Bijna een echte Romein

© BELGAIMAGE

Alle wegen leiden naar Rome, behalve die van Roberto Martínez. En in Rome leiden alle wegen naar Radja Nainggolan. Wij wandelden door de Eeuwige Stad, die onvoorwaardelijk verliefd geworden is op de Belg die er zich tot echte gladiator ontpopte.

Het is moeilijk om de kleur van de muur nog te zien. De opgehangen foto’s en voetbalshirts geven de zaak iets van een Hall of Fame, al komt er geen woord Engels over de lippen van uitbater Giulio Lucarelli. ‘Bij mij is het alleen Rome’, zegt hij, wijzend op de truitjes van Francesco Totti, Daniele De Rossi of Alessandro Florenzi, allemaal zonen van de hoofdstad.

Wanneer de conversatie over de beroemdste hanenkam van Rome gaat, stelt Giulio een korte wandeling voor terwijl de entrecote plaats kan maken voor de tiramisu. We stappen helemaal tot aan de andere kant van het restaurant, waar een foto van Radja Nainggolan prijkt, getekend door Ninja. ‘Neen, hij is hier nooit komen eten’, zegt de patron van de Core Di Roma. ‘Wanneer hij uw artikel leest, weet hij dat hij welkom is.’

‘Jullie bondscoach is un pazzo (een dwaas, nvdr)’, steekt Giulio van wal. ‘Ik zeg u: als Radja Italiaan was, zou hij titularis zijn bij La Nazionale, dat staat vast! Enfin, egoïstisch als we zijn, vinden we het ook een goede zaak: zo is hij minder vermoeid.’ In een stad waar je op elke straathoek kunstwerken aantreft, wordt Radja met hetzelfde respect behandeld als waarmee Rome zijn monumenten eert.

Zo klonk het tijdens de interlandbreak bij Eusebio Di Francesco, de coach van AS Roma: ‘Ik ben ontgoocheld voor Radja, maar tegelijk had ik nu het geluk dat ik een van de beste middenvelders van Europa bij mij op training kon houden.’ De ex-trainer van Sassuolo zette de Belg in het middelpunt van zijn project bij Roma. Ver weg lijkt de eerste ontmoeting van Radja met de pers in de Eeuwige Stad, toen een journalist hem vroeg hoe hij het vond om op de bank te zitten terwijl hij zoveel geld gekost had. Het wat geforceerde lachje en voorgekauwde antwoorden van toen maakten al snel plaats voor een stevige repliek op het veld, die er sneller kwam dan verwacht na de blessure van Kevin Strootman. Dat is ondertussen bijna vier jaar geleden.

Met zijn trouw, zijn exuberant karakter, zijn uiterlijk en zijn voetbalspel heeft Radja de harten veroverd. Je zag hem op Trigoria vaak aan de zijde van Miralem Pjanic, tot die naar Juventus vertrok en van Manolas Kostas, en hij werd ook goede vrienden met Francesco Totti – vorig jaar ging hij zelfs met de Capitano op vakantie naar Mykonos. ‘Het is een echte leider in de kleedkamer, hij lacht altijd en mist nooit een kans om een grap uit te halen’, vertelt een van zijn voormalige ploegmaats bij Roma. ‘Hij wordt als een echte Romein beschouwd, binnen de club en door de tifosi.’

Ultra op het veld

Op de Ponte Duca d’Aosta, een betonnen mastodont die de Tiber overspant, ontmoeten we Roberto (een schuilnaam) om te praten over de Curva Sud, de standplaats van de Ultra’s. De brug is een klassieke verzamelplaats voor leden van de Curva om naar het Stadio Olimpico te gaan. Roberto vertelt er bij een espresso over zijn liefde voor Nainggolan.

‘Radja is een ultra op het veld!’ Het kan tellen als eerste uppercut van de man die deel uitmaakt van de Boys, een club van jonge Roma-ultra’s. ‘Kijk naar Manolas. Je zou zeggen dat het een krijger is, een soort Spartacus, maar zodra je hem met een vinger aanraakt, ligt hij op de grond te janken. Radja mag onderuit geschopt worden, die staat gewoon recht alsof er niks gebeurd is. Dat is een gladiator.’

Zijn woorden weerspiegelen degene die Giulio Lucarelli had uitgesproken in zijn restaurant: ‘De fans houden ervan dat hij de aanvoerdersband draagt, want hij vertegenwoordigt hen echt met zijn grinta, zijn karakter, zijn bereidheid om zijn truitje nat te maken. Hij belichaamt de tifosi op het veld.’

Roberto, die vaak naar Trigoria gaat om er na de training het defilé van sportwagens, claxons en wuivende handjes te aanschouwen, voegt nog een dimensie toe aan het personage van Ninja: ‘Op menselijk vlak is hij de speler die de tifosi het liefste zien, want hij is het meest beschikbaar. Hij stopt voor handtekeningen of foto’s en soms zelfs voor een praatje.’

Die medaille heeft ook een keerzijde, want Nainggolan heeft niet de gewoonte om zijn gedachten voor zich te houden. En wanneer een supporter dat dan vereeuwigt met zijn smartphone, krijg je een speler die van achter zijn sigaret over zijn haat jegens Juve vertelt: ‘Al bij Cagliari wilde ik hen altijd verslaan. Ik zou mijn kloten gegeven hebben om hen te kloppen. Ze winnen altijd door cadeaus van de arbiters.’ Maar die bad buzz vergrootte uiteindelijk nog zijn populariteit bij een publiek dat liever de praat van Radja heeft dan de lauwe kost die doorsneevoetballers serveren. ‘De tifosi vonden dat geweldig’, zegt Roberto. ‘Je hoorde overal ‘Radja avita‘ om hem te steunen. Wij haten allemaal Juventus. Ze stonden altijd al voor de dark power en nog meer sinds de affaire Calciopoli (omkoopschandaal uit 2006 waarin een aantal grote clubs betrokken waren, nvdr).’

Door openlijk de bianconeri te viseren heeft de Belg dus de hoofdvogel afgeschoten. ‘Voor de ultra’s is hij een symbool, want ze hebben de indruk dat het een gast is zoals zij. Alsof één van hen op het veld gestuurd is’, aldus Lucarelli. Roberto gaat nog een stap verder: ‘Radja is meer dan een Romein. Het is een Testaccino.’

Geadopteerde Romein

Om te begrijpen wat Roberto bedoelt, wandelen we verder naar de wijk Testaccio, het historische centrum van de Romafans. Daar bevindt zich het Campo Testaccio, het stedelijke stadion waar Roma speelde voor het naar het Olimpico verhuisde. Vandaag is het ternauwernood ontsnapt aan een renovatieproject dat het wilde omvormen tot een parking en maakt het een verwaarloosde indruk. De enige wedstrijd die er nog gaande is, is die tussen de bomen die de bovenhand willen halen op de lichtmasten – ze lijken op een gelijkspel af te stevenen.

Enkele honderden meters verderop, aan het eind van straatjes die beklad zijn met tags en waar kinderen lawaai maken, wacht Vincenzo (ook een schuilnaam) op een bankje van het Piazza Santa Maria Liberatrice, dat in mei van dit jaar officieus werd herdoopt in Piazza Francesco Totti, na het afscheid van de Capitano. Als oudgediende van de Curva Sud, waar hij de meeste van zijn laatste twintig jaren doorbracht, is Vincenzo een echte Testaccino. Hij showt zijn tatoeages en vertelt: ‘Radja is zoals wij. Hij geeft zijn liefde aan de stad en zijn leven op het veld. Jullie, Belgen, zijn gek. Niemand in Rome begrijpt waarom hij niet bij jullie nationale ploeg speelt.’

‘In de tribunes zijn er altijd zeurpieten. Er zijn er die zich opwinden wanneer Radja weer eens een afzwaaier trapt. Als hij een goed schot zou hebben, dan zou hij twintig goals per seizoen maken. Jullie zien alleen de beste op YouTube, maar wij krijgen ook de slechte te zien’, lacht hij. ‘Je hebt er ook die bij het begin van elke seizoen zitten te klagen: hij raakt geen bal meer, het is dezelfde niet meer, het is afgelopen met hem… Allemaal onzin. De waarheid is dat Radja altijd rustig aan het seizoen begint. En dan, eind september, begin oktober, schiet hij uit de startblokken en hou je hem niet meer tegen. We hebben het nog gezien tegen Milan: de mister kleefde hem op Lucas Biglia en hij at hem op. Het doelpunt van Florenzi kwam er dankzij hem.’

Vincenzo is op dreef. Zijn Engels wordt van langsom gebrekkiger: ‘Het probleem met België is dat Radja geen Noord-Europees karakter heeft. Hij drinkt graag een glas, rookt een sjekkie, danst heel de nacht… Daarom is hij zo Romeins. Wij vergeven hem dat allemaal, omdat we wel zien dat hij zijn leven geeft op het veld. Hij loopt de hele tijd, hoe wil je dat we hem niet graag zien?’ Luciano Spalletti vatte het op zijn manier samen toen hem werd gevraagd naar de fratsen van zijn Ninja: ‘Radja doet altijd het maximum: hij eet veel, hij loopt veel en hij geeft veel kussen.’

Aan de telefoon bevestigt David Lasaracina dat. ‘In Italië, toch een land dat bekendstaat om zijn professionalisme, verwijt men hem niet de dingen die men hem in België verwijt’, legt de man uit die Radja heeft ontdekt, samen met Alessandro Beltrami, zijn huidige makelaar, en hem in het midden van de jaren 2000 naar de Laars stuurde. ‘Met geen enkele van de coaches die hij in Italië heeft gehad, was er een probleem. De tifosi waarderen hem om zijn echte waarden als clubman, omdat hij altijd gehecht geweest is aan de mensen die hem graag zien en hem liefde geven. We appreciëren hem om zijn kwaliteiten, maar ook om zijn gebreken, want in tegenstelling tot andere spelers tracht hij zich niet weg te steken.’ In een interview met de Corriere dello Sport, deed Nainggolan daarover een uitspraak die zo een spreekwoord zou kunnen zijn: ‘Een misstap bestaat maar in de ogen van wie erover oordeelt.’

Roma a vita

De populariteit van Nainggolan is ook merkbaar op de andere oever van de Tiber. Tussen het imposante ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius op het Capitool en de Piazza del Popolo ligt de Via del Corso, niet echt een paradijs voor voetgangers, al worden ze zelden gehinderd door auto’s. De Romeinse chauffeurs zien zoveel ze kunnen af van een slalom tussen de militaire jeeps, getuigen van antiterrorismemaatregelen. Toeristen die uit de aanpalende historische straatjes komen, waar in de souvenirwinkeltjes alleen maar shirts met de naam Totti hangen, hebben een trottoir voor zich dat zo breed is als een landingsbaan.

Na een kilometer slenteren komen we bij de AS Roma Store, die een bonte mengeling van buitenlandse bezoekers en tifosi ontvangt. Nainggolan is op alle muren en op ieders lippen. Een verkoper die wat op Jordan Lukaku lijkt, verkondigt met luide stem: ‘Het shirt van Radja is het populairste na dat van de Capitano.’ Waarbij hij wijst naar het collector’s item met het nummer 10 en de handtekening van Totti. ‘Iedereen in Rome houdt van hem. Gisteren nog liep hij hier door de straat, want hij was gaan shoppen met enkele vrienden, en hij werd tien minuten lang opgehouden om selfies te maken en handtekeningen uit te delen. De boel stond hier op stelten.’

‘Hij kan met moeite over straat lopen, het is een beetje zoals Totti’, zegt Lasaracina. Maar terwijl de eeuwige kapitein van de giallorossi soms zijn motorhelm ophield in de straten van de hoofdstad om zijn privacy te bewaren, heeft Ninja het veel moeilijker om zijn opvallende look te verbergen. Het is dus altijd duidelijk waar hij ergens uithangt. Sommigen zien hem op de Piazza della Repubblica, in het restaurant van chef Niko Sinisgalli, die vaak aan het fornuis staat wanneer Radja de smaakpapillen van bijzondere gasten wil verwennen. Anderen gaan met hem op de foto in de Gilda Club, een hotspot van het Romeinse nachtleven, in het gezelschap van acteur Emanuele Propizio. Nainggolan frequenteert ook het Trastevere, de beroemde wijk in Rome, en Nautica Tattoo, waar hij weer buitengaat met een imposante tekening op de rug. De Rode Duivel opende zelfs een winkel enkele straten verder, de No Name Store, sinds een maand gesloten en vervangen door … een tatoeëerder. ‘Hij is een Romen geworden, net zoals hij een Sardijn werd toen hij bij Cagliari speelde’, legt Lasaracina simpel uit. ‘Hij was altijd heel toegankelijk en dat is hij nu nog altijd.’

‘Eigenlijk is hij bijna een Romein zoals de anderen’, besluit Roberto net voor we afscheid nemen bij de anachronistische zuil ter ere van DuceBenito Mussolini die de bezoekers van het Stadio Olimpico verwelkomt. ‘Wanneer het mooi weer is, gaat hij naar Ostia om van de zee te genieten. ’s Avonds kun je hem tegenkomen wanneer hij een glas drinkt met zijn vrienden terwijl je hem enkele uren eerder door de winkelstraten zag wandelen bij het shoppen. Hij houdt van de manier waarop men hier leeft. Het schijnt zelfs dat hij van plan is om hier te blijven na zijn carrière. Ik hoop dat dat waar is. Want de mensen houden van Edin Dzeko, die veel goals maakt, maar ze houden nog meer van Radja. Hij is de beste.’

DOOR GUILLAUME GAUTIER IN ROME – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Jullie bondscoach is een dwaas. Ik zeg u: als Radja Italiaan was, zou hij titularis zijn bij La Nazionale, dat staat vast!’ – Giulio Lucarelli

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content