Blauwe brandstof

© belgaimage

In het hart van Limburg is een plejade van buitenlanders neergestreken om de producten van een vruchtbare academie te laten schitteren. Op zoek naar de geheimen van Genk, waar talent gedolven wordt voor een voetbal tussen oranje bloed en een stijgende marktwaarde.

De uitspraak van Francky Dury klonk eerder gelaten dan verslagen: ‘We komen nog goed weg.’ Nochtans kreeg zijn Essevee vier goals binnen tegen de Genkse machine. Dat was blijkbaar het tarief van de week in de Luminus Arena, want het was ook de score tegen Lommel drie dagen eerder tijdens de derby voor de Croky Cup, een beker die nochtans een calvarietocht bleek voor de grootste drie clubs van het land.

Een twintigtal meter en een op een kier staande deur verderop, in een gang van het stadion waar het zo erg tocht dat de kans op een bronchitis tien keer hoger ligt dan normaal, verzorgt Ally Samatta de show. Door het onberispelijke pak, het stemvolume en de knipoogjes heeft hij haast de allure van een politicus op verkiezingscampagne. De Tanzaniaan drukt zich uit in het Engels, dat de lokale voertaal is geworden. In de Limburgse kleedkamer verenigt de taal van Shakespeare de tien verschillende nationaliteiten die aan de aftrap stonden. Samatta krijgt lof voor zijn hattrick, schertst over het feit dat hij de jonge Bryan Heynen champagne zal moeten betalen omdat hij de laatste goal van de avond van hem ‘gestolen’ heeft, en benadrukt het belang van het collectief boven zijn statuut van uitdager in de rush naar de Gouden Stier. Een zin die blijft hangen: ‘Dit is de beste groep sinds ik hier ben.’

De academie blijft onze prioriteit, maar we hebben ook veel ambitie. Het niveau van onze groep ligt momenteel hoger, dus is het moeilijker om jongeren te integreren.’ Dimitri de Condé

De deugden van de rust

Flashback naar januari 2016. De aanvaller speelt dan het WK voor clubs met Tout Puissant Mazembe. Enkele maanden ervoor veroverde hij de titel van topschutter in de Afrikaanse Champions League en die van beste speler van het Afrikaanse continent. Door zo’n cv kwamen er veel ploegen aankloppen. Ally koos niettemin voor de club van Dimitri de Condé, die helemaal naar Japan was gereisd – waar het WK voor clubs werd gespeeld – om hem te overtuigen naar Limburg te komen. Er groeit snel een vertrouwensrelatie tussen beide mannen. De Condé legt hem rustig het project uit, zonder hem te pushen wanneer de Tanzaniaan overmand wordt door twijfel zodra hij het contract onder ogen krijgt.

‘Ik kende het leven hier niet. Mijn makelaar zei me dat dit de beste plaats was voor mij’, vertelt Samatta, terwijl de nacht al gevallen is over Limburg. ‘Genk is een rustige stad. Dat is wat je moet hebben als prof, zodat je je helemaal kunt concentreren op je sport.’

Ivan Fiolic moet erom lachen. De jonge Kroaat met het jongensgezicht verzamelt al zijn kennis van het Engels om over zijn eerste ervaringen in België te spreken. Net voordien kreeg hij zijn vuurdoop met een invalbeurt in de al gewonnen wedstrijd tegen Lommel. ‘Mijn vriendin en ik hadden de gewoonte onze inkopen vrij laat te doen. In Kroatië kun je tot 22 uur naar de winkel. Hier is alles dicht om 18 uur.’

Het wonderkind van de vicewereldkampioen, goed ingeduffeld in zijn blauw trainingspak, weidt uit over de redenen van zijn komst. ‘Hier tekenen was een gemakkelijke beslissing. Ik had zin om andere lucht op te snuiven en ik herinnerde me dat ik twee jaar geleden tegen Genk had gespeeld. Ik had het wel voor die club, ik voelde dat daar iets goeds gebeurde.’ Fiolic kwam om Alejandro Pozuelo te vervangen. De Spanjaard is even ongrijpbaar op het veld als daarbuiten wegens een clausule in zijn contract die hem toelaat om te onderhandelen met kandidaten die bereid zijn een bepaald bedrag neer te tellen.

Uiteindelijk bleef Pozuelo. De jonge Ivan werd in de Genkse couveuse gezet, waar hij rustig zijn moment kan afwachten. Vijftien uur later en drie verdiepingen hoger vertelt Dimitri de Condé over de transfer van de Kroaat in een vergaderzaal waarvan de grote glazen wand een geweldig uitzicht biedt op de lokale grasmat: ‘Het is een groot voordeel om op een proactieve manier te kunnen werken, zoals we met Fiolic gedaan hebben. Spelers die uit bepaalde competities komen, moeten zich eerst aanpassen aan de Jupiler League, die veeleisend is op fysiek en atletisch vlak. Ivan zal kunnen leren van anderen, zoals Pozuelo, en groeien zonder te veel druk te ervaren.’

Academische waarden

De opvolger van de Spanjaard zal dus allicht geen lokaal product worden. Genk kan dan wel beweren dat jonge talenten zijn corebusiness blijft, zijn rivalen spotten een beetje met de reputatie van beste opleidingscentrum van het land door erop te wijzen dat Leandro Trossard de enige Belg in de basiself is die op de club gevormd is. Dimitri de Condé ruilt zijn streepjestrui voor een advocatentoga en neemt de verdediging op: ‘De academie blijft onze prioriteit, maar we hebben ook veel ambitie. Het niveau van onze groep ligt momenteel hoger, dus is het moeilijker om jongeren te integreren. We moeten altijd een evenwicht proberen te vinden.’

Ons handelsmerk is verzorgd voetbal. We willen in België importeren wat Ajax in Nederland doet. Roland Breugelmans

De liefhebbers van lokale producten hadden zich vorige woensdag moeten installeren op de tribunes van de Luminus Arena, die maar voor de helft gevuld waren. Doelman Nordin Jackers speelde vaker met de voeten dan met de handen en verliet zelfs op avontuurlijke wijze zijn doelgebied om een elfde veldspeler te worden. Op rechts dweilde Ruben Seigers de flank af, terwijl Heynen het verkeer regelde op het middenveld. Dries Wouters van zijn kant had amper twee minuten nodig om van zich te doen spreken met een onhoudbare vrijschop in de Lommelse winkelhaak. De jonge Kosovaar Edon Zhegrova mag dan al voor het nodige spektakel zorgen, de talenten van Racing onderscheiden zich allemaal door het technisch gemak.

Marvin Baudry in duel met Ally Samatta.
Marvin Baudry in duel met Ally Samatta.© belgaimage

Aan de balcontrole, door De Condé voorgesteld als ‘een onmisbare troef om het hoogste niveau te bereiken in Europa’, wordt er gewerkt aan de overkant van de baan, die op wedstrijdavonden is afgeboord met kraampjes. De Jos Vaessen Talent Academy, met haar moderne infrastructuur en prachtige velden, ligt op slechts enkele passen van het stadion. ‘Met dat complex heeft Genk als sinds vijftien jaar een signaal gegeven’, vertelt Koen Casteels, die in Limburg werd opgeleid voor hij de Duitse grens overstak. In 2001 gaf Racing op initiatief van voorzitter Jos Vaessen 60 miljoen Belgische frank (1,5 miljoen euro) uit om te investeren in de gebouwen die zijn toekomst moesten uittekenen. Destijds veroverde de club haar tweede landstitel onder leiding van de Nederlander Sef Vergoossen. Omdat het zo dicht bij de grens ligt, heeft Genk vanzelfsprekend een beetje oranje bloed in zijn voetbal. Die stijl werd onlangs nog gecultiveerd door de aanwezigheid van Mario Been of Albert Stuivenberg in de dug-out. Resultaten zijn in de schoot van de club nooit een afdoend criterium geweest om de stijl te veronachtzamen. In 2005 stuurde Vaessen trouwens René Vandereycken de laan uit, die een té berekend voetbal bracht, ondanks de derde plaats die hij in een ultieme testwedstrijd tegen Standard wist te veroveren.

Een bal in de mijn

‘We hebben al een aantal voorzitters gehad sinds het begin van de jaren 2000, maar ze hebben allemaal gevolgd wat Jos Vaessen heeft geïntroduceerd’, vertelt Roland Breugelmans, de goeroe van de lokale opleiding die heel herkenbaar is door zijn lange krulhaar. ‘En ons handelsmerk wat spelwijze betreft, dat is verzorgd voetbal. We willen in België importeren wat Ajax in Nederland doet.’

Een eerder atypische verzuchting voor een club die uit de steenkoolmijnen van Waterschei stamt. Zo’n geboorte bestemt je eerder voor tot veel loopwerk dan tot eindeloos balbezit. Op de grasmat voor de wedstrijd herinnert mascotte Genkie, een mijnwerkersfiguur die door zijn uitvergroot gelaat een rol had kunnen krijgen in Toy Story, nog aan de lokale wortels. In de Zuidtribune, waar de plaatselijke Ultra’s verenigd zijn, hebben de spandoeken en gezangen een wat Italiaanse tint. Volgehouden gezangen die in het stadion weerklinken tegen Zulte Waregem geven een verzoening te kennen tussen de spelers en het publiek, dat er niet voor terugschrok om enkele maanden geleden, op het toppunt van de crisis, na enkele slechte passes al te beginnen te fluiten.

Wat we vandaag meemaken is ongelooflijk. Het gaat zelfs zover dat de trainingen moeilijker zijn dan de matchen.’ Jere Uronen

Philippe Clement heeft veel verdiensten, zeker omdat hij die lokale mentaliteit heeft toegevoegd’, bevestigt De Condé. ‘Wij van onze kant letten erg op het technische niveau van de jonge spelers bij onze rekrutering, maar onze regio verwacht van spelers dat ze hun truitje nat maken. Wat ook niet wil zeggen dat ze de bal zomaar naar voren moeten schoppen.’

De prijs van talent

Over de stijl van de mannen in het blauw wordt niet onderhandeld, daarvoor is het plan te duidelijk. De top van het continentale voetbal vereist namelijk een excellente techniek en voorzitter Peter Croonen herinnert eraan dat Genk leverancier wil zijn van de grootste Europese clubs: ‘Wij proberen onze talenten tot op de meest prestigieuze bestemmingen te krijgen, ook al blijkt dat we in de praktijk via tussenstappen moeten gaan, zoals Lazio.’

Bij de azuurblauwe club uit Rome plaatste Genk Sergej Milinkovic-Savic. Omdat hij bij Genk kwam in een periode dat de Limburgers in de anonimiteit waren verzeild geraakt na hun glorieperiode, kon de Serviër niet echt zijn stempel drukken op de Jupiler Pro League. Maar tegenwoordig staat zijn naam in de gespecialiseerde pers naast bedragen boven de 100 miljoen euro. Toen Genk na jaren van te hoge uitgaven en, wegens de magere jaren, zonder dikke uitgaande transfer in geldnood zat, richtte de club zich tot Lazio, dat heel blij was dat het (voor een som die volgens de bronnen varieert tussen de 15 en 20 miljoen euro) het contract van SMS kon afkopen – waarbij Genk 50 procent zou krijgen op de doorverkoop. De Limburgers cashen dus in totaal meer dan 30 miljoen dankzij de Serviër. Dat rechtvaardigt de reputatie van Racing als onverzettelijke club wanneer de cijfers op de tafel komen.

‘Genk legde de lat zo hoog dat geen enkele Belgische club de som die ze voor mij vroegen had kunnen betalen’, vertelde Christian Kabasele, die uiteindelijk naar Watford vertrok voor bijna 7 miljoen euro. Kalidou Koulibaly, momenteel bij Napoli, bevestigt: ‘De voorzitter wilde onder de 10 miljoen niet eens onderhandelen met Napoli.’ Van de zomer was het de getalenteerde Sander Berge die de buitenlandse blikken op zich vestigde. Lyon klopte voor hem aan, maar kreeg te horen dat hij niet te koop was. Maar Berge zou na dit seizoen wel eens de duurste uitgaande transfer van Genk kunnen worden. Een jaar eerder was het Celta de Vigo dat terugkrabbelde toen het de som vernam die op het hoofd van Leandro Trossard was gezet.

Sander Berge deelt zijn vreugde met Philippe Clement.
Sander Berge deelt zijn vreugde met Philippe Clement.© belgaimage

Thibaut en Kevin

De dikste transfers uit de clubgeschiedenis mogen dan al buitenlanders zijn, de namen die de pareltjes van over de hele wereld naar Genk brengen, hebben enige couleur locale. Dé visitekaartjes, zelfs om buitenlandse talenten aan te trekken, zijn de successen van Thibaut Courtois en Kevin De Bruyne. De handschoenen van Thibaut en de voeten van Kevin waren de grootste wapens bij de laatste titel van Genk en hun gezichten hangen goed zichtbaar op de muren van de academie. ‘Deze club heeft een legende: Kevin De Bruyne’, bevestigde Leon Bailey in zijn Limburgse periode. De Jamaicaan rechtvaardigde zijn keuze voor het blauwe shirt uit het noordoosten van België als volgt: ‘Op mijn leeftijd wilde ik in de eerste plaats spelen en progressie boeken. Ik wist dat Genk in die optiek de ideale club was.’

Lyon klopte aan voor Sander Berge, maar kreeg te horen dat hij niet te koop was.

‘In de voetbalwereld staat Genk niet bekend om zijn historische resultaten, maar om zijn profiel’, analyseert Patrick Janssens, de voormalige algemeen directeur van Racing. ‘Te weten: een club met een sterke academie, die aan jonge spelers de kans biedt om door te breken.’

‘Veel spelers zijn de laatste jaren van Genk vertrokken naar grote clubs. Het is gemakkelijker om hier te groeien’, argumenteerde Nikolaos Karelis voor hij naar PAOK vertrok. Al die beloftevolle buitenlanders zien Genk als een trampoline en plannen er twee of drie jaar door te brengen. ‘En in het huidige voetbal is dat al geen korte termijn meer’, bevestigt De Condé.

De woorden van de scouts

‘Een van onze sterktes is dat we een uitstekende reputatie hebben bij jonge spelers en hun makelaars. Dat komt omdat veel jonge talenten via Genk naar een grote buitenlandse club zijn gegaan’, analyseert Dirk Schoofs in de kolommen van Het Belang van Limburg. De ex-speler van Lommel staat sinds twee jaar aan het hoofd van de scouting, nadat Roland Janssen naar Manchester United vertrok. Schoofs nam in 2016 opnieuw contact op met zijn vroegere ploegmaat Dimitri de Condé toen ze het hadden over het profiel van Jere Uronen, die Schoofs had gevolgd voor Beerschot Wilrijk.

‘Eerlijk gezegd had ik destijds nog nooit over Genk gehoord’, glimlacht de Fin na zijn twee assists tegen Zulte Waregem. ‘Ik kende de Belgische competitie niet. Maar wanneer een club interesse in je toont, dan ga je op het internet kijken, dan win je inlichtingen in bij vrienden en soms zelfs bij vrienden van vrienden.’ De mond-aan-mondreclame bracht de blonde Fin naar de Luminus Arena en daar heeft die geen spijt van: ‘Wat we vandaag meemaken is ongelooflijk. Het gaat zelfs zover dat de trainingen moeilijker zijn dan de matchen. Het is fantastisch om een groep van dertig spelers te hebben met zoveel talent.’

Om naar de bron van dat succes te gaan, moet je de trap nemen naar het kantoor dat gedeeld wordt door De Condé en Schoofs. Waar zijn voorganger zich onderscheiden had door Wilfred Ndidi weg te plukken op een dag dat meer dan honderd Nigerianen een toernooi speelden op een kunstgrasveld in Lagos en zo voor 100.000 euro een speler aantrok die uiteindelijk voor het 176-voudige zou verkocht worden, scoorde Schoofs al snel goeie punten door diens opvolger te halen. Na uren op Wyscout en zes tot acht matchen die hij wekelijks in het stadion bijwoont, viel de nieuwe chef van de Limburgse scouting op Sander Berge. Ook Joseph Aidoo, de dynamische Ghanese centrale verdediger, had Schoofs bekeken vooraleer die naar Limburg verkaste.

‘Boven op de talrijke wedstrijden die we bekijken, werken we ook samen met een Nederlandse onderneming die opvallende internationale statistieken aanbiedt’, legt Schoofs uit in de lokale pers. Bijvoorbeeld: een flankverdediger die in zijn eerste profseizoen vier assists aflevert in de Deense eerste klasse. Die Joakim Maehle ontbolstert nu op de Genkse rechterflank, na een aanpassingsjaar in de schaduw van Clinton Mata. Voor een keer moest Racing snel handelen, verrast door het onvoorziene vertrek van Timothy Castagne naar Italië en Thomas Foket die faalde voor zijn medische testen.

Blauwe brandstof

Profilering

De laatste nieuwe vondst van de Genkse scoutingcel heet Jhon Lucumí. Racing is hem gaan halen in Colombia, de plek waar Club Brugge nochtans al enkele seizoenen zijn tenten heeft opgeslagen en onder meer Carlos Bacca en José Izquierdo naar Europa haalde. Om de defensie te versterken had Club German Mera op het oog. Wanneer ze Lucumí zien spelen – terwijl Mera momenteel in Mechelen zit – moeten de bewindsvoerders van Club Brugge op de nagels bijten.

‘Aanpassing is altijd een onbekende factor. Dat was nog meer het geval voor Lucumí, want in het verleden hebben we maar weinig Zuid-Amerikaanse spelers gehad’, erkent Dimitri de Condé. ‘Op het veld zagen we dat het een linkspoot was met snelheid en kracht. Een profiel dat we vaak zien in de verdediging van Genk.’

Daar houdt het werk niet op. Dimitri de Condé en zijn scouts gaan ter plaatse en ontmoeten de speler, zijn entourage en zijn familie. Voor ze Sander Berge aantrokken, had de Limburgse delegatie lang gesproken met de speler, zijn vader en zelfs ex-Lierenaar Kjetil Rekdal, zijn coach in Noorwegen. ‘Van bij het begin het karakter van de speler kennen is essentieel’, bevestigt De Condé. ‘Net zoals hen duidelijk maken waar Genk voor staat, wat we van hen verwachten… In het verleden hebben we lastige momenten gekend in de kleedkamer. Dat willen we vermijden door te mikken op spelers die de ambitie hebben om elke dag beter te worden.’ Pelé Mboyo – de duurste transfer uit de clubgeschiedenis tot Marcus Ingvartsen afgelopen zomer zijn handtekening zette – is vandaag het symbool van een talentrijke speler van wie de mentaliteit nooit overeenstemde met de verwachtingen van het publiek en het Limburgse bestuur, ook al waren zijn statistieken te goed om van een echte mislukking te spreken.

Het blauwe jaar?

Na de vier goals tegen Zulte Waregem heerst er euforie rond de Luminus Arena. ‘Er is hier minder druk voor de titel dan bij Anderlecht, Brugge of Standard’, geeft voorzitter Croonen toe. ‘Ook daardoor kunnen wij de perfecte couveuse zijn voor jonge talenten.’

De Condé: ‘Momenteel hebben we een evenwicht gevonden tussen spelstijl en mentaliteit. We zien wel hoe het zal lopen op de moeilijke momenten, want die komen er ook zeker nog. We zullen moeten zien hoe de groep dan reageert. Maar ik heb de indruk dat ze sterker is dan voordien.’

De spelers zelf zijn daarvan overtuigd. ‘We geloven in onze speelwijze. Iedereen bezit dezelfde mentaliteit, wil kwaliteitsvol voetbal brengen en is ambitieus’, zegt Jere Uronen, wiens glimlach veelbetekenend is. De gelaatsuitdrukking van Samatta zegt nog veel meer, maar in zijn woorden houdt hij de schijn van afwachtendheid op: ‘Allemaal goed en wel, maar we zijn er nog lang niet.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content