Welke speler van Zulte Waregem heeft de beste zweetgeur? Stijn Meert. Zijn reuk is nog redelijk, je moet er niet van gaan lopen. Gelukkig maar, want hij zweet vrij gemakkelijk. Als Stijn ’s middags een halfuur aan tafel zit, heeft hij al prijs.”

Wat vind jij van madammen met een bontjas?

“Bontjassen zeggen mij niks. Ik vind ze niet mooier dan gewone jassen en zou er nooit een kopen voor mijn vrouw. Ik heb ook niet graag dat ze daarvoor dieren afmaken. Het lot van die beestjes houdt mij wel bezig. Ik geef elke maand geld aan Gaia.”

Begon jij in je kindertijd te wenen als je een glas of bord gebroken had?

“Nee. Ik vroeg me dan wel kwaad af hoe dat toch weer was gebeurd. Ik ben altijd al veeleisend geweest voor mezelf.

“Onlangs werd ik in de match tegen Genk uitgesloten. Mijn tweede gele kaart kreeg ik onterecht, dat wist ik zeker. Ik had de speler niet eens geraakt, die verstapte zich. Toch was ik boos op mezelf.”

Wat was vroeger je favoriete snoepje?

“Ik had het wel voor Draculatandjes, en dan nog iets liever de roze dan de witte. Daar kon ik me makkelijk ziek in eten.

“Nu eet ik minder snoepjes dan vroeger. Soms vraag ik er wel nog eentje aan Sien, mijn dochtertje van 4,5.”

Voor welk programma kroop jij als kleine jongen steevast voor de buis?

Jacobus en Corneel. Dat ging over twee mannen die overal karweitjes uitvoerden. Een beetje zoals Bob De Bouwer nu, maar die evenaart hen niet. Hij is een fictief figuurtje, Jacobus en Corneel waren echte mensen.

“Zij spraken mij aan omdat ik thuis ook altijd aan het knutselen was. Met echte stenen bouwde ik buiten kleine muurtjes. Daar probeerde ik dan met bladeren een dak op te leggen, zodat ik uiteindelijk een soort miniwoning had. Binnen hield ik me uren bezig met Legoblokken. Daarbij mocht het eindresultaat nooit lijken op de foto die op het plannetje stond, anders was ik niet content. Ik moest er altijd mijn eigen touch aan geven.

“Ik ben nu nog altijd zaakvoerder van een bedrijf dat oprijlanen en terrassen aanlegt. Ik houd de werken in de gaten en maak offertes. Op een vrije dag durf ik ook nog eens een handje toesteken. Een terrasje leggen als hobby, zo zou je het kunnen zeggen. Ik vind het leuk om daarmee bezig te zijn en verzet er mijn gedachten eens mee. Het geeft ook een grote voldoening als je achteraf nog eens voorbijkomt aan een plaats waar iets van jou ligt.

“Over een jaar begin ik mijn eigen huis te verbouwen.”

Eet jij frietjes uit de frituur liefst met een plastic vorkje of smaken die beter als je een gewone vork kan gebruiken?

“Geef mij maar een gewone, daarmee kun je meer frietjes in één keer op je vork prikken. Die van plastic zijn ook niet stevig genoeg, vind ik.

“Ik ga één keer per maand in de frituur een groot pak halen, met stoverijsaus en mayonaise, een mexicano en een lookworst special.”

Scheur je weleens stukken van een papier om daarmee te flossen?

“Nee. Ik stop na het eten soms wel een tandenstokertje in mijn mond, maar dat doe ik meer om ermee te spelen tussen mijn lippen dan om echt stukjes vlees weg te schrapen. Je zal me dat ook enkel zien doen als ik echt op mijn gemak zit.

“Meestal vindt mijn vrouw dat ik te vlug van tafel ga. Ik ben een snelle eter en kan moeilijk stilzitten. Maar als Sien mij ziet weggaan, wil zij terug naar haar speelgoed en laat ze soms haar bord halfvol staan. Mijn vrouw vraagt om een beetje meer het goede voorbeeld te geven.”

Tegenover welke knappe schone zou je moeiteloos úren kunnen blijven zitten?

Catherine Zeta-Jones zou me zonder problemen een tijdje kunnen bezighouden.”

Kun jij een das knopen?

“Nee. Ik draag altijd goed zorg voor de dassen die ik heb, zodat de knopen erin kunnen blijven.

“Mijn ploegmaats zijn daar trouwens even slecht in, merkte ik al in de kleedkamer. De club heeft dat ook door. Als we tegenwoordig van Zulte Waregem een kostuum krijgen, is de das vooraf al geknoopt.” S

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content