Het had wat voeten in de aarde, maar Eriberto behoort Chievo toe.
Eriberto is de rechtsbuiten van Chievo. Als je zijn knap seizoen in acht neemt, mag het geen verwondering wekken dat hij gegeerd werd door diverse topclubs. Toch had de lotsbestemming van de jonge Braziliaan (23) heel wat voeten in de aarde. Zowel Chievo als Bologna claimden het eigendom. De twee clubs zochten wel toenadering, maar de voorstellen lagen zo ver uit elkaar dat een oplossing onmogelijk werd geacht. Bovendien had Bologna al een akkoord bereikt met Juventus, dat sinds het langdurig uitvallen van Zambrotta dringend een flankspeler zocht.
Het is geen geheim dat Guiseppe Gazzoni Frascara, de patron van Bologna, nauwe banden onderhoudt met de familie Agnelli. Toen het gevrij tussen Juventus en Bologna Chievo ter ore kwam, liet Chievovoorzitter Luca Campadelli zich alles behalve intimideren. Hijzelf ontving een bod van Lazio. Sindsdien draaide de relatie tussen Bologna en Chievo op een zeer laag pitje. In die mate dat er maar één uitweg overbleef : het enveloppesysteem. Een loting dus. Bedoeling was dat elke club voor een bepaalde datum – in casu 26 juni – een brief binnenbracht bij de Liga waarin het bedrag werd meegedeeld dat de club wenste te besteden om de helft eigendom op te eisen van een speler die het nog niet bezat. Op de bewuste datum opende de Liga de brieven en maakte ze de hoogste bieder bekend.
Elk jaar ziet menig voetballer – dit jaar waren het er maar liefst 271 – zijn toekomst op een dergelijke manier bepaald worden. In het verleden leverde dat wel eens verrassingen op. Paolo Rossi in 1978, bijvoorbeeld. De gerenommeerde spits behoorde zowel Vicenza als Juventus toe. De Turijnse club bracht een relatief laag bedrag in (750.000 euro), maar deed Guiseppe Farina geloven dat het later nog eens 1.750.000 euro zou storten. Meteen daarop reageerde de voorzitter van Vicenza door een bod van 2.060.000 euro uit te brengen, een fabelachtig bedrag voor die tijd. Gevolg was dat Vicenza diep in de rode cijfers verzeilde.
Daarnaast bestaan er nog aparte gevallen, veelal in de lagere reeksen. Daar komt het vaak voor dat de beide clubs de optie niet willen lichten omdat ze maar al te goed weten dat ze daar niets van recupereren. In zo’n geval doen beide teams een absurd bod : één symbolische lire bijvoorbeeld. Voor alle duidelijkheid : Eriberto geldt niet als zo’n apart geval. Bologna wilde 5.555.555 euro voor hem neertellen, Chievo 6.271.000 …en 71 cent ! Die bedragen waren natuurlijk al vroeger bekend dan 26 juni. Meestal hebben de clubs na het binnenbrengen van hun enveloppes geen baat meer bij verstoppertje spelen en gaan dan samen aan tafel zitten. Ditmaal had Chievo het geluk aan zijn zijde. (NR)
