Twintig jaar geleden werd SK Beveren voor het laatst kampioen.

“Het vorige seizoen evenaren zal moeilijk zijn”, verwoordde assistent-trainer Rik Pauwels de ambities van Beveren aan de vooravond van het seizoen 1983/84, toen Beveren het 50-jarig bestaan vierde. “Als we ons kunnen plaatsen voor Europees voetbal, zal dat een succes zijn.” Ondanks de bekerwinst (tegen Club Brugge) rekende niemand Beveren, dat het jaar daarvoor als zesde eindigde, tot de titelfavorieten. Dat waren Anderlecht en in mindere mate Standard. Op de Freethiel was niets veranderd. De club vatte het seizoen aan met dezelfde ploeg als het jaar daarvoor.

Nieuw waren naast shirtsponsor ‘Drink Melk !’(slogan waar de Beverense spelers zich niet bepaald aan hielden) slecht twee spelers. Verdediger Armin Görtz kwam van Eintracht Frankfurt, maar kon dat jaar geen basisplaats afdwingen. Aanvaller Luc Put was topschutter bij FC Assent, maar schopte het niet verder dan de reserven.

Aanvoerder en linksback Marc Baecke ging niet naar Club Brugge, maar tekende voor twee jaar bij. De belangrijkste transfer noemde PR-man Dirk Maes het behoud van verdedigende middenvelder Paul Theunis, een paar jaar daarvoor op verzoek van Urbain Braems van Winterslag overgekomen. Theunis, nu commercieel directeur bij het Wase bouwbedrijf Cordeel en tot vorige week voorzitter van de sportieve commissie bij KRC Genk : “Ik was toen de enige speler eind contract. Robert Waseige wilde me graag bij Club Luik, ik praatte ook twee keer met Anderlecht, dat uiteindelijk René Vandereycken haalde. Ik bleef niet tegen mijn zin, ik vond dat ik sportief in een goeie ploeg zat. Van de kampioenenploeg uit ’79 was er al een aantal weg, maar de basis stond er nog : achterin op de flanken Baecke en Eddy Jaspers, centraal Heinz Schönberger, voorin Erwin Albert. Wie vertrok, werd goed vervangen. De uitschieter was Schönberger, maar verder hadden we alles : snelheid, kracht, Torinstinkt, een spelmaker, waterdragers, Filip De Wilde, die Jean-Marie Pfaff heel goed verving,…”

Al na de tweede speeldag toen Beveren ondanks een gelijkspel tegen Waterschei een enorm goed niveau haalde, behoorden de Waaslanders volgens kenners bij de titelfavorieten. De spelers lachten die bewering weg. “Wie zegt dat Beveren kampioen wordt, kan ik alleen maar een groot optimist noemen”, aldus rechtsachter Eddy Jaspers, tegenwoordig vertegenwoordiger voor ramen en veranda’ s. “Het was toen wel een verrassing dat het ineens zo goed liep. Niets moest.”

Beveren startte met elf op twaalf, sloeg meteen een kloof van drie punten op Anderlecht en het verrassende Seraing. Pas op de voorlaatste speeldag van de heenronde verloor geel-blauw zijn eerste competitiematch op Standard, dat vanaf februari met een veredelde jeugdploeg aan de slag moest na de opkoopaffaire tegen Waterschei. In maart wankelde Beveren : het verloor van Club Brugge, Gent, Beringen en RWDM, maar Anderlecht dichtte de kloof niet. Met Pasen herrees Beveren tegen Waregem.

Dankzij de supporters, herinnert trainer Urbain Braems zich : “Voor die wedstrijd nam de supportersfederatie het initiatief voor een steunactie met toeters en bellen. Dat gaf de spelers vleugels, dat was een échte twaalfde man. Daar krabbelden we overeind. Wat maakte Beveren dat jaar zo sterk ? We hadden een hele evenwichtige ploeg, die zeer complementair was, bijvoorbeeld met Albert een grote en kopbalsterke spits naast de snelle, kleine wendbare Ronny Martens. Anderlecht had tal van internationals, maar Beveren beschikte over een geweldige mentaliteit, de een ging door het vuur voor de ander.”

Maar dé man, zegt Braems, was Schönberger. “Die durfde de bal te vragen in moeilijke omstandigheden, deed daarbij altijd eerst een schijnbeweging. Een formidabele balaanname had hij en een nuttige dribbel, die altijd iets opbracht voor de ploeg. Beveren presteerde dat seizoen heel regelmatig. Vanaf september stonden we op kop, we gaven dat niet meer af.”

Toen Beveren Lokeren klopte en Anderlecht die dag van Lierse verloor, had het met nog twee speeldagen te gaan vier punten voorsprong. De volgende thuismatch tegen Cercle ging een volle Freethiel na de zege uit de bol voor de tweede titel. Braems : “In het bestuur van Beveren zaten voetbalkenners, ze kregen ook goeie tips. Zo gingen we met drie man Marek Kusto na een tip bekijken toen hij met Polen speelde in Straatsburg. Ondanks twee WK’s was hij bij ons aanvankelijk niet eens basisspeler.”

Eigenlijk, constateert Paul Theunis, is het eigenaardig dat Beveren aan die prijzen financieel niets overhield. “Als je vandaag één keer kampioen wordt, zit je financieel via de Champions League voor jaren op rozen.” Toch had bijvoorbeeld Eddy Jaspers de toenmalige belevenissen niet willen ruilen voor een plaats als goedbetaalde speler nu : “Wat wij beleefden, is niet te betalen. Op een handvol profs na werkte iedereen overdag. Wij trainden alleen ’s avonds. Met vijf trainingen per week werden we kampioen. Elke wedstrijd was een culinaire uitstap. Voor de match aten we biefstuk met witloof, elke week was er een feestje.”

Na het vertrek van Freddy Buyl waren Marc Baecke en Erwin Albert de gangmakers, zegt Jaspers. “Erwin kon fantastisch zingen onder de douche.”

Marc Baecke, die nog altijd in Beveren woont, werkt als arbeider in de nachtploeg van het bedrijf van ondervoorzitter Georges De Colfmaecker. Erwin Albert werkt bij een Duitse bank in de buurt van München en traint een plaatselijke vierdeklasser. Paul Lambrichts was tot voor een paar jaar assistent-trainer bij Patro Maasmechelen en staat nu weer voor de klas als wiskundeleraar. Philippe Garot keerde terug naar het Luikse waar hij een tenniscentrum uitbaat en was tot voor twee jaar speler-trainer bij tweedeprovincialer Grivegnée.

Ronny Martens werd dit seizoen ontslagen als trainer bij derdeprovincialer Sint-Pauwels en werkt op het Blosocentrum in Hofstade. Patrick Stalmans heeft een job bij Nike in Laakdal. Peter Crève, die na Beveren de succesperiode van Club Brugge mee beleefde, stond tot vorig jaar in Taverne De Cromwell in Oostende en werkt nu bij de gemeente Bredene. Heinz Schönberger heeft een functie bij Pioneer en traint de jeugd van Beveren. Danny Pfaff trainde tot vorig jaar de Beverense reserven, leidt nu een voetbalschool in Beveren en werkt in de Antwerpse haven.

Marek Kusto keerde terug naar Polen, waar hij na een paar eersteklassers nu tweedeklasser Afka Gdynia coacht. Armin Görtz woont weer in Keulen. Frank Peeraer is bankdirecteur, Hans Christiaens traint de Oost-Vlaamse eersteprovincialer SV Oostakker en is regioverantwoordelijke voor een Kortrijks interimkantoor. Ingmar Lorré is kapper, Julien Lodders vertegenwoordiger voor een meubelbedrijf. Rik Pauwels is met pensioen, net als Urbain Braems, die op zijn negenenvijftigste in schoonheid afscheid nam als Turks bekerwinnaar met Trabzonspor. En Filip De Wilde ? Die speelt nog. Voor de aartsvijanden in Lokeren.

door Geert Foutré met dank aan Rudy Beck

‘Wij trainden alleen ’s avonds en elke wedstrijd was een culinaire uitstap.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content