Zo enthousiast als hij de lof zingt van Emilio Ferrera, zo meedogenloos maakt Bertrand Crasson het proces van zijn ex-club Anderlecht. ‘Lierse’, besluit hij met een verkapte wens, ‘kan de carrière van Gilles De Bilde redden.’

Twee keer verliet Bertrand Crasson Anderlecht, telkens met een vrije transfer. De eerste keer, in 1996, wilde hij zelf weg, tot grote ontevredenheid van de clubleiding ; dit keer kreeg hij geen nieuw contract. Lierse is Napels niet, maar het enthousiasme waarmee hij over zijn nieuwe club vertelt, is duidelijk niet gespeeld.

Het heeft wat voeten in de aarde gehad voor deze afspraak totstandkwam. Met Emilio Ferrera kennen jullie zelden van tevoren het programma, dat dan nog eens geregeld dooreen wordt gegooid.

Bertrand Crasson : Er wordt heel anders gewerkt. Wegens de warmte trainen we ’s avonds om zeven uur, maar ook als we maar één keer trainen, eten we wel samen. Voor de vriendenmatch op Lyra, bijvoorbeeld, wordt een half elftal niet opgesteld, maar moeten we er wel allemaal een halve dag zijn. Anderzijds mogen we ons aanvullend individueel programma thuis afwerken, zodat we ons gezin toch eens zien.

De vorige keer ruilde je Anderlecht voor Napels, nu voor Lierse. Had je niet liever in Frankrijk gezeten ?

Toulouse was een mogelijkheid, via mijn vriend van bij Napels, William Prunier. Het meest concreet was het bod van tweedeklasser Clermont-Ferrand. Maar tweede klasse in een groot land waar je voor elke match minstens twee dagen uithuizig bent, dat trok me niet echt. Je mag het interpreteren zoals je wil, maar mijn kinderen hadden daar echt geen zin in. Ik hou daar heus wel rekening mee.

Je kende met Napels en Anderlecht alleen grote clubs, waar veel druk en drukte heerst. Hoe moeilijk is het om na vijftien jaar bij een bescheiden club te werken ?

Je merkt dat Lierse minder middelen heeft dan Anderlecht, maar het geld wordt misschien wel beter besteed. Bij Anderlecht hadden we geen spelershome met een biljart en een Play Station, er waren geen slaapzetels waarin je na de training wat kon dutten, er kwam niet elke dag een osteopaat langs. Aan alle details merk je dat Lierse het goed meent met de individuele begeleiding van de spelers. Ik speel vijftien jaar profvoetbal : nooit voorheen maakte ik een voorbereiding mee die helemaal uitgekiend was volgens mijn individuele behoeften en mogelijkheden. Bij Anderlecht werd je ook wel eens getest, maar dat vertaalde zich niet in een dagelijks en voor elke speler verschillend programma. Ik beweer niet dat dit beter is, maar het is wel anders, en daarom interessant. Ik ben nu al benieuwd hoe mijn fysieke conditie met deze aanpak evolueert. Nooit eerder ook maakte ik een trainer mee die zo sterk en zo goed is als Emilio Ferrera. Nochtans heb ik er een paar gekend : Simoni, die nog bij Inter werkte, Mazzone, die AS Roma en Brescia trainde, Boskamp, De Mos, noem maar op. Ferrera heeft tien jaar voorsprong op de rest.

Ben je contractueel verplicht om dat te zeggen ?

Absoluut niet, ik heb altijd gezegd wat ik denk. Ik heb niemand nodig om mij een mening te vormen. Zijn voetbalkennis en tactische knowhow zijn gewoon indrukwekkend. Maar nog meer indruk maken zijn methodes, hij weet hoe hij alles efficiënt kan overbrengen. Iets op een bord laten zien is één zaak, het aanschouwelijk maken op het veld nog iets anders. En met het gebruik van videobeelden vallen je excuses weg. Hij dwingt je na te denken over wat je doet, de hele tijd moet je geconcentreerd zijn. En hij weet wat er elders in de wereld gebeurt, hij vergelijkt. Veel trainers kijken niet verder dan wat er in België gebeurt, met hooguit een verwijzing naar Ajax omdat het niet te ver is.

Je koos voor Lierse omwille van Ferrera.

Jaren geleden heeft mijn broer er mee voor gezorgd dat Emilio bij Lombeek aan de slag kon. Hij dweepte met hem, vond zijn trainingen uitzonderlijk. Dat is me altijd bijgebleven, maar op dat moment dacht ik : het is maar vierde klasse. Toen hij bij Beveren een kans kreeg, ben ik hem wat meer gaan volgen. Geen kwaad woord over Lierse, maar ik zou hem wel eens bezig willen zien met topspelers. Ik ben zeker dat het voor gensters zorgt. Hij móét gewoon naar de top. Hij komt wel eens arrogant over, maar omdat hij talent heeft kan hij zich dat permitteren, zoals dat ook van een getalenteerd artiest wordt geaccepteerd. Hij is erg veeleisend, meer dan de trainers die ik bij Anderlecht meemaakte.

Bijvoorbeeld ?

Hij tolereert niet dat een speler altijd weer in dezelfde fouten vervalt. Hij haalt niet even de schouders op, maar blijft daarop doorgaan. Ook tegenover mij, hoor. Voor mij is hij zelfs nog strenger dan voor de andere spelers, maar dat stoort me niet. Ik hou van moeilijke situaties met uitdagingen, ze leverden me de beste momenten uit mijn loopbaan op. Weet je wat ik jammer vind ? Dat ik zo’n trainer niet vroeger heb meegemaakt, want dan had ik een veel betere voetballer met een mooiere carrière kunnen worden.

Werkt Ferrera’s veeleisende aanpak bij spelers van een rustige provincieclub ?

Toch wel. Omdat zij beseffen dat ze door zijn aanpak een meerwaarde krijgen. Hij heeft er hier een paar wakker geschud, hoor. Bovendien weten deze spelers dat zij voor succes aangewezen zijn op het collectief. Dat hebben ze vorig jaar gevoeld en dat motiveert. Ik moet lachen met de kritiek dat Lierse vorig jaar veel aan het toeval te danken had. Eén of twee goeie resultaten kunnen toeval zijn, maar een heel seizoen niet. Vergeet ook niet dat Lierse de zes punten van Lommel afgepakt zijn, anders speelt het zeker Europees. Anderlecht zou het niet overkomen zijn, hoor.

Hoe verloopt voor jou de aanpassing aan de mentaliteit in een kleinere club, zonder vedetten ?

Wonderwel. Het zijn allemaal aardige jongens, heel gewoon. Ik ben de enige nieuwkomer. Het is aan mij om me aan te passen, en niet omgekeerd. Maar dat van die vedetten en die kliekjes bij Anderlecht, dat klopt niet. Excuses zijn het van wie niet in staat is een systeem of een organisatie te introduceren. Dan is het een makkelijk excuus om te zeggen : de spelers zijn niet gemotiveerd, het zijn verwende kinderen. Aan te weinig kwaliteit kan het niet liggen : Anderlecht heeft de beste spelers in België. Hoe kan je dan tien punten achter Club Brugge eindigen ? Hoe is het mogelijk dat een club met de beste spelers van het land twee jaar na elkaar zo ver naast de titel grijpt ?

Met twee verschillende trainers : Aimé Anthuenis en Hugo Broos.

Ik heb het verschil tussen beide niet gezien.

Toch haalden jullie met Anthuenis ook uitstekende resultaten in de Champions League.

Omdat we toen een groep hadden die zichzelf in de hand kon houden, en omdat de trainer zich een goed psycholoog toonde. Maar hij kon niet omschakelen toen een aantal belangrijke pionnen vertrokken. Omdat hij met zijn methode té afhankelijk is van de kwaliteit van de spelers.

Is niet elke trainer dat ?

Sinds ik Ferrera meemaak, is het antwoord : nee. Mettertijd heb ik wel respect gekregen voor Anthuenis. Voordien was ik het niet altijd met hem eens.

Klopt het dat enkele toonaangevende spelers al snel na zijn komst naar Anderlecht naar het bestuur stapten om te zeggen dat het zo niet verder kon ?

Ja, maar een paar maanden later liep het wél goed. Wat ik bij Anthuenis apprecieer, is dat hij zich niet rancuneus toonde. Broos was dat wel.

Hoe dan ?

Via algemene verklaringen in de pers, waarvan iedereen weet dat hij op drie spelers doelde : De Wilde, De Bilde en ik. Dat vind ik niet correct : roepen dat je alleen gemotiveerde spelers wil en dat de rest maar aan defilés moet meedoen. Want ik zag op die catwalk niet alleen De Bilde, maar ook nog een jonge speler van Anderlecht over wie ze op het veld wél tevreden zijn : Olivier Deschacht. Is het voor een twintigjarige niet gevaarlijker om in Milaan op een catwalk te lopen dan voor De Bilde ? Het is dus professioneel oneerlijk. Noem de dingen en de personen die je viseert bij naam.

Zeg jij wat je denkt dan altijd in iemands gezicht ?

Ja. Wat ik Broos te zeggen had, heb ik hem eerst onder vier ogen gezegd, én in groep toen er daar naar onze mening werd gevraagd. Het stoorde me dat de spelers van alles werd aangewreven, dat we werden afgeschilderd als moeilijke en verwende jongens. Maar ik was de enige die het zei, en dat is me niet in dank afgenomen. Al dan niet toevallig verdween ik daarna uit de ploeg, maar ik heb nooit mijn woorden ingeslikt. Ik ben een grote jongen, hoor, ik neem de volle verantwoordelijkheid voor wat ik zeg en doe.

Al bij al is het misschien beter dat ik niet bij Anderlecht ben kunnen blijven. Het zou het jaar te veel geweest zijn. Misschien was vorig seizoen al wel het jaar te veel. Maar het blijft mijn club : twaalf jaar in het eerste elftal en een staande ovatie van het publiek bij mijn vertrek, dat neemt niemand me af.

Het leek eerder Anderlecht dan Broos dat van je af wilde. Je was te duur. Dat je niet meer speelde, kwam de club waarschijnlijk goed uit.

Dat is zo. Ik stond ook niet in een sterke positie, speelde niet mijn beste seizoen. Toen het op het einde zonder mij klikte, zal het bestuur de logische reflex gehad hebben : we kunnen het ook zonder hem. Dat snap ik wel, ik kan daarmee leven. Ik betreur alleen de pesterijen op het einde. Me laten spelen met de reserven op Lierse of Sint-Truiden omdat ze niet aan genoeg spelers geraakten. Neem dan een jonge speler. Qu’on me laisse tranquille alors, ik speel toch niet meer, ik vertrek immers. Waarom dan die verhalen in de pers ? Ik betreur het ook dat de trainer in elke moeilijke situatie zijn eigen gezicht wilde redden.

Doen spelers niet hetzelfde ?

Misschien wel, maar hij moet niet zeuren dat hij vorig jaar dié en dié speler móést opstellen, want dat is pertinent onwaar. Acht maanden lang heeft hij alles geprobeerd en niets werkte, tot die match tegen een Bordeaux in volle crisis. Ineens koos hij, zogezegd bewust, voor de jeugd. Het publiek pikt dat, maar de spelers die dat lezen weten dat hij pas naar jonge spelers greep toen hij door blessures en schorsingen niet anders kon. Die radicale ommezwaai was niet zo gewild, hoor. Ik weet echt niet wat er gebeurt als Panathinaikos in de terugmatch niet tot negen spelers herleid wordt en die vrije trap van Jestrovic niet binnengaat…

Het seizoenseinde lijkt hem gelijk te hebben gegeven. Speelt Anderlecht een heel jaar zoals toen, dan was het kampioen geworden. Zonder Bertrand Crasson.

Zonder Crasson, dat klopt. Maar zonder wie nog allemaal ? Noem ze eens op. Wie was er nog niet bij toen Anderlecht plots flitste ? Ik bedoel : het ligt iets ingewikkelder dan dat, hé. Misschien stoorde het dat ik een andere kijk heb op wat er in de kleedkamer gebeurt of hoe het er in een club aan toe gaat.

Hoe bedoel je ?

Anderlecht heeft het potentieel om bij de zestien beste clubs van Europa te behoren. Maar ik stel vast dat men tevreden is met die éne fantastische Europese campagne van een paar jaar geleden. Zo van : het is mooi geweest. Je voelt het in alle geledingen van de club : dat is niet voor ons. Trop belge, trop modeste, vind ik dat. Waarom trek je je daar niet aan op om die kwaliteiten elk jaar, elke week uit te stralen ? Bij een club als Anderlecht mag er geen plaats zijn voor twijfel. Als Anderlechtspeler heb je niet het recht om het veld op te gaan met twijfels. Nochtans gebeurt het elke week. Zelfs in de Belgische competitie voelde je het de laatste tien jaar. Dat kan en mag niet ! Tegenstanders kijken niet meer op naar Anderlecht. Het is toch niet normaal dat Anderlecht in april nog om een plaats in de Champions League moet strijden met Lokeren en Lierse ? Een beetje meer ambitie, graag ! En niet alleen met woorden. Voor de microfoon roepen dat je kampioen wil worden, volstaat niet. Het minste dat Anderlecht elk jaar aan zichzelf verplicht is, is kampioen worden. Want Anderlecht moet méér willen dan dat. Het heeft de potentie om elk jaar kwartfinale te spelen in de Champions League. Als je daar niet in slaagt, moet je je afvragen waarom het niet gebeurt. Die analyses maken ze hier niet. Het kan toch niet enkel aan de slechte mentaliteit van De Wilde en Crasson liggen ? Waren wij er dan niet bij toen we wél presteerden in de Champions League ? Het moet dus dieper zitten.

Niettemin was je vorig seizoen niet in staat om de kritiek aan jouw adres te weerleggen met prestaties op het veld.

Wie durft er te beweren dat hij vorig jaar een goed seizoen maakte, op Jestrovic en Aruna na ? En dan praat ik over het héle jaar. In de euforie van de laatste twee maanden vergeet men de acht voorgaande maanden, toen het níet liep. Het winnende systeem is het systeem-Aruna & Jestrovic. De verdediging is oké, ongeacht wie er speelt, het middenveld ook. De extra’s komen van Aruna, Jestrovic en Baseggio.

Die ook beter moet kunnen dan wat hij doorgaans toont.

Als men zich eens zou afvragen wanneer en waarom hij soms wel en dan weer niet goed speelt, en daar een grondige analyse van maken, dan zou de wereld van een pak onzin bespaard blijven. Kijk, met zúlke analyses houdt Emilio Ferrera zich bezig. Gebaseerd op statistieken. Dat er negen manieren zijn om een goal tegen te krijgen, dat had ik nog nooit van mijn leven gehoord. De vragen die bij Anderlecht gesteld worden, stelt Emilio bij Lierse. Met dat verschil dat hij ook antwoorden zoekt én de oplossingen toepast. Dat doet Anderlecht nooit. Het stelt zich tevreden met een paar zondebokken : Crasson, De Bilde of de Joegoslaven.

Je bent aangenaam verrast door Emilio, maar welke uitdaging vormt weer een seizoen met nog maar eens verplaatsingen naar Sint-Truiden en Beveren nog ?

Waarom zou ik opgebrand zijn na vijftien jaar profvoetbal ? Ik hou nog altijd van het voetbal, maar vaak was ik gefrustreerd omdat ik me niet meer amuseerde op het veld. De uitdaging is om nog een zeldzame keer echt plezier in het voetbal te hebben. Zien dat in een wedstrijd dingen lukken omdat je ze goed hebt voorbereid, en niet omdat ze het gevolg zijn van improvisatie. Te vaak hoopt men dat deze of gene speler met zijn goeie vorm het verschil maakt. Bij Lierse is dat met Emilio alvast niet het geval. Daarom hoop ik dat De Bilde ook nog naar hier komt.

Lierse kan hem niet betalen.

Gilles moet in deze fase van zijn carrière niet meer aan geld denken. Hier zal hij zich tenminste amuseren. Lierse kan zijn carrière redden.

door Geert Foutré

‘Wat ik bij Anthuenis apprecieer, is dat hij zich niet rancuneus toonde. Broos was dat wel.’

‘De vragen die bij Anderlecht gesteld worden, stelt Emilio bij Lierse. Met dat verschil dat hij ook antwoorden zoekt én de oplossingen toepast.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content