Met de Duitse derdeklasser FC Saarbrücken promoveerde Gunter Thiebaut na een stresserend seizoen naar de tweede Bundesliga. ‘Mentaal,’ zegt hij, ‘ben ik hier veel sterker geworden.’

Geen enkele Belgische eersteklasser toonde vorige zomer concrete interesse voor Gunter Thiebaut (27). Bij FC Denderleeuw was hij nochtans met drieëntwintig doelpunten topschutter geworden van de tweede klasse. Dan maar terug de landsgrenzen over, dacht de oud-spits van Eendracht Aalst. Na een eerder succesvol avontuur (met onder meer Champions-Leaguevoorronde) met het Cypriotische Omonia Nicosia, begaf de handelsingenieur zich nu op gladder ijs. Hij onderschreef een overeenkomst bij het Duitse FC Saarbrücken, een Regionalligaclub, vergelijkbaar met onze derde klasse.

“Tja, ik bekeek het bijzonder realistisch”, vertelt Thiebaut. “De belangstelling van Lokeren, Antwerp en AA Gent was vaag. Er moesten zogezegd eerst spelers bij hen vertrekken. Dat viel me sterk tegen, terwijl de mensen van Saarbrücken vanaf het begin heel doortastend te werk gingen. Het financiële voorstel dat ik bij een bezoek daar deed, werd direct aanvaard. Dat lieten ze me al op de terugweg naar huis weten. Ze wilden absoluut promoveren en ik was hun topprioriteit. Een maand lang hingen ze dagelijks aan de telefoon, ondanks dat ik alsnog hoopte op een nieuwe kans in de Belgische eerste klasse. Met Lokeren Europees voetballen ging voor. Daarin was ik eerlijk. In eerste instantie dacht ik : wat moet ik daar gaan uitspoken ? Je bent ook maar een mens, hé. De motivatie was dus niet al te groot in het begin. Toen ik de kalender met de tegenstanders zag, wist ik echt niet wat te denken : Schweinfurt, Wehen, Siegen, Hoffenheim… Echt overtuigd was ik niet.”

Thiebaut is nog altijd verwonderd dat hij in België geen nieuwe club vond. “Het blijft vreemd. Luigi Pieroni was toch ook een grote onbekende ? Met Mbo Mpenza beschikte hij over een ideale bliksemafleider. Bij pakweg Lierse of Westerlo, ploegen die veel kansen creëren, zou ik ook meedraaien. Ik weet heel goed van mezelf dat ik geen Kevin Vandenbergh ben. Dat betekent : iemand die van bijna elke kans een doelpunt maakt. Ik ben geen supertalent. Maar zet me bij een ploeg die het spel domineert, op de helft van de tegenstander speelt en ik prik ze ook wel binnen, hoor. Bij Eendracht Aalst was het puur counter- en gevechtsvoetbal. Dat gaf een vertekend beeld. René Desaeyere liet in Denderleeuw het team helemaal in mijn functie spelen. Met succes. Wat moest ik nog meer doen ? Ik had echt geen zin om voor een minimumcontract in eerste te voetballen. In het buitenland is de waardering sowieso groter. Dat ervoer ik al in Cyprus, waar ik op korte tijd uitgroeide tot dé held.”

Bij de eerste competitiewedstrijd tegen nieuwkomer Feucht, net gepromoveerd uit de Oberliga, maakte Thiebaut meteen kennis met het Duitse voetbal. “Ik had het geluk dat ik toen meteen scoorde en voor een gelijkspel zorgde. Maar we lagen daar ongelooflijk onder. Dat kon je maar moeilijk voetbal noemen : knokken, stampen, trekken, duwen. De dag nadien was het aantal blauwe plekken op mijn lichaam niet te tellen. Ik stond tegen twee struise centrale verdedigers. Echte kleerkasten, keihard in de duels. Nu weet ik wat bomen villen betekent : gewoon zonder vrees erin vliegen en tot de laatste minuut vechten. Ik vond het duo Daniel Van BuytenLaurent Wuillot straf, maar in vergelijking met die Duitsers stellen ze niks voor. Voor dit seizoen kan ik misschien beter een extra verzekering afsluiten ( grijnst).”

Om te promoveren moest Traditionsverein Saarbrücken bij de eerste drie eindigen. Moeilijk, ondanks een budget van vijf miljoen euro. “De verklaring is simpel”, zegt Thiebaut. “Wij hadden vaak geen antwoord op het krachtvoetbal. Tegen de degradanten haalden we bijna geen punten. Ongelooflijk ! Wij waren het Bayern München van de reeks, ook al speelden hun amateurs daar ook. Vaak konden we geen openingen vinden in die versterkte verdedigingen. Wij moesten het vooral hebben van ons technisch vermogen en combinatievoetbal. Mustapha El Idrissi, die vroeger nog voor Moeskroen en SK Ronse speelde, was op het middenveld dé man. Van zijn goochelnummertjes en dribbels kon ik profiteren. De druk van buitenaf was wel enorm. Heel het Saarland, ook de economie, is afhankelijk van onze resultaten. Wij vormen het uithangbord van de regio. Het was dan ook van móeten. Als het niet zou lukken, zou driekwart van de ploeg moeten vertrekken. De toekomst van de club stond dus op het spel. Het was een seizoen van alles of niets.”

De amateurs van Bayern München werden kampioen, maar mogen door het reglement niet promoveren. RW Erfurt en FC Saarbrücken profiteerden daarvan. De ploeg van Thiebaut verkreeg pas op de slotspeeldag zekerheid, na een benauwde 2-1-zege tegen Schweinfurt. “Een echte thriller. De promotie heeft aan een veel dunner draadje dan een zijden gehangen. Het was bibberen tot het einde. We kenden een seizoen van enorm grote hoogten en laagten.”

Thiebaut maakte vijftien doelpunten in drieëndertig competitieduels. “Mijn grootste probleem is dat ik te veel een teamspeler ben, ik zou veel egoïstischer moeten worden. Maar dat ligt niet in mijn aard. Ik ben een werkpaard, kijk niet op een inspanning. Nog maar eens bewees ik dat ik onder druk kan presteren. Dat motiveert me, ook al weet ik dat ik nog beter kan. Ik moet nog iets efficiënter zijn. Maar mentaal ben ik hier veel sterker geworden. Ik leerde mijn verantwoordelijkheid op te nemen, anders neem je als nieuweling ook niet zomaar de penalty’s, hé.”

Vanaf 8 augustus kan de aanvaller zijn waarde opnieuw bewijzen, wanneer hij kennismaakt met de tweede Bundesliga. “Opnieuw een leerrijke ervaring”, zegt Thiebaut. “We behoren opnieuw bij de grote jongens, zullen ook meer media-aandacht krijgen. Laat ons maar rustig mee dobberen, met af en toe een uitschieter. Maar het bestuur is heel ambitieus. Op een termijn van twee, drie jaar willen ze absoluut opnieuw naar de Bundesliga. Het voetbal lééft in Saarbrücken. Onlangs werd er een nieuw kunstgrasveld aangelegd. Het budget verdubbelde tot tien miljoen euro. Niet slecht, hé, voor een tweedeklasser ?”

Frédéric Vanheule

‘Knokken, stampen, trekken : na mijn eerste wedstrijd was het aantal blauwe plekken niet te tellen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content