Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Jochen De Coene, Belgische fysiotherapeut van Sjanghai Shenhua, heeft geleden in China, vooral omdat hij zich bij AA Gent door de schone schijn liet misleiden, maar niet tevergeefs. ‘Mensen die mij al lang kennen, zeggen mij dat ik weer de Jochen van weleer ben.’

4FM speelt, Jolie kijkt naar Plop in de Wolken, Jody belt via Skype en met gebruik van een webcam met haar moeder in Gent. Op tafel zullen onder andere biefstuk friet en spaghetti bolognese komen, inkopen worden graag in Carrefour gedaan, uit eten gebeurt regelmatig in Mac Donald’s en Pizza Hut.

Op de oude stadskern na is Sjanghai, met veertien miljoen inwoners de grootste stad van het land, ook allesbehalve op-en-top Chinees. Westerse invloeden worden er weerspiegeld in de architectuur en de mode, in de luxueuze levensstijl. De havenstad, het mekka voor westerlingen met commerciële belangen in China, is in een adembenemend tempo aan het veranderen in een wereldmetropool. Bruggen, tunnels, kantoorgebouwen, woonwijken en snelwegen zijn er in aanbouw. “Ze ontzien het zich hier niet om 24 uur op 24 te werken, elke dag van de week”, zal Jochen opmerken. “Slapen doen ze in het gebouw zelf, of in containers errond. In Pudong ( het financiële centrum, nvdr) stond tien, vijftien jaar geleden niets, vernam ik. Of toch : maïs. Logisch dat de Chinese economie wordt gevreesd, niet ?” Vraag is of de Chinezen nog lang zo veel zullen willen werken voor zo weinig geld. Zal, vragen specialisten zich af, de kloof tussen rijk en arm versmallen eens de ‘groeicrisis’ voorbij is of wordt die zo breed dat ze alleen door een nieuwe revolutie kan worden overbrugd ?

Een kleine vis

Jochen De Coene werkt sinds februari 2004 als fysiotherapeut bij de Chinese topclub Sjanghai Shenhua. Hij kwam er toen alleen aan, met twee grote valiezen, maar sinds eind mei heeft hij het gezelschap gekregen van Jody Kluge en Jolie, haar dochtertje van twintig maanden. Eind december verwachten ze een jongentje, amper een jaar nadat ze elkaar in België kortstondig ontmoetten. Liefde op het eerste gezicht. Ondertussen kochten ze al een stuk bouwgrond in de Zwalmstreek.

Momenteel wonen ze op een halfuurtje rijden van het centrum van Sjanghai en op vijf minuten van het oefencomplex van Shenhua. Een rustige, groene wijk, naast een school waaruit regelmatig aangename pianoklanken klinken.

Aan de basis van zijn vertrek bij AA Gent lag Tomas Vasov, ex-AA Gent en toen bij Shenhua. De Servische verdediger stuurde in 2003 een wanhopige ploegmaat met enkelproblemen, die in Sjanghai te horen had gekregen dat hij moest stoppen met voetballen, naar de praktijk van Jochen en Frank Wezenbeek in Melle. Een operatie en enkele weken revalideren later bleek hij verlost van alle ellende. “In augustus 2003 nodigde Shenhua mij uit om er een aantal andere geblesseerde spelers te verzorgen”, vertelt Jochen. “Maar dat kon ik niet, want ik lag onder contract bij AA Gent. Uiteindelijk bezocht ik de club in de eindejaarsperiode en besliste ik om de overstap te maken. Ik voelde dat ze er onder invloed van trainer Wu een meer westerse visie op de geneeskunde in de club wilden integreren, en het Belgische voetbal had ik wel een beetje gezien.”

In februari 2004 tekende hij er een tweejarig contract, dat ondertussen werd verlengd tot 2008. “Bij Gent gunden de spelers het mij, maar ik kreeg problemen met het bestuur, met meneer Louwagie vooral. Als verbrekingsvergoeding heb ik hen drie maanden loon moeten betalen. Jammer, want als kinesist was ik er toch maar een kleine vis ?

“Mijn partner bleef in België. Ik kende veel miserie op het privévlak, ik ben in feite maar zes maanden getrouwd geweest. Als je alleen aankomt in China kijk je onvermijdelijk terug op wat er allemaal gebeurd is. Ook omdat je een totaal andere cultuur leert kennen en een aantal waarden ontdekt die voor mij totaal vervaagd waren door zo lang mee te draaien op Gent. Vriendschap. Elkaar respecteren.

“Ik ben toen in contact gekomen met Jörg Albertz, Duitser die hier aan zijn tweede seizoen bezig was en voorheen voor HSV, Celtic Glasgow en Duitsland had gevoetbald. Hij stond erop dat ik bij hem inwoonde. Jörg, zo rijk als de zee diep is, stond zelfs om zeven uur op om mijn boterhammen klaar te maken. Hij speelt nu bij Fortuna Düsseldorf en belt mij nog regelmatig. Hij stelde zelfs zijn huwelijk uit omdat hij mij als getuige wil.

“Jörg en zijn vriendin zijn hier het eerste jaar zeer belangrijk geweest, om mij op te vangen, om op het privévlak een aantal dingen uit te klaren en het ook te leren ervaren. Ik heb toen moeten toegeven dat er toch nog personen zijn die een zeker respect tonen voor elkaar, voor wie vriendschap, vertrouwen vooral en ook trouw nog een belangrijke rol spelen. Mensen die je wél op een goedbedoelde manier aandacht, liefde, een zekere warmte geven. Het was mij vreemd, want bij AA Gent maakte ik het mee dat mensen met wie je iedere dag samenwerkt ’s middags koffie zitten te drinken met je vrouw. Mensen ook die je je gevoelens toevertrouwt, maar van wie achteraf blijkt dat alles is doorverteld. Jongens van wie je dacht dat het je beste vrienden waren.

“Tot je in China komt en een aantal keren met jezelf wordt geconfronteerd : hoe komt het dat je alleen bent ? Het is een hele harde periode geweest. En Jörg heeft mij daar dan wel zeer goed in geholpen, maar je moet er toch vooral zelf door durven gaan.”

In de spiegel kijken

Tranen vloeiden bij beekjes. Hij beleefde de voorbije tweeënhalf jaar in China een catharsis. Een innerlijke reiniging, genézing, noemde hij het zelf op een ochtend tijdens ons verblijf. “Misschien heb ik mij door bepaalde mensen uit het voetbalmilieu op AA Gent, met wie ik tien jaar samengeleefd heb, wat te veel laten leiden. Het macho- en het playboygedrag, het in de picture willen staan, je kent dat wel. Ik ben zo niet, maar als je in die cirkel meedraait, is het vaak heel moeilijk om eruit te stappen. Volgens mij is dat ook de oorzaak van het grote probleem dat veel voetballers na hun voetbalcarrière kennen : wat nu ? Het zwarte gat. Ik ken heel veel spelers in België en weet dat het overal een beetje hetzelfde wereldje is. Wat doen veel voetballers doorgaans als ze uitgaan ? Drinken en naar de vrouwen lonken. Eén grote cinema. Leuke verhalen om naar te luisteren, maar eigenlijk heel triestig. Oppervlakkig. Die mensen evolueren niet.

“Was ik in België gebleven, dan hadden ze dat ook van mij verteld. Nu kan ik zeggen : ik heb in de spiegel gekeken, ben mezelf tegengekomen, mij er bewust van geworden dat het niet goed is. Dan heb je twee mogelijkheden : je probeert het te veranderen of je doet gewoon verder. Voor mij is het iets gemakkelijker om te veranderen omdat ik er weg ben. Mijn broer, iemand die door heel die voetbalwereld heen kijkt, heeft mij destijds nog gewaarschuwd, maar op dat moment had ik niet de kracht om te zeggen : ik stop ermee !

“Maar dan kom ik in China, leer ik Jörg kennen en dingen voelen die ik als persoon al jarenlang niet meer ervaren had, en dan doet het nog meer pijn, omdat je gewaar wordt : oeioeioei, hoe heb ik jaren geleefd ? ! Zeker omdat je dan weet : ik ben zo niet, en zo zit het leven niet in elkaar.

“Ik denk dat het grote probleem van de doorsneevoetballer is dat hij door iedereen op de handen wordt gedragen en zich daardoor ongenaakbaar acht. In onze huidige cultuur hebben er veel jonge mensen schrik om met zichzelf geconfronteerd te worden, omdat het veel makkelijker is om heel oppervlakkig te leven. Maar er bestaan heus nog wel andere plaatsen om te vertoeven dan de À Propos en de Sunset, en België is ook het centrum van de wereld niet, hé.

“Ik heb fouten gemaakt omdat ik mezelf was kwijtgeraakt. Als jonge gast kom je daar toe en dat wereldje is zo verleidelijk. Veel jonge spelers slaan een fase van hun jeugd over. Ze gaan van de puberteit in de A-kern en denken : ik ben er. Ze gedragen zich als volwassenen, terwijl ze nog kind zijn. Dan moet je al een heel sterke persoonlijkheid hebben om tegen ervaren mannen te zeggen : ‘Neen, ik doe daar niet aan mee.’ Ach, verhalen zoveel je maar wil. Op dat moment vind je dat allemaal normaal, ook al is het dat niet. Als je in het privéleven van veel spelers kijkt, zal je achter de schermen heel veel miserie vinden.”

Hij is in China veel rustiger geworden, stelt hij vast. “Omdat ik niets meer te verbergen heb, omdat er minder druk van buitenaf is en omdat ik hier respect en loon naar werken krijg. Bij Gent, waar ik bezig was van maandagochtend tot zondagmiddag, verdiende ik op zelfstandige basis 2500 euro per maand. Dat ik hier een riant loon krijg, is mooi meegenomen, maar wat je op het professionele en privévlak meemaakt, is onbetaalbaar. Het is een ervaring die je als persoon veel rijker maakt. Veel mensen die mij al lang kennen, zeggen mij dat ik weer de Jochen van destijds ben.

“Ik praat graag over mijn gevoelens en heb de neiging om mensen snel te vertrouwen. Als dat vertrouwen wordt geschaad, doet dat pijn. Maar dat moet je tegenkomen om er sterker uit te kunnen komen – kom je er zwakker uit, dan is er met je persoonlijkheid iets fout.”

Vallen en opstaan

We zijn ondertussen in zijn groene Polo onderweg naar het oefencomplex. Iets moet hem nog van de lever. “Ik hoor dat meneer Louwagie zegt : ‘Hij zit in China door mij.’ Tuurlijk is het ook dankzij de club, maar ik heb wel alle stappen gezet en nooit iemand in de weg gelopen. Ik ben bij AA Gent bij de jeugd begonnen, met een spons en een zakje water, de zondagochtend. Mijn ouders zeggen dat ik er vele jaren gratis heb gewerkt. Oké, maar daar ben ik blij om en fier op. Dat maakt iemand tot wie je bent. Ik heb altijd veel gedaan om bij te leren, om in dat voetbalmilieu binnen te raken en – zeer belangrijk – altijd de steun en het respect gekregen van Frank Wezenbeek. Altijd al heb ik mijn werk met hart en ziel gedaan. Natuurlijk maak je fouten, iedereen maakt fouten. Maar om nu te zeggen : ‘Het is door mij …’ Dat is natuurlijk heel gemakkelijk gezegd, want ik weet wat ik hier heb moeten doen. Als je in China of Rusland tekent, weet je dat je zult moeten vechten. Laat meneer Louwagie maar eens drie jaar meedraaien in een communistisch systeem, dat is heel iets anders dan hier een week aan het water verblijven in een viersterrenhotel. En de eerste voorwaarde is : eerlijk zijn over je ervaringen. Ach, ik begrijp het wel hoor. Dat is typisch zo’n uitspraak uit die machowereld.

“Dat ik hier nu al drie seizoenen ben, respect geniet van de spelers, de trainer en het management, is een teken dat ik mijn werk doe zoals het hoort, zij het met vallen en opstaan. Als je in een andere cultuur terechtkomt, moet je dingen aanvaarden. In het begin ga je er als een hazewind door, maar je moet terug. Inhouden, veel inhouden, want je loopt tegen een muur. Chinezen zetten dikwijls hun stekels op. Dat maakt het ook boeiend. Je kunt niet alles veranderen in een jaar, uiteindelijk is hier nog maar sinds 1996 een profcompetitie. Dat maakt dat het je enorm veel tijd en energie kost om zelfs maar kleinigheden te veranderen.

“Je moet hier leren zwemmen tussen de Chinese en de westerse manier van denken. Dat ligt mij wel. Ik ben altijd wel iemand geweest die met veel dingen bezig is, die overal tussen probeert te zwemmen, altijd probeert zijn best te doen en het beste uit andere mensen probeert te halen. Howard Wilkinson, misschien de beste trainer die ik ooit meemaakte, is hier maar korte tijd geweest omdat hij geen enkele rekening hield met de Chinese cultuur. Mij is ook gezegd : ‘You must change, zoniet buiten !’ Ze hebben mij er ook uit willen gooien, tot plots twee kapotte knieën bij je komen. Spelers met wie je al zes maanden bezig bent, voor wie je achter de schermen gepusht hebt, tot zelfs bij Adidas, hun sponsor, toe, en tegen wie je uiteindelijk zegt : ‘Ga naar België en zeg het tegen niemand.’ Ze komen terug en doen het goed. Dat was de doorbraak.”

Negen spelers ondergingen ondertussen al een operatie in België, gevolgd door een revalidatie in Melle. Straks is ook de Chinese internationale Lili Bai aan de beurt. Ze scheurde op 28 juli tijdens de finale van de Asian Cup in en tegen Australië de mediale band, de patellapees en de voorste kruisband van de rechterknie, werd vijf dagen later geopereerd in Peking, maar tevergeefs. Ze hinkt op krukken en met een zwaar ontstoken knie Shenhua binnen, kreeg te horen dat haar carrière voorbij is. Jochen is ervan overtuigd dat ze het WK 2007 van volgende zomer in China haalt.

Kapot trainen

Een oude Chinese dokter sjokt door de gang, de laatste van drie die nog wordt gedoogd. Hij slaapt op de tafel waarop hij masseert, zegt Jochen. “Hij is bevriend met de manager. Dat is ook China : vriendjespolitiek binnen de communistische partij. Michael, mijn jonge collega, is ook dokter in de klassieke Chinese geneeskunde, maar heeft ook belangstelling voor de westerse aanpak. De oudere generatie heeft het moeilijk met de aanpassing.”

Jochen gaf het al aan in zijn columns in dit magazine : het oefencomplex van Sjanghai Shenhua SVA Smeg FC is van het beste wat er op de planeet te vinden is. Tien velden, waarvan twee synthetisch, atletiekpiste, een dertigtal hotelkamertjes, voor kernspelers en stafleden, een jeugdschool met internaat voor vierhonderd man. Op zijn Chinees, dus sober aangekleed. Het medisch kabinet bestaat uit drie lokalen. De apparatuur, het klassieke kinemateriaal, komt net als de fitnesstoestellen uit België. Jochen zorgde voor een Belgische sponsor. Orbipro.

“Maar de knowhow hebben ze nog niet onder de knie. Ik stel vast dat ze hier van sportgeneeskunde en revalidatie weinig kaas gegeten hebben. Was Du Wei, die al twee jaar last had van zijn rechterknie, meteen verzorgd geweest, dan had hij waarschijnlijk nooit problemen gekregen aan de linkerknie die onlangs in België werd geopereerd. Li Weifing liep al drie jaar met een gebroken neus rond, waardoor hij tijdens een wedstrijd onvoldoende zuurstof kon opnemen en neusbloedingen kreeg. Ani Sun Xiang is al sinds zijn geboorte astmalijder, maar neemt geen medicatie. Drie internationals, basisspelers, nota bene.

“Ik ben hier bijna met niets anders bezig dan met revalidatietraining. Jongens spelen met blessures van twee, drie jaar oud omdat er geen adequate verzorging is. In het begin dat ik hier was, werd ik gecontacteerd door de nationale volleybalploeg. Op de Olympische Spelen in Athene was een van de beste Chinese speelsters, die eerder haar scheenbeen had gebroken, weer door haar been gegaan. Bleek dat ze er geen spil in hadden gestoken.

“Wat gebeurt er met al die jongens als ik hier niet ben ? Want zo is de sport in China : veel geld, de beste accommodatie en massa’s atleten, maar voor één kampioen trainen ze er tien kapot. Ik zag beelden van de nationale turnploeg : ze trekken jongetjes de schouder uit de kom om aan souplesse te winnen. Ook de nationale zwemploeg aan het werk gezien : héle zware powertraining, waardoor je later zeker problemen krijgt. De olympische kampioen 110 meter horden is een Chinees ( Liu Xiang, nvdr), maar voor hem liggen er twintig in de vuilnisbak. En dan hebben we het nog niet over doping.”

Champions League

Shenhua speelt die avond in de halve finale van de Aziatische Champions League tegen een ploeg uit Zuid-Korea waarvan de naam op de tickets alleen in Chinese karakters terug te vinden is.

S/VM : Hoe heet die ploeg eigenlijk, Jochen ?

Jochen De Coene : “Heu, dat weet ik niet. Ik weet alleen dat ze in hun competitie ergens onderaan geklasseerd staan.”

Speelgoedtrompetjes in allerlei kleuren vinden minder aftrek dan melkthee, de ticketverkoop blijft onder de verwachtingen. Amper tienduizend toeschouwers, het alomtegenwoordige – gedrilde en geüniformeerde – ‘stadionpersoneel’ niet inbegrepen. De wedstrijd grijpt ook niet plaats in het stadion van Shenhua, maar in … een ander waar de taxibestuurder ons na een vluchtige blik op onze toegangskaart probleemloos heen voert.

S/VM : Hoe komt dat, Jochen ?

Jochen De Coene : “Pfff, ik zou het niet weten. Ik weet alleen dat er bij ons twintigduizend hadden gezeten.”

De thuisploeg wint met 1-0, de Zuid-Koreanen eindigen de wedstrijd met negen man. Op het einde wordt Carsten Jancker er nog ingebracht, maar tevergeefs : ondanks de toch ruime numerieke meerderheid van zijn ploeg blijkt de gewezen spits van onder andere Bayern München, Udinese en de Mannschaft centraal voorin op een eiland te staan. Een week later zal Shenhua in Zuid-Korea met 4-2 verliezen, ten onder gaan na de uitsluiting van Li Weifing wegens een elleboogstoot vooral. Het seizoen zal daardoor iets vroeger eindigen, maar wanneer precies is op dat moment nog niet duidelijk. De Chinese competitie verloopt niet zo kalendervast. Tussendoor stond ook nog de topper tegen de leider gepland, de eerste tegen de tweede gerangschikte, maar die ging uiteindelijk niet door.

S/VM : Waarom niet, Jochen ?

Jochen De Coene : “Geen idee, dat gebeurt hier wel vaker.”

’s Anderendaags zitten we in gezelschap van Jochen, Jody, Li Weifing, zijn vriendin en zijn manager Jackie Yu in een trendy loungebar in Puxi, stadsdeel dat van Pudong gescheiden is door de Wusongrivier. Bij het verlaten van het etablissement worden we aangeklampt door een bedelaarster met een baby in de armen. Li Weifing geeft ze wat geld en stopt ook een biljet in het kinderhandje. “Ik ervaar Chinezen als zeer solidair”, zegt Jochen. “Al merk ik bij de jonge generatie een verwestering : machogedrag, bepaalde waarden die minder gerespecteerd worden, de wil om sommige zaken goed te doen die soms ver te zoeken is. Anderzijds draaien veel oudere Chinezen op automatische piloot. Ze gaan nog naar de partij, kijken tv en doen hun werk, maar komt er om vijf uur iemand met een gebroken been binnen, dan is het : ‘Kom morgen maar eens terug.'”

CHRISTIAN VANDENABEELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content