stijlbreuk doorgevoerd. Het scepticisme was groot maar de dertien op vijftien onder de nieuwe coach werkte verblindend : ook onder Ferrera had Club verre van sprankelend gevoetbald, de 4-0-zege tegen Racing Genk buiten beschouwing gelaten. Toch werd de nieuwe trainer hier en daar de hemel in geprezen.

Emilio Ferrera is een voetbaldier wiens bezetenheid schril afsteekt tegen de gelatenheid van Jan Ceulemans. Maar hij houdt er heel andere voetbaldenkbeelden op na. Ferrera zweert bij een soort 4-4-2, waarbij hij in tegenstelling tot veel collega’s het centrum wil gebruiken en naar binnen trekkende (flank)middenvelders onder meer ruimte moeten maken voor opkomende flankverdedigers. Tot wat dat leidt als het niet werkt, viel zaterdag te zien. Rechtsachter Brian Priske stuurde vanaf de zijkant welgeteld één voorzet en Michael Klukowski deed het aan de overkant al niet veel beter. Het gevolg was dat de andere spelers mekaar in het centrum voor de voeten liepen en het tot een schier eindeloze aaneenschakeling van onzuiverheden kwam. Vooral het geklungel van Gaëtan Englebert en Koen Daerden oogde zo pijnlijk om zien dat het verbazend was dat ze niet uit hun lijden werden verlost. Emilio Ferrera zat op de bank en kon niet bijsturen. In de eerste vijf wedstrijden heeft hij vier punten minder gehaald dan Ceulemans vorig seizoen. Hoewel dat soort vergelijkingen soms mank loopt, zeggen ze toch iets.

Club Brugge is nog maar eens aan een bezinningsperiode toe. Het leek deze zomer bijzonder slagvaardig op de transfermarkt, maar steeds meer ontstaat de indruk dat het elftal verkeerd is uitgebouwd. Naast hiaten in het centrum van de defensie is er vooral een groot gebrek aan (start)snelheid. Een balvaste spits als Salou rendeert alleen als er achter hem snelle middenvelders kunnen infiltreren, maar veel moeilijker wordt het om Salou optimaal te gebruiken als die spelers met een versnelling er niet zijn. Op de zaterdag geschorste Jonathan Blondel na beschikt Club over geen enkele echt flitsende voetballer. Het voetbalt te vaak tegen hetzelfde tempo. Alleen in de wedstrijd tegen AA Gent waren er enkele ritmeveranderingen te zien nadat Club zich de eerste 25 minuten de tanden stuk beet op de defensie van de Buffalo’s.

Zo dreigt Club Brugge nog maar eens voor een moeizaam seizoen te staan. Het kan zich in lastige uitmatchen – zoals op Anderlecht – als een hecht blok presenteren en gegroepeerd voetballen, maar moeilijker is en blijft het als zelf het spel moet worden gemaakt. Ook Emilio Ferrera kan wat dat betreft geen andere accenten leggen. Hij voerde een wekelijkse training achter gesloten deuren in, maar veel nieuws moet er daar niet te zien zijn. Sterker zelfs : als er zaterdagavond iets alarmerend was, dan het onvermogen om tactisch te variëren.

DOOR JACQUES SYS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content