Vorige week kocht de Italiaanse tweedeklasser Bari naast doelman Jean-François Gillet nog een Belg. Tony Sergeant is al dertig, maar volgens de Italianen niet te oud om één van Italiës grootste steden (335.000 inwoners) na zeven jaar weer naar de Serie A te brengen.

Parlo con Tony Sergeant, il nuovo centrocampista di Bari ?

Tony Sergeant : “Euh … Yes. Italiaans leren is één van de eerste dingen die ik daar ga doen, maar nu beheers ik het nog niet.”

Wie is de patroonheilige van Bari ?

“Sint Nicolaas ! Dat wist ik voorheen al.”

Wat weet je sportief van Bari ?

“Dat ze tot voor een jaar of zes in de Serie A speelden, dat Antonio Cassano daar ooit voetbalde, net als Gianluca Zambrotta. Jean-François Gillet vertelde me dat het een fantastische stad en een heel mooie club is. Daarom tekende hij er ook bij tot 2010.”

Wanneer hoorde jij van hun interesse voor jou ?

“Half mei. Mijn manager, Donald De Rijcke van Smart Foot, heeft er contacten. Er was ook belangstelling uit Noorwegen, Zwitserland, van Sheffield Wednesday uit Engeland …

“Voor Belgische topclubs was ik blijkbaar te oud en te duur.”

Belgische topclubs : dat zijn Anderlecht, Club, Standard, Genk of Gent ?

“Dat klopt. Er is met één van die clubs gepraat, maar dertig jaar ligt moeilijk, blijkbaar. Bovendien lag ik nog een jaar onder contract. Bari heeft nog een transfersom voor me betaald.”

Voor Bari was je niet te oud ?

“Nee. Ze zeiden me : ‘Binnen drie jaar verkopen we je aan Lazio Roma, dan kan je daar nog drie jaar bij een echte topclub spelen.’ Bij Antwerp was er ook eens vaag interesse uit het buitenland, maar toen voelde ik me daar niet klaar voor. Ik denk dat het sneller misloopt wanneer je als 23-jarige naar het buitenland trekt.”

Cédric Roussel verhuisde in januari ook naar de Serie B maar kwam bij Brescia amper op het veld. Schrikt dat je niet af ?

“Nee. Vooral niet na mijn gesprek met de trainer. Hij (Giuseppe Materazzi, de vader van wereldkampioen en Interverdediger Marco Materazzi, nvdr) was het die me wilde. Ik trainde ginder drie dagen mee in de laatste trainingsweek. Het eerste waarover hij me aansprak, was mijn goal tegen Lokomotiv Moskou. Hij kon die precies analyseren, wist veel van mij, legde me precies uit wat hij van me verwachtte. Drie dagen was hij heel aardig tegen mij, ging met mij uiteten, heeft me de stad getoond. Ik weet niet of veel Belgische trainers dat hier ook doen met een testspeler.”

Viel het trainingsniveau mee ?

“De A-ploeg tegen wie ik met het B-team oefende, was een goed op elkaar ingespeeld team, met veel technisch sterke spelers, waar vooral een goeie organisatie en snelle omschakeling tellen. De absolute toppers, Juventus, Napoli en Genoa zijn eruit, maar zelf ga ik niet acht, maar 42 Europese wedstrijden spelen.”

Ben je een jaar te lang in Waregem gebleven ?

“Nee. Anders had ik die fameuze Europese campagne niet meegemaakt.”

Bleef Zulte Waregem niet met een ontgoochelde speler achter ?

“Dat is één van de grootste misvattingen die ik las. Het klopt niet dat ik daar maanden niet van geslapen heb. Ik ben nooit tegen mijn zin naar Zulte Waregem gegaan, maar ik voelde wel dat heel die zaak me kwalijk genomen werd. Toch heb ik, hoe raar sommigen het ook mogen vinden, het beste seizoen uit mijn carrière gespeeld. In een steeds wisselende ploeg was ik zowat de enige die, op één match na, alles speelde. Als middenvelder met zes, zeven spitsen voetballen is je altijd weer aanpassen.”

Voelde je je vorig seizoen miskend ?

“Toch wel. Wat telt, is de erkenning van de trainer en de belangrijke mensen in het bestuur. Die had ik. Francky Dury heeft me na mijn transfer nog gefeliciteerd en me van harte het beste gegund. Voor mijn schoonvader (manager Luc Dhaenens) was het ook beter dat ik vertrok, het was niet altijd makkelijk om werk en privé gescheiden te houden.”

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content