Orlando Engelaar (25) voelt zich ‘opgebloeid’ bij RC Genk. ‘Ik mag me hier richten op de plaats achter de spitsen en dat merk ik aan mijn spel.’

Vlak na het competitiebegin plukte RC Genk Orlando Engelaar weg bij NAC Breda. Zowel in Nederland als in België werden vraagtekens geplaatst bij die overgang, maar ondertussen ontpopte de lange Nederlander zich tot een van de sterkhouders bij de Limburgers. En ook zelf is hij blij met zijn transfer. “Ik was toe aan een hoger niveau en dat vond ik hier bij Genk, en ik voel dat ik nog beter kan worden.”

Je bent goed bezig in Genk. Voorzitter Jos Vaessen zei enkele maanden geleden dat je je maar moest laten naturaliseren tot Belg, zodat je voor de Rode Duivels kunt spelen. Dat is nogal een compliment.

“Dat hoorde ik ook, ja. Leuk, het is een teken dat ik hier wel lekker bezig ben. Hoewel ik mijn twijfels had toen Genk zich meldde, heb ik vanaf de eerste dag geen moment spijt gehad. Ze hebben er hier alles aan gedaan om me een goed gevoel te geven, en dat is ze gelukt. Over die opmerking van de voorzitter heb ik verder niet eens nagedacht. Hij is een aparte man, die zegt wat hij denkt, een beetje on-Belgisch misschien wel. Zijn uitspraken zorgen regelmatig voor beroering in de pers. Onze voorzitter heeft bijvoorbeeld geroepen dat we per se derde moeten worden, en dan ook nog met mooi voetbal. René Vandereycken was daar niet zo blij mee. Hij kijkt in eerste instantie naar het resultaat, de manier waaróp is niet zijn eerste zorg.”

Je bent samen met Chris van der Weerden bij Germinal Beerschot Ant-werpen en Mbark Boussoufa van AA Gent de enige Nederlander op het hoogste niveau in België. Leg eens uit waarom je voor RC Genk hebt gekozen.

“Ik was vooral onder de indruk van het feit dat ze duidelijk lieten merken mij graag te willen hebben. Dan heb je daar direct een prettig gevoel bij, dat streelt je. Daarna ga je pas kijken in wat voor omgeving je terechtkomt en met wie je te maken krijgt. In eerste instantie zijn dat de voorzitter en de trainer. Beiden werken op een manier die mij aanspreekt. Ze zijn eerlijk, geen fake mensen. Ik kom uit Rotterdam, een stad waar iedereen zegt wat hij denkt en voelt, vandaar waarschijnlijk dat ik me hier meteen op mijn gemak voelde.”

Maar België spreekt qua voetbal nog weinige buitenlanders aan.

“Je wilt niet weten hoeveel mensen aan me hebben gevraagd wat ik in België ging doen. Ikzelf dacht dat in het begin ook, maar dat had een andere oorzaak. Aan het einde van het seizoen 2002/03, waarin ik twaalf doelpunten maakte, was er belangstelling uit Spanje en Engeland. Dat is toch wel wat anders dan België… Uiteindelijk werd het niets en verlengde ik mijn contract met NAC Breda. Het daaropvolgende seizoen was echter minder en als er dan een club zoals Genk komt, moet je gewoon heel simpel bekijken of dat óók een stap omhoog is. Ik vond van wel.”

Waarom ?

“RC Genk is een topclub. We spelen iedere thuiswedstrijd voor ruim 20.000 toeschouwers en de club eist Europees voetbal. Vooral dat laatste vind ik heerlijk. De druk komt hier niet van buiten, maar van binnen. Ze vinden dat Europees voetbal bij de status van de club hoort en dus moet je presteren, ook nog met mooi voetbal. Daar sluit ik me graag bij aan. Ik wil het publiek laten genieten en hier waarderen ze dat. Ik heb het gevoel dat de supporters van RC Genk liever met 1-0 verliezen na een fantastische pot van ons, dan dat ze drie punten hebben na een draak van een wedstrijd. Ook financieel was het een stap vooruit. Als je die dingen optelt, moet je gewoon de stap durven te zetten. Je kunt dan wel blijven wachten op een Engelse of Spaanse club, maar dat heeft geen zin. In mijn eerste half jaar hier heb ik ervaren dat het een juiste keuze is geweest.”

Toch was het een gok. Je kon bij niemand specifieke informatie inwinnen.

“Klopt, ik heb mijn gevoel voorrang gegeven. Ik heb wat gekeken op internet en ben een wedstrijdje gaan bekijken. Daarna heb ik mijn beslissing genomen en heb ik alles over me heen laten komen.”

Wat verwacht René Vandereycken van jou ?

“Ik speel achter de spitsen, in een vrije rol. Ik ben echt opgebloeid na een minder jaar bij NAC. Daar speelde ik vaak op dezelfde positie, maar kreeg ik veel meer opdrachten. Daardoor voelde ik me beperkt. Hier moet ik pas na balverlies rekening houden met mijn directe tegenstander, bij NAC moest ik altijd om me heen blijven kijken. Als er een verdediger doorschoof, moest ik terugzakken om zijn plaats over te nemen. Hier ben ik vrijer en dat ligt me beter. Bij NAC moest ik, soms noodgedwongen, op verschillende posities spelen. In Genk mag ik me richten op de plaats achter de spitsen en dat merk ik aan mijn spel. Een voetballer presteert het best op de plaats die hem het meest aanspreekt.”

De spelers van FC Twente hadden veel moeite met de niet alledaagse trainingsmethoden van Vandereycken. Wat vind jij van hem ?

“Hij is een aparte man met soms opmerkelijke oefeningen. Net zoals ze bij FC Twente deden, trainen ook wij soms met kleinere ballen om de controle te verbeteren. Laatst, in de voorbereiding op de tweede seizoenshelft, had hij ook weer een oefening waarvan we vreemd opkeken. We moesten tien minuten lang op zeventig, tachtig procent van strafschopgebied tot strafschopgebied rennen met een bal in de handen. Telkens als je bij de zestienmeterlijn was, moest je met een dropkick of volley op doel schieten. Niemand had zoiets ooit gedaan, een typische Vandereycken-oefening volgens mij. Hij legt altijd vóór de training uit wat hij precies gaat doen en toen hij deze oefening uitlegde, zag je iedereen naar elkaar kijken… Ik snap het idee erachter wel – je moet ondanks de vermoeidheid proberen die ballen erin te schieten – maar het is natuurlijk geen leuke oefening. Wat me ook opvalt, is dat Vandereycken echt zweert bij zijn werkwijze. De clubleiding zou het bijvoorbeeld prettig vinden als hij wat meer tijd zou maken voor PR-werkzaamheden, dat de selectie wat vaker beschikbaar is om ergens langs te gaan. Sef Vergoossen vond dat erg belangrijk en deed dat graag. Vandereycken weigert dat gewoon. Hij vindt dat wij ons op het voetbal moeten concentreren en niet op randzaken. Hij heeft ook al een discussie met de clubleiding gehad over het aantal trainingen. We trainen vijf keer in de week en dat vonden ze hier te weinig in vergelijking met andere clubs. Daar trekt hij zich dus niets van aan.”

Maar is hij een goede trainer in jouw ogen ?

“Puur voetballend en tactisch gezien zeker, en daar gaat het om. Hij laat zijn team graag aanvallend spelen, dat was me al opgevallen toen hij bij Twente werkte. Daar stelde hij bijna altijd drie aanvallers en een schaduwspits op, leuk om naar te kijken. En achter werkelijk alles wat hij doet, zit een gedachte. Hoewel hij nooit praat over zijn eigen mooie loopbaan, merk je wel dat hij ons de dingen oplegt die hij zelf prettig vond. Een voorbeeld is onze vaste vrije dag, die is altijd twee dagen voor een wedstrijd. Sommige regels zijn erg kinderachtig in mijn ogen, maar goed, hij is de baas. Zo mogen wij niet in het krachthonk komen zonder dat er iemand van de technische of medische staf aanwezig is. Vandereycken is bang dat we bijvoorbeeld wedstrijdjes bankdrukken gaan doen en daar onszelf mee blesseren. Het lijkt mij dat een voetballer echt niet zijn gezondheid op het spel gaat zetten met een stom wedstrijdje in het krachthonk, maar onze trainer ziet dat anders.”

Jij hebt in ieder geval baat bij zijn aanpak, want je presteert goed. Is RC Genk jouw plafond ?

“Nee, dat denk ik niet. Ik had twee jaar geleden al het gevoel dat ik een hoger niveau aankon dan NAC. Vooral in de wedstrijden tegen de topclubs merkte ik dat ik met die gasten meekon. Nu ik op een vergelijkbaar niveau bij een topclub in België speel, proef ik dat weer. Op de trainingen kan ik makkelijk mee en tegen Club Brugge en Anderlecht speel ik ook gewoon lekker.”

Kun je concreet aangeven waar je dat gevoel aan ontleent ?

“Je merkt het aan het respect dat je ploeggenoten voor je hebben. Als je niet meekunt, geven ze je de bal niet. Mij spelen ze juist veel aan in dat soort wedstrijden, omdat ze verwachten dat ik iets goeds doe met de bal.”

Waarom heb je geen kans gekregen bij een Nederlandse topclub?

“Daar heb ik wel over nagedacht, maar dat heeft weinig zin. Feyenoord schijnt overwogen te hebben me terug te halen, maar het werd nooit concreet. Doordat ik niet wilde wachten op wat misschien zou komen, heb ik voor dit alternatief gekozen. Ik heb dus nooit de kans gehad om te kiezen tussen de Nederlandse en de Belgische top.”

Heb je niet de behoefte in de Nederlandse top te laten zien wat je kunt ?

“Aan de ene kant wel, maar het is zó moeilijk in Nederland wat te laten zien. De mensen zijn er zó kritisch. Nederland en België liggen naast elkaar, maar de manier waarop de mensen je benaderen, is een wereld van verschil. Na dat goede seizoen bij NAC ging het vorig jaar wat minder. Niet slecht, maar gewoon minder. De supporters en de media vonden dat blijkbaar erg vreemd. Ik werd soms uitgefloten door mijn eigen fans. Het moet blijkbaar alleen maar top zijn in Nederland, anders is het niet goed. En als het dan weer een wedstrijd goed ging, werden er altijd wel dingen uitgelicht die niét goed waren. In België kijken ze eerder naar de goede dingen, dat is gewoon fijner.”

Jij bent dus een speler die vertrouwen en complimentjes nodig heeft om goed te functioneren ?

“Nee, helemaal niet. Ik ben gewoon een positief mens en kijk liever eerst naar het goede dan naar het slechte. Daarom ergerde ik me daaraan. Als ze je één of twee keer uitfluiten, is dat geen probleem, maar als het dan nog doorgaat, denk je : waar doe ik het eigenlijk voor ? Ik ben een speler die zijn publiek graag mooie dingen laat zien, en als dat dan even niet lukt, verwacht je steun in plaats van een fluitconcert. Volgens mij gebeuren dergelijke dingen alleen in Nederland. Die negatieve spreekkoren zoals in de afgelopen maanden hoor je hier veel en veel minder. En zeker niet zo massaal. Het respect tussen de mensen onderling is veel groter.”

door Thijs Slegers

‘Vaessen en Vandereycken werken op een manier die mij aanspreekt. Ze zijn geen fake mensen.’

‘Ik denk niet dat RC Genk mijn plafond is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content