Terwijl Antwerp de eerste periodetitel en de 250.000 euro winstpremie cashte, gleed KSV Roeselare in de Proximus League geruisloos mee met de favorieten. Een bericht uit het Schierveldestadion.

De voorbereiding verliep uitstekend, daar in Roeselare. Amper blessures, overwinningen tegen landskampioen AA Gent én Club Brugge, nieuwe spelers die de ploeg eindelijk uit de anonimiteit van de rechterkolom konden halen. Jérémy Malherbe, een betrouwbare doelman die van Stade Reims werd overgenomen en vanaf de eerste speeldag incontournable is, centrale verdediger Maël Lépicier (ervaring in eerste klasse met Mons en Beerschot), Niels Coussement (KV Oostende), twee jongens die vorig seizoen in de Nederlandse tweede klasse voetbalden – Kevin Kis (Fortuna Sittard) en Davy Brouwers (MVV Maastricht) -, een belofte van Club Brugge (Aaron Vanfleteren) en AA Gent (Rik Impens), en Christophe Martín-Suárez, vorig seizoen bij Patro Eisden Maasmechelen goed voor een tiental doelpunten.

Hoofdsponsor Deceuninck zette na negen seizoenen een stap opzij, een ander Roeselaars bedrijf (Euro Shop) verzekerde de lokale verankering en verbond zich voor minstens een jaar (met optie voor twee bijkomende seizoenen) aan KSVR, dat meer ambieerde dan de voorbije jaren. Na vijf seizoenen eerste klasse (2005-2010) botste de club van de nieuwe CEO Johan Plancke, de man achter de competitiehervorming in tweede klasse en in een vorig leven spelersmakelaar, op haar financiële limieten. Een jonge en onervaren groep, die twee keer met degradatie naar derde klasse flirtte (2011 en 2014) en in vijf seizoenen nooit hoger eindigde dan een elfde plaats (2013 en 2015).

Te weinig om volgens het nieuwe competitieformat volgend seizoen een plaatsje bij de 24 profclubs te claimen, maar in de eerste periode gleed wit-zwart bijna geruisloos mee in het zog van de ploegen die het enige plaatsje in de Jupiler Pro League ambiëren. Winst in eigen huis tegen Geel en Lierse, drie punten op Heist (1-2), Virton (1-4) en Deinze (1-2), een puntje tegen Tubize en Cercle Brugge: 17 op 30, een opsteker voor T1 Franky Van der Elst.

‘De ploeg is beter uitgebalanceerd dan vorig seizoen, met een mix van ervaren jongens die de Belgische competitie kennen – eerste én tweede klasse – en jonge spelers. Als er een basisspeler uitvalt, dan kan de trainer iemand anders neerzetten zonder dat we als ploeg aan kwaliteit inboeten. De brede kern is het grootste verschil met vorig seizoen’, zegt Vincent Provoost (31), bezig aan zijn vijfde seizoen bij de club, waar hij in 2008 op het hoogste niveau debuteerde, een paar maanden nadat hij onder Hein Vanhaezebrouck met KV Kortrijk de titel in tweede klasse vierde.

Na twee seizoenen in het Guldensporenstadion was er interesse van Zulte Waregem en Cercle Brugge, maar de toen 24-jarige verdedigende middenvelder – opgeleid bij Club Brugge – trok naar Roeselare. ‘Een keuze voor zekerheid’, klonk het toen. Maar terwijl Kortrijk een vaste waarde op het hoogste niveau werd, zakte zijn nieuwe club weg in de vergetelheid van de tweede klasse. Hij verkaste naar Mouscron-Péruwelz, nóg een reeks lager. ‘Ik hoopte op een betere club, maar wachtte te lang’, lacht hij. ‘Maar uiteindelijk heb ik daar drie schitterende seizoenen meegemaakt.’

Titel in derde klasse (2012) en twee jaar na elkaar de eindronde, maar toen de club in 2014 opnieuw naar de Jupiler Pro League promoveerde, was er voor Provoost geen plaats meer. ‘Ik was einde contract en had al in maart een akkoord om naar Roeselare terug te keren.’ De ambitie is duidelijk. ‘Top acht. Iets meer? We zijn nog door geen enkele ploeg weggespeeld, dat zegt iets over de kwaliteit van de groep.’

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO GF

‘We zijn nog door geen enkele ploeg weggespeeld.’ – VINCENT PROVOOST

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content