Komend weekend viert PSV zijn honderdste verjaardag. Niet in Breda, maar in Eindhoven. Even leek het een eeuwfeest in mineur te worden, maar vandaag blaakt de eeuweling van gezondheid.

Eigenlijk was Anton Philips eerst van plan om zijn gloeilampenbedrijf in Breda te bouwen. Maar omdat de grond goedkoper was in Eindhoven, verhuisde hij in 1891 naar daar en kocht er een loods in Strijp, een dorp naast het stadje Eindhoven, vandaag een van de zes deelgemeentes die samen Eindhoven vormen. In Strijp werd Philipsdorp gesticht, nog altijd het kloppend hart van het bedrijf.

De groei van Philips’ bedrijf verliep rond 1913 dermate spectaculair dat hij voelde hoe belangrijk het was om de werknemers in het onontgonnen Eindhoven een aangename thuis te bezorgen. Tienduizenden arbeiders hadden hun vertrouwde omgeving verlaten om hier een nieuwe thuis te vinden. De Philips’ Sport Vereeniging werd op 31 augustus 1913 opgericht om recreatie te bieden, maar was binnen enkele jaren dé katalysator van het sociale leven.

Het Philips Sportpark kreeg, op de plek waar nu nog het Philipsstadion staat, al snel de allure van een topaccommodatie, met stromend water in de kleedkamers en een restaurant. Comfort en sfeer stonden altijd voorop bij de vele verbouwingen. Philips’ schoonzoon Frans Otten stelde de club in 1928 open voor niet-werknemers. Altijd zou PSV vooruitstrevend blijven. Het speelde in 1929 als eerste Nederlandse club bij kunstlicht en had in 1950 de primeur van de eerste wedstrijd die rechtstreeks op tv kwam.

In 1975 doorbrak PSV de landelijke hegemonie van Ajax en Feyenoord, in 1978 won het zijn eerste Europacup en in 1988 de Beker voor Landskampioenen, de huidige Champions League. Vandaag is het na Ajax Nederlands meest gelauwerde club, in een stad van amper 200.000 inwoners. Van vergelijkbare steden scoort alleen Porto sportief even goed.

In mei leek het eeuwfeest er één in mineur te worden. Financieel kampte PSV met zorgen, en de landstitel waar iedereen zo op gehoopt had, kwam er niet. Amper vier maanden later oogt de financiële situatie goed en gaan de fans voor het nieuwe team op de banken staan.

Milans verdediger Philippe Mexès keek zich vorige week dinsdag verbaasd de ogen uit in de spelerstunnel toen hij de koppies van zijn tegenstanders bekeek: “Hé, jongens, we spelen vandaag tegen een jeugdteam!”, riep hij naar zijn ploegmaats.

Nieuw DNA

Frans van den Nieuwenhof werkt aan een boek over 100 jaar PSV. De journalist van Voetbal International, voorheen een aantal jaar chef sport van het Eindhovens Dagblad, kent PSV door en door. Zijn vader werkte bij Philips in Eindhoven, zelf kreeg hij voor zijn studies een beurs van het bedrijf. Maar ook voor hem komt het sportieve succes als een verrassing:

“Vorig jaar werd ingezet op het halen van de Champions League met de komst van Dick Advocaat en het terughalen van Mark van Bommel. De jeugd werd verwaarloosd, terwijl vorige trainers altijd een paar eigen jongens lieten doorstromen. In december stond al vast dat Advocaat zou weggaan. Toen is nadrukkelijk gekozen voor Phillip Cocu die een contract voor vier jaar kreeg. Cocuis pas heel laat, op 1 juli, begonnen. Maar op trainingskamp in Duitsland zag je al goed combinatievoetbal. Het voordeel van Cocu is dat hij deze speelwijze vorig jaar bij de A1 predikte, wat het voor de jonge jongens makkelijker maakt: die weten precies wat van hen verwacht wordt. Maar dat het zo goed ging lopen, is voor iedereen een verrassing. Ik had een half jaar geleden Zakaria Bakkali nog niet gezien. Alleen de journalisten die wel eens op De Herdgang naar de A1 gingen kijken, kenden hem. Ook Tim Matavz leeft helemaal op. Advocaat vond hem te dik. Nu staat-ie fantastisch te voetballen. En Cocu speelt op het middenveld met twee aanvallende middenvelders in plaats van twee verdedigende. Het hele DNA van het team is gewoon veranderd.”

Hoe gezond is de kersverse honderdjarige op financieel vlak?

Frans van den Nieuwenhof: “Buitengewoon gezond. PSV had tot vorige week voor 55 miljoen spelers verkocht en voor twaalf miljoen ingekocht. Twee jaar geleden kocht de stad de stad de gronden van het stadion en De Herdgang voor 48 miljoen. Daarmee was de club gered, maar was de financiële balans nog niet terug. Vandaag speelt de nieuwe directeur zonder inkomsten van de CL budgettair break-even. Daarvoor was het de gewoonte om te speculeren op deelname aan de CL én de verkoop van spelers om de cijfers in evenwicht te krijgen. Tot de transfermarkt instortte en er een jaarlijks structureel tekort van tien miljoen kwam. Die transactie met de stad redde de club. Daarna kocht PSV bij Utrecht KevinStrootman en Dries Mertens voor dertien miljoen, afgelopen zomer werden ze verkocht aan respectievelijk AS Roma en Napoli: de winst bedraagt zeventien miljoen euro.”

Goed gewerkt van technisch manager Marcel Brands die voorheen al goeie zaken deed voor AZ.

“Nou… Zo veel lof als hij vandaag krijgt, zo veel twijfels waren er nog een half jaar geleden. Toen lag hij onder vuur, omdat PSV geen prijzen pakte, hij veel geld uitgaf voor Mertens en Strootman en er niet in slaagde om topspelers te halen. Vandaag heeft ook hij bewust voor de jeugd gekozen. Als je Cocu, een van de recordinternationals, trainer van de A1 maakt, geef je wel een signaal.”

Puin ruimen

De laatste titel dateert al van 2008. In die vijf jaar is PSV, voordien een vaste klant in de Champions League, door diepe dalen gegaan.

“In 2007 is met voormalig PSV-trainer Jan Reker de eerste directeur gehaald die niet van Philips kwam. Reker, een jongen van een paar dorpen verderop, werd gehaald om puin te ruimen. Hij moest afrekenen met de cultuur van bevriende makelaars à la Vlado Lemic.In 2010 was zijn werk gedaan. Toen is de huidige directeur gekomen, Tiny Sanders, van melkproducent Campina, de echte baas bij PSV nu. Bedrijfsmatig was hij de eerste niet-Philipsman. In 2010 leverde Philips voor het eerst ook niet langer de voorzitter van de raad van commissarissen.

“Jarenlang kwam PSV tien miljoen te kort. Sanders zei: ‘We gaan vijf miljoen kosten drukken en vijf miljoen extra inkomsten halen.’ Daar is hij in geslaagd, maar ten koste van wat het warme gevoel heette dat altijd bij PSV heerste. Dat was vorig jaar weg. Advocaat trainde bijna altijd achter gesloten deuren. Dat was in Eindhoven ondenkbaar. Guus Hiddink en Fred Rutten deden dat wel eens een keer, Advocaat deed het structureel. Bij PSV kon je de spelers aanraken, even snel een handtekening vragen. Iedereen kon zomaar de kantine in. Advocaat heeft daar een eind aan gemaakt. Cocu zoekt op dit moment zo’n beetje een middenweg.

“PSV heeft als club altijd dicht bij de mensen gestaan, al vind ik die verhalen rond het gemoedelijke karakter overdreven. Onder Hiddink hing er een duidelijk topsportklimaat, maar er was wel openheid. Het is een club waar je makkelijk je werk kan doen als journalist. De mensen zijn er benaderbaar.”

Wat betekent die P in PSV nog?

“Het is veel minder dan voorheen een Philipsclub geworden. Ze hebben nu een goeie, zakelijke deal met Philips. Hoeveel het bedrijf investeert, is zowat het best bewaarde geheim van Eindhoven, maar het zou om zo’n zes miljoen euro gaan. Dat is minder dan wat Ajax vangt van zijn hoofdsponsor, maar naast die som geeft Philips zo veel andere faciliteiten. Ik kan me niet voorstellen dat club en bedrijf op een dag gescheiden worden. De club is uit het bedrijf voortgekomen, dat is iets anders dan bij pakweg Wolfsburg.

“Die band blijft voor eeuwig. Philips zal tot de lengte van jaren op het shirt blijven staan, al is er sinds vorig jaar voor het eerst een andere sponsornaam op de rug. Maar de naam van het stadion zal altijd Philipsstadion blijven. PSV is de enige club in Nederland die altijd op dezelfde plek heeft gespeeld. Dit was ooit het hart van Philipsdorp, een plek voor de lokale jeugd om zich te vermaken, tussen de kleine huisjes. Ze hebben wel eens gefilosofeerd over een groot stadion met 50.000 plaatsen. Nu zijn dat er 35.000. Het zit al jaren vol, met een kleine, maar hanteerbare wachtlijst. Het is wel een echt schouwburgpubliek dat de kat uit de boom kijkt en kwaliteitsbewust is. Als je Romario, Ronaldo en Nilis hebt zien spelen, ben je niet meer zo gauw onder de indruk van de zoveelste nieuwe speler uit het buitenland.”

Marc Degryse-Romario

PSV is wel een van dé succesverhalen in Europa, in verhouding tot het aantal inwoners: 200.000 inwoners, dat is evenveel als pakweg Gent.

“Vandaag heeft Eindhoven 200.000 inwoners, maar honderd jaar geleden telde de stad amper 20.000 inwoners. Het stelde niks voor, tot Philips zich hier kwam vestigen, omdat de gebouwen hier veel goedkoper waren dan in Breda. Naast de oude stad Eindhoven en de spoorlijn groeide in het dorpje Strijp Philipsdorp, en in het midden van Strijp ligt het stadion van PSV. Lange tijd was PSV niet populair in het katholieke en volkse Eindhoven, dat zich meer herkende in die andere club, VV Eindhoven. Bij PSV speelden alleen maar protestanten, vreemdelingen en nieuwe werknemers van Philips die uit het westen en het noorden van Nederland kwamen. Hier was geen hoger onderwijs, dus moest alle kennis aangevoerd worden uit andere streken en andere landen.

“Philips faciliteerde alles: opleidingen, vrije tijd. Het betaalde betere salarissen dan elders in Nederland. Tot 1928 was PSV een club voor alleen maar Philipswerknemers, voor het vermaak van de werknemers op zondag. Toen Frans Otten de club openstelde voor niet-werknemers, werden de internationals aangevoerd vanuit heel Nederland. Daardoor kende PSV in de jaren dertig een eerste topperiode. Maar nog in de jaren 50 bleef Philips voorzichtig met investeren. Ze wilden vermijden dat er sociale onrust ontstond omdat men veel geld pompte in het voetbal. Op dat moment had PSV een stadion met 18.000 plaatsen, terwijl er bij Feyenoord 60.000 binnen konden. Tot de jaren 60 was PSV net als Twente en Go Ahead gewoon een van de grote provincieclubs. Tot men in 1970 een miljoen gulden investeerde in Jan van Beveren. Dat een topinternational uit het westen PSV koos boven Ajax, was wel iets. Al bleef PSV naar het beeld van de latere topschutter Willy van der Kuijlen nog lang een Brabantse vereniging: een beetje mopperend, zich afzettend tegen het rijke westen, zich verongelijkt voelend tegenover Ajax en Feyenoord. In dat soort zelfbeklag dompelde dit deel van Nederland zich toen nog graag onder.

“In de jaren 70 heeft PSV veel gedaan voor het zelfbewustzijn van de Brabanders, door overtuigend een paar keer uit bij Ajax te gaan winnen. Net in de periode waarin het Nederlandse voetbal wereldfaam kreeg werd PSV drie keer op rij kampioen met eigen spelers. Dat heeft de club geëmancipeerd: Yes we can, op zijn Eindhovens. Plots kwam er appreciatie voor PSV, een topclub die innovatief durfde te zijn. Kees Rijvers, de eerste grote toptrainer in de jaren zeventig, wilde Willem van Hanegem en Johan Cruijff halen. Philips had het geld, maar manager Ben van Gelder zei: ‘Dat doen we niet, ik moet die pronkjuwelen uit het westen niet.’ Terwijl Rijvers op dat moment rond was met Van Hanegem en de jonge Cruijff maar een half miljoen euro kostte. Later haalden ze wél de beste spelers bij Ajax en Feyenoord weg voor veel geld. Voorzitter Jacques Ruts, een echte Rotterdammer, ging als een bulldozer dwars door muren, haalde Ruud Gullit, Gerald Vanenburg en Ronald Koeman. Vanaf toen provoceerde PSV Amsterdam in plaats van andersom.”

PSV had ook een scoutingnetwerk in Brazilië, waardoor ze eerst Romario en later Ronaldo haalden.

“Een onwaarschijnlijk verhaal is dat van Romario. PSV wilde Marc Degryse en contacteerde Club Brugge. Die hielden de boot af: ze waren zelf bezig met een grote speler. Pas als ze die konden halen, kon er gepraat worden over Degryse. Maar Club wilde niet zeggen om wie het ging, behalve dat hij uit een ver, tropisch land kwam, dat op de Olympische Spelen in Seoel 1988 speelde. Toen ging PSV uitvissen wie dat wel kon zijn. De zoon van Kees Ploegsma vond dat het om Romario moest gaan. Hadden ze bij PSV nog nooit van gehoord, maar Romario werd even later olympisch topschutter. Toen zijn ze met zijn tweeën naar Brazilië gegaan om Romario te halen. Terug in Eindhoven kreeg PSV telefoon van Club dat er over Degryse te praten viel, want Club had zijn topspits beet. Het bleek om Frank Farina uit Australië te gaan.

“Oud-voorzitter Harry van Raaij zei altijd: ‘Romario is net zo belangrijk geweest voor de geschiedenis van PSV als Cruijff voor die van Ajax.’ Sinds Romario geldt PSV in het buitenland als dé club waar je prima een aantal jaar kon rijpen voor je naar de absolute top ging. Meteen na hem kwam Ronaldo. Tot begin de jaren 2000 was dat de succesformule van PSV, tot de transfermarkt instortte.”

Nu is die transfermarkt weer hot. PSV heeft een aantal jaar de macht van de makelaars in de club aan banden gelegd, maar zou nu weer willen samenwerken met investeringsmaatschappijen.

“Lemichebben ze toen buitengesloten, maar die is nu weer welkom. Sanders heeft pragmatisch geredeneerd: ‘Als we de makelaars buitensluiten, komen we niet meer op de markt en gaan ze met interessante spelers elders.’ Toen die investeringsgroep kwam aankloppen, heeft Sanders gezegd: ‘We kunnen samenwerken, maar wij nemen als club wel voor honderd procent de beslissingen.’ PSV wil zich niet overleveren aan een makelaar.

“De hoofdstrategie blijft wel: jong inkopen. Het laatste kwartier tegen Zulte Waregem had PSV elf Nederlanders op het veld. Dat was sinds 1978 niet meer gebeurd, vermoed ik. Die Braziliaanse markt is vandaag veel lastiger geworden.”

Dus speurt PSV de jeugdmarkt af, tot ergernis van Belgische topclubs.

“Tot voor een paar jaar moest je voor Belgische spelers amper een opleidingsvergoeding betalen. Bovendien, als je een cirkel rond Eindhoven trekt waarbinnen de club rekruteert, komt die in het westen tot Tilburg, maar in het zuiden zit je dan al een eind in België.

“De jeugd is weer opgewaardeerd hier. Tot voor een paar jaar zat er een gat tussen het eerste en de A1. Als je ziet wie er nu allemaal jeugdtrainer wordt: André Ooijer, Twan Scheepes, Ruud van Nistelrooij, Boudewijn Zenden,straks Mark van Bommel.PSV gaat een beetje de weg op van Ajax, maar niet op directievlak. Cruijff denkt dat iedereen die ooit op niveau gevoetbald heeft elke functie binnen een profclub aankan, ook die van directeur marketing. PSV heeft behalve technisch manager Marcel Brands geen voetbalmensen lopen in het bestuur.”

Wordt het straks kampioen?

“Het moet niet. Er is tijd om een nieuw elftal te bouwen, maar PSV heeft wél de tweede begroting van Nederland: zo’n 60 miljoen, terwijl Ajax aan zo’n 68 miljoen zit en de nummer drie op de ranglijst van de budgetten, Feyenoord, met 35 miljoen werkt. Alleen al om die status zijn ze het aan zichzelf verplicht minstens tweede te worden. Niet voor niets heeft PSV Adam Maher gehaald. PSV betaalt gewoon goed. De afgelopen jaren werden een paar verkeerde keuzes gemaakt, maar op zijn honderdste verjaardag is PSV hartstikke gezond.” ?

DOOR GEERT FOUTRÉ

“Het laatste kwartier tegen Zulte Waregem had PSV elf Nederlanders op het veld. Dat was sinds 1978 niet meer gebeurd.”

“Als je Romario, Ronaldo en Nilis hebt zien spelen, ben je niet meer zo gauw onder de indruk van de zoveelste nieuwe speler uit het buitenland.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content