Gebeurde het al eens dat je wou stagediven en dat het publiek plots wegliep toen jij van het podium sprong?

( lacht) “Nee. Ik stagedivede wel al één keer, op Rock Ternat, rond mijn vijftiende. Iedereen begon dat te doen en ik dacht: dat moet ik ook eens proberen. Het was plezant. Tegenwoordig zie je mij niet vaak meer bij optredens, door de vele wedstrijden is dat moeilijk. Drie jaar geleden ging ik wel nog eens naar Rock Werchter, om Metallica te zien. Meestal luister ik naar muziek van dat genre, ook bijvoorbeeld de Foo Fighters hoor ik graag bezig. In de auto staat Studio Brussel aan. Tijdens trainingen heb ik geen muziek bij me; dat zou een beetje asociaal zijn, want ik rijd altijd samen met enkele anderen.”

Plakte er ooit eens een juf je mond dicht?

“Nee. Niet dat ik in de klas goed oplette, maar ik was wel altijd een redelijk stille jongen. Ik vond het leuker om met proppen te schieten dan om te babbelen. In heel mijn schoolcarrière kreeg ik maar één keer strafstudie, toen we eens drie studie-uren hadden en ik gewoon, zonder toelating, naar huis was gegaan. Dat mocht blijkbaar niet. Voor de rest hadden ze met mij niet al te veel last. Ik durfde weleens een stinkbommetje in de boekentas van een goede kameraad te steken, om die wat te plagen, maar als ik zoiets uitstak, zorgde ik ervoor dat ik niet betrapt werd.”

Heb jij ervaringen met schoonheidsmaskers waarbij je komkommerschijfjes op je gezicht moet leggen?

“Nog nooit geprobeerd. Ik denk niet dat ik ijdel ben, eerder wat nonchalant. Mijn haar durft er al eens onverzorgd bij te liggen, maar het is al beter dan vroeger.”

Van wie zou je graag eens een oneerbaar voorstel krijgen?

( lacht) “Van de vrouw van Seal: Heidi Klum. Dat is een knappe, hè.”

Als je kinderen hebt, wil jij dan voorleesouder worden op hun school?

“Ik denk dat er anderen zijn die dat beter kunnen. Met veel emotie vertellen, dat is niks voor mij. Ik lees wel regelmatig, meestal biografieën, die van Rutger Beke staat bijvoorbeeld in mijn kast, en die van Tom Boonen. Voor de rest kunnen boeken over fysiologie mij enorm boeien. Ook anatomie vind ik heel interessant. Dat is vrij theoretische materie, maar ik probeer daar dingen uit te halen die ik kan testen in de praktijk, bij intervaltrainingen bijvoorbeeld. Toen ik na het middelbaar onderwijs lichamelijke opvoeding volgde, kreeg ik zes uur anatomie per week. We deden in die opleiding ook dissecties op mensen. Ik vond dat enorm boeiend. In het begin waren er enkele medestudenten die wit wegtrokken, maar ik kon er goed tegen. Toen ik de eerste keer zelf zo’n lichaam moest openleggen, was dat raar, maar op den duur word je dat gewoon, al blijf je dat natuurlijk altijd met veel respect doen. Het was wel enorm oppassen, want die messen waren superscherp. Eerst moest je de huid opensnijden, daarna het vet wegdoen en dan spier per spier zoeken. Uiteindelijk kwam je uit bij de arteria en de zenuwen. Bij zulke dissecties van mensen vond ik de onderarm altijd het moeilijkst, en de hand. Daar liggen zo veel verschillende spieren en zenuwen, veel meer dan elders. Wij moesten die allemaal kunnen benoemen.”

In wat was je verkleed op je honderddagenfuif?

“Dat was een toffe dag. We gingen naar de bowlingbaan en hadden een heel leuke kliek van veertien à vijftien man, ik heb nog altijd regelmatig contact met die jongens. Daarbij komt dat ik goed kan bowlen, dat viel dus ook mee. Ik ga nogal vlot voorbij de kaap van de honderd punten. We stonden daar als cowboys en indianen, herinner ik mij, ons thema was: TheFar West. Eerlijk gezegd was ik wel al leuker verkleed geweest. Toen ik in het vijfde leerjaar zat, trad ik tijdens een schoolfeest eens op in een Marsupilami-pak. ( lacht) Dát was pas een succes.”

In deze rubriek komen dit seizoen Belgische sportfiguren uit verschillende disciplines aan bod.

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content