Aanvaller Orlando kon al naar Standard en naar Brugge, maar hij speelt nog altijd op Mambourg. Hij wil er een beter seizoen draaien dan vorig jaar.

Vorig jaar François Sterchele, dit jaar Izzet Akgül en Cyril Théréau … Charleroi begint de gewoonte te krijgen om zijn topschutters te laten gaan. De Braziliaan Orlando is echter gebleven. Misschien is dat ook logisch, want vorig seizoen scoorde hij niet echt veel : vijf goals in 32 wedstrijden en slechts één assist. Daar zou evenwel verandering in kunnen komen aangezien Philippe Vande Walle besloten heeft met twee aanvallers te spelen en de Braziliaan opnieuw voorin te posteren. De vriendelijke Orlando, in wie het publiek ook andere kwaliteiten heeft mogen ontdekken, barst van de ambitie : dit moet zijn seizoen worden.

Hoe verliep de voorbereiding ? Is er veel veranderd na het vertrek van Mathijssen ?

Orlando : “Er is zeker een en ander veranderd, vooral wat het spelsysteem betreft, maar dat uit zich niet zozeer tijdens de voorbereiding. Die periode dient vooral om de conditie aan te scherpen en verschilde niet erg van de voorgaande jaren. Alleen was ik er dit jaar al aan gewend. Op stage hebben we echt hard gewerkt, want de groep heeft zin om te laten zien dat het voorbije seizoen geen toevalstreffer was. We geloofden toen tot de laatste seconde in de kwalificatie voor de Uefa Cup. We zijn teruggekeerd van vakantie in de overtuiging dat we dit jaar even goed kunnen presteren.”

Communiceert Vande Walle anders dan Mathijssen ?

“We werken meer ontspannen dan vorig seizoen omdat de trainer graag lacht en altijd voor een grap te vinden is. Hij komt zelf naar ons toe, houdt voortdurend de vinger aan de pols om te weten wat er leeft in de groep en indien nodig zijn programma bij te sturen. Zijn assistenten zijn ook zo. Met Mathijssen kon je ook praten, maar hij wachtte tot je zelf de eerste stap zette en hij week nooit af van zijn programma.”

Was het belangrijk dat Vande Walle vorig seizoen afsloot met vier overwinningen ?

“Ja, dat heeft hem vertrouwen gegeven en krediet in de ogen van de waarnemers.”

Wederdienst

Je zei al dat het spelsysteem veranderd is en dat jullie met twee aanvallers spelen in plaats van met één. Jij bent degene die daarvan profiteert omdat je opnieuw in de spits mag lopen.

“Al voelen veel ploegen zich niet op hun gemak wanneer de tegenstrever met flankspelers aantreedt, ik verkies toch veruit dit systeem. De aanvallers zijn minder geïsoleerd, ze zijn minder afhankelijk van voorzetten. Ik moet ook minder lopen dan vorig seizoen.”

Van alle aanvallers lijk jij de enige te zijn die zeker is van zijn plaats.

“Dat is misschien wat overdreven, maar het klopt dat de trainer me van bij de start het vertrouwen gaf. Dat had ik ook nodig. Nu wil ik hem een wederdienst bewijzen.”

Nu je weer voorin speelt, heb je geen excuus meer als je niet scoort.

“Ik weet dat mijn vorige seizoen niet te best was. Ik heb mezelf voorgenomen dat het niet opnieuw zou gebeuren en dat ik er sterker dan voordien zou uitkomen. Niemand kan me verwijten dat ik mijn truitje niet nat maakte, maar een aanvaller moet doelpunten maken, daar kan je niet omheen. Ik heb er veel met mijn vrouw over gepraat en dat helpt altijd. Ik ben zelf eerder gesloten, een eenzaat, maar zij is extraverter. We spreken vaak over onze toekomst en we hebben samen een doel vooropgesteld : dit moet mijn seizoen worden, elke week moet ik als een leeuw het veld opstappen. Het is zoals op school : wanneer de resultaten slabakken, moet je wat harder werken om je achterstand in te halen.”

Wat liep er vorig jaar mis ?

“Ik denk dat vooral mijn blessure een doorslaggevende rol gespeeld heeft. In oktober heb ik een viertal wedstrijden gemist. Veel is dat niet, maar na een goed seizoensbegin bracht me dat toch uit evenwicht. Bij mijn terugkeer was ik dezelfde niet meer : ik miste vertrouwen en was bang om te hervallen. Mathijssen had dat door en probeerde het uit mijn hoofd te praten, maar het was verloren moeite. Elke week zakte ik wat dieper. Dat is de grote les van vorig jaar : een speler moet na een blessure sterker terugkomen. Dat was bij mij niet het geval.”

Nochtans liet Mathijssen je in de ploeg staan en het publiek nam hem dat niet kwalijk.

“Hij schonk me het vertrouwen omdat hij zag dat ik het beste van mezelf gaf, dat ik werkte voor de anderen. Niemand kan het tegendeel beweren. Ik hoorde op de tribunes wel eens gemurmel als ik een slechte pass gaf, maar over het algemeen is iedereen achter mij blijven staan. In Brazilië hadden ze allang mijn auto in de fik gestoken of mijn contract verscheurd.”

Je speelde ook ver van het vijandelijke doel omdat Charleroi zich defensief opstelde.

“Dat klopt. Op de positie die ik innam, was het niet mijn eerste opdracht om te scoren. Maar zoals ik al zei : elke match zonder doelpunt zaaide een beetje meer twijfel. Dat begon in het kopje te spelen. Vanaf het ogenblik dat ik het veld betrad, kon ik aan niks anders denken. Ik had immers gezworen dat ik vijftien goals zou maken. Dat was uiteindelijk een slechte zaak. Dit seizoen heb ik ook een streefcijfer, maar ik hou het voor mezelf.”

Hartaanval

Vreemd genoeg was het na het overlijden van je vader dat je weer begon te scoren, terwijl men vreesde dat het je definitief zou breken.

“Papa is gestorven zeven matchen voor het einde van de competitie. Hij had last van zijn hart, maar hij vertelde het aan niemand omdat hij niet naar het ziekenhuis wilde. Na zijn hartaanval werd hij nog naar spoedgevallen gebracht, maar hij is enkele uren later overleden. Toen ik terugkeerde uit Brazilië waren er nog vijf matchen te gaan. Ik nam me voor om die te spelen ter ere van de man die me altijd gesteund had. Elke keer als ik terug in mijn geboorteland was, drukte hij me op het hart om mijn dromen niet op te geven. In de laatste twee wedstrijden scoorde ik twee doelpunten. Die hebben me wakker geschud. Ik wil op de ingeslagen weg verder gaan.”

Je begint je derde seizoen bij dezelfde club. Dat is veel voor een buitenlandse aanvaller. François Sterchele verhuisde ondertussen al twee keer, eerst naar Germinal Beerschot en nu naar Club Brugge.

“Ik ben blij voor hem. Hij verdient het. Ik herinner me dat ik hem veel assists gegeven heb toen hij bij Charleroi speelde.”

Je had hem er dit jaar opnieuw kunnen geven, bij Club. Waarom ben je niet gegaan ?

“Toen ik met vakantie was in Brazilië, belde Mogi Bayat om te zeggen dat Brugge interesse had. Ik heb mijn vakantie ingekort om te gaan onderhandelen, maar het bleek dat vooral Mathijssen me wilde. Het Brugse bestuur liep minder warm. En zeggen dat ik de stad nog nooit bezocht heb ! Ze schijnt heel mooi te zijn. Binnenkort haal ik mijn rijbewijs en ga ik er eens naartoe.”

Vorige winter kon je naar Standard om er weer aan de zijde van Dante te spelen, is het niet ?

“Ook toen was het Bayat die me over de interesse van de Rouches vertelde. Zelf heb ik nooit enig contact gehad met Standard. Dante deed er goed aan te vertrekken, ook al waren de supporters van Charleroi er niet gelukkig mee. Toen hij naar hier kwam, was het al zijn bedoeling om ooit bij een grotere club te spelen en nu mag hij proeven van Europees voetbal.”

Heb jij die ambitie niet ?

“Ja, natuurlijk wel, maar dat is iets voor volgend seizoen. Ik vind het helemaal niet erg om nog een jaartje bij Sporting te blijven. Ik heb trouwens nog een contract na het huidige seizoen. Als ik ga lopen kniezen omdat ik een transfer naar Brugge of elders gemist heb, dan zal ik er weinig van bakken. En ik wil net het tegendeel. Als ik mijn streefcijfer haal, dan zal iedereen er baat bij hebben : ikzelf, maar ook Charleroi.” S

Door Patrick Sintzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content