In Brazilië op bezoek bij André Cruz, de enige Braziliaanse international die ooit in België heeft gevoetbald. ‘Deze ploeg heeft niet het recht om te ontgoochelen.’

Er is geen gram bij gekomen. André Cruz heeft nog altijd de ranke gestalte van vroeger, toen hij voetbalde voor Standard, Napels en AC Milan. Je zou geloven dat hij zo weer de voetbalschoenen kan aanbinden, mocht hij daar zin in hebben. Een vriend van hem vertelt : “We waren samen met Kerstmis. Dat duurde tot diep in de nacht. Maar om acht uur was André al beneden voor zijn jogging langs het water.”

Voor een goed begrip, de voetbalcarrière van André Cruz behoort goed en wel tot het verleden. De enige Braziliaanse international die in België heeft gevoetbald, is intussen naar zijn moederland teruggekeerd. Hij woont in Santa Barbara, een stadje 130 kilometer ten noorden van Sao Paulo. Daar verblijft Cruz, als hij tenminste niet op reis is. Want hij heeft nog altijd een restaurant in Milaan, hij heeft twee scholen voor kinderen van zes tot veertien jaar geopend (de ene in Santa Barbara, de andere in Campinas) en sinds kort heeft hij zich gelanceerd als makelaar in voetballers. In zijn spelersportefeuille zitten twee jonge aanvallers in wie Cruz enorm gelooft : Vanderlei (17) van Ponte Preta doet hem denken aan John Carew maar dan technisch beter, en Eder (19) van Guarani is volgens Cruz voorbestemd voor het Europese voetbal.

Niet alleen zijn slanke silhouet heeft André Cruz bewaard. Ook zijn klasse als mens is intact gebleven. Hij blijkt nog altijd voorbeeldig correct en beschikbaar. Zodra André Cruz ermee heeft ingestemd dat we hem thuis zouden opzoeken, blokkeert hij zijn agenda en weert hij alle andere afspraken af. Honderduit vertelt hij over het verleden, het heden en de nabije toekomst van de Seleção, de Braziliaanse nationale ploeg.

Je zat bij de Braziliaanse nationale ploeg die in 1998 aan het WK in Frankrijk deelnam. Maar je hebt toen geen minuut gespeeld.

André Cruz : “Daarvóór was ik wel titularis, maar eind 1997 begon ik te sukkelen met mijn rug. Tijdens een toernooi met de Braziliaanse nationale ploeg in Zuid-Afrika kon ik echt niet meer verder. In januari 1998 werd ik geopereerd aan een discushernia en daardoor verloor ik mijn plaats. Gelukkig voor mij – en ongelukkig voor hem – liep mijn opvolger en vriend Marcio Santos een dijblessure op en in extremis werd ik gerecupereerd voor de nationale ploeg. Ik maakte deel uit van de selectie van 23 spelers die naar het WK in Frankrijk ging. Maar het klopt, ik heb er geen minuut op het veld gestaan.”

Wat betekent dat voor een Braziliaan, het shirt van de nationale ploeg dragen, en dan nog tijdens een wereldbeker ?

“Dat is een droom die werkelijkheid wordt, maar ik denk dat dit voor alle voetballers ter wereld geldt en niet enkel voor de Brazilianen. Dan nog die wereldbeker winnen is natuurlijk de ultieme droom. Helaas is die ultieme droom slechts om de vier jaar voor 23 voetballers weggelegd. In 1998 verloor Brazilië in de finale van Frankrijk. Door die nederlaag en omdat ik zelf niet heb gespeeld, houd ik aan dat WK toch iets van teleurstelling over.”

Tot de finale had Brazilië in Frankrijk een overweldigende indruk gegeven.

“Dat klopt. Brazilië had veel indrukwekkender gespeeld dan Frankrijk. Terwijl de Franse ploeg wat aarzelend aan het WK was begonnen, pakte Brazilië van bij het begin uit met wervelend voetbal. Onze halve finale tegen Nederland draaide bijvoorbeeld uit op een adembenemend spektakel, met twee ploegen die op hoog niveau acteerden. Ten slotte moest de lottrekking van de strafschoppen bepalen wie naar de finale ging. Brazilië won met de penalty’s.”

Acht jaar zijn intussen verstreken, laten we de affaire ‘verjaard’ noemen. Je kunt het nu dus wel vertellen. Wat is er toen precies gebeurd met Ronaldo ?

Ronaldo kreeg stuiptrekkingen. Hij werd het slachtoffer van een lichte epileptische aanval, zo simpel is het. Ronaldo vertrok naar het ziekenhuis voor onderzoeken, we waren er allemaal van overtuigd dat hij niet zou spelen. Maar vlak voor de match verscheen hij weer in de kleedkamer en hij zei dat hij absoluut de finale wilde spelen. Bondscoach Mario Zagallo zag dat totaal niet zitten. Terecht, denk ik, want Ronaldo had kalmeermiddelen geslikt. Zagallo had al voorzien om Edmundo op te stellen, diens naam stond trouwens op het wedstrijdblad dat een halfuur voor de aftrap aan de media werd uitgedeeld. Edmundo nam het bijzonder slecht op, toen hij vernam dat hij alsnog op de bank moest plaatsnemen. Ronaldo zelf stak in een uitstekend humeur. Hij lachte zonder ophouden en leek totaal niet onder de indruk van wat hem was overkomen. De ploegdokter gaf toestemming om Ronaldo op te stellen, ten slotte heeft Zagallo toegegeven. Sommigen beweren dat hij gezwicht is onder de druk van Nike, maar ik weet niet of dat waar is. Er deden die dag zoveel geruchten de ronde. We vermoedden allemaal dat Ronaldo niet 100 procent was, maar hij stond wel op het terrein.”

Zou de finale anders verlopen zijn met een 100 procent fitte Ronaldo ?

“Goede vraag maar niemand kent het antwoord. Maar het is duidelijk dat alle Braziliaanse spelers overstuur waren. We hadden allemaal gezien wat Ronaldo was overkomen en het is logisch dat we ons zorgen maakten over zijn gezondheid. Ronaldo was toen de beste speler van de ploeg. Een optimaal parate Ronaldo kon het verschil maken.”

Toen je bij Standard voetbalde, zei je dat je wellicht meer selecties voor de Braziliaanse nationale ploeg had geteld indien je België vroeger had verlaten.

“Dat is gewoon zo. Als je goed kijkt, zie je dat ik pas op regelmatige basis tot international ben doorgegroeid toen ik naar Napels was vertrokken. De Belgische competitie wordt amper – om niet te zeggen : niet – gevolgd in Zuid-Amerika. Er is bij ons alleen belangstelling voor de kampioenschappen van Italië, Spanje, Engeland en Duitsland. En een beetje interesse voor de competitie in Frankrijk, omdat Juninho, Fred en Cris bij Lyon voetballen, en voor het voetbal in Portugal omdat Felipão (zo noemen de Brazilianen Luiz Felipe Scolari) de trainer van de Portugese nationale ploeg is.”

Voor de meeste waarnemers begint Brazilië als topfavoriet aan het WK. Is dat terecht ?

“Ja, zonder twijfel. Houd een opiniepeiling over de hele wereld en je mag je eraan verwachten dat 90 procent van de mensen Brazilië als toekomstige winnaar ziet. Maar zo werkt het in de praktijk niet. Het is niet zo dat Brazilië alleen maar op het veld hoeft te verschijnen om de wereldtitel te pakken. Die andere 31 teams kunnen ook goed voetballen. En zo’n WK wordt over een hele maand gespeeld. Net die maand moet het team de topconditie bereiken.”

De druk moet enorm zijn.

“Aan die druk ontsnap je hoe dan ook niet. De pers is alomtegenwoordig, ze bespiedt de ploeg en vergroot elk detail uit. Ook de sponsors zorgen voor druk. Maar zo is het altijd al geweest. De ogen van de hele wereld zullen gericht zijn op Ronaldinho, Ronaldo, Kaká, Adriano en de anderen, zoals ze vroeger op Pelé gericht waren. Ze hebben het recht niet om te ontgoochelen. Maar dat weten ze en ze zijn het niet anders gewoon.”

Vind je deze Braziliaanse ploeg beter dan die van 1998 ?

“Moeilijk om te zeggen. Hier, in Brazilië, vragen sommigen zich af of de Seleção van 2002 sterker was dan die van 1970. Ook die vraag kan je onmogelijk beantwoorden. Als ik de wedstrijden van 1970 zie, heb ik soms het gevoel dat ik naar een vertraagde film zit te kijken. Nochtans, vraag me wie de beste Braziliaanse voetballer aller tijden is, en ik zeg ondanks alles Pelé. Pelé is een mythe. Maar Ronaldo, Ronaldinho en de anderen zijn natuurlijk ook wereldsterren. Ander voorbeeld : het is bijna een gewoonte om Milton Santos te beschouwen als de beste linksachter uit de geschiedenis is. Maar wat doe je dan met Roberto Carlos ?”

Wat is de kracht van dit Braziliaanse team ?

“De kwaliteit van de spelers, in hun geheel. Het is moeilijk om in deze ploeg een zwakke plek te vinden. Maar er zijn zwakke plekken. Vanzelfsprekend is het niet aan mij om die aan te wijzen.”

Ze zitten in de verdediging.

“Dat denk ik niet. In tegenstelling tot wat velen denken, had Brazilië nog nooit een zwakke defensie. Het probleem is dat er bij Brazilië zoveel spelers met een offensieve instelling rondlopen, dat de verdedigers vaak aan hun lot worden overgelaten. Aldair en ik kampten destijds met hetzelfde probleem. Wij waren aan onszelf overgeleverd. In Brazilië vallen ze eerst aan en vervolgens verdedigen ze. In Europa is het net andersom. Ik zie maar één uitzondering op die regel : de Seleção van 1994. Die Braziliaanse ploeg speelde voor het eerst met twee verdedigende middenvelders : Mauro Silva en Dunga.”

Vroeger was de keeper dikwijls de zwakke plek van Brazilië. Maar die tijden zijn veranderd.

“Zeg dat wel. Brazilië heeft schitterende doelmannen. Dida van AC Milan, Gomes van PSV, Julio Cesar van Inter Milaan, Doni die naar AS Roma vertrok nadat hij even geciteerd werd bij Anderlecht, Rogerio van FC São Paulo. Vooral die laatste is een spectaculaire keeper. Hij trapt zelfs vrijschoppen en hij had volgens mij al lang international moeten zijn.”

Er wordt gezegd dat er in Brazilië wel vijf volledig verschillende en toch evenwaardige nationale ploegen mogelijk zijn. Zoveel talent loopt er rond ?

“Dat is niet eens zo sterk overdreven. Je zou een zeer goede nationale ploeg kunnen vormen met louter spelers die in de Braziliaanse competitie voetballen. Op twee, drie uitzonderingen na bestaat de Seleção nu uit spelers die in Europa zitten. Maar alleen al daarmee zou je twee of drie valabele nationale ploegen kunnen maken. Dan heb je nog de Braziliaanse voetballers in Azië. De Braziliaanse bondscoach heeft het probleem van te veel keuze. Maar welke trainer zou dit probleem niet willen ? Het is aan iedere speler om in elke wedstrijd en op elke training te bewijzen dat hij de beste is. En te bewijzen dat hij nog honger heeft en niet volgevreten is. Wie al twee wereldbekers gewonnen heeft, moet er nog een derde willen winnen. Ronaldo zit momenteel duidelijk niet in het goede ritme en het minste wat je kunt zeggen, is dat de resultaten van Real Madrid niet schitterend zijn. Hier in Brazilië stellen we ons daarover vragen. Dit is niet meer dezelfde Ronaldo van vroeger, dat is duidelijk. Langs de andere kant : het is en blijft Ronaldo.”

Is er geen afgunst tussen de Braziliaanse vedetten ?

“Niet echt. De Braziliaanse mentaliteit is anders dan de Europese. Toen de Duitser Lothar Matthäus hier Atlético Paranaense kwam trainen, was dat zeker niet evident voor hem. In de omgekeerde richting is het niet vanzelfsprekend om als Braziliaanse voetballer naar Europa te gaan voetballen. Je moet je aanpassen aan de lokale mentaliteit, de taal van het land leren, je integreren in het tactische schema van het team, het klimaat gewoon worden. In Brazilië is het warm. Hier is het onmogelijk om snel te voetballen. Je moet economisch met je krachten omspringen en op techniek spelen. Maar volgens het Braziliaanse ritme voetballen in Europa is evenzeer onmogelijk. Als je de Braziliaanse inspiratie kan combineren met de Europese werkkracht, krijg je een dodelijke cocktail.”

Is Carlos Alberto Parreira de ideale bondscoach voor Brazilië ?

“Hij is een van de beste, samen met Felipão. Er kwamen volgens mij nóg twee trainers in aanmerking om deze Seleção te leiden : émerson Leão van Palmeiras en Vanderlei Luxemburgo, die momenteel FC Santos traint. Ze hebben beiden al als bondscoach gewerkt, zij het zonder veel succes. Je moet natuurlijk goed met al die vedetten kunnen omgaan en ik denk dat Leão zich soms te veeleisend opstelde. Je moet veeleisend zijn, maar je mag niet overdrijven. Jongens als Ronaldinho en Ronaldo moet je niet te dicht op de huid zitten of ze dreigen geïrriteerd te raken. Nu, Parreira weet hoe hij die sterren moet behandelen. Dat heeft hij in 1994 getoond en ik hoop dat hij dat nog eens herhaalt in 2006.”

En nadien ?

“Parreira heeft al aangekondigd dat hij na het WK geen bondscoach blijft. Misschien keert hij nog op die beslissing terug mocht hij de trofee pakken. Persoonlijk hoop ik daarop. Maar de doodsangst van elke Braziliaanse bondscoach is om de geschiedenis in te gaan als de eerste die Brazilië niet kon kwalificeren voor een WK. Ik weet het, het lijkt ondenkbaar aangezien Zuid-Amerika vier op tien WK-deelnemers mag leveren. Maar in voetbal kan alles gebeuren. Zelfs het meest ondenkbare.”

DANIEL DEVOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content