De voormalige topschutter van de Jupiler Pro League vindt, na een moeilijk eerste seizoen in de Premier League, meer dan zijn draai bij West Bromwich Albion.

Met zijn doelpunt tegen Swansea (2-1) heeft Romelu Lukaku zich van een plekje in de geschiedenisboeken van de Premier League verzekerd. Het is immers al veertien jaar geleden dat een tiener zo veel doelpunten in een seizoen heeft gemaakt. In 1999 vond ene MichaelOwen achttien keer de weg naar de netten. Met zijn dertiende doelpunt van het seizoen heeft Lukaku zich wel al op gelijke hoogte van Nicolas Anelka(13 doelpunten in 1999) gehesen en doet hij het nu al beter dan toppers zoals Robbie Keane (12 in 2000), Wayne Rooney (11 in 2005) en Jermaine Defoe (10 in 2002). Een jaar na een absoluut rotseizoen bij Chelsea toont Lukaku nu wat hij in zijn mars heeft. Met zijn gemiddelde van een doelpunt per 106 gespeelde minuten is Lukaku de tienertopschutter van de vijf grootste competities dit seizoen.

Reden genoeg voor Sport/Voetbalmagazine om naar Birmingham te trekken en op zoek te gaan naar het fenomeen Lukaku. De stad, die meer dan drie miljoen inwoners telt, is een opeenstapeling van betonnen buildings, afgrijselijke parkings en grote shoppingcentra zonder enige charme. Allemaal de schuld van de bombardementen tijdens de laatste wereldoorlog en van een weinig doordacht plan voor de wederopbouw. De eigenzinnige mix van inwoners zal uiteindelijk de grootste aantrekkingskracht van de stad worden. De mengelmoes van verschillende nationaliteiten, stuk voor stuk naar Birmingham gekomen tijdens de industriële revolutie, maakten van Birmingham een tijdlang ‘het atelier van de wereld’. Bedrijven en industrie draaiden op volle toeren, niets leek Birmingham te kunnen stoppen. Vandaag zijn enkele overwoekerde fabrieksgebouwen evenwel het enige wat overblijft van de industriële bloeiperiode, die definitief een halt werd toegeroepen door de recente economische crisis.

In tegenstelling tot Manchester en Liverpool leeft Birmingham niet op het ritme van het voetbal. Het gaat er hier een stuk gematigder aan toe. Geen voetbalshirts in het straatbeeld te bekennen, zelfs geen sportwinkels met in de etalage de kleuren van Birmingham FC of West Bromwich Albion. Althans niet in het centrum van de stad. Daar vind je alleen een fanshop van Aston Villa. Birmingham heeft met twee clubs in de Championship (Birmingham FC en Wolverhampton) en twee clubs in de Premier League (Aston Villa en WBA) niet minder dan vier grote voetbalclubs in de aanbieding. WBA en Wolverhampton – respectievelijk op 10 en 28 km van het stadscentrum verwijderd – zijn de clubs van de buitenwijken, terwijl Birmingham FC en Aston Villa vlak in het centrum gelegen zijn. Vier clubs dus, maar er kan er maar een de populairste zijn en dat is ongetwijfeld Aston Villa. Een kwestie van palmares waarschijnlijk. The Villans verzamelden al zeven landstitels, zeven FA Cups, vijf League Cups en vooral één Europacup I. WBA doet er alles aan om zich uit de schaduw van Aston Villa te voetballen, in alle stilte en discretie. Een gekke naam voor een gekke club. Het kan moeilijk anders dan dat ook onze Romelu Lukaku dat dacht toen hij de glamour van Chelsea voor de schaduw van WBA inruilde.

De antivedette

Onze eerste afspraak brengt ons naar de Bullring, de shopping mall die met de imposante voorgevel en dito aluminium winkel Selfridges toch zowat het symbool van de stad Birmingham is. Daar ontmoeten we Peter Lansley, Midlandscorrespondent van de Times. “Kom je voor Lukaku? Wat hij momenteel bij WBA presteert, is echt verbazingwekkend. We wisten op voorhand dat hij over een enorm fysiek potentieel beschikt, maar in het begin van het seizoen ontbrak het hem nog aan de nodige maturiteit. Hij verspilde enorm veel energie aan nutteloze spurten en kwam dan ook niet efficiënt voor de dag. Steve Clarke had gelukkig meteen door dat hij deze ruwe diamant nog wat moest slijpen. Aanvankelijk kreeg Shane Long, een ervaren speler die goed is met de rug naar doel, wel de voorkeur. Het spelletje van WBA: inspelen op Shane Long die ruimte maakte voor opkomende jongens zoals Peter Odemwingie. Lukaku werd in eerste instantie als invaller de laatste twintig minuten ingebracht, op het moment dat hij de vermoeide tegenstanders met zijn snelheid en power extra veel pijn kon doen. Hij wist al snel wat knokken was en had niet veel kansen nodig om tot scoren te komen. Toen Long geblesseerd uitviel, heeft Lukaku zijn kans gegrepen. Hij was op dat moment al een stuk volwassener geworden en kreeg wedstrijd na wedstrijd meer zelfvertrouwen. Lukaku leerde al snel mee te verdedigen en met de rug naar doel te spelen. De fans houden van hem omdat hij scoort, maar ook de antivedette in Lukaku valt bij hen in de smaak.”

Een paar uur later rijden we richting WBA. Wanneer je van Birmingham centrum naar het kleine stadje West Bromwich, zo’n kleine negentien kilometer verderop, rijdt, kom je voorbij verlaten gebouwen en doorkruis je het Aziatisch ogende Handsworth. Je vindt er immers de ene winkel met sari’s en bedrukt katoen naast de andere tempel. Enkele kilometers verderop rijden we het graafschap Sandwell binnen, waar de zogenaamde Black Country begint. Een duidelijke verwijzing naar het industriële verleden van de regio. Het is daar dat The Hawthorns, het stadion van WBA, nu staat te pronken. De hoofdingang is versierd met de beeltenis van een vierende Jeff Astle. Het was Astle die de winning goal maakte in de finale van de FA Cup in 1968, de laatste trofee van WBA. De bloemenkrans is een extra eerbetoon aan de in 2002 op 60-jarige leeftijd overleden Astle. “The Hawthorns is van alle Premier Leaguestadions hetgene dat het hoogst boven de zeespiegel gelegen is”, legt communicatiemanager John Simpson uit. “Wat dat betreft torent WBA dan toch boven de rest uit!” Grappige jongens die van WBA.

Verfrissende ingesteldheid

In het stadion treffen we Steve Clarke. De 50-jarige coach doet het in zijn eerste seizoen als T1 meer dan goed. Dat verbaast niet als je weet dat de voormalige Schotse international (Clarke verzamelde acht caps, nvdr) ervaring opdeed als assistent van José Mourinho, Bryan Robson en Kenny Dalglish. “Ik was verrast toen ik zag hoe snel Clarke zich aan WBA heeft aangepast”, zegt Phil Barnett, journalist bij PressAssociation. “Hij heeft zo lang op deze kans gewacht en zodra het moment er was, heeft hij de kans met beide handen gegrepen. Clarke is uiterst kalm en blijft altijd zeer koelbloedig. Hij lacht net zo weinig als hij schreeuwt. Een stabiele man dus en niet meteen het type manager dat zijn emoties toont. Zijn voetbalfilosofie? Over de grond voetballen. Maar het is niet zo dat hij balbezit als het hoogste goed ziet. Hij wil verticaal spel en het liefst van al ziet hij zijn team in twee of drie passes aan de overkant raken.”

Tijdens de persconferentie voor de wedstrijd gaat het merendeel van de vragen over de toekomst van Lukaku. Clarke: “Chelsea heeft Lukaku aan ons uitgeleend en wij hebben het geluk dat hij hier tot het einde van het seizoen mag blijven. Die deal is voor alle partijen tot nu toe een goede zaak gebleken. Ik ga ervan uit dat hij in de zomer gewoon naar Chelsea terugkeert.” Na de Engelse journalisten mogen ook wij enkele minuten vragen stellen aan Clarke. “Dit kan ik niet tegen de Engelse journalisten zeggen maar wat mij betreft, hoeft Lukaku niet naar Chelsea terug te keren om er weer op de bank te gaan zitten, hoor. Dat zou immers tijdverlies voor hem zijn. Ik weet dat de Chelseabazen er net zo over denken.” Conclusie: als Lukaku naar Londen terugkeert, zal het zijn omdat er een basisplaats op hem ligt te wachten.

Het was Steve Clarke die van Lukaku een volwaardige Premier Leaguespeler heeft gemaakt. “Hij kwam naar WBA na een teleurstellend seizoen bij Chelsea. Hij kwam er amper aan de bak, terwijl hij niets liever wilde dan in de Premier League laten zien wat hij allemaal kan. Zijn enthousiasme was dan ook gigantisch. Je voelde dat hij het goed wilde doen. We besloten hem stap voor stap in de ploeg te brengen. Naarmate het seizoen vorderde en hij meer wedstrijdminuten op de teller had, groeide zijn zelfvertrouwen zienderogen. Hij presteert nu ook zoals je dat van een speler die twintig miljoen euro heeft gekost zou verwachten. Ik weet dat er mensen waren die twijfelden of hij het niveau van de Premier League wel zou aankunnen, maar ik was daar niet een van. Het was gewoon een kwestie van hem weer hoop en zelfvertrouwen te geven.”

Al schuilt er volgens Steve Clarke meer dan alleen een hernieuwd zelfvertrouwen achter Lukaku’s huidige prestaties. “Romelu is ook echt beter geworden dit seizoen. Snel en krachtig was hij al, maar nu kan hij ook de bal bijhouden zodat de rest van het team kan aansluiten. Het beste voorbeeld daarvan is het doelpunt tegen Swansea: daar hield Romelu de bal bij om vervolgens Chris Brunt vrij te spelen. Dat lukte hem in het begin van het seizoen niet zo makkelijk. Hij creëert nu ook mogelijkheden voor anderen, terwijl hij aanvankelijk alleen voor zichzelf kansen creëerde. Hij wordt dus steeds completer. Het mist nu vooral nog wat ervaring. Als hij terugkeert naar Chelsea zal hij wel tegen stuggere verdedigingen moeten leren spelen en dan zal het zaak zijn om ook in die omstandigheden de nodige ruimte voor zichzelf te creëren. Bij WBA hoeft dat niet omdat onze tegenstanders vaker met open vizier tegen ons spelen. Ik ken Romelu als een harde werker die altijd luistert en wil verbeteren; ik maak me dus sterk dat hij zich ook daar wel aan zal kunnen aanpassen.”

Er is uiteraard niet alleen de speler Lukaku, er is ook de mens. Clarke is maar wat blij dat hij met een jongere als Lukaku mag samenwerken. “Zijn ingesteldheid is werkelijk verfrissend. De meeste jongeren zijn al blij dat ze het tot profvoetballer hebben kunnen schoppen, maar dat gaat niet op voor Lukaku. Die werkt elke dag opnieuw verschrikkelijk hard om de beste te worden. Na de training wil hij steevast nog meer. Ik moet hem soms zelfs van het terrein sleuren en hem de douche induwen.”

Ook in de kleedkamer heeft Lukaku zijn draai gevonden. Zijn bijnaam, Big Rom, verwijst uiteraard naar zijn gespierde torso, maar ook naar manager Ron Atkinson die WBA in het seizoen 1978/79 naar de derde plaats in de competitie leidde en een seizoen later zelfs naar de kwartfinale in de UEFA Cup. Ron Atkinson werd bedacht met de bijnaam Big Ron… “Lukaku is een tank”, liet Ben Foster enkele weken geleden in de Birmingham Mail optekenen. “Men heeft weleens aan zijn talent getwijfeld, maar als een club twintig miljoen euro voor je op tafel legt, kan het niet anders dan dat je wat in huis hebt. En dat laat hij nu ook echt zien!”

Weer bang

We mogen wel stellen dat Lukaku alles en iedereen bij WBA heeft ingepakt. “We hadden meteen door dat we met een intelligente speler te maken hadden”, bevestigt Lansley. “Hij vroeg ook vrijwel meteen aan de journalisten om hem niet meer met Drogba te vergelijken. Daarmee heeft hij zelf de druk wat van zijn schouders gehaald. Ik denk dat het hem ook deugd heeft gedaan dat hij bij een familiale, warme club als WBA terecht is gekomen.”

“Toen we hoorden dat hij zeven talen spreekt, wisten we meteen dat we met een jongen te maken hadden die niet bepaald aan het clichébeeld van een voetballer voldoet”, voegt Barnett toe. “Dankzij Lukaku zijn de tegenstanders weer bang van ons”, zegt Rod, een fan die we kruisten in de fanshop. “Iedereen was verrast want de Chelseafans waren niet bepaald lovend over hem. Wij leerden Lukaku evenwel kennen als een sterke, snelle spits die zich maar wat graag wil tonen. Nu zijn wij diegenen die de Chelseafans kunnen stangen. Als ze zo goed zijn als Lukaku mogen ze ons nog wel een paar afdankertjes sturen.”

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Toen hij bij WBA kwam, vroeg hij ons meteen om hem niet meer met Drogba te vergelijken.” Peter Lansley van The Times

“Hij presteert nu ook zoals je dat van een speler die twintig miljoen euro heeft gekost zou verwachten.” Steve Clarke, manager van WBA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content