Nu RB Antwerpen de play-offs miste, trekt Tony Van den Bosch zich meer dan ooit op aan de doorstroming van jeugdig talent.

Toen RB Antwerpen in het zog van Eddy Casteels kampioen speelde in 2000, bleek dat veeleer een vergiftigd geschenk. Negentig procent van die kampioenenploeg verhuisde naar Ieper. Een nieuw team werd samengesteld op basis van uitgeweken Antwerpenaren : Pieter Loridon, Paul Bayer, Stefan Sappenberghs en de beloftevolle Roel Moors. Een jaar later stortte de ploeg van ’t stad zich op de buitenlandse markt, van de lichting Antwerpenaren showt enkel Loridon nog zijn kunnen in de Arena te Deurne. “Toch blijf ik ervan overtuigd dat het mogelijk is om aan een goede ploeg te bouwen in Antwerpen,” verklaart Tony Van den Bosch. “Maar ik zeg duidelijk : bouwen, niet kopen !”

Voor het eerst sinds 1962 mist Antwerpen evenwel de play-offs. Door verlies in Vilvoorde zijn de Sinjoren gedoemd om een play-down af te werken. Gelukkig krijgen de intenties van Van den Bosch stilaan vorm, want dankzij de samenwerking met de Topsportschool van Merksem staan er enkele talenten klaar.

Jef Van der Jonckheyd

20 jaar, 2m03 en vorig seizoen Rookie van het Jaar

“Momenteel ben ik nog herstellende van een tendinitis aan de knie. Ik hoop opnieuw te kunnen spelen voor het einde van de competitie. Als ik het van de positieve kant bekijk, zeg ik dat die blessure nog goed viel, aangezien ik in mijn laatste jaar regentaat informatica zit en dus meer tijd had om mij voor te bereiden op de examens. Bovendien kon ik nu vaker aan mijn spiermassa trainen. Vorig jaar dacht ik enkel aan het basketbal zelf. Wie me het meest gevormd heeft ? Moeilijk te zeggen… ik ben bang dat ik een paar trainers zal vergeten. Er is natuurlijk Luc Smout, die me goed leidde, Eddy Casteels, die me een kans gaf bij Ieper. En nu zijn dat vooral Marek De Mondt en Tony Van den Bosch.

“Mijn eerste wedstrijd in eerste klasse was in de play-offs. Ieper, dat toen al aan de rand van het bankroet zat, had de heenwedstrijd van de kwartfinales tegen Bergen verloren en in de terugwedstrijd mocht ik debuteren. Maar daarvoor had ik zelfs al in de Koracbeker gespeeld. De FIBA eist dat er tien namen op het wedstrijdblad staan en ik diende meestal om de laatste plaatsen op te vullen. Tegelijkertijd met de competitie in eerste klasse speelde ik ook voor de juniors van RB Antwerpen. We werden kampioen, maar verloren de finale van de Beker van België tegen Pepinster.

“Aangezien ik een voormalige pivot ben die werd omgeschoold tot een vleugelspeler, dien ik nog flink te schaven aan mijn afstandschot. Ik dacht dat ik me al tevreden mocht stellen met een sterke defensieve prestatie, in dat opzicht waren de 18 punten tegen Bree, in het begin van het seizoen, zeer belangrijk. Je voelt jezelf meteen een andere speler van zodra je mee kan helpen scoren.”

Maarten Goethaert

22 jaar, 1m90, brak stilaan door als spelverdeler tot hij een knieblessure opliep

“Op 22 november onderging ik mijn tweede operatie. Ik ga nu mijn derde maand revalidatie in en ik vrees dat er geen sprake meer is van een comeback dit seizoen. Het doel is opnieuw fit te zijn tegen de voorbereiding van volgend seizoen, die begint op 1 augustus. Drie jaar geleden kwam ik over van Drakenhof Deurne, een club uit vierde klasse. Het eerste jaar kon ik nog blessurevrij spelen, maar sindsdien sukkel ik van de ene blessure in de andere. Mijn contract loopt af, maar ik hoop het te kunnen verlengen. Alles zal afhangen van die pijnlijke knie. Ik zal mijn eerste momenten bij RBA nooit vergeten : dat was in het grote Antwerpen van Otis Hill en Shaun Stonerook. We namen deel aan een voorbereidingstoernooi in Charleroi, waar we nota bene Charleroi zelf en Pau-Orthez klopten. Maar toen vertrokken de vedetten en dienden de ambities bijgesteld te worden. De ploegsfeer, daarentegen, die is er op verbeterd.”

Michaël Krikemans

20 jaar, 1m99, behoort tot de nationale A’ -ploeg waar hij op de vleugelpositie speelt

“Die selectie voor de A’-ploeg ervaar ik als een hele erkenning. Ik kreeg mijn opleiding in de Topsportschool van Merksem, waar ik in 2001 mijn studies opgaf om een profcontract te tekenen bij Antwerpen. Drie jaar geleden maakte ik mijn debuut bij het grote RBA in Europa. Herinner je je die beruchte wedstrijd voor de Saportacup in Belgrado die op een knokpartij eindigde ? Ik zat toen braafjes op de bank en hield mij mooi gedeisd. Ik was achteraf zowat de enige speler die geen scheidsrechtersrapport kreeg. Op vlak van jeugdopleiding denk ik dat Pepinster toch al wat verder staat dan RB Antwerpen. Niksa Bavcevic heeft prachtig werk geleverd met de begeleiding van jongens als Axel Hervelle, Guy Muya en de broers Massot. En toch zie ik overeenkomsten met de Topsportschool. Hier heeft elke speler ook verscheidene trainers, die elk hun vakgebied hebben.”

Hugo Sterk

20 jaar, 1m95, de revelatie van het seizoen. Een explosieve vleugelspeler, die in januari zijn debuut maakte in de nationale A’. Hij is de zoon van een missionaris die in Afrika het geloof predikte.

“Ik ben geboren in Ibadan, één van de grootste steden in Nigeria. Mijn moeder is Nigeriaanse, mijn vader komt uit Hasselt. Vervolgens emigreerde ik naar Zaïre, daarna Kenia. Het is daar, in een Amerikaanse school in Nairobi, dat ik het basketbal pas écht ontdekt heb. In het begin charmeerde vooral het American Football me, maar dan heb ik eens een paar videocassettes van Michael Jordan bekeken en veranderde ik van mening. Nog later vertrok ik richting Los Angeles, waar ik aan een Junior College studeerde. Ik stuurde cassettes naar mijn vader, zodat hij ze hier in België kon laten zien. Antwerpen was de eerste ploeg waar ik mocht testen. En dat bleek meteen een voltreffer : Tony Van den Bosch ontfermde zich over mij, eerst moest ik mij bewijzen bij RBA Two. Om eerlijk te zijn was ik wat verrast door de snelheid van mijn evolutie, maar die snelle progressie maakt het juist zo boeiend.

“Tot voor dit seizoen had ik nog nooit voor een publiek van 2000 man gespeeld. En toegegeven, zo’n publiek jouw naam horen roepen in een wedstrijd tegen Oostende – waar we met één puntje wonnen en waarin ik 16 punten maakte – daar krijg je kippenvel van. Het Belgische kampioenschap en het land zelf zijn voor mij nog steeds een ontdekkingsreis. Ik was hier vroeger al wel een paar keer op vakantie, maar nu is het de eerste maal dat ik er ook daadwerkelijk leef. Voorlopig blijft die ontdekkingsreis wel wat steken in het Antwerpse, aangezien ik niet over een wagen beschik.”

Domien Loubry

17 jaar, 1m85, een kwieke spelverdeler die overloopt van talent. Hij profiteert momenteel van de blessure van Goethaert om speelminuten en eersteklasse-ervaring te vergaren.

“Ik studeer nog steeds aan de Topsportschool in Merksem. ’s Morgens les, dan basketbal op school, les in de namiddag en daarna training in de Arena. Mijn eerste wedstrijd in eerste klasse was een ramp. Vorig seizoen in Luik. De tegenstander besliste om pressing te spelen en ik verloor driemaal op rij mijn bal aan Michael Huger. Sindsdien ga ik daar beter mee om. Ik ontving een oproep voor de A’-ploeg, het ging slechts om een preselectie, toch deed het plezier. Mijn idool in de NBA is Allen Iverson. Geen grote jongen, maar hij kan zo veel met een bal… In België heb ik een zwak voor Ronny Bayer en in Antwerpen leerde ik ook veel uit de contacten met Roel Moors en vooral Paul Bayer, iemand die nooit zuinig was met goede raad.”

door Daniel Devos

‘Het Belgische kampioenschap en het land zelf zijn voor mij nog steeds een ontdekkingsreis.’ (Hugo Sterk)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content