Met het lichaam in Lokeren, met de geest nog even op Anderlecht. ‘Als je bewijst dat je het niveau van de Champions League aankan en daar wat kan bijbrengen aan de ploeg, verdien je meer respect dan verwezen te worden naar een derde positie op die plaats.’

In deze tijden van onzekerheid heeft Marc Hendrikx er een vervelende zomer opzitten. Van Anderlecht mocht hij op zoek naar een nieuwe club. Aan kandidaten ontbrak het niet, alleen duurde het wel even voor de drie partijen een akkoord bereikten dat elkeen voldoening gaf. Maar eind goed, al goed, Lokeren heeft er een polyvalente speler bij, Anderlecht is van een zwaar contract af en Hendrikx heeft, bij leven en welzijn, voor vier jaar werkzekerheid tegen goeie voorwaarden. Toch knaagt er nog wat bij de Limburger, die in een soms moeilijk gesprek geregeld lange stiltes laat vallen, weifelend tussen wat niet en wat wel mocht of kon worden gezegd.

Blik eens terug op de zomer.

Marc Hendrikx “Een beetje tussen schip en wal zat ik. Mijn vertrek was voor de zomer al aangekondigd, maar het heeft allemaal wat lang aangesleept, tot de laatste dag. Eigenlijk was dat mijn bedoeling niet.”

Wie was de moeilijke partij ?

“Na het eerste gesprek met Lokeren had ik er al veel zin in. Toen moest ik nog een overeenkomst zoeken met Anderlecht en die kwam met mondjesmaat. Op een gegeven moment zegde de trainer me letterlijk dat ik moest wachten tot Seol terug was en in welke toestand dat gebeurde. Dat betekende wachten tot 6 augustus.”

Vreemd, want na een week was die alweer weg. En toch mocht jij nog steeds gaan.

“Daar stond ik ook van te kijken, dat zijn vertrek blijkbaar weinig veranderde aan mijn situatie. Toen dat gebeurde, dacht ik : ai, ai, moet ik nu blijven of wat ? Neen dus. Met Roda JC had ik ook een gesprek, kon ik ook een akkoord vinden. Sportief zag dat er heel goed uit. Het bleek echter geen goede overeenkomst voor Anderlecht en ik hield me heel objectief aan de definitie, zijnde dat de drie partijen tevreden moesten zijn. Dus heb ik daar geen wind rond gemaakt.”

Later las ik : ‘Hendrikx weigert te tekenen tot hij zijn premie van 37.500 euro voor de Champions League krijgt.’ Werd je inhalig ?

“Jij leest te veel kranten en die schreven er in die periode maar op los. Een paar mensen gedroegen zich daarin niet echt sportief. Na het eerste gesprek met Lokeren was ik al graag naar hier gekomen, mits een goeie overeenkomst met Anderlecht. Toen was er nog geen sprake van premies. Maar zo gaat het de dag van vandaag in de kranten : eerst slaan ze met de hamer op je hoofd en dan proberen ze te zalven. Een beetje anti-chauvinisme ook. De media van vandaag, dat is het verhaal van de kip en het ei. Ik begrijp dat jullie bij bepaalde mensen goed moeten staan.”

Vanuit een bepaalde clubtraditie…

“Ah, ja ? Ieder zijn mening. Ik kan moeilijk tevreden zijn over bepaalde beoordelingen van pers en trainers. En dan bekijk ik het objectief en heb ik het nog geeneens over chauvinisme. Over Belg zijn. In principe hoeven jullie met niemand goed te staan, neen. In principe… In principe niet…”

Maar als de trainer zegt dat je mag gaan, is dat zijn onafhankelijke mening. Ik kan me niet voorstellen dat Hugo Broos zich laat leiden door de media.

“Dat heb ik niet gezegd. Om de zes maanden, in januari en juli, hebben we een individueel gesprek met de trainer en de hulptrainer, Hugo Broos en Franky Vercauteren. Al vanaf januari 2003 moest ik er horen dat ik plaats moest maken voor anderen. Ik heb dat nooit aanvaard, vocht altijd terug en stond twee weken later in de basis. Maar anderhalf jaar werken zonder echte steun, dag in, dag uit vechten om een beetje steun te krijgen van je trainers, dat hou je niet vol. En wanneer je ziet dat andere spelers die nog niets bewezen hebben er helemaal niets van maken, dat blijf je niet volhouden. Na nieuwjaar waren er vorig seizoen heel veel wedstrijden waarin ik, samen met een paar anderen, de duwer van de kar was, terwijl de rest erop zat. Dat heb ik een paar keer aangehaald, maar jullie hebben dat niet geloofd of overgenomen.”

Was het niet logisch dat Anderlecht wat minder ging presteren ? De titel was binnen, Europees lagen jullie eruit…

“Het is aan jullie om net dan te zien dat er jongens zijn die wél nog willen presteren, die wél punten willen pakken, jongens die week na week hun trui nat willen maken.”

Het publiek zag dat toch, het heeft je lang uitgefloten, maar draaide bij.

“Dat was alleszins mijn bedoeling niet. Die was om goeie wedstrijden te spelen, ten dienste van de ploeg. De objectieve mensen die gezien hebben wat iemand voor een ploeg wil doen, zijn van mening veranderd. Ik weet goed welk type speler ik ben en wat mijn sterkte was, is en altijd zal blijven. Als ze alle elf hadden willen werken voor de ploeg, dan waren de resultaten veel beter geweest. Dan waren we kampioen met 21 of 23 punten voorsprong… Niemand was gretiger dan ik om die beker te winnen. Ik heb hem twee keer gewonnen, ik weet wat het is, ik had die mannen desnoods in twee gestampt…”

Begrijp je de problemen die Hugo Broos nu kent ?

“( Lacht.) Heeft hij problemen dan ?”

Aruna die weigert te spelen en zich bij zijn terugkeer niet eens hoeft te excuseren, Seol die ontgoocheld vertrekt, het dispuut met Jestrovic rond een benefietwedstrijdje, de ergernis van Yachtchouk die niet mee mocht naar Valencia… Kompany die niet anders is dan anders, maar daar nu openlijk voor wordt terechtgewezen. Het ene incidentje volgt het andere op.

“Het is mijn keuken niet meer. Ik wil in Lokeren punten pakken. Ik heb me ginder met mijn eigen zaak beziggehouden. Hier wil ik me bewijzen voor Franky Van der Elst en Rudy Cossey, ik wil me driehonderd procent inzetten, om de ploeg te helpen.”

Heb je spijt van de overgang naar Anderlecht ?

“Helemaal niet. Waarom ? Ik heb prachtige momenten meegemaakt, ik heb mooie herinneringen, ik ben er zelfs door gerijpt in mijn leven.”

Drie jaar geleden was je één keer kampioen, tweevoudig bekerwinnaar én international.

“En nu ben ik twee keer kampioen. Als je naar een topclub verhuist, zit de kans erin dat je niet altijd zal spelen en dat je liquiditeit voor de nationale ploeg omlaag kan gaan. Daar had ik ook geen probleem mee. Ik was uiteraard graag bij die nationale ploeg gebleven, zoals iedereen. Het is ook niet allemaal negatief geweest, ik heb de kans gekregen om te voetballen voor een ploeg waar elke jeugdspeler van droomt, werd er kampioen, speelde er Champions League… En of ik er nu weg moest of weg wou, in principe maakt dat niet uit. De trainers zagen me graag vertrekken, dat is juist. Ze hebben me meermaals aangegeven dat ik iemand ben die zich altijd voor honderd procent geeft ten dienste van de ploeg. Maar als de club liever jeugd ziet komen en het bestuur liever een oplossing wil omdat ik nog een contract heb van drie jaar geleden waarbij de cijfers hoger zijn dan dat ze nu zijn… En als ik mij hier weer sportief kan profileren en me aan een nieuw langdurig contract kan binden, wat in deze tijden niet evident is, dan hap ik toe. Of kies ik een correcte oplossing.”

Vond je die correctheid intern bij Anderlecht ?

“Vorig jaar op het einde niet meer, neen. Ik was slecht op Club Brugge, maar iedereen was er slecht. En of het nu een signaal van boven was naar de trainers toe, of niet, dat blijft in het midden, maar ik kreeg van de trainer te horen dat het een louter sportieve keuze was om me niet meer op te stellen. Dat vond ik niet correct, net zoals ik het ook niet correct vond dat Broos me niet meer opstelde omdat het publiek op me floot. Ik heb ook Vercauteren gezegd dat ik het niet correct vond dat andere jongens voorrang kregen zonder dat ze eerst moesten bewijzen dat ze beter waren. Maar dat is nu eenmaal zo. In een voetballeven kom je trainers tegen die je willen brengen en die je op je sterkste punten wllen uitspelen.”

Moeten lastige jongens dan weg ?

“Ik ben nooit lastig geweest. Ik zeg wel mijn mening, als dat al niet mag. Ik loop ook niet op elk moment te zagen en te tieren of zo… ( lange stilte)”

Ergerde je aan de mentaliteit ?

“Het gaat om samenwerking, om een ploegsport. In Genk had je dat wel, maar dat was anders, dat was toen nog een topploeg in wording. In Genk werkte je ook in een heel andere sfeer, met enorm veel jongens van de streek ofwel jongens van elders die al jaren in de buurt woonden. Dat was een volksgebeuren.”

Misschien paste jij als speler gewoon niet in het ‘champagnevoetbal’ dat ze zo graag op Anderlecht zouden zien.

“Zou kunnen. Maar ik blijf zeggen dat je in elke ploeg dragers en waterdragers nodig hebt. Jongens die de kar trekken, op welke wijze ook.”

En daarvoor kreeg jij te weinig appreciatie, want die is er wel voor Hasi en Tihinen, om twee andere waterdragers te noemen.

“( Lange stilte.) Ben ik niet helemaal mee akkoord.”

Ook zij krijgen intern kritiek.

“( Weer lange stilte.) Jullie weten meer.”

Je zei, bij je overstap naar Lokeren, dat het niet evident was om op een lager niveau nog een ambitieuze club te vinden.

“Dat is me wel opgevallen, ja. Sportief koestert deze club gelukkig wel ambities. Hier trekt iedereen aan hetzelfde touw. En hier wil iedereen samenwerken en dan kan je met veel minder middelen een en ander bereiken. In de rangschikking willen we wat plaatsjes hoger komen dan vorig seizoen.”

Toen was het ook verre van koek en ei in deze groep.

“Het is me hier positief meegevallen, ik denk dat de pijnpunten van toen nu beter meevallen. Voetbaltechnisch en -tactisch hebben we wat meer ruggengraat dan de ploeg van vorig jaar, denk ik. Als iedereen op Anderlecht ook zou willen werken voor het resultaat, dan spelen ze dit seizoen weer met tien punten los kampioen. Jaar op jaar moeten ze dat kunnen.”

Hoe kijk je na twaalf jaar topvoetbal aan tegen het milieu ?

“Het heeft, zoals elk milieu, zijn positieve en negatieve kanten. Je moet daarin realistisch blijven. Waarom zou ik klagen ? Ik kan alle dagen doen wat ik graag wil, kom graag trainen, voetbal graag. Met kritiek kan ik om als die gezond is, objectief en correct. Waterdragers zijn in elke ploeg nodig, hier, maar ook in Anderlecht. En die verdienen daar meer respect, meer appreciatie. Ik ben niet de enige die daarover struikelt, er zijn nog spelers die dat vinden en dat niet krijgen. Er zit op dit moment een aantal spelers in die groep dan niet op de bank te zitten of om op die bank te zitten. Of die spelen zonder respect of appreciatie. In de tijd van Genk was ik waterdrager voor Strupar en Oulare en kreeg ik van die jongens heel veel respect terug. Als je dat voelt, loop je de volgende keer dubbel zo hard.”

Kan je het hier straks opbrengen voor Kristinsson, die men ook verwijt dat hij zijn wedstrijden te veel uitkiest en zijn klasse te weinig laat renderen ?

“Ik wil dat voor iedereen doen en hoop dat van de anderen ook. De ene is een loper, de andere een verdediger, of een spits. Iedereen zijn kwaliteiten.”

Uit het contract dat je bij Anderlecht kreeg, een mooie aanbieding voor vier jaar, bleek anderzijds toch ook wel respect. Financieel dan toch.

“Dat heb ik zelf afgedwongen, in die jaren bij Genk.”

Waar ging het dan fout ?

“Weet ik niet.”

Hoe belangrijk is een trainer voor een speler ?

“Absoluut belangrijk. Je moet het altijd zelf doen, maar een trainer kan je naar een maximumniveau tillen. Aimé Anthuenis heeft me in Genk naar een niveau gebracht waarover ik heel tevreden was. Dat heeft hij ook een periode gekund bij Anderlecht.”

Nadien was je vooral stoplap.

“Daar heb ik geen problemen mee, maar dan moet een trainer weten dat een speler nooit tot zijn allerbeste niveau kan uitgroeien als je hem elke week op een andere positie zet. En twee… ( lange stilte). Ik denk dat ik weinig ontgoochelde in die periode van lapstuk. In München heb ik die aartsmoeilijke wedstrijd als linkerflank mijns inziens goed volbracht.”

Maar daar kreeg je opnieuw geen waardering voor ?

“Neen. Twee weken later kreeg ik doodleuk te horen dat ik op die positie nummer drie was. Terwijl niemand het die dag aandurfde om tegen München aan te treden. ( Lange stilte.) Dat vond ik géén correct moment. Als je bewijst dat je het niveau van de Champions League aankan en daar wat kan bijbrengen aan de ploeg, dan verdien je meer respect dan verwezen te worden naar een derde positie op die plaats. ( Lacht.) Die zin komt er zeker in !”

Ivica Mornar had ook al problemen met de kwalificatie van ‘vierde spits’. Dat soort pikordes opstellen is gevaarlijk.

“Ik kan alleen voor mezelf spreken. Als je een week na een goeie wedstrijd op internationaal niveau naar een derde stek wordt verwezen zonder degelijke uitleg… ( stilte).”

Heb je vooraf bij de andere ex-spelers van Anderlecht hier in Lokeren inlichtingen ingewonnen over de club ?

“Ja. Vooral bij OlivierDoll. Welk soort ploeg het was, de intermenselijke relaties, technisch, de ambities van de ploeg, alles waarin je geïnteresseerd zou zijn als je een nieuwe auto koopt ( lacht). Zo is het toch ? Als je een auto koopt, vraag je ook naar motor, pk’s, kleur en interieur. Je koopt toch ook niet de eerste die je ziet.”

En Lokeren is een goeie auto ?

“( Lacht.) Absoluut.”

door Peter T’Kint

‘Waterdragers zijn in elke ploeg nodig, ook in Anderlecht. En die verdienen daar meer respect, meer appreciatie.”Ik vond het niet correct dat andere jongens voorrang kregen zonder het bewijs dat ze beter waren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content