Milaan vergaapt zich dit seizoen aan twee jonge sterren uit Brazilië. Adriano, spits bij Inter, en Kaká, middenvelder bij AC Milan, beiden 22 jaar, zijn de vedetten van de toekomst.
In Italië rijpen de ruwe diamanten snel. Zo kan modestad Milaan dit seizoen ten volle genieten van twee Braziliaanse supertalenten. Op het voetbalveld, welteverstaan. Adriano is bezig aan een onwaarschijnlijk doeltreffend seizoen voor Inter, spelverdeler Kaká is onmisbaar voor stadgenoot AC Milan. Beiden vertegenwoordigen in Milaan twee stromingen, maar in Brazilië zijn alle voetbalfans razend enthousiast over de twee. De Serie A koestert de wonderboys evenzeer, aangezien de meeste topspelers tegenwoordig hun heil zoeken in Engeland of Spanje.
Kaká, voluit Ricardo Izecson dos Santos Leite, kwam in 2003 van Sao Paulo naar Milan. Zijn entree verbaasde vorig seizoen iedereen. De jonge Braziliaan, onlangs in Italië uitgeroepen tot de beste voetballer van het afgelopen jaar, kende totaal geen aanpassingsproblemen en toonde zich onmiddellijk een versterking. Met dank aan RomanAbramovich, die Kaká een jaar eerder dan voorzien in handen van Milan dreef. De steenrijke Rus wilde het talent naar Chelsea halen, maar dat deed meteen de alarmbellen in San Siro rinkelen.
Namens Milan had ex-speler Leonardo (tegenwoordig bestuurslid) al sinds 2001 contact met Kaká, diens zaakwaarnemers en Sao Paulo. Leonardo had de opdracht het wonderkind met een warm ‘Milan-gevoel’ te injecteren. Dat lukte verrassend goed. Dankzij Chelseas miljoenenbod handelde Milan razendsnel en daarvan heeft niemand spijt gehad. Zelfs wereldsterren zoals Michel Platini en ZinédineZidane hadden zes maanden nodig voordat ze zich op hun gemak voelden, Kaká raasde van meet af aan door de Serie A. Hij was er zelfs verantwoordelijk voor dat zijn landgenoot Rivaldo vertrok. De voormalige superster had Milan nota bene eerder een lovend advies gegeven over Kaká, die ook de Portugees Rui Costa in ijltempo voorbijstreefde en zich ontpopte tot een moderne nummer tien : doelgericht én met gevoel voor de combinatie.
Kaká heeft een onwaarschijnlijk balgevoel en dribbelt eenvoudig door de vijandelijke verdediging. Luiz Felipe Scolari, huidig bondscoach van Portugal en de man die als keuzeheer van Brazilië het laatste plaatsje in zijn WK-selectie van 2002 aan Kaká gaf : “Het is beangstigend te zien hoe hij kan versnellen met de bal. Kaká is een genie.”
Zijn oudere landgenoten Cafú, Dida en Serginho begeleidden hem bij zijn grote avontuur. De tweebenige middenvelder heeft een te verwachten terugslag vooralsnog weten te voorkomen. Hij oogt heel volwassen voor zijn leeftijd. AdrianoGalliani, directeur bij AC Milan zoekt de verklaring daarvoor in de afkomst van Kaká. Hij groeide niet op in een van de vele Braziliaanse sloppenwijken, maar in de middenklasse. Vader is ondernemer, moeder lerares. Kaká en zijn broertje Rodrigo leerden al op jonge leeftijd verantwoordelijk te zijn voor hun eigen daden. De werkende ouders gaven hun zonen de ruimte, maar hielden ze intussen nauwlettend in de gaten.
De diepgelovige Kaká ontwikkelde zijn persoonlijkheid in alle rust en weerstond eenvoudig alle verleidingen van het wulpse Braziliaanse leven. Hij behoort tot de categorie profs van onbesproken gedrag. Dat imago is hem veel waard en ook zijn sponsor Adidas identificeert zich graag met de clean face of football.
In veel opzichten is Adriano Leite Ribeiro de tegenpool van Kaká. De spits bewandelde een geleidelijker weg naar de top. Inter zag hem voor het eerst in actie in 1999 op het WK voor min-17-jarigen en verloor hem niet meer uit het oog. Adriano imponeerde de Interscouts met zijn fysieke gestalte en krachtige trap, al moest zijn grillige gedrag op het veld verbeteren. Toen Adriano achttien was, meldde Inter zich voor het eerst bij zijn toenmalige club Flamengo, waar hij al wekelijks uitblonk. Inter trok hem aan voor de toekomst en liet hem een halfjaar rijpen bij Fiorentina.
Een seizoen later vormde hij in Parma een bijzonder effectief duo met de Roemeen Adrian Mutu, met wie hij samen 33 competitiedoelpunten maakte. Toch twijfelde Inter lang om hem terug te halen. Na acht goals in negen duels in het nieuwe seizoen was de club overtuigd. Adriano maakte de overstap en veroverde meteen een basisplaats naast Christian Vieri. Met de opmars van het Nigeriaanse talent Obafemi Martins is Vieri zijn basisplaats zelfs kwijtgeraakt.
Dit seizoen is het jaar van Adriano. Dat begon al in juli toen hij zijn land aan de Copa América hielp. Bij afwezigheid van onder meer Ronaldo en Ronaldinho ontpopte Adriano zich als de nieuwe Braziliaanse ster. Met zeven treffers werd hij topscorer van het toernooi. Die topvorm heeft hij nog steeds.
Er is één smetje op de wonderbaarlijke eerste seizoenshelft van de Braziliaan. In de slotfase van de thuiswedstrijd tegen Valencia in de Champions League kreeg Adriano rood nadat hij de Portugese verdediger Marco Caneira met twee handen van zich afsloeg. Adriano’s temperament is dan ook zijn zwakke punt, evenals zijn af en toe egoïstische gedrag op het veld. Zolang de spits blijft scoren, zal niemand daarover klagen, maar zo’n oncollegiale houding kan tegen hem gaan werken als dat ooit wat lastiger gaat.
Met hun ijzersterke prestaties hebben de Braziliaanse beloften dit seizoen het lot van de Milanese clubs in handen. Ook in Brazilië zijn de verwachtingen rond de twee hooggespannen. Prolongatie van de wereldtitel in 2006 is het doel en Kaká en Adriano spelen daarbij een voorname rol. Met sterren zoals Ronaldinho, Ronaldo, Roberto Carlos en Cafú moeten de youngsters het gezicht van een nieuwe succesploeg vormen.
Eén probleem is er nog wel. Bondscoach CarlosAlbertoParreira kiest voor een systeem met de creatievelingen Ronaldinho en Kaká achter één diepe spits. Op die positie is Ronaldo nog altijd eerste keus, maar er gaan steeds meer stemmen op voor Adriano. Hij zet die lobby in elk geval wekelijks overtuigend kracht bij.
door Chris Tempelman
‘Dit is het seizoen van Adriano.’
‘Kaká is een genie.’
