Aken is het buitenland, maar met de wagen ben je er sneller dan in sommige Belgische stadions. Het plaatselijke Alemannia, een Duitse tweedeklasser die voor bijna 20.000 hondstrouwe fans speelt, is een bezoek meer dan waard.

Het is vrijdagavond en het regent oude wijven. Op de snelweg naar Aken is het blind vertrouwen op je engelbewaarder bij het inhalen van de vrachtwagens. Aken, dat is de Dom en zijn kerstmarkt. Een stad waar levensgenieters graag ontstressen in de warmwaterbronnen. De Romeinen noemden de hete zwavelbronnen in deze omgeving de Aquis Granum. En Ah is een oud-Duits woord dat verwant is aan het Latijnse aqua (water). Aken, dat is – of liever : was – ook de lievelingsplek van Karel deGrote, die er een paleis liet bouwen. De kapel van dat paleis groeide later uit tot de Dom, waar nu nog altijd zijn graftombe is.

Maar vanavond is Aken, stadsdistrict uit Noordrijn-Westfalen, vlakbij de Nederlands-Belgische grens en even groot als Luik, onze bestemming voor een avondje voetbal. Deze stad van ongeveer een kwartmiljoen inwoners herbergt een tweedeklasser, die vorig seizoen geschiedenis schreef. Alemannia Aachen wipte onder meer München 1860, Bayern München en Borussia Mönchengladbach uit de Pokal en bereikte zo de bekerfinale. Die verloor het in Berlijn, met 3-2 van Werder Bremen. Maar omdat Bremen zich als Duits landskampioen plaatste voor de Champions League, mocht Alemannia als verliezend bekerfinalist naar de Uefa- cup.

Eerder op de dag is er geloot voor de eerste ronde van die Uefabeker. Alemannia moet het opnemen tegen het IJslandse FH Hafnarfjördur, de ex-ploeg van Arnar Vidarsson (Lokeren). De loting wordt druk van commentaar voorzien. De doorsnee fan droomt al van de volgende ronde, terwijl hij aanschuift om zich tickets voor de thuiswedstrijd aan te schaffen. Organisatorisch wordt het wat, want Alemannia kan die thuiswedstrijd onmogelijk in het eigen Tivoli spelen. De ticketverkoop gebeurt in een container, die ook dienstdoet als fan- shop. Geen loges of seats hier, de ontvangst van de vips gebeurt eveneens in een container en de laatste modernisering van het stadion dateert van… Euh, pas na wat opzoekwerk komt het antwoord : 1957 dus.

Vergeleken met dit stadion is de Freethiel een moderne tempel. Jörg, een trouwe fan maar in zijn vrije tijd vooral een notoir stadionhopper, was al in alle voetbalarena’s in België, van eerste tot derde klasse, en vergelijkt Tivoli met het oude Staaien. “Krakkemikkige installaties, maar ontzettend veel ambiance. Tivoli werd vorig seizoen uitgeroepen tot het sfeervolste stadion in Duitsland. Andere Vereine haben Triumfe, wir haben Tivoli.

Wie van de ontvangstruimten naar de enige zittribune wil, moet rekenen op ongeveer tien minuutjes wandelen, want ze ligt helemaal aan de overkant. Wie vanavond geen paraplu bij zich heeft, zoals ondergetekende, is meteen druipnat. Wél word je meteen meegezogen in de sfeer, die niet toelaat dat de kille zomer de harten van de geel-zwarte fans doet bevriezen. Brat und Bock, de worst en de pint, gaan vlot over de toonbank. De wedstrijd gaat live op Première, maar dat noch het barslechte weer houdt de fans tegen. Jörg, al om vier uur op post voor een wedstrijd die om zeven uur begint, verwacht 20.000 toeschouwers. Het worden er uiteindelijk 17.209, duizend meer dan er datzelfde weekend in België opdagen in alle stadions van de tweede klasse samen (en waarvan Antwerp alleen al er 7000 voor zijn rekening nam).

Allemaal hebben ze honger. De standhouders houden het eenvoudig : alles kost hier 2 euro, zowel het eten (warme worst of koud vlees) als de drank. De pinten worden getapt in een stevige plastic beker van 33 cl mét handvat, waarvoor een waarborg van 1 euro moet worden betaald. Wie zijn glas na de wedstrijd inlevert, krijgt die euro terug. Je ziet dan ook nergens plastic op de grond liggen. Wie grote dorst heeft, kan zijn beker gewoon laten bijvullen. Wat dan ook gebeurt, want ook dat valt op : tijdens de wedstrijd is het een komen en gaan in de tribune van mannen die moeten bijtanken of het toilet opzoeken. En plassen is betalen, ook voor de mannen. Dertig cent en je mag tegen de muur gaan staan. In de jaren vijftig dachten ze duidelijk ook nog niet aan rolstoelpatiënten. De toiletten bevinden zich ondergronds, zodat twee vrienden die hun andersvalide medemens na het plassen weer naar boven dragen, halverwege de trappen even moeten bijkomen van de inspanning. Bij een Bock overigens, die ondertussen is aangevoerd door het nummer vier van het gezelschap.

De spionkop staat ook overdekt, maar de fameuze Würseler Wall heeft geen dak. Voor wie ooit op het oude Anfield in Liverpool was : deze tribune vergelijken ze hier graag met de immense tribune van waaruit de Kop zijn ploeg aanmoedigde. Tussen de twee staantribunes is er vaak verbale interactie tijdens de wedstrijd, wat leuk entertainment oplevert. Helemaal haaks op dit gezellig oubollige staat het moderne videoscherm, gesponsord door Media Market. Voor de wedstrijd worden er filmpjes gedraaid : niet alleen reclame, maar ook beelden van de training. Geregeld spreekt deze of gene speler het publiek toe. En tijdens de wedstrijd zijn er herhalingen van de doelpunten.

Veel sfeer, veel fans, maar Europees gelden er andere normen en dus moest Alemannia uitkijken naar een ander stadion. Het vond dat 65 kilometer oostwaarts, bij FC Keulen, dat met het oog op het WK 2006 het schitterende RheinEnergieStadion optrok.

Alemannia is een beetje een vreemde club. Een paar jaar terug bracht de WDR, de Westdeutsche Rundfunk, volgende aprilgrap op antenne. Aken, moet u weten, heeft een vermaarde Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule, gespecialiseerd in technische studierichtingen. Omdat Alemannia zulke opvallende sportieve resultaten behaalde – tot de laatste speeldag had de club ook uitzicht op promotie naar de Bundesliga -, besloot een journalist van de WDR de dingen aan mekaar te koppelen. De mooie resultaten van Alemannia, zo verkondigde hij exclusief, hadden te maken met het manipuleren van de doelen. Die konden, via een simpele afstandsbediening en een hydraulisch systeem, vijftien centimeter kleiner worden gemaakt als er gevaar voor de doelman dreigde. Het ei van Columbus, ontwikkeld in de Hochschule ! Een prof bekende schuld.

Het gekke was : het publiek geloofde het aanvankelijk en een nieuw Skandal was geboren. Want Alemannia, dat was toch wel een beetje de Skandal-Club van het westen. Problemen met toeschouwers, het bekogelen van trainers, een dopingschandaal met Daniel Gomez (de Fransman die een paar jaar geleden met Virton topschutter werd in de Belgische tweede klasse), financiële perikelen en zelfs, tja, hoe moet je het noemen, een kofferschandaal in pure maffiastijl ter gelegenheid van een transfer. Een handige manager vervalste enkele documenten en ontving van Alemannia een vergoeding van 300.000 euro voor de transfer van twee Australische voetballers. Dat geld werd hem baar overhandigd in een koffer, die prompt verdween. De overheid stelde een onderzoek in en ontdekte dat de boekhouder van de club geld van de vereniging overschreef op rekeningen van zijn vrouw. Kortom, van een club waar dat allemaal kon, mocht je ook technologische manipulatie van de resultaten verwachtten, oordeelde de kijker.

Maar vanavond is dat allemaal van geen tel. Voor de container schuiven de fans, die hun club in 1999 nog met een omhaling van het failliet redden, aan voor tickets. Karlsruhe moet voor de bijl. Het was de ex-ploeg van GunterSchepens die Alemannia vorig seizoen op de slotspeeldag van de promotie hield. Aken verloor, terwijl het slechts één puntje nodig had om te promoveren naar de hoogste Bundesliga, waaruit het in 1970 na drie seizoenen degradeerde. Een opmerkelijke degradatie overigens, want een jaar eerder was Alemannia nog Vizemeister geweest.

De fans komen vooral uit Duitsland, zegt Jörg, die in België vaak op de tribunes van Standard zit, maar ook in Eupen of Wezet. “Als je ziet hoe moeilijk die ploegen aan supporters raken… Wie toch belangstelling heeft voor Duits voetbal, trekt naar Keulen. Bij de Nederlanders hebben we concurrentie van Roda.” Met die club zijn er ook vriendschapsbanden : Roda en Alemannia oefenen geregeld tegen elkaar en Alemannia had ook liever in Kerkrade Europees gespeeld dan in Keulen. Maar dat verzoek werd door de Uefa afgewimpeld. Vriendschapsbanden heeft Alemannia trouwens ook met een Belgische club, zegt Jörg : “KV Mechelen.”

Het dient gezegd dat de Duitse club ook niet echt op de Belgische markt mikt. Jörg kan zich amper Belgische spelers bij zijn geliefde club herinneren. “Ik kan me zwaar vergissen, maar volgens mij was Frédéric Waseige de enige. Gomez is een Fransman. Mario Krohm, ex-STVV en RC Mechelen, voetbalde hier ook. Maar Belgen ? Neen.”

Wel één Nederlander. Na een resem omzwervingen (MVV, Fortuna, Liverpool, PSV, Bayer Leverkusen en HSV) verdient Erik Meijer nu zijn euro’s in Aken. Meijer is de aanvoerder van een team dat met verrassend fris en aanvallend voetbal Karlsruhe meteen tegen het eigen doel plakt. De nieuwe trainer, Dieter Hecking, heeft van zijn vernieuwde elftal – elk jaar vertrekken de beste spelers om een wankele begroting in evenwicht te brengen – een wervelend geheel gemaakt. De ploeg speelt 4-2-4, met Meijer in de rol van targetman die sjort en sjouwt bij het leven. Zijn snelheid is wat afgebot, maar als aanspeelpunt voor beweeglijke middenvelders is hij nog uiterst nuttig. Het is een genot om te zien hoe de twee verdedigende middenvelders vaak in de zestien meter van de tegenstander komen.

Geen wroetersvoetbal hier, maar ondanks de regen op een uitstekend bespeelbaar veld alles laag over de grond en héél snel. Alleen rechtsachter Willi Landgraf valt uit de toon. Hét icoon van de club, houder van het recordaantal wedstrijden in de tweede Bundesliga : dit seizoen rondt hij de kaap van vijfhonderd wedstrijden. Een keffertje dat wild naar bal en enkels bijt, maar in het aanvallende tikken de zwakste schakel is. Trainer Hecking moet hetzelfde hebben gedacht, want laat hem in de rust – wanneer hij al geel geboekt staat – in de kleedkamer. Ook een genot om naar te kijken : centrale verdediger Moses Sichone, die bij het uitvoetballen de fantasietjes en de dribbel niet schuwt. Karlsruhe krijgt geen poot aan de grond en wordt met 4-0 huiswaarts gestuurd.

Tevreden druipt iedereen af. Doornat, maar niemand die daar na zo’n wedstrijd om maalt. Bouwde Aken zijn naam en reputatie tenslotte niet op water ?

Dit verhaal kadert in een reeks bezoeken aan buitenlandse stadions binnen een straal van 250 km rond Brussel.

door Peter T’Kint

Krakkemikkige installaties, maar ontzettend veel ambiance : Tivoli is uitgeroepen tot het sfeervolste stadion in Duitsland.

De ticketverkoop gebeurt in een container, die ook dienstdoet als fanshop.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content