Romelu Lukaku werkte zich in geen tijd op tot dé sensatie van Everton. Sport/Voetbalmagazine ging de Rode Duivel opzoeken in Engeland.

Een blik op Goodison Park, het stadion van Everton, volstaat om te beseffen dat dit een grote club is en dat Romelu Lukaku (20), die er nochtans maar sinds afgelopen zomer rondloopt, er al een belangrijke plaats inneemt. Voor de parking die aan het stadion grenst, hangt een grote affiche van het nieuwe icoon van de Toffees. “Geef de supporters voor de kerst een cadeau dat hen écht plezier doet”, zegt de slogan.

Aan de kant van Goodison Road wapperen vlaggen van de huidige spelers, terwijl de muren van het stadion opgesmukt zijn met handafdrukken van legendarische namen uit het verleden: Alan Ball, Howard Kendall, Duncan Ferguson, Neville Southall… Misschien zien we hier in de toekomst wel een zekere Romelu Lukaku verschijnen.

We ontmoeten de jonge Rode Duivel niet in het stadion, maar bij hem thuis, in de chique rand van Manchester. Lukaku woont er in een wijk waar ook andere voetballers het geluk gevonden hebben. “Ik zit hier rustig en dat is net wat ik nodig heb”, zegt de zonder twijfel vaakst gesolliciteerde voetballer van Everton. Liefst 27 interviewaanvragen liepen er in één week bij hem binnen, voor Sport/Voetbalmagazine maakt hij echter graag tijd.

Je begon het seizoen zoals het vorige: als een raket!

Romelu Lukaku: “Ik ben tevreden. Vorig seizoen stond mijn teller op dit moment nog maar op vier doelpunten in de Premier League. Omdat ik minder speelde. Nu zit ik al aan het dubbele. Ik ben dus aan het bevestigen en heb nog een half seizoen om beter te doen dan het vorige. Op mijn 21e wil ik beschouwd worden als een topspits, dat heb ik altijd gezegd. Ik ben op de goede weg.”

Heb je het gevoel dat je nog beter bent geworden dan vorig seizoen?

“Natuurlijk. Bij West Bromwich speelde ik het soort voetbal dat me heel goed lag: op de counter. We verdedigden heel gegroepeerd en kwamen er dan pijlsnel uit, niet zozeer met lange ballen maar met snelle combinaties. Ik moest er vaak in de diepte gaan.

“Dit jaar voetbal ik bij een team dat bijna elke wedstrijd domineert, zelfs tegen Arsenal of Manchester United. Ik speel bijna de hele tijd met de rug naar het doel en mijn bewegingen op dat vlak zijn verbeterd. Ik ben intelligenter en efficiënter in mijn acties, passing en een-tegen-eensituaties. Aangezien wij de bal graag in de ploeg hebben, mag ik hem zeker niet verliezen, anders moeten we weer vanaf nul beginnen. Ik moet dus nog tien procent meer geconcentreerd zijn.”

Dat is goed met het oog op je terugkeer naar Chelsea, ook een ploeg die graag domineert?

“Ja. Ik vroeg me af of ik in staat zou zijn om goed te functioneren in zo’n team. Het is immers eerder Spaans voetbal waar onze trainer Roberto Martínez voor staat. In de toekomst kan ik dus eventueel ook in Spanje aan de bak.”

Heb je eraan getwijfeld of je het niveau had voor Chelsea?

“Nee, nooit. Als ik mezelf overal een beetje bewijs, eerst bij WBA en nu bij Everton, dan moet ik op een bepaald moment toch eens naar een grote ploeg gaan, nee?”

Is Everton voor jou een stap vooruit?

“Ja. De club wordt gerespecteerd in Engeland. De wedstrijden zijn veel vaker op tv, West Brom is minder gemediatiseerd.”

Heb je dat vorig seizoen gemist?

“Nee. Het was goed voor me om dat even mee te maken. Er is een tijd voor alles. Toen ik niet speelde bij Chelsea, dachten veel mensen al dat het over en out was voor mij. Ik ben toen naar WBA vertrokken om al die critici het zwijgen op te leggen.”

België beu

Waarom ben je op zo’n jonge leeftijd naar Engeland vertrokken?

“Omdat ik op een bepaald moment België beu was. Ik wou iets nieuws leren: een andere manier van trainen, van een match voorbereiden, een nieuw soort druk ontdekken. Bij Anderlecht speelde ik voor 27.000 toeschouwers en in de Europa League voor 40.000, zoals bij Athletic Bilbao. Maar dan moest je twee dagen later naar Roeselare en zaten er 8.000 mensen in de tribune. Alle respect voor Roeselare, maar ik wilde dat niet meer. Dat moet je toch begrijpen?!”

Was Chelsea niet te hoog gegrepen?

“Je moet ook kijken naar de prijs die Anderlecht op mijn hoofd geplakt had. Niet elke club kon zich dat veroorloven! Als ik naar een minder chique club had willen vertrekken, zou Anderlecht wat van de prijs hebben moeten afdoen.”

Had je bij Chelsea al snel door dat je een moeilijk seizoen tegemoet ging?

“Mijn situatie was er van in het begin onduidelijk. En met een coach die niet met je praat wordt alles nog ingewikkelder. Er was een periode dat ik zelfs de verplaatsingen met het team niet meer wilde maken omdat ik toch wist dat ik de wedstrijd vanuit de tribune zou volgen. Dan bleef ik liever in Londen om te trainen, alleen, met de conditietrainer.”

Hoe was je relatie met André Villas-Boas?

“Ik weet niet of je wel van een relatie kan spreken.”

Hij had je toch naar Londen gehaald?

“Dat was op een hoger niveau beslist.”

Denk je dat hij je geboycot heeft?

“Nee. Hij heeft de druk gevoeld die er bij grote clubs heerst. In het begin ging alles goed. Ik mocht een paar minuutjes invallen en stond in de basis tijdens de bekerwedstrijden. Maar als je begint te verliezen, (fluit) dan verandert iemand al eens van mening…”

Merkte je een verandering met de komst van Roberto Di Matteo?

“Niet echt. Aangezien hij per se iets wou winnen, heeft hij ingezet op de ervaren spelers.”

Met welk gevoel heb je dat eerste seizoen in Engeland afgesloten?

“Revanche. Ik was niet gedegouteerd door het Engelse voetbal, maar ik heb tegen mezelf gezegd: volgend seizoen ga ik er een paar versteld doen staan.”

Waarom koos je voor West Bromwich?

Steve Clarke. Een ex-speler en -coach van Chelsea (als assistent, nvdr). Hij kent het huis. Hij heeft de club overtuigd. En ik moest absoluut weg uit Londen.”

Waarom?

“Het was te dicht bij Brussel. Mijn vrienden kwamen vaak langs. En als wij een dagje vrij hadden, vertrok ik met mijn rugzak. De volgende ochtend nam ik om zes uur dan de eerste trein en kwam iemand van de club me oppikken aan het station.”

Wat heb je geleerd bij WBA?

“Clarke was de eerste die tegen me sprak, die me uitlegde hoe ik moest spelen. Hij zei me dat ik mijn kans zou krijgen maar dat ik het wel moest verdienen.”

Je begon het seizoen dan ook als vervanger van Shane Long.

“Bij Anderlecht had ik ook al in zo’n situatie gezeten. Toen ik er op mijn zestiende mijn debuut maakte, liepen Tom De Sutter, Matías Suárez en Nicolás Frutos er ook rond. Ik herinner me dat ik op een toernooi van de U21 in Eindhoven zat toen Ariël Jacobs me naar België liet terugkomen om me tegen Westerlo op de bank te zetten. We stonden 3-0 voor en ik was er zeker van dat ik zou mogen invallen. Maar dat gebeurde niet. Mijn ouders zaten in de tribune; mijn moeder was erg teleurgesteld. Ik heb haar gezegd dat ze zich geen zorgen moest maken en dat ik de volgende match wel zou spelen. Een week later trokken we naar Zulte Waregem. Ik viel in én maakte in de 89e minuut de 0-2. Vanaf dat moment heb ik besloten me te tonen bij elke kans die ik zou krijgen.

“Bij West Brom begon ik ook op de bank. Geen probleem. Dat was ook normaal, ik had de voorbereiding niet meegemaakt. En dan gingen we naar Liverpool: ik val in, krijg een voorzet en scoor. Spijtig genoeg blesseer ik me dan tijdens een match tegen Tottenham aan de enkel. Ik heb drie weken volledig moeten stilliggen en forceerde me. Dat heeft mijn terugkeer vertraagd. Bij WBA, maar ook bij de nationale ploeg.”

De Rode Duivels schitteren net op dat moment. En jij bent er niet bij!

“Zonder die blessure zou alles zo veel makkelijker geweest zijn voor mij bij de nationale ploeg.”

En je directe concurrent Christian Benteke…

“… (onderbreekt) speelde de pannen van het dak! Dat maakte het nog een beetje moeilijker. Ondertussen presteerde ook Shane Long goed bij West Brom. De mensen vroegen zich af hoe ik zou reageren, met mijn rug tegen de muur. Maar als ik uitgedaagd word, ben ik op mijn best. Ik ben naar het bureau van de coach gestapt en heb hem gezegd dat ik gedurende drie weken op maandag, dinsdag en donderdag mijn trainingsarbeid wilde opdrijven. Ik heb dat ritme volgehouden. In het begin had ik het moeilijk tijdens de wedstrijden, maar na drie weken begon ik te scoren.”

Wat heb je nog geleerd in Engeland?

“Prof zijn. Bij Anderlecht stuurden ze me terug naar de kleedkamers als ik extra wilde trainen. Bij Chelsea merkte ik dat bepaalde spelers na de training bleven om wat kegeltjes te dribbelen, naar doel te schieten of om te lopen. Dat begon ik ook te doen.

“Bij WBA heb ik geleerd hoe ik me moet voorbereiden op een match, van maandag tot zaterdag. Wat te eten – ik heb een kok die vier dagen per week bij me langs komt -, maar ook hoe ik met mijn lichaam bezig moet zijn. Hoe ik in de fitness mijn startsnelheid, versnelling en afsprong kan verbeteren. Bij Anderlecht ging ik nooit naar de fitness. Ze vonden er dat ik al gespierd genoeg was en dat ik dat daarom niet nodig had. Ze vroegen me om mijn knieën en pezen sterker te maken, oefeningen die ik haatte. Bij WBA heb ik echt de Engelse school ontdekt.”

Geen targetspits

Je vertrok naar Everton op de laatste dag van de zomermercato. Wil dat zeggen dat je je de hele zomer hebt afgevraagd of je bij Chelsea wilde blijven?

“Ik heb eerst gezegd dat ik zou blijven…”

En dan voelde je aan dat je moest vertrekken?

“Voilà! Mijn doel was om mijn prestaties van vorig seizoen door te trekken. Daarom moest ik vertrekken.”

Heb je tijdens die twee maanden bij Chelsea iets geleerd?

“Ik heb José Mourinho meegemaakt! Toch iets speciaals. Hij is bezig om bij Chelsea de funderingen te gieten van een onklopbare machine.”

Maar je bent er niet in geslaagd hem te overtuigen…

“Dat was het probleem niet. Hij wilde me houden en vroeg waarom ik wou vertrekken. In bepaalde artikels zijn mijn woorden verdraaid, maar de waarheid is dat Mourinho aanvaard heeft om me te laten gaan omdat hij mijn discours begreep. En dat waardeer ik aan hem.”

Is het doel om klaar te zijn voor Chelsea volgend seizoen?

“Ja. Waarom zou ik anders een contract van vijf jaar getekend hebben? Ik zal terugkeren naar Chelsea als een van de beste aanvallers van het kampioenschap.”

Waarom Everton?

“Omdat het, na de top zes, een van de grootste clubs in Engeland is. Ik heb ook dat gevoel. Soms denk ik weleens dat dit Chelsea is. Het trainingscentrum, Finch Farm, is magnifiek. Op mijn eerste dag zei ik tegen mezelf: ‘Wauw, wat is dat hier?’ Het heeft me alleen maar gesterkt in mijn keuze.”

Welk verschil is er tussen Clarke en Martínez?

“Clarke legde de nadruk op positiespel en probeerde oplossingen te vinden om de tegenstander pijn te doen met snijdende passes. Bij Martínez ligt alles open en tikken we de bal continu rond. We moeten geduldig zijn en proberen de tegenstander in slaap te wiegen.”

In het begin van het seizoen zei je: “Ik wil dat verdedigers schrik van mij hebben.” Ben je daarin geslaagd?

“Nog niet. Ik moet veel langer wegen in een match. Soms zie je me zestig minuten of – omgekeerd – zie je me niet en profiteer ik van de vermoeidheid van de verdedigers tijdens het laatste half uur. Ik zou aanwezig willen zijn van de eerste tot de laatste minuut.”

Je zegt altijd dat je een van de beste spitsen ter wereld wil worden…

“… Dat is zo.”

En? Ben je dat al?

“Als je de pure nummers 9 neemt – Cavani, Ibrahimovic, Van Persie, Suárez, Lewandowski… – dan hoop ik binnen twee jaar deel uit te maken van dat rijtje.”

Analyseer je hen?

“Ja, ik kijk naar hun bewegingen. De présence van Ibrahimovic, de balcontrole en de linkervoet van Van Persie, de rechtervoet van Cavani, de bewegingen van Lewandowski, de slaloms van Suárez,… Die laatste is echt onvoorspelbaar. In drie jaar Premier League heb ik nog niemand anders dat zien doen.”

Hoe heb je de concurrentie met Benteke ervaren?

“Dat was nu eenmaal zo…”

Begreep je dat zijn prestaties meer in the picture kwamen dan die van jou?

“Ja, want ik ben niet zo toegankelijk voor de buitenwereld. Ik moet een van de meest gesloten spelers van de nationale ploeg zijn. Ik praat niet veel in de pers. Ik ben een voetballer, een entertainer, iemand die voor spektakel zorgt óp het terrein. Als je daarvan houdt, des te beter. Indien niet, dan kan ik daar ook niks aan doen.”

Ben je ingehaald door je imago?

“Nee, maar tijdens een bepaalde periode werd er alleen maar over mij gepraat. Elke dag. Logisch dus dat ik mezelf terugtrok. Ik ben een voetballer, je moet me op het veld leren kennen. Daar wil ik me uitdrukken. Niet daarbuiten. Dat kan ik niet. Mijn wereld is al zo klein, laat me er dan van genieten. Van mijn vrienden, mijn familie…”

Vond je dat de vergelijking met Benteke niet alleen over voetbal ging?

“Nee, dat niet. Ik denk dat we altijd beoordeeld werden op onze prestaties.”

Wilmots heeft altijd een voorkeur gehad voor Benteke omdat hij een bal kan bijhouden…

“… Dat is Christians ding. Men verwacht ook van mij dat ik een targetspits ben, maar ik ben helemaal geen targetspits! Ik ben een doelpuntenmaker. De goal is het enige wat mij interesseert. Ik kijk niet naar wat er achter mij gebeurt. Ik zoek altijd het doel op. Aangezien ik het gestel heb van een targetman, verwacht iedereen dat ik me zo gedraag. Maar ik ben dat dus niet. Als ik zo zou spelen, zou ik tachtig procent van mijn mogelijkheden verliezen. Ik moet het hebben van mijn snelheid en van de diepte opzoeken. Als targetman kan ik de tegenstander geen pijn doen.”

Maar het spel van de nationale ploeg is niet gebaseerd op het snel opzoeken van de diepte…

“Dat is uiteraard niet in mijn voordeel, maar hoe verklaar je dat ik bij Everton, dat combinatievoetbal speelt, doelpunten maak en bij de nationale ploeg niet? Die vraag moet je je wel stellen.”

Jij hebt het antwoord al?

“Daar moet je met de bondscoach over praten. Je moet weten hoe elke speler functioneert.”

Wil je zeggen dat je kwaliteiten niet ten volle benut worden?

“Ik denk dat veel spelers niet weten hoe ik functioneer. Als we een aantal bewegingen instuderen op training, zullen ze dat wel weten. Als Benteke vooraan staat, moet je niks aan het systeem veranderen. Maar als ik er sta, moet je afwisselend kort en lang spelen. Ik kán een aanspeelpunt zijn, maar je moet me ook in de diepte lanceren.”

Wie begrijpt je het best bij de nationale ploeg?

Kevin Mirallas, Dries Mertens, Jan Vertonghen, Toby Alderweireld en Steven Defour. Ze weten wanneer ze me de bal in de voeten moeten geven en wanneer ze me de diepte in moeten sturen.”

Halve finale

Beschouw je je twee doelpunten in Kroatië als een soort rechtzetting?

“Ik heb mijn werk gedaan, dat is alles.”

Maar je bent toch trots op die wedstrijd, niet?

“Ja, natuurlijk. Maar ik wilde het niet tonen. Ik hield het voor mezelf.”

Is je doel om naar het WK te gaan als titularis?

“Ja. En niet alleen in Brazilië. Ook op het EK 2016, het WK 2018 en het WK 2022.”

Zou je het, gezien jouw huidige goeie vorm, begrijpen mocht je nu geen titularis zijn?

“Dan zou ik teleurgesteld zijn. Normaal, toch?”

Heb je deze WK-kwalificatiecampagne leuk gevonden ondanks je invallersstatuut?

“Er ontbrak toch iets. Ik vond het niet zo leuk als ik had gewild.”

Wat verwacht je van het WK?

“De tweede ronde is een must. We moeten ons niet wegsteken. En daarna moeten we niet bang zijn. Stel dat we tegen Portugal spelen: iedereen kent de kwaliteiten van Nani en Cristiano Ronaldo. Maar wij hebben spelers van Chelsea, Atlético Madrid, Manchester United, Tottenham, Napoli, Zenit, Manchester City, Bayern, Arsenal… En we hebben twee spitsen die furore maken in Engeland. Van wie zouden we bang moeten zijn?”

Je sprak al over een halve finale, is dat niet wat arrogant?

“Nee. Kijk naar ons potentieel. Je moet die sportieve arrogantie hebben. Die hadden we ook bij de jeugd van Anderlecht. Op elk toernooi zeiden we tegen elkaar dat we makkelijk zouden winnen. En op het einde wónnen we ook. De Nederlanders hebben die arrogantie en daarom staan ze er zo vaak op toernooien. Op hun ploeg moeten we nochtans niet jaloers zijn. Als we tegen hen spelen, moeten we hen een rammeling kunnen geven.”

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE IN MANCHESTER – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Als ik uitgedaagd word, ben ik op mijn best.”

“Mourinho is bezig om bij Chelsea de funderingen te gieten van een onklopbare machine.”

“Men verwacht van mij dat ik een targetspits ben, maar ik ben helemaal geen targetspits!”

“Als we tegen Nederland spelen, moeten we hen een rammeling kunnen geven.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content